Toelating Burger-
No. 77 Eerste blad.
Honderdste jaargang.
1898.
VRIJDAG
1 JULI.
INVOER van VEE Ht
DUITSCHiANB.
Regeling van het voorberei
dend Militair Onderricht.
Besmettelijke ziekten.
Buitenland.
ALKHAAKSdlIË COURANT.
Deze Courant wordt Olnsta g-, Wonde rjd a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 9,80 franco door het
geheele rijk t 1.
3 Nummers f 0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets.
RI.Y
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer3.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat zij, die na
afloop der zomervacantie hunne kinderen de openbare
burgerschool of de openbare school voor meisjes
wenschen te laten bezoeken, daarvan aangifte moeten
doen vóór 13 Juli e.k. bij de hoofden dezer scholen,
onder overlegging van het geboorte- en inëntingsbewijs
van het betrokken kind.
De leerlingen moeten den leeftijd van zes jaren bereikt
hebben, of dien leeftijd bereikt hebben vóór l November
1898. Kinderen, die vóór of op 31 December dezes jaars
den zesjarigen leeftijd bereiken, kunnen in bijzondere
gevallen, ter beoordeeling van Burgemeester en Wethou
ders, het hoofd der betrokken school gehoord, tot deze
scholen worden toegelaten.
De gelegenheid tot aangifte voor de openbare
school voor meisjes bestaat tot 13 Juli a.s. aan de
woning van het hoofd dier school, aan de Oudegracht,
ledereu Oinsdag van 34L uur 's namiddags en voor
de openbare burgerschool aan het schoolgebouw
in de Brillesteeg tot en aret IS Juli a.s., iederen Maan
dag, Dinsdag, Donderdag en Vrijdag van 12 Vj—11/ï nar
s namiddags.
Zij noodigen belanghebbenden uit, hunne aanvragen niet
tot het laatste oogenblik uit te stellen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT Voorz.
38 Juni 1898. C. D. DONATE, Secr.
De BURGEMEESTER der gemeente Alkmaar
Gelet op de gemeenschappelijke beschikking van de
Ministers van Binnenlandsche Zaken en Financiën, dd.
16/18 Juni 1898, opgenomen in de Staatscourant van 19/20
Juni jl. no. 141
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in
gaande 1 Juli 1898 afwijking van de bestaande
verbodsbepalingen wordt toegestaan ten aanzien van den
invoer uit Wultschland van rundvee en schapen,
bestemd voor de slachtbankdaaronder begrepen
de export-slachterijen op de volgende voorwaarden
1 dat aan het eerste kantoor worde overgelegd eene
ambtelijke verklaring van de overheid van de plaats van
herkomstbinnen de laatste 8 dagen afgegeven ten
bewijze
a. dat de dieren, waarvan de leeftijd en het signale
ment te vermelden zijn, gedurende de laatste 20 dagen
te dier plaatse verblijf hebben gehouden en
b. dat te dier plaatse, wanneer het rundvee betreft, in
de laatste 120 dagen geen besmettelijke longziekte en in
de laatste 6 weken geen veepest en geen mond- en
klauwzeer
wanneer het schapen betreft, in de laatste 6 weken
geen veepest, geen mond-en klauwzeer, geen schaapspok
ken en geen rotkrepel zijn voorgekomen
2°. dat de dieren aan het eerste kantoor door den
districts-veearts of een zijner plaatsvervangers worden
gekeurd en gezond bevonden. De keuringen behooren
tusschen zons op- en ondergang enwat de schapen
betreft, buiten de veewagens te geschieden
3°. dat de dieren na gezond-bevinding, zoo spoedig
mogelijk afgescheiden van ander vee, per spoor, zonder
overlading in afzonderlijke gesloten en verzegelde wagens
worden doorgevoerd naar de plaats van bestemming, al
waar de ontzegeling der wagens niet geschiede dan in
tegenwoordigheid van den districts-veearts of een zijner
plaatsvervangers
4°. dat de dieren op de plaats van bestemming onder
politie-toezicht zoowel ontladen als in wagens vervoerd
worden naar de slachtplaats, alwaar zij van ander vee
afgezonderd zijn te houden, slechts voor het personeel
der inrichting en veeartsen toegankelijk mogen wezen,
en binnen 2 maal 24 uren, mede onder politie-toezicht,
moeten worden geslacht. De wagens zijn zoo spoedig
mogelijk na gebruik te reinigen en te ontsmetten
5°. dat het slachtafval en de mest niet nit de slacht
plaats worden verwijderd, dan na op aanwijzing van den
districtsveearts of eener zijner plaatsvervangers onscha
delijk te zijn gemaakt
6°. dat de slachtplaats telkenmale na gebruik, zoo
spoedig mogelijk, voor zooveel uoodig, worde gereinigd
en ontsmet.
