Ralph Denmead.
No. 77. Tweede blad.
Honderdste jaargang.
1898.
VRIJDAG
1 JULI.
PARIJSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
ALUAARSCHE (K RAM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Dondcrdag-
on Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone advertentlen
Per rogel f O,IS. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
XVIII.
Parijs, 24 Juni 1898.
Op het gebied der politiek valt als nieuwtje niet an
ders mede te deelen als dat wij nog altijd geen minis
terie hebben. In het dagelijksch leven bemerken wij
daarvan al zeer weinig, 's morgens lezen wij onze cou
rant en zien dan dat de heeien Ribot en Sarrien niet
slaagden in hunne pogingen een ministerie bij elkaar te
krijgen, de avondbladen vertellen ons, dat men goed op
weg is eene regeering te vormen, en thans belooft men
ons een Ministère d' Union met den heer Peytral aan
het hoofd. Union is een mooi woord, vooral wanneer
daarmede jnfirouw Eendracht bedoeld wordt, doch helaas,
wij hadden hier al zoo dikwijls alle mogelijke Unions,
maar tot op heden werd uit al die Eendracht niet veel
machtigs geboren. Waarlijk, er zijn teveel politieke
kleuren, dat is bij de jongste verkiezingen duidelijk ge
bleken, men heeft Conservatieven, Bonapartisten, Roya
listen, Gematigde republikijnen, Radicalen Progressisten,
Socialisten, Collect!visten, Nationalisten, Anti-Semieten,
Radicaal-Socialisten, enz. enz., ze zijn teveel, en de af-
getredene minister Meline moet toch een knap man zijn
geweest, want hij hield het meer dan twee jaren uit
tegen zulk een mengelmoes. Gelukkig is een minister
nog al goed betaald, men geeft hun hier elk 50 duizend
franken per jaar. Voor rijke afgevaardigden is dit sa
laris als minister nog niet eens genoeg, want de feeste
lijkheden, diners en recepties, bals enz. kosten bepaald
veel meer, doch jonge mannen, die niets bezitten, en van
de politiek eene carrière maken, zijn toch blij, wanneer
zij eerst 25 francs per dag krijgen voor hun mandaat
als afgevaardigde, en moeten dan wel dikwijls droomen
van die 5 duizend franken per maand, wanneer zij het
eens tot minister zullen halen.
Een ander geval, waarmede men zich in eenige wijken
van Parijs druk bezig houdt, is ook niet gemakkelijk tot
ieders tevredenheid op te lossen. Men is n.l. bezig ee
nige gevangenissen binnen de stad op te ruimen en af
te breken. Mazas en Roquette zullen weldra tot het
verledene behooren, doch wat zal men dan met de Guil
lotine aanvangen. Wel wordt op den linkeroever der
Seine de gevangenis »la Santé" bnitengewoon vergroot,
en van binnen zelfs zoo mooi gemaakt, dat do boos
wichten er een verblijf zullen vinden, van alle gemakken
voorzien. Doch de Guillotine, die wil niemand hebben,
door EDNA LYALL.
60)
De Honourable Bertie, echter, dacht er in het minst
niet aan, dat hij iemand in den weg stond. Hjj verzocht
Ralph hem aan mevrouw Denmead voor te stellen, en
patroniseerde hen allen zeer vriendelijk een uur lang.
Hij praatte op een manier, dien hij zichzelf vleide zeer
aangenaam en vroolijk te wezen, over zich zelf, de nieuwe
kostumes, die hij bij Abiram voor zijn eerste optreden,
besteld hadhet groote succes dat hij gehad had bij too-
neeluitvoeringen op het buiten van zijn vader in Soutsh-
shire, toen hij met de lieve Lady Dunlop Tyars gespeeld
had, en vertelde verschillende anecdoton uit de groote
wereld, die, dit wist hij zeker, ♦deze tooneelluidjes" zeer
zouden interesseeren.
Ten laatste ging hij, tot hun groote opluchting, naar
zijn hotel terug.
»Ik zou wel eens willen weten, of hij werkelijk goed
acteert zeide Evereld nadenkend. ♦Hij schijnt een
hoogen dunk van zijne bekwaamhoden te hebben. Ik dacht
dat al de heeren-kostumes door don directeur verschaft
werden."
»Dat is ook zoo," zeide Ralph met een glimlach
maar wat door een gewonen tooneelspeler gedragen
wordt, is, geloof ik, niet goed genoeg voor hem. Hij moet
van alles het beste hebben, het moet uitsluitend voor hem
bij Abiram vervaardigd zijn en onze harten met afgunst
vervullen."
