Honderdste jaargang.
1898.
VRIJDAG
26 AUGUSTUS.
Gemeenteraad van Alkmaar.
Jfo, 101. Eerste blad.
ALKMAARSCHE
Deze Courant wordt B 1 n s d a g-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ct.s.
Telefoonnummer3.
COURANT.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven fjr a n c'o aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Woensdag 21 Augustus.
Vervolg van het Tweede Blad.
Verbouwing Mannen- en Vrouwengasthuis, enz.
14. Regenten van het Mannen- en Vrouwengasthuis
hebben een voorstel ingediend tot gedeeltelijke verbouwing
van dat gesticht en invoering van de verzorging der
zieken door verpleegsterszoomede tot aankoop van het
ten gevolge dezer wijziging benoodigde mobilairbed
dengoed, lijfsgoed enz.
Uit dat voorstel blijktdat regenten eenparig van
oordeel zijndat opheffing van dit gestichto. a. ook
met het oog op kraamvrouwenverplegingbeslist niet
kan en mag geschieden.
Regenten konden niet besluiten, om de groote kosten,
in het plan van verbouwing op te nemen het doen
bonwen eener operatiekamer met daarbij behoorende
zalen enz.
Ook waren regenten met de doctoren van oordeel
dat geschoolde znsterverpleging zeer zeker noodig was.
Bij de verbouwing zullen, volgens regenten, eenige ver
anderingen in de stads-apotheek moeten komen, waarvan
de verrekeuing met de gemeente zeer gemakkelijk te
doen is.
Met goedvinden van de doctoren is het aantal ver
pleegsters gesteld op 3 personenéén eerste verpleegster
en 2 gewone verpleegsters.
Onder de taak van die verpleegsters is opgenomen
behulpzaam te zijn aan het stadsverband.
Bij onvoldoende tijdelijke hulp stellen regenten voor
die aan te vragen aan de R. O. Ziekenverpleging.
Met het bestuur dier inrichting werd voorloopig vast
gesteld
1'. Wanneer door regenten aan genoemde ziekenverpleging
hulp gevraagd zal wordenzal die hulp te allen
tijde voldoende worden verstrekt.
2°. De zusters verplegen geene kraamvrouwen vóór den
14en dag.
3°. De kosten zijn
Eén zuster dag en nacht zonder waken 1,per
24 uren, incl. voeding. Geschiedt de voeding in de
verpleging (Emmastraat) dan f 1,50.
Moet de zuster waken en is daarom eene tweede
zuster noodig dan 2,per etmaal, incl. voeding.
De salarissen zouden bepaald worden op
lste verpleegster f 300.
2 gewone verpleegsters, elk 200.
Portier en diens vrouw 300.
Binnen-vader en -moeder 250.
2 meiden, elk 100.
De begrootingvoor de verbouwing van het gesticht
geraamd op f 5465 en van de apotheek op f 348, wordt
door regenten alleszins aannemelijk geacht.
Behalve de verandering van de gebouwen komt nog
de uitbreiding van den inventaris, welke regenten nood
zakelijk vinden, tot een bedrag van f 3320.
Regenten stellen voor
a. de verbouwing volgens plan en begrooting te doen
uitvoeren tot een bedrag van f 6113;
b. het aanschaffen van ledekauten met toebehooren
linnen, wollen en lijfsgoederen, meubelen en huis
houdelijke benoodigdheden, alsmede van een brand
kast voor het bewaren van geldswaardige en admi
nistratieve zaken tot een bedrag van t 4700
e. Regenten te machtigen het bedragnominaal
f 12500, te mogen doen afschrijven van het Groot
boek der Nat. Werk. Schuld
2°. Goed te keuren
a. dè eventaëele benoeming van 3 verpleegsters en
de vaststelling der salarissen
b. de overeenkomst met de R. C. Ziekenverpleging
wat aangaat de noodige tijdelijke hulp waardoor
alle particuliere, zoo kostbare hulp aan het gesticht
vervalt.
