Honderdste jaargang.
1898.
WOENSDAG
6 J U LI.
Amsterdamsche Brieven.
Buitenland.
NO. 79. Eerste blad.
ALKMAARSCHE COLRAAT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het
geheele rijk t 1.
3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
XXI.
Na drie lange zittingen van veel discussie heeft de
gemeenteraad de voordracht van B. en W. betreffende
de bevordering en salariëering van onderwijzers
en onderwijzeressen nog niet eens definitief kunnen
afhandelen, zoodat de wensch van den Burgemeester om
deze regeling op den 1 Juli te doen ingaan alweer moet
gevoegd worden bij de lange reeks van pia vota, die het
leven van den heer Yening Meinesz als magistraat van
de hoofdstad vergallon. Toch is nu reeds beslist, dat de
anti-liberale raadsleden wel hadden kuhnen thuis blijven
met hunne pogingen om met scboon-schijuende redevoe
ringen aan de zaak van het openbaar lager onderwijs
afbreuk te doen. Zij hebben hun uiterste krachten inge
spannen en hadden als zwaarwichtige argumenten de
vergelijking met hunne eigen scholen, die veel goedkooper
huis hielden en het betoog, dat de amsterdamsche belas
tingschuldigen te veel moesten betalen tengevolge van
het lnxnrieuse onderwijs. De groote meerderheid der
Raadsleden zag evenwel in, dat deze op zichzelf loffelijke
redeneeringen moesten dienen als dekmantel van een zeer
slechte zaak binnen te smokkelen het tornen aan en
het deuken van het openbaar onderwijs ten behoeve van
het bijzondere. Op de hoofdpunten konden de heeren
Hovy en Fabius c.s. niet meer dan tien stemmen voor
hunne denkbeelden machtig worden ter wille van den
stedelijken tijd, die zooveel nuttiger voor andere doel
einden kan aangewend worden, is 't te hopen, dat zij
nu voortaan zullen afzien van het pleiten voor een, bij
de tegenwoordige samenstelling van den raad, toch hope-
looze zaak.
Waar de autoriteiten alzoo blijk hebben gegeven
dat zij de volksontwikkeling een goed hart toedragen
en bereid zijn daarvoor hooge offers af te staan is
't dnbbel te betreurendat een aantal dienaren
der bestreden instellingdoor het grofste egoïsme
gedreven, zich hebben laten verleiden tot een daad,
die in menig aarzelend gemoed nieuwe bezorgheid over
de lagere school zal hebben gewekt. Door de aideeling
Amsterdam van den Bond van Nederlandsche Onder
wijzers was in Stroucken een vergadering belegd
waarin de aanhangige voordracht met de bezuinigings-
ameudementen zon worden ingeleid door den heer Kete
laar lid van de Tweede Kamer. Die houding was
volkomen correct en voor de Raadsleden zelf kon 't niet
anders dan aangenaam zijn, nog eens duidelijk de meening
van de betrokken personen te leeren kennen. Van hunne
ontwikkeling mocht men verwachten dat zij met een
ruimen blik hunne belangen zouden bepleiten en van
mannen tot opvoeding geroepen mocht men veronder
stellen dat zij de plaats zonden kennen waar zij be-
hooren te staan. De uitkomst heeft echter bewezen
dat deze beide eigenschappen die gelukkig nog altijd
het bezit zijn van het groote onderwijzerscorps in Neder
land, zoo goed als geheel ontbreken bij de Amsterdamsche
leden van den Bond. De toon waarop de heer Ketelaar
over de Raadsleden sprak was hinderlijk in één woord
en geheel in overeenstemming daarmee gaf hij aan het
slot van zijn rede de vermaning om met het oog op
de periodieke verkiezing voor den gemeenteraad in het
volgende jaar zich de namen der voorstellers van het
amendement en ook van hen die daarvoor zouden stem
men goed in het geheugen te prenten. Met lang en
donderend applaus hechtte de vergadering het zegel harer
goedkeuring aan deze intimidatie der stedelijke regeerders
door hunne ondergeschikte ambtenaren. Dat was een
slag in het aangezicht der lagere school hoe kunnen
mannen voor wie niets heilig is wanneer 't geldt het
zorgen voor hun eigen zak bekwaam zijn voor een taak
van zooveel toewijding als het onderwijzers-ambtDien
avond hebben de vrienden van het bijzonder onderwijs
onbedaarlijk in hun vuistje gelachen, want ladingen
koren werden er gebracht op hun molen, die productief
genoeg zullen worden gemaakt. De nederlaag der heeren
Hovy c.s. is daardoor van al haar bitterheid ontdaan
want al hebben hunne beginselen niet te bogen op directe
behaalde voordeelen indirect zal de strijd te Amsterdam
genoeg winste opleveren.