♦Wij waren zoo gezellig en vriendschappelijk met
elkaar, voordat hij kwam," zeide Ivy, sen nu zal alles
anders worden, dat weet ik zeker. Hij is een afschuwe
lijke, verwaande, onwetende amateur, die volstrekt niet
voor tooneelspeler geschikt is. Ik wilde, dat hij naar zijn
liefhebberij-comodietje en zijn hertoginnen terugging, en
ons met vrede liet.
♦Arme jongenMisschien meent hij het werkelijk
ernstig met het studeeren en om vorderingen te makeD,"
zeide Evereld.
Jij bent altijd vriendelijk," zeide Ivy. Wat mij be
treft, ik geloof dat wij geen oogenblik rust zullen hebben,
alvorens mijnheer Vane-Ffoulkes weg is."
Hare voorspelling was maar al te zeer waar, want
het was werkelijk verwonderlijk, hoeveel moeite en on
aangenaamheden de rijke liefhebber nog wist te ver
oorzaken.
de bewoners om de Santé" hebben uitdrukkelijk ver
klaard, dat zij er hartelijk voor bedanken, elk oogen
blik het schavot te zien opstellen. Tot op heden hadden
de terechtstellingen altijd plaats op de Place de la Ro
quette, vóór de gevangenis van dieu naam in die bnurt
was men daaraan gewend, de koffiehuizen en kroegen
maakten goede zaken, en de burgers, wier vensters uit
zagen op dit afschuwelijke tooneel, werden renteniers,
alleen door plaatsen te verhuren. Het publiek was
steeds hetzelfde, voor het grootste deel mannen en vrou
wen uit de wereld der misdaad en der prostitutie. Geen
wonder alzoo, dat do rustige burgers van de Carrefour
Saint-Jacques, menschen, die vroeg naar bed gaan, of
kalm hun kaartje en billard spelen in de eenvoudige,
deftige café's van die wijk, allen tezamen heftig protes
teerden, alleen reeds bij de gedachte, dat het schavot
mot dat publiek van afschuwelijk gespuis, hunne rust
zon gaan verstoren. De heer Ranson, lid van den ge
meenteraad, verklaarde op het stadhuis, dat zijn geheele
arrondissement in opstand komt tegen de Guillotine. Wij
begrijpen dit zeer goed, wij zeiven wonen even buiten de
groote stad, in het aardige Asnières welnu zoo men ons
hier deze »Bois de Justice," deze ♦Houten van het Gerecht"
wilde opdringen, dan verhuisden wij bepaald onmiddeljjk.
Doch het is een lastig geval. Voor eenige jaren geleden,
toen de anarchisten zooveel van zich lieten hooren, kreeg
de beul dadelijk opzegging van de huur van zijn huis
heer, en had »Monsieur de Paris," zooals men hier dien
beul noemt, de grootste moeite eene woning te vinden.
De huizen zijn hier zeer groot en worden altijd bewoond
door vele gezinnen, bijna niemand heeft een huis voor
zich alleen, daarvoor moet men buiten de stad gaan.
Geen huisheer, geene concierge die den beul wilde lo-
geereD, en heden wil niemand zijn instrument. De een
voudigste oplossing ware de doodstraf af te schaffen.
Een niet onaardig proces werd dezer dagen gewonnen
door den heer Oudin, een advocaat, tegen de Compagnie
de l'Ouest. Deze Compagnie is de Wester-Spoorweg-
wegmaatsehappij, welke ons b.v. voor een abonnementsprijs
van 100 francs per jaar naar en van Parijs vervoert. De
groote maatschappijen spoorwegen en omnibussen staan
steeds aan vele aanvallen bloot niet altijd zijn die cri-
tieken stipt rechtvaardig, maar de dagbladen moeten toch
ook gevuld worden. Eerlijk gezegd hebben wij nooit eene
enkele ernstige reden gehad tot klagen tegen de Com
pagnie de l'Ouestdeze geeft ons wel honderd treinen
per dag dikwijls een half dozijn in een kwartier tijd
Macneillie verdroeg alles met zeer veel geduld, daar
hij vast besloten was, dat, niettegenstaande zijn vele ge
breken, hij gelegenheid zou hebben, zijn geluk te beproe
ven. Hij leerde hem alles wat men een verwaand sterve
ling leeren kan hij gaf hem menigen goeden raad, waarvan
hij echter weinig profijt trok, en ignoreerde kalm zijn
lompheden, ofschoon hij er somtijds hartelijk over lachte,
wanneer hij later aan Evereld eene beschrijving gaf van
het gebeurde.