De beoogde verandering in de richting en den dienst
van het gasthuis mag voorzeker beschouwd worden als
eene belangrijke verbetering, bij verwezenlijking waarvan
de instelling zal beantwoorden aan de tegenwoordig voor
ziekenverpleging gestelde eischen. Maar zij is niet tot
stand te brengen dan ten koste eener blijvendebedui
dende verhooging van het jaarlijksche subsidie der
gemeente.
Hoe ongaarne B. en W. ook medewerken tot verzwaring
der de gemeente drukkende lasten, zoo meenen zij toch,
dat het voorstel van regenten de goedkeuring van den
Raad verdient; dat de tijd om het gasthuis op anderen
voet in te richten meer dan gekomen is en dat eene
hoogere toelage voor eene betere verpleging der zieken
nuttig besteed mag heeten.
De in het voorstel en in de overgelegde begrooting
opgenomen werken voor de stads-apotheek geraamd op
t 348strekken tot het aanbrengen van sedert lang ge-
wenschte verbeteringenwaarvan een bezoek aan die
instelling de noodzakelijkheid doet kennen.
Zij stellen den Raad voor, zich te vereenigen met de
conclusion van regenten, evenwel met toevoeging van het
woord »hoogstens" aan de cijfers genoemd in la, J ene;
en van een derde paragraaf, waarbij regenten gemachtigd
worden, het bij den omslag der aannemingssom ten laste
der stadsapotheek komende uit te trekken op hare be
grooting voor 1899.
De heer Stoel is er zeer voor, dat het gasthuis ver
bouwd wordt. Kan hij daarom met dit voorstel mede
gaan liever had hij gezien dat de verbouwing zoo ware
geregeld dat het gesticht in alle opzichten aan de eischen
des tijds kon beantwoorden m. a. w. dat het gasthuis
opnieuw werd wat het vroeger steeds geweest is.
Het voorstel wordt daarna zonder hoofdelijke stemming
onveranderd aangenomen.
Algemeene Bewaarschool.
15. Het bestuur der vereeniging tot oprichting en
instandhouding eener algemeene bewaarschool verzoekt
alsnog eene subsidie van f 1500 voor eens te willen
toestaan voor de verbouwing van de schoollocaliteit.
Evenmin als B. en W. indertijd de verantwoordelijkheid
wenschten te aanvaarden voor het vinden van een som van
f 500 als verhoogde subsidie uit de gewone middelen op de
begrooting voor 1898, evenmin zal er nu sprake kunnen
zijn van het beschikbaar stellen eener som van f 1500
waarop bij het opmaken der begrooting voor 1898 niet
is gerekend. Is men tot het doen dezer uitgaaf bereid,
dan zal daarvoor op de begrooting voor 1899 een post
moeten worden uitgetrokken.
Hoezeer in beginsel bereid aan den wensch van de
schoolvereeniging te voldoen, achten B. en W. het niet
wenschelijk, dat thans reeds op het verzoek eene beschik
king wordt genomen, dewijl het hier een zaak geldt
welke eigenaardig bij de behandeling der begrooting voor
het volgende dienstjaar behoort te worden overwogen.
In verband daarmede stellen zij voor te besluiten
het bovenbedoelde adres te voegen bij de stukken, ter
opmaking van de begrooting voor 1899.
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Gemeente-rekening over 1897.
16. De commissie, belast geweest met het onderzoek
der gemeente-rekening, rapporteert o. m. het volgende
Bij het onderzoek viel al dadelijk de aandacht op volg
nummer l, restanten, geraamd op f 746-5.12, doch ver
antwoord tot een bedrag van f 3543.05.
»Bij de begrooting over 1897 werd geraamd eene ont
vangst van f 3812.42, voor 60 opeenten op de hoofdsom
der Rijks personeele belasting, dienst 1895/96. Vermits
die ontvangst geheel ontbrak en daarvoor geene ophel
dering gegeven was hebben wij een nader onderzoek
ingesteld en bevondendat terzelfder zake een gelijk
bedrag in Augustus 1896 werd ontvangen en op de
rekening van dat jaar verantwoord. De niet-ontvangst
over 1897 is alzoo volkomen correct, terwijl daarentegen
de post niet op de begrooting had gesteld mogen zijn.
Onder volgnummer 16 komt voor een bedrag van
f 8681.865 wegens vergoeding door het Rijk verstrekt
volgens de Wet van 7 December 1896 (Stbl. 179). Over
1897 werd namelijk de hoofdsom der personeele belas
ting zeer verminderd en zouden de gemeente-opcenten
daaronder gedrukt zijn geweest, ware het Rijk bij de wet
de gemeenten niet ten goede gekomen. De juistheid van
het cijfer, waarop de gemeente recht had, werd evenwel
door geen enkel gegeven toegelicht. Toch doet eene globale
berekening de waarheid van het verantwoorde aannemen.
Tot staving van een aantal posten van ontvangst worden
staten overgelegd, die aantoonen dat B. en W. het toe
zicht zeer hebben uitgebreid en hoe een scherpe con-
tröle, die hun aanbevolen mag blijven en nog voor uit
breiding vatbaar mag worden geacht, een weldadigen in
vloed op de bedragen der inkomsten uitoefent.
De uitgaven bleven alle binnen de perken der begroo
ting. Alleen bleekdat vele en hooge uitgaven zijn
gedaan voor werken, waarvan geene aanbesteding werd
gedaan, terwijl de rekeningen niet bleken onderworpen
te zijn geweest aan het oordeel der commissie van
bijstand.
Een verblijdend verschijnsel was het, dat B. en W.
geen gebruik hebben behoeven te maken van de bevoegd
heid om tot steun van de kas tijdelijke geldleeningen tot
een bedrag van f 20000 aan te gaan. Dientengevolge wer
den daarvoor geene renten uitgetrokken en werd alleen
f2247.49 betaald voor rente over f60.000, alzoo pl.m.
3terzake het bekende kastekort.
Niet onopgemerkt mogen wij laten, dat de heffingen
in Afd. IV omschreveneene hoogere opbrengst, dan
geraamd was, van f 12.358.47 hebben opgeleverd, zoodat
ook tengevolge van meerderen ontvang op andere hoofd
stukken en niettegenstaande eenigszins verhoogde uitga
ven en de niet-ontvangst der bovengemelde f 3812.41
de rekening een batig saldo van 11143.99
aanwijst en alzoo onder aftrek van 7406.79®.
voor ontvangsten wegens vroegere diensten
een zuiver voordeel van f 3737.195.
Erkentelijk voor £het goede beheer en onder aanbeve
ling dat de tucht daarbij niet verslappe, aanvaarden wij
die goede uitkomst en stellen wij U voor te besluiten
overeenkomstig het aan de rekening gehechte formulier
onder voorloopige vaststelling van de ontvangsten op
f 329.214.305
van de uitgaven op 318.070.31®
en van het batig slot op 11.143.99."
De heer Bruinvis zegt
»B. en W. hebben alle reden om ingenomen te zijn met
den toon van het door de commissie uitgebrachte rapport.
Evenwel wensch ik mij eene verduidelijking, eene verbe
tering te veroorloven van hetgeen over de restantenpost
van f 3800 is aangevoerd. De voor 1897 uitgetrokken
som wa3 niet dezelfde als de in Augustus 1896 ontvan-
gene, maar eene andere, tot hetzelfde bedrag geraamde.
Bij het opstellen der begrooting was de wet op het per
soneel nog niet gewijzigd en moest dus de bestaande
gewoonte gevolgd worden. Daar het dienstjaar van het
personeel liep van Mei tot Mei en de opcenten der 4
laatste maanden daarvan verantwoord moesten worden op
de den 30 Juni afgesloten rekening van het vorige jaar,
vormde al wat later van het dienstjaar in mocht komen
de restanten, waarvoor dus jaarlijks ook een post op de
gemeente-begrooting moest voorkomen. Hoe nu zulk een
post het best te ramen Door het cijfer aan te nemen,
dat in het jaar, waarin de begrooting ontworpen werd,
als restanten was ontvangen. Zoo had men een ramings-
cijfer, dat vermoedelijk weinig van de uitkomst zou af
wijken. De verandering der wet, waarbij het dienstjaar
van het personeel gelijk gesteld werd met het kalender
jaar, deed op de gemeente-rekening van 1896 de opcenten
van de 4 eerste maanden van 1897 missen, gevolgelijk
ook de uitkeering door het Rijk vroeger dan te voren
afloopen, zoodat er na het sluiten dier rekening op 30
Juni '97 geen restant meer te goed was, en dus ook in
de gemeente-rekening van '97 niet kon voorkomen. De
post van f 3800 was dus terecht op de begrooting
gesteld, maar is ten gevolge der wetsverandering niet
ontvangen.''