Alkmaar, De Burgemeester voornoemd,
28 Juni 1898. A. MACLAINE PONT.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis, eenige der voornaamste be
palingen omtrent de regeling van het voorberei
dend militair Onderricht, welke regeling is vast
gesteld bij beschikking van den Minister van Oorlog,
d.d. 1 Juni 1898, Vile afd., n°. 10.
Onder voorbereidend militair onderricht begrijpt deze
regeling het elementair practisch en theoretisch onder
wijs in den dienst der Infanterie en der Vesting-Artil
lerie, dat door officieren en minder kader van het leger
wordt gegeven aan jongelieden, buiten den troep, die
zich tot het ontvangen van dat onderwijs vrijwillig aan
melden.
Het voorbereidend militair onderricht heeft in het
algemeen ten doel, door locale oefening, die zooveel moge
lijk aansluiting zoekt bij het schoolonderwijs in de gym
nastiek, de bekendheid te bevorderen met de eenvoudigste
militaire exercitiën, terwijl het tevens leert kennen de
algemeene plichten van den soldaat.
Dat onderricht strekt bovendien om hen, die de ver
bintenis wenschen aan te gaan als vrijwilliger voor het
reservekader, in de gelegenheid te stellen zich de voor
die verbintenis gevorderde bedrevenheid in de behande
ling van het geweer eigen te maken en voorts tot op
leiding van toekomstige miiitieplichtigen, die aanspraak
wenschen te verkrijgen op plaatsing bij het korps en in
het garnizoen hunner keuze, of die zich tijdens hun ver
blijf onder de wapenen wenschen toe te leggen op het
erlangen van eenen graad.
Het voorbereidend militair onderricht vormt eenen
cursus, die loopt over twee achtereenvolgende wintertijd-
perken, telkens van ongeveer half October tot ultimo
Febrnari en gedurende ten minste 3 uren per week.
Het voorbereidend militair onderricht is kosteloos voor
de deelnemers en kan worden gevolgd door jongelieden
van 16 tot 24 jarigen leeftijd. Het wordt zoo de
daarvoor benoodigde localiteit beschikbaar of tegen bil
lijke voorwaarden te verkrijgen is gegeven
a. in plaatsen, waar Infanterie of Vesting-Artillerie in
garnizoen ligt en in die, waar ten behoeve van de oefe
ningen van het resevekader instructeurs van het leger
beschikbaar worden gesteld, indien daar tenminste 5
adspiranten voor het reservekader of in het geheel ten
minste 10 deelnemers de lessen volgen
b. in andere plaatsen, dan die sub a bedoeld, indien
daar tenminste 5 adspiranten voor het reservekader of in
het geheel tenminste 20 derfinfemers de lessen volgen.
De aanmelding tot deelneming aan het voor
bereidend militair onderricht geschiedt vóór
I Augustus a. s., ter gemeente-seeretarie op
alle werkdagen van 9 tot 2 ure.
De ovengenoemde Hoofdofi&cier doet jaarlijks in de
maand Febrnari een onderzoek instellen naar de vorde
ringen der jongelieden, die aan het voorbereidend mili
tair onderricht deelnemen.
Aan hen, die voor de militie hebben geloot en den
hoogervermelden 2-jarigen cursus in zijn geheel en, blij
kens het onderzoek, met vracht hebben doorloopen, wordt
uitgereikt een getuigschrift model "W.
Lotelingen, die op het tijdstip hunner inlijving bij de
militie in het bezit zijn van het getuigschrift model W
komen, behalve dat zij aanspraak kunnen maken op
plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze,
vóór andere lotelingen hunner lichting in aanmerking
voor de opleiding tot eenen graad, indien het korps, waarbij
zij zijn ingelijfd, een onderdeel is van het wapen, voor
welks dienst zij voorbereidend onderricht genoten en zij
ook in andere opzichten voor die opleiding de noodige
geschiktheid bezitten.
Overg angsbepaling.
Aan de ingeschrevenen voor de lichting 1899 der mi
litie wordt het getuigschrift model W. uitgereikt, indien
zij bij het onderzoek naar hunne geoefendheid in Februari
1899 blijk geven het onderricht gedurende het oefenings
tijdperk 1898/99 met vrucht te hebben gevolgd.
Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar
29 Juni 1898. A. MACLAINE PONT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, de artikelen 19, 20 en
31 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134),
luidende
19. .Het hoofd van een gezin, de houder of honderes
.van eene slaapstede of een logement, de schipper van
»een in eene gemeente vertoevend vaartuig, de oestuur-
»ders van gestichten van weldadigheid in artt. 1 en 2
.der wet 28 Juni 1854 (Staatsblad No. 100) vermeld,
»van gevangenissen, van bedelaars- en krankzinnigen-ge-
»stichten geven, wanneer daarin eene besmettelijke ziekte
voorkomt, hiervan binnen 24 nren, nadat hun het feit
.ter kennis is gekomen, mededeeling aan den burge-
»meester.
.Gelijk voorschrift geldt voor de kommandanten van
.legercorpsen of oorlogschepen in havens, voor de onder
.hun toezigt staande kazernen, schepen of andere localen.
20. .Huizen en vaartuigen, waarin eene besmettelijke
.ziekte voorkomt, worden onmiddellijk en uiterlijk binnen
.24 nren na de aangifte door de zorg van den burge-
meester, ten koste der gemeente, voorzien van een van
.buiten duidelijk zigtbaar kenmerk, zoo noodig van meer
.dan één, de woorden .besmettelijke ziekte,'' en den naam
.der ziekte vermeldende.
.Het kenmerk moet aldaar verblijven, tot dat door
.eene verklaring van eenen geneeskundige is gebleken,
.dat het gevaar van besmetting geweken is.
31. .Met eene boete van f 10.tot f 100 en met
.gevangenis van drie dagen tot eene maand, zamen of
.afzonderlijk, wordt gestraft
lo. .het verzet tegen de uitvoering van maatregelen,
.krachtens art. 20 voorgeschreven, onverminderd
»de straffen tegen rebellie in het Wetboek van
.Strafregt bedreigd
2o. .overtreding van artikel 19.
3o. .het wegnemen, verplaatsen, onleesbaar of onzigt-
»baar maken van het kenmerk in art. 20 ver-
»meld."
"Voorts wordt medegedeeld, dat op de stipte naleving
van bovengenoemde wetsbepalingen streng zal worden
toegezien en dat de gelegenheid voor het doen der aan
giften bestaat tor gemeente-secretarie op alle werkdagen
van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 nre.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
28 Juni 1898. C. D. DONATH, Secretaris.
EAttBIiAiND. Er bestaat uitzicht dat thans de
werkstaking der mijnwerkers in Znid-Wales zal ten einde
loopen. De schade, door dien gedwongen stilstand berok
kend, heeft 3 maanden 12 millioen pond sterling bedra
gen. Alleen in Mei zijn uit Cardiff, Newport en Swansea
1,223,000 ton steenkolen minder verscheept dan in 1897.
De spoorwegen hebben 206.000 minder ontvangen. Uit
genoemde havens zijn slechts 2210 matrozen in Mei uit
gevaren tegen 7525 in het vorig jaar. Bovendien wer
ken van de 16 hoogovens slechts 3, zoodat ook onder de
andere arbeiders groote ellende heerscht. Naar het einde
van den strijd wordt dan ook algemeen verlangd. Intus-
sehen hebban Duitsche kolen de Engelsche ten deele ver
drongen.
De .Pall Mall Gazette verneemt van zijn corres
pondent uit Kaïro dat de Khalifa Khartoem opgegeven
zon hebben en naar het zniden is gevlucht, in de rich
ting van El Obeid en Kordofan. Dit zou de reden zijn
van het plotseling vertrek van een sirdar nit Kaïro. Sir
H. Kitchener wil onmiddellijk een vervolging beginnen.
FRA1VIiIS.UK. Het nieuwe ministerie is thans
definitief samengesteld op de volgende wijze
President en binnenlandsche zaken, Brisson buiten-
landsche zaken Delcasséfinanciën Peytraljustitie Sar-
riënonderwijs Bourgeoisoorlog Cavaignac marine
Lockroy; koloniën Trouillox handel Marice Jorels land
bouw Viger; openbare werken Tillaye. Als onderminis
ter van binnenl. zaken treedt op de heer Vallée, als
onder-minister van posterijen en telegrafie Mougeot.
Het nieuwe Zola-proces te Versailles komt 18
Juli voor.
81" A AM F. Volgens de berichten hier ontvangen (die
natuurlijk weer geheel in strijd zijn met de Amerikaan-
sche tijdingen) is de aanval op Se villa door de troepen van
generaal Shafter afgeslagen. De Amerikanen zijn tot
Daiquiri teruggetrokken, waar zij een kamp hebben be
trokken onder bescherming van de kanonnen der vloot.
Generaal Linares verloor een kapitein en zeven soldaten
aan dooden, twee luitenants en twaalf soldaten aan ge
wonden.
Uit Manilla komen echter ernstige tijdingen. In
een telegram van 23 dezer seint generaal Angusti nit
Manilla
.De toestand is nog altijd even ernstig. Het aantal
der vijanden neemt toe. Er zijn vele zieken en tal van
deserteurs.
.Naar ik meen te weten, zijn 30.000 opstandelingen
van geweren en 100.000 van blanke wapens voorzien.
.Agninaldo heeft mij gesommeerd de stad over te ge
ven, maar ik heb met een verachtelijk zwijgen op zijn
voorstellen geantwoord, want ik zal tot het allerlaatste
strijden.
»Ik heb duizend zieken en tweehonderd gewonden.
oor het oogenblik is geen bombardement te vreezen."
Het Spaansche eskader van admiraal Camara heeft
te Port-Saïd een oponthoud gehad door de weigering der
-Egyptische regeering, aldaar kolen in te nemen, maar
het schijntdat ook zonder deze aanvulling het eska
der zal kunnen doorstoomen. Op de Philippijnen wordt
de aankomst der vloot met ongeduld verwacht.
VER. STATEA. Den 29 Juni is Generaal Merritt
naar de Philippijnen vertrokken, waar hij dadelijk een
proclamatie zal uitvaardigen na zijn aankomst op Manilla.
Daarin wordt den bewoners der eilanden medegedeeld,
dat generaal Merritt, als vertegenwoordiger der Ver-
eenigde Staten, een voorloopige regeering zal instellen,
en dat zijn gezag moet worden geëerbiedigd.
Hij verzekert den bewoners, dat hij niet komt om hen
te onderdrukken, maar om hen te bevrijden, en waarborgt
hun de meestvolkomen vrijheid, mits die in overeen
stemming is met eerbied voor de wet, en met behond
van de orde.
Ten slotte bevat de proclamatie de mededeeling dat de
persoonlijke eigendomsrechten zullen worden geëerbiedigd.