Evereld was een van die personen, die altijd confi
denties ontvangen. Het was gedeeltelijk aan hare bedaard
heid toe te schrijven, dat de menschen hun hart voor haar
luchtten. Zij wisten, dat zij nooit babbelde of iets zou
verraden, en er was iets in haar gelaat, dat degenen die
haar kenden, altijd noopten naar haar toe te gaan en
hun verdriet bij haar uit te storten. Zij waren zeker
dat medegevoel aan te treffen en die soort van vrouwe
lijke wijsheid, die veel beter is, dan zeer veel geleerdheid.
Zelfs mijnheer Vane-Pfoulkes werd ten laatste door
het steeds toenemende bewustzijn zijner onbemindbeid, er
toe gedreven, om haar zijne grieven bloot te leggen.
Het was een heldere September-namiddag. Zij keken
naar een cricket match, tusschen Macneillie's gezelschap
en een locaal elftal. Cricket viel niet zeer in den smaak
van mijnheer Vane-Pfoulkeshij was te lang en te lui,
maar van tijd tot tijd verwaardigde hij zich er naar te kijken
en het spel te critiseeren. Tegen wil en dank moest hij
zichzelf toch bekennen, dat Ralph Denmead met een
sporthemd aan en een Winchester pet op, met zijn gezond,
verbrand gelaat, en zijn innig vermaak in het spel,
een mededinger was, die niet geheel was weg te cijferen
Het ergerde hem tevens, dat al zijne satirieke pijlen en
boosaardige geestigheden hun doel misten, want Ralph
dacht slechts aan het cricketten, en liet zich niet door
den twistzieken amateur van zijn stuk brengen.
♦Ik weet niet hoe het komt, mevrouw Denmead," zeide
hij, toen Ralph's beurt om te spelen kwam, en hij alleen
met Evereld bleef, sik krijg hier geen vasten voet. Men
komt zoo moeielijk verder met deze tooneelluidjes."
♦Maar het zijn uwe kunstbroeders," zeide Evereld,
hare heldere kijkers naar hem opslaande. ♦Waarom noemt
gij hen ♦die tooneelluidjes," alsof zij tot een geheel ander
soort menschen behooren
»Wel, ziet u," zeide de Honourable Bertie, natuurlijk
is het, zooals u weet, niet geheelniet precies hetzelfde.
Uw echtgenoot is van goede familie, dat weet ik zeer
goed; maar verscheidene van de anderen zijn wel niets."
Evereld's mond vertrok zich even bij de gedachte, hoe
Macneillie deze hatelijke rede opgenomen zou hebben.
♦Maar kunst weet niets van stand af," zeide zij
vriendelijk. ♦Wie geeft er om de afkomst van Raphael
of Dante, of David Garrick, of Paganini
vooral 's morgens 's middags togen dejeuner-tijd en
's avonds tusschen 5 en 8 uur. Maar die Maatschappij
wil niets laten verloren gaan, en daar men tegenwoordig
toch op alles adverteertzoo kregen wij eene abonne
mentskaart waarin nog een extra cartonnetje, aan weers
zijden beschreven met reclames van winkeliers en fabri
kanten. Onze kaart kreeg dus eene dubbele dikte. Wij
dachten er niet aan daartegen te protesteeren doch de
heer Oudin zeide »Wat is dat, ik betaal voor mijn
♦abonnementgeef mij daarvoor eene kaart maar een
♦adresboek wil ik niet hebben. Ik ben niet verplicht als
♦ambulante reclame dienst te doen. Dat is goed voor eene
♦Homme Sandwich"", maar ik bedank er voor." De
Compagnie l'Ouest, welke natuurlijk per contract ver
bonden was tegenover de firma's, die voor het maken
dier reclame betaaldenweigerde den heer Oudin eene
andere kaart te gaven waarop deze heer de zaak onder
wierp aan het oordeel van den Juge de Paix. Deze rechter
stelde den heer Oudin in hot gelijk en moet de Maat
schappij eene andere kaart leveren, ditmaal zonder de
minste reclame.
