stand hield, handhavend de lens zijner vaderen, van den
«Vliesridder Engelbrecht".
Ce sera moi Nassau.
Doch ook na dezen glorierijken tijd, bracht ons Vor
stenhuis mannen voort, aan wie wij veel dank schuldig
zijn.
Sommigen hebben te kort geleefd:
Friso, Jan Willem Priso, die reeds op 24 jarigen
leeftijd als een beroemd man stierf, die in den slag bij
Malplaquet mee het Oranjevaan vooruitsnelde, roepende:
«volgt mij vrienden, hier is uw post''
Koning Willem de Eersteaan wiens invloed wij na
de donkerste bladzijde onzer geschiedenis, na de smadelijke
inlijving bij Frankrijk, grootendeels te danken is de terug
gave door de Engelschen van het Oost-Indische Rijk.
Ons Indisch Rijk waar tal van onze stad- en land
genooten thans met hunne gedachten met ons zijn
die juistomdat zij verre zijn het vaderland gedenken.
Koning Willem de Tweede van wien een onpartijdig
Fransch geschiedschrijver dezer dagen gezegd heeft
,,Had Napoleon slechts bevelhebbers gehad gelijk
„Wellington in den Prins van Oranje.''
Willem de Tweede van wien tijdgenooten getuigen
dat hij, gelijk Ourtius, den Romein uit den voortjjd, zich
in den afgrond zon hebben gestortzoo dit tot behoud
des lands konde strekken.
Zoo zien wij van Heiligerlee, waar Graaf Adolf is ge
bleven tot Waterloo, om het even van wat kant de vijand
dreigde Oranje op zijn post, voor volk en land gereed.
In Mei 1849 begroette het Nederlandsche volk Koning
Willem III.
Een gelukkig tijdperk van vrede en welvaart brak aan.
Na veertigjarige regeering kon deze Vorst zeggen «Mijn
volk zal van mij getuigen, „dat ik mijn koninklijk woord
bij het aanvaarden mijner regeering heb gestand gedaan.''
Met Willem den Derde scheen het Vorstenhuis uit
te sterven.
In twaalf jaren tijds ontvielen ons vier Oranjevorsten.
Zwaar troffen achtereenvolgens de slagen het Koninklijk
Huis.
Prins FrederikPrins Hendrikwier nagedachtenis
wij eereu de zonen des Konings die hem hadden moeten
opvolgen waren helaas reeds voor hem heengegaan.
Wel had de grijze Vorst en het Nederlandsche Volk
in die dagen groot vertrouwen noodig in de beslissingen
der Voorzienigheid, waarvan de wegen ondoorgronde
lijk zijn.
Toen kwam in den lande eene nog jeugdige aan de
Nassau's verwante vorstin Konings tweede gemalin
Prinses Emma van Waldeck Pyrmont.
Acht jaren lang heeft deze vorstin ons land als Re-
gentosse medebestnurdop eene wijze boven alle lof
verhevenhare waardigheid hoog houdend boven alle
partijschappen.
Moge do stichting voor de lijdende menschheid, door
hare onbegrensde weldadigheid in het leven geroepen, aan
het verre nageslacht niet alleen toonen de oprechte trouw
en dankbaarheid van het Nederlandsche volkmaar
tevens latere vorsten in herinnering brengen het wijs
beleid van onze geliefde en geëerbiedigde Regentes.
Zoo is dan geschied, dat de laatste telg van het roem
rijke huis dat zooveel herinneringen bij ons opwekt, op
een leeftijd die voor ieder ander de onbezorgdheid der
jeugd met zich brengthet Koningschap aanvaarden zal,
hetwelk de grootste opoffering eischt.
Het Koningschap, dat geen onzer voor zich en de zij
nen zou begeeren.
Het Koningschap, dat eiscben kan, 't geen God ver
hoede het bedwang over de sterkste neiging die 't
arme menschenhart kan beroeren.
Het Koningschap dat slechts bij uitzondering geluk
met zich brengtdat in tijden van tweespalt't geen
God verhoede, zelfs een angstig levensgevaar niet uitsluit.
Het Koningschap, dat in de hoogste mate beklagings-
waardig zoude zijn indien de mensch slechts voor zich
zelf op aarde een taak te vervullen had doch dat zijn
grootste voldoening niet anders