Men zal wellicht de opmerking maken, dat wij anders
in deze brieven gewoon zijn veel meer waardeering voor
pogingen tot lotsverbetering aan den dag te leggen
terwijl toch de positie van den onderwijzer ook nog
altijd voor veel verbetering vatbaar is. Daartegen hebben
wij niets anders in te brengen, dat elke strijd voor eigen
belangen rechtvaardig is wanneer de middelen, daarbij
gebezigd den toets eener strenge kritiek kunnen door
staan. Aan dat criterium toetse men het optreden van
de gewraakte Amsterdamsche onderwijzers en daarmee
is onze houding verklaard.
't Schijnt, dat de drukte, die met de kroningsfees
ten te wachten is, ons een aantal conflicten zal bezorgen
tusschen werkgevers en nemers. Er worden veel handen
gevraagd en de bazen verdienen veel geld, zoodat de
werklieden het oogenblik niet ongeschikt achten om ook
voor zichzelf wat van den buit te eischen. Daaruit blijkt
opnieuw, hoe in den loop der jaren de verhouding tus
schen patroon en werkman is achteruitgegaan er kan
niet meer op elkaar gebouwd worden en als de kans
schoon is, wordt den werkgever het mes op de keelgezet.
In verschillende vakken broeit wat maar tegelijkertijd
ontbreekt 't niet aan verzoeninsgpogingen, zoodat de storm
misschien nog wordt bezworen. Alleen bij de timmer
lieden zijn er reeds velen, die het gereedschap hebben
weggeworpen om het wapen der werkstaking te han-
teeren. De eischen zijn een werktijd per dag van 10
uur a 25 ets. per uur, verzekering tegen ongelukken en
maatregelen tegen de zoogenaamde Swaeters, dat zijn zij,
die bij zich aan huis onderdeelen klaarmaken voor in
aanbouw zijnde perceelen. Als van dit programma het
laatste punt wordt geschrapt, omdat hier niet het geval
aanwezig is, dat afbreuk aan de individueele vrijheid
dringend noodzakelijk is te noemen, dan kan men van
de eischen niet zeggen, dat zij overdreven zijn, vooral
niet voor bekwame vakmannen. Een loon van f 15 per
week, waarvan dan nog afgaat het aankoopen en onder
houden der gereedschappen, is te Amsterdam met zijn
zware huishuren niet te hoog. De patroons zouden dan
ook, naar men verzekert, wel genegen zijn dat loon uit
te betalen, doch bij ervaring weten zij, dat daarmee een
nieuw veld van allerlei moeielijkheden wordt ontsloten.
Gezellen tochdie alles behalve bedreven zijn geven
zich dan dadelijk uit voor bekwaam genoeg om het
hoogste loon te verdienen en wordt hun dat geweigerd
dan rusten zij niet voordat onder hunne makkers het zaad
der ontevredenheid is ontkiemd. Diploma's van kundig
heden te verworven na een deskundig onderzoek staan
bovenaan op de verlanglijst der patroons en dan zouden
zij van hun kant er geen bezwaar tegen hebben om hooge
loonen uit te betalen.
Dit neemt intusschen niet weg dat zij ook nog naar
andere middelen hebben gegrepen om zich niet voort
durend door hun werkvoik te platen ringelooren. Zij
hebben het voorbeeld van aaneensluiting gevolgd en
daarbij 't zoo ver weten te brengen, dat de timmerman,
die plotseling zijn meester in den steek laater niet
aan heeft te denken dat hjj op een andere werkplaats
zal worden toegelaten, 't Gaat nu hard tegen hard
totdat na de September-maand de werkloosheid weer
binnensluiptdie ieder jaar meer slachtoffers maakt
omdat, hoe meer revolutionair de Amsterdamsche werk
lieden zich gedragen des te meer krachten van buiten
in dienst worden genomen.
Het nieuwe post- en telegraafkantoor nadert
zijne voltooiing. Alle krachten worden ingespannen
opdat het nog vóór de Inhnldigingsfeeaten in dienst ge
steld zal kunnen worden. De eischen van het verkeer
vragen een opruiming der loodsen op Damrak en N. Z.
