onderdste jaargang. 1898. ZONDAG 14 AUGUSTUS. GROOTE PAARDENMARKT^ ALKMAAR, Illuminatie. Amsterdamsche Brieyen Buitenland. Jïo. 96. jOenste blad. ALKMAARSCIIE CO VRA AT. Deze Courant wordt Dln$da g-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O.SO franco door het geheele rijk f 1. 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer 3. Prijs der gewone advertentlen Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven fratc.o aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Bevolking. Onderstaande personen worden in hun belang drin gend uitgenoodigd, zich ten spoedigste aan te melden ter gemeentesecretarie (Afdeeling Bevolking) Maria Petronella Konijn, laatste woonplaats Beemster; P. J. Schoon, 1. w. Amsterdam K. Buijs, 1. w. Helder; Pieter van Leeuwen, l.w. Nieuwer-Amstel. OP Do verlofganger G. J. W. de Wolf wordt dringend uitgenoodigd, zich ten spoe digste ter gemeente-secretarie aan te melden. Ten einde samenwerking te bevorderen noodigen Bur gemeester en "Wethouders van ALKMAAR de ingezete- tenen uit om, indien zij het voornemen hebben hunne hulzen bij gelegenheid der aanstaande Kroningsfees ten te illumlneerenzulks te doen op den eersten dag der feestvieringDinsdag, 13 September e.b. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, A. MAOLAINE PONT, Voorzitter. 13 Aug. 1898. C. D. DONATH, Secretaris. XXVII. Donderdagavond. Aan de Alhn. Ct. is deze week de eer beschoren ge weest de gemoederen van honderden in de hoofdstad en daarbuiten bezig te honden. Aan den samenloop van twee omstandigheden is dat te danken. De stakende timmerlieden, wien 't niet voor den wind gaat, zijn ijverig gaan navorschen wat toch wel de reden mag zijn van het feit, dat het overgroote deel van het publiek hun de zoo veel begeerde sympathie heeft onthouden. Zij kwamen daarbij tot het zeer juiste resultaat, dat de pers hen op allerlei wijzen, soms open lijk maar meestal ietwat bedekt, heeft tegengewerkt. Behalve het Volksdagblad en de Echo zijn er b.v. in Amsterdam geen dagbladen van beteekenis, die 't voor hen hebben opgenomen en buiten de hoofdstad hebben zij nog veel meer van de pers te verduren gehad. Evenwel, ook aan felle bestrijding hebben de meeste Amsterdamsche bladen niet gedaan. Aan de wijze, waarop de berichten betreffende de werkstaking waren geredi geerd, kon men weliswaar bemerken, dat de strike werd afgekeurd en zoo nu en dan verscheen ook wel eens een berispend entrefilet, maar van een vierkant partij kiezen waren de meeste groote bladen afkeerig. Uitzondering daarop maakten alleen De Tijd en de Ar ast. Ct., het zoo genaamde Geeltje". Van het eerste blad had men niet anders verwacht en de eerlijkheid, waarmee De Tijd altijd zijn principes verdedigt, ai kan men er zich dan ook niet mee vereenigen, dwingt toch ook eenigen eer bied af. Anders was 't met de Amst. Ct., het journalistieke rammonitortje, dat in de laatste jaren heeft getracht in de conservatieve haven een veilige plaats te vinden te midden van den strijd der groote bladen, waartegen zij nauwelijks opgewassen is. Het ,'S daarin nu ook zoo wat gekomen, maar het schip is niet al te best bestand tegen de moderne" vernielingswerktuigen, die 'tnaar den kelder konden doen gaan. Dat wisten de werklieden ook zeer goed en toen de Amst. Ct. hun de les ging lezen, pakten zij haar op de gevoeligste plek aan. In geschriften en in vergaderingen werd het blad vinnig onder handen genomen en een der hoofdredacteurs werd in proza en rijmelarij op de meest beleedigende wijze door het slijk gehaald.Zelfs gingen er stemmen op om den verslaggever van het blad den toegang tot de bijeenkomsten in Frascuti te weigeren. Het ergste was evenwel, dat het voorstel