De heer Vonk gelooft niet dat de door de Commissie
gemaakte opmerking van veel gewicht was. Nu evenwel
vorige spr. zich meent te moeten rechtvaardigen, moet
hij verklaren, dat de door dezen gegeven toelichting on
juist is. In de begrooting voor 1897 stond vermeld: restanten
personeele belasting, dienstjaar 1895/6, f 3812,42. Dit be
drag nu is in Aug. 1896 uitgekeerd, zoodat het op de
begrooting voor 1897 niet uitgetrokken mocht worden als
restant 1895/6. Op de begrooting voor 1897 had men
kunnen ramen de restanten 1896/7. Ware dit vermeld,
dan zou de heer Bruinvis volkomen gelijk hebben.
De heer Boelmans ter Spill verklaart, dat het
zeker wenschelijk geweest zou zijn, indien door B. en W.
ten aanzien van dezen post eenige toelichting ware ge
geven. Het viel der commissie op dat deze geheel ontbrak.
Evenzoo ware het nuttig geweest, indien eenige toelich
ting ware verstrekt ten aanzien der buitengewone ont
vangst, als tegemoetkoming des Rijks in de mindere
ontvang der opcenten personeel door de invoering van
de nieuwe wet.
De rekening wordt daarna voorloopig vastgesteld tot
de door B. en W. en de commissie voorgedragen cijfers.
Reglement van Orde.
17. Het den 13 Juli 1.1. aangenomen voorstel van
den heer H. J. Vonk heeft B. en W., in verband ook
met den door den heer A. Goede Dz. uitgesproken wensch,
aanleiding gegeven om eene geheele herziening van het
reglement van orde voor de vergaderingen van den Raad
te ondernemen. B. en W. verklaren, dat zij zich bij dien
arbeid hebben gespiegeld aan hetgeen ter zake in andere
gemeenten, voornamelijk in Haarlem en Leeuwarden, is
verordend.
Het thans aangeboden ontwerp bevat 45 artikelen ten
aanzien waarvan wij hier niet in bijzonderheden kunnen
treden. Alleen zij opgemerkt, dat door B. en W. aan
den wensch van den heer Vonk, om de drie afdeelingen
waarin de Raad zich tot heden splitst bij de behande
ling der gemeentebegrooting te verklaren tot perma
nente commissies, is tegemoet gekomen.
Ofschoon de heer Boelmans ter Spill de wet
tigheid van het bestaan dezer permanente commissies
met het oog op de bepalingen der artt. 54 en 57 der
Gemeentewet in twijfel meende te moeten trekken, doch
daarin ten slotte kon berusten, omdat ook elders derge
lijke commission bestaan werden de artikelen van het
reglement achtereenvolgens in behandeling genomen en
behoudens enkele hier en daar aangebrachte wijzigingen
aangenomen.
Hoofd, omslag.
18. Gaat de vergadering op voorstel van den Voor
zitter over in eene zitting met gesloten deuren ter
behandeling van een voorstel der commissie tot de be
lastingzaken enz. op eenige bezwaarschriften tegen aan
slagen in den hoofd, omlag, dienst 1898.
Na heropening der deuren, komt de heer van den
Bosch nog oven terug op de verbouwing van het gast
huis. Daar niemand bij de behandeling van dat voorstel
het woord vroeg werd het zonder stemming aangeno
men. Spr. verklaart thans, dat hij liever buiten stem
ming had gebleven, 't Geldt hier een belangrijke uitgaaf,
waarover hij meende niet direct te kunnen besluiten, nu
hem het voorstel eerst Maandag was ter hand gesteld.
De noodige tijd van onderzoek en overweging had hem
mitsdien ontbroken.
Hierna wordt de vergadering gesloten.