Voorburgwal, die bij de chaotische volte, welke wordt
verwacht, leelijke sta-in-den-weg's zijn. Met de nieuwe
Beurs is nu toch eindelijk ook een aanvang gemaakt.
Voorloopig nog maar met twee locomobielen wordt ge
heid, wat dag aan dag de bijzondere belangstelling van
het leegloopende deel der Amsterdammers wekt. De onder
grond is een buitenkansje de Warmoesstraat, het oudste
en hoogste deel van de stad, heeft juist hier een uitloo-
per van zandgrond, die zoo vast in elkaar zit, dat de
palen daarop rusten zonder eeüig gevaar voor verzakken.
Een voordeel daarvan is tevens, dat met minder masten
kan worden volstaan.
Opvallend is 't, dat de naderende festijnen honderden
menschen in de stad houden en nog eens honderden
haar hebben toegevoerd. Om dezen tijd van het jaar is
't anders goed te merken, dat het stiller wordt be
kende gezichten van verstokte flaneurs worden dan ge
mist. Nu is er van dit alles niets te bespeuren, de straten
zjjn zoo levendig als in het drukst van het jaarde
menschen houden hun geld in hun zak om in September
te kunnen feestvieren. De cijfers van vervoer der Amster
damsche Omnibus-Maatschappij zullen waarschijnlijk deze
opmerking eerlang wel bevestigen. Zij haalt weer iets
ruimer adem, want in de voordracht, die weldra van
B. en W. te wachten is om de langdurige tramquaestie
tot een goed einde te brengen, komt niets voor van on
middellijke naasting. De Beurs had 't indertijd wel bij
het rechte eind, toen de aandeelen der A. O. M. bij het
afbreken van mr. Treub als wethouder dadelijk eenige
percenten in de hoogte gingen.
DUITSCHIjAïID. Het bureau voor handelsstati
stiek te Hamburg publiceert cijfers omtrent Hamburg's,
dat is ongeveer Duitschland's handel met de kolo
niën. Volgens deze lijst bedroeg de uitvoer der ko
loniën naar het moederland in 1897Kamerun en
Togoland 3,088,050 Mark (tegen 3,370,940 M. in 1896),
Duitsch Zuid-West-Afrika 83,610 M. (94600), Duitsch
Oost-Afrika 997,720 M. (1,048,080) en de Bismarckei-
landen 34,260 M. (27,824). De uitvoer naar de koloniën
beliep Kamerun en Togoland 4,267,750 M. (3,294,780),
Zuid-West-Afrika 3,635,370 M. (2,405,160), Oost-Afrika
1,537,290 M. (1,331,460) en Bismarck-archipel 9,640 M.
(22,470).
EMGEIiAMD. De Britsch-Chineesche overeenkomst
betreffende Wei-Hai-Wei is Vrijdag te Peking geteekend
door den gezant van het Voreenigd Koninkrijk Mac Donald
en den voorzitter van het Tsung-li Yamen, prins Tching.
China verpacht daarbij aan Engeland, voor denzelfden
tijd als Port Arthur aan Rusland blijft, alle eilanden en
wateren voor en om Wei-Hai-Wei benevens een tien mijl
breede strook om de baai. Binnen het verpachte gebied
heeft Groot-Britannië oppergezag, maar China behoudt
het recht de baai van Wei-Hai-Wei voor.Ohineesche
schepen te gebruiken.
Het recht der Engelschen om vestingwerken aan te
leggen strekt zich dus uit van Chefoo en Ohen-tchou,
nog dichter bij Peking en Tientsin dan Port Arthur ligt.
Uit Sidney wordt aan de »Times" gemeld, dat de
Britsche kruiser »Mohawk" de Santa Cruz en Düff eilanden
ten oosten van de Salomon eilanden geannexeerd heeft.
De eilandengroepen bestaan uit 18 eilanden.