om het blad te boycotten met donderend gejuich werd begroet en dien boycot wilde men ook uitstrekken tot de koffiehuizen waar het blad op de leestafel ligt. Bij deze bedreiging sloeg der redactie of juister misschien nog der di rectie de schrik om het hartwat men had mocht men hoog noodig behouden. Er moest ingebonden worden het wachtwoord werd zoeken naar een ongemerkte, eervolle retraite. In die stemming sloeg de redactie woensdagmorgen het ochtendblad van de N. R. Ct. op en ziet, daar viel haar oog op eenige zinsneden die het Rotterdamsche orgaan aan onze jongste correspondentie in dit blad over de timmerlieden-staking had ontleend. Met een blij Eureka" viel de schaar met een slag op de schrijftafel er was een middel gevonden om de aandacht af te leiden en zich zelf in de oogen der dreigende stakers ietwat te rehabiliteeren 's Avonds verschenen in de Amst. Ct. dezelfde regelen als in de N. R. Ct. waren overgenomen en daarbij de mededeelingdat de Amsterdamsche correspondent der Alkmaarsche Ct. alles had gelogen. Dit nu kunnen wij ons maar niet zoo laten aanleunen. Tot goed verstand der zaak herinneren wij er aan dat wij schreven, hoe in het mode-paleis van Hirsch het werk was gestaakt door de timmerlieden der firma Grouwel Kermer door een vergissing luidde de tweede naam Schermer. Wij beweerden voorts dat de werklui daartoe waren gedwongen na een week van ellende. »Niet alleen werden zij op straat gemolesteerd en uitgejouwd, maar hunne adressen waren verraden, en kwamen zij thuis zonder politie-geleidedan wachtte hun ernstige mishandeling. Tot zelfs hunne vrouwen lieten de stakers niet met rust; zij drongen haar woning binnen en lieten weten dat er iets heel ergs zou ge beuren, wanneer haar mannen niet het werk neerlegden. Zoo bitter werd hun het leven gemaakt, dat de patroons zelf ten slotte erkenden dat 'tter voorkoming van doodslagmaar beter voor hen was om rustiger dagen af te wachten. De firmant van Hirsch bood toen aan, loon en arbeidsduur op zijn kosten, overeenkomstig den wensch der stakers, te regelen als dan maar kon worden voortgewerkt. Doch ook daarvan wilde men niets we ten als de gezellen weer aan het werk gingen kon den zij rekenen op een herhaling der vijandige mani festaties." Bij die mededeeling veroorloofde de Amst. Ct. zich het volgende aan te teekenen »Gebeuren dergelijke dingen, dan zullen wij de eersten zijndie dit een schandaal noemendat ten sterkste moet worden afgekeurdmaar een nog veel grooter schandaal noemen we hetwanneer een correspondent om toch maar wat interessants" te kunnen meedeelen, dingen neerschrijftzooals het bovenstaande die van a tot i gelogen zijn. We hebben geïnformeerd bij de firma Hirschdie verklaarde niets af te weten van al wat er in staat en we hebben geïnformeerd bij de firma Crouwel Jr. (niet bij Schermer Crouwel, want die bestaat niet) en deze vertelde ons eveneensdat alles in het bericht gelogen is. Alleen had hij ook wel gehoorddat de vrouwen zijner werklieden werden lastig gevallen. Van ernstige mishandeling was echter geen sprake dat de werklieden drie dagen niet hebben gewerkt, was op last van de patroonsdie hun werklieden niet aan eventuëele onaangenaamheden wilden blootstellen. Nu wordt echter weer aan alle bij de firma onderhands zijnde werken gearbeid." Dat zijn nu wel groote woorden, maar als men ze aandachtig leest zal men moeten erkennen, dat een per tinente tegenspraak toch nog anders dient te luiden. Er wordt daarin erkend, dat de vrouwen werden lastig gevallen en dat de werklieden met het oog op eventueels onaangenaamheden niet hebben gewerkt. Er blijft dus alleen het aanbod van den firmant van Hirsch als deze die bewering heeft tegengesproken, wellicht