25 Juni. De affaire Zola is nog niet van het tooneel.
Men gelooft algemeen dat het nieuwe proces te Versail
les op 18 Juli zal aanvangen. In afwachting daarvan
verscheen gisteren kapitein Reinach voor den Raad van
Onderzoek. De heer Joseph Reinach is een gewezen af
gevaardigde, een verdediger van Dreyfus en werd bij
de jongste verkiezingen niet herkozen. Sedert eenigen tijd
schreef hij verscheidene artikelen in het dagblad ♦Le Siè
cle", waarin hij den veroordeelde van het Duivelseiland
verdedigt en o. a. copiëerde hij een artikel uit de ♦Na
tional Review". Van sommige zijde werd beweerd dat
de heer Reinach zelf de schrijver was van bovengenoemd
stuk in dit vreemde tijdschrift, en daar hij kapitein der
reserve is zoo meende de minister van oorlog in dat
geschrijf eene ernsti gefout te zien tegen de discipline. Wij
kunnen over de verschijning voor den raad van onderzoek
niets mededeelen, want het was eene zitting met gesloten
deuren doch hedenmorgen bevatten vele bladen eenen
brief gisteren door den heer Reinach ontvangen van don
heer Frederic Corn wallis Oonybeare van de Universi
teit te Oxford waarin deze geleerde verklaart geheel
alleen het artikel in de ♦National Review" te hebben
geschreven, er bijvoegende, dat hij zijne inlichtingen putte
uit de meest vertrouwbare bronnen, waardoor hij thans
met zekerheid kan verklaren, dat commandant Esterhazy
de geregelde correspondent was van den Duitschen mili-
De zoon van den graaf keek eenigszins verslagen.
♦Dat is alles goed en wel in theorie," zeide hij, ♦maar
in de praktijk is het afschuwelijk. Ik geloof dat ze allen
tegen mij hebben samengespannen. Zij zijn jaloersch op
mij en willen mij geen kans laten."
„O, dat zou niet kunnen, mijnheer Macneillie is voor
iedereen altijd even rechtvaardig en eerlijk," zeide Evereld
warm.
De directeur is bet ergste van allen," zeide de Ho
nourable Bertie terwijl hij zijn voorhoofd fronste. ♦Ik
haat zijn manier, om by de repetitie, iemand voor het
geheele gezelschapvoor den gek te honden."
Maar u kunt geen repetitie voor u alleen hebben,"
zeide Evereld lachende. ♦U moest eens hooren wat
andere directeurs bij de repetitie zeggen, die vloeken en
razen en tieren tegen de acteurs."
Daar zou ik niet eens zooveel om geven," zeide
mijnheer Vane-Ffoulkes. ♦Het is juist dat bedaarde vol
hardende geduld, en dat onverdraaglijke waardige gezicht
dat hij er bij opzet, dat ik niet verdragen kan. Welk
recht heeft Macneillie op achtenswaardigheid en gezag
en al die soort dingen Wel, ik geloof dat hij niets
meer is, dan de zoon van een Hooglandschen tuinman
Ik geloof niet, dat gij aristocratische vooronders van
eenig nut zult vinden in het artistenleven," zeide Evereld.
Hetgeen gij als tooneelspeler kunt voortbrengen, dat
komt er op aan en zoolang gij u zeiven van geheel ander
vleesch en bloed beschouwt, kunt gij ook niet verwachten,
dat men van u houdt."
De Honourable Bertie was niet aan zulk een openhar
tige taal gewend, maar, om hem recht te laten weder
varen moet gezegd worden, dat hij het zeer goed opnam,
en steeds met zeer veel achting van mevrouw Denmead
sprak, ofschoon hij haar echtgenoot nog steeds van harte
haatte.
Ralph bezat, ongelukkigerwijze juist de positie, die de
jonge aristocraat begeerde hij wenschte steeds de jonge
minnaars rollen te spelen en Macneillie weigerde hardnekkig
om hem iets anders dan de kleinste en onbeduidendste
rollen te geven, totdat hij vooruitging.
Wat kan ik van deze rol maken mopperde hij. ♦Ik
heb slechts een twaalftal zinnen in het geheele stuk te
zeggen."
♦Je kunt er juist datgene van maken, wat de auteur
er van gemaakt wil hebben," zei de directeur. ♦Het is
eene groote dwaling om eene rol naar de lengte te be-
oordeelen. Je zoudt veel van dit karakter kunnen maken,
wanneer je je maar de moeite gaf. Maar zoo gaat het
altijd, men heeft geen hart voor het werk, wanneer de
rol niet vertoonmakend isje vervult haar eiken avond
of je een houten pop bent."
Er was nog eene andere reden, waarom mijnheer Vane-