FRAHKRUK. Een belangrijke interpellatie staat
den minister van oorlog Oavaignac Donderdag a.s. te
wachten over de Dreyfus-zaak. Oavaignac n.l. heeft
indertijd in de Kamer verklaard, dat omtrent de beken
tenis van Dreyfus aan het departement van oorlog een
rapport bestaat. De afgevaardigde Castelin heeft thans
aangekondigd, dat hij Donderdag a.s, den minister over
legging van dat rapport zal vragen, om aan alle onze
kerheid een einde te maken. Intusschen heeft de gewe
zen socialistische afgevaardigde Jaurès een artikel gepu
bliceerd, waarin hij zich bereid verklaard er een eed op
te doen, dat Dupuy in de getuigenkamer van het paleis
van justitie het volgende tot hem gezegd heeft
»Toen ik eenige dagen na de degradatie van Dreyfus
vernam dat kapitein Lebrun Renault gesproken had van
bekentenissen, die de veroordeelde hem zou hebben gedaan,
liet ik hem roepen hij ontkende eerst tegenover mij en
vervolgens tegenover generaal Mercier, dat Dreyfus zou
bekend hebben. En bovendien weet ik, dat eerst in Octo
ber 1897, drie jaren na de veroordeeling, kapitein Lebrnn-
Renault het proces-verbaal van de z.g. bekentenis heeft
geteekend."
Als Dupuy dit durft ontkennen, dan zou hij eenvou
dig een leugen te meer voegen bij de vele leugens waar
mede deze zaak is overladen, zegt Jaurès.
Daar Jaurès een van de hoogst zeldzame Fransche
staatslieden is op wiens maatschappelijk en politiek ver
leden niets te zoggen valt, wordt aan deze verklaring
terecht veel waarde gehecht.
SPAAJE. De Spaansche berichten omtrent de
Vrijdag, Zaterdag en Zondag geleverde gevechten zijn
zeer schaarsch en weinig zeggend.
Een officieel telegram van maarschalk Blanco van den
3 meldt dat de vijand zich meester gemaakt heeft van
Lomas en San Juan. De Spanjaarden konden de artillerie
redden, maar meer dan de helft van hun troepen is bui
ten gevecht gesteld.
Generaal Linares is ernstig gewondhij moest zijn
commando aan generaal Toras overgeven.
Van de colonnes-Escario en Parocha zijn nog geen
berichten ontvangen.
VEREEAIKOE STATEA. Vrijdag begon de
strijd. De drie kolonnes, waaruit het Amerikaansche le
ger is samengesteld, rukten op de noordelijke, onder
bevel van generaal Lawton, tegen El Caney, om Santiago
van die zijde af te snijden; de middelste tegen de forten
om de stad; de zuidelijke, onder generaal Kent, tegen
Aguadores, om van daar naar Morro Castle en de Es-
trella batterij te gaan, en zoodoende den ingang der ha
ven vrij te maken voor admiraal Sampson.
El Caney werd verdedigd door generaal Varavey, met
500 Spanjaarden. De commandant sneuvelde de Span
jaarden die dapper gestreden hadden, moesten zich over
geven. El Caney was genomen, zij het dan ook met ont
zaglijke verliezen.
De middelste kolonno heeft het zeer zwaar te verant
woorden gehad. Hier voerde Shatter zelf het bevel. De
Spanjaarden hadden een zeer ruim gebruik gemaakt van
versperringen zoo waren achter de borstweringen van
de voorwerken ijzerdraadversperringen aangelegd van acht
voet hoogte.
Bovendien hadden de Spanjaarden rookzwak buskruit,
waardoor hun geschutsemplacementen moeilijk te ontdek
ken warende Amerikaansche batterijen, die van het
gewone buskruit gebruik maakten, boden een snel en
juist te ontdekken doel en werden dientengevolge spoedig
gedemonteerd.
In berichten met bijzonderheden over den slag van
Vrijdag wordt hulde gebracht aan den moed en de taai
heid der Spanjaarden, die, ondanks zware verliezen, eiken
duim grond aan de aanvallers betwisten.
Het eenige punt waar de Amerikanen niet slaagden,
was de uiterste linkerzijde, waar de divisie van generaal
DufSeld een riviertje niet kon oversteken, om zich meester
te maken van Aguadores, omdat de brug over het water
vernield was. De divisie zag zich genoodzaakt naar Ja-
ragna terug te keeren.
De Amerikanen maakten 2000 gevangenen. Volgens de
Herald verloren zij Vrijdag en Zaterdag 1200 man. De
Spanjaarden hadden op zijn minst 1000 dooden.
Een ancier bericht zegt dat de Spaansche divisie die
aan generaal Lawton's aanval op Caney weerstand bood,
2000 man aan dooden, gekwetsten en gevangenen ver
loor, het centrum en de linkervleugel dor Spanjaarden
lieten ongeveer 4000 man in den slag. Een paar Ame
rikaansche colonnes verloren alle officieren. Er werden
een aantal kolonels en luitenants-kolonels gedood.