om alle soesah te vermijden, dan moet de Amst. Ct. zich maar- eens gaan vergewissen bij den heer Crouwel, die zeker vandaag niet zus en morgen zoo zal spreken. Het blad moet dan maar eens iemand zenden naar de Wetering schans, die daar dan tevens kan vernemen, dat 't vooral de heer Kermer is, die de zaken aan de timmermans werkplaats regelt. En tevens zal hij daar kunnen hooren, dat nog Vrijdagavond laat de vrouw van een der timmer lieden angstig kwam bij den heer Crouwel, omdat haai man nog niet was thuis gekomen uit vrees voor mis handeling van de stakers. Voorts zal hem daar, onder belofte van discretie, waarschijnlijk wel worden gezegd, op welke wijze de nu aldaar ingekwartierde timmerlieden het werk hebben hervat. Ah dat alles is afgeloopen zal vermoedelijk de Amst. Ct. wel anders spreken. Blijft zij hare bewering volhouden, dan zullen wij onzen zegslieden op den man af vragen, of zij ons iets op de mouw hebben gespeld en mocht dit waar blijken te zijn, dan zullen wij ootmoedig excuus vragen aan de personen, die wij onwillens onrecht aan deden. Men weet, dat de beweging der timmerlieden onze sympathie niet heeft en dat wij met groot leedwezen hebben gezien, hoe 1° flinke weekloonen, die nu te maken waren, zijn prijs gegeven en 2° de arbeid van vrije werk lieden is belemmerd. Maar dat alles neemt niet weg, dat wjj onze journalistieke eer zouden geschandvlekt beschouwen, wanneer wij door een opzettelijke leugen onze lezers tot ons inzicht hadden willen bekeeren, Alles wat wij ge schreven hebben is geschied te goeder trouw en na deug delijke informatie en het recht om onze ongunstige mee ning te motiveeren zal toch wel niemand ons ontzeggen. Was de Amst. Ct. een geregeld lezeres van deze brie ven, dan zou zij misschien een andere truc hebben te baat genomen om uit de engte te komen. Dan zou zij weten, dat evengoed als wij de strike der timmergezel- len afgekeurd hebben wij andere loonsbewegingen hebben verdedigd in beide gevallen hebben wij geschreven naar onze eerlijke overtuiging zonder ons van ficties pour le besoin de la cause te be dienen. Natuurlijk zijn wij niet onfeilbaar maar wie ons van een dwaling de bewijzen levertzal zich over onze halsstarrigheid niet hebben te beklagen. Intusschen heeft het middel wel doel getroffen. Woens dagavond in de vergadering in Constantia bleef het Geeltje buiten schot en moest de Alkmaarsche Ct. het dubbel ontgelden. De hoofdredacteur der Amst. Ct. moet er zich toen wel over verkneukeld hebbendat men de arbeiders zoo gemakkelijk kan krijgen waar men ze hebben wilals men maar eenigo handigheid bezit. En nu ten slotte een verontschuldiging voor onze uitvoerigheid. Zij was echter noodig, waar de aanval uit zoo zonderlinge motieven voortkwam. Ons zal niets meer welkom zijn, wanneer de zaak hiermee als afgedaan kan beschouwd worden en over de timmerlieden-beweging zelve zullen wij waarschijnlijk niet veel meer te zeggen hebben. Er zijn allerlei teekenen, dat zij langzaam ver loopt en reeds hebben zoo velen het werk hervat, dat de versiering voor de inhuldigingsfeesten nog bijtijds belooft gereed te zijn. Mislukt de strike inderdaad, dan zullen wij den overwonnenen nog niet op den koop bittere woorden achternazendenzij hebben gemeend, dat zij in hun recht waren en daarvoor het hooge spel mochten spelen. Komen zij bedrogen nit, dan lijden zij en hunne gezinnen de meeste schade en dat is al treurig genoeg. Van de patroons hopen wij, dat zij daarvan insgelijks diep doordrongen zijn en zij geen represaille-maatregelen zullen nemen, die de mannen, welke thans aan hunne zijde staan, van hen zouden vervreemden. En voorts zal 't in hun welbegrepen belang zijn om, wanneer alles we der goed marcheert, rekening te houden met de billijke grieven, die tegen de eigenbouwers zijn ingebracht. Blijven zij het heft in handen houden, gelijk 't be hoort, dan is 'r voor hen des te gemakkelijker om mede te werken tot opheffing van toestanden, die het bouwvak tot oneer strekken. Wil men in het vervolg aan deze brieven de aandacht schenken, die daaraan deze week werd waardig gekeurd, dan zal 't ons aangenaam zijn, daartoe naar onze zwakke krachten mede te werken. BEEGIE. In den morgen van den 11 werd de officier van politie Mommaerts van Saint Josse ten Noode een der Brusselsche voorsteden toen hij wilde overgaan tot de arrestatie van een anarchistWillems genaamd, door dezen aangevallen met een revolver. De anarchist koos het hazenpad langs den Leuvenschen weg, terwijl hij bleef vuren op de voorbijgangers, die hem wilden aanhouden. Twee personen werden gewond. De woesteling werd ten slotte gegrepen en naar het bureau van politie overgebracht. De officier van politie begaf zich naar de woning van Willems waar zich twee andere anarchisten bevonden die eveneens schoten. De politiebeambte antwoordde met revolverschoten en raakte een der anarchisten in de keel. Zijn toestand is hopeloos. De andere werd aan gehouden. Soldaten en gendarmen bewaken de woning der anar chisten. De officier van politie is licht aan den duim gewond. Willems is een anarchist van de daaddie reeds herhaaldelijk met de politie in botsing kwam. DIJITSCHEAND. Uit Berlijn werd aan'de »Temps" gemelddat Prins Herbert Bismarck binnenkort weer in Duitschen Staatsdienst zal treden en benoemd zal worden op een belangrijken gezantschapspost. Met veel omwegen wordt dan onthuld, dat het niet onmogelijk zou zijn dat Bismarck's zoon den hoogbejaarden graaf Munster zou opvolgen als gezant te Parijs. Dat de Keizer, die de laatste jaren herhaaldelijk door slaande bewijzen gegeven heeft, dat het hem veel waard is de Fransche gevoeligheid te ontzien tot gezant zou benoemen, een man, die door zijn groote onwellevendheid berucht is en bovendien de zoon is van Prankrijk's grootste vijand, is inderdaad niet zeer waarschijnlijk. ENGEEAND. De heer Curzonthans staatssecre taris van buitenlandsche zaken is benoemd tot Onder- Koning van Indië, ter vervanging van lord Elgin. Met Duitschland schijnen in China geen moeielijk- heden te dreigen. Sir Claude Mac Donald had geseind, dat de Duitsche gezant te Peking bezwaren had gemaakt tegen den aanleg van een spoorweglijn van Peking naar Tsingkang; Duitschland had beweerd, dat in Shantung geen lijn kon worden aangelegd zonder voorafgaande overeenkomst met Duitschland. Uit een nota van minister Von Bülow aan den En- gelschen gezant te Berlijn, bleek de onjuistheid van deze mededeeling. Duitschland had slechts geëischt dat, indien de Chineesche regeering voor den aanleg van spoorwegen in Shantung vreemde hulp noodig had daarvoor in de eerste plaats de Duitsche handel en nijverheid zouden worden te hulp geroepen. jDoch krachtens haar beginsel zal de Duitsche regeering geen privilege voor zich zelf eischen noch pogingen aanwenden om andere naties van de vrije mededinging in Shantung uit te sluiten. FRANKRIJK. De Kamer van inbeschuldiging stelling is begonnen met het onderzoek van de ordonnan tie van den heer Bertulus. De Kamer beraadslaagt bij gesloten deuren. Bij den aanvang der zitting is voorlezing gedaan van het zeer omvangrijk rapport dat tiet onder zoek omvat vaD alle stukken die op de zaak betrekking hebben. Vervolgens is lezing gedaan van het requisitoir van den procureur Feuilloley, die tracht aan te* toonen dat de beschuldiging niet in rechten is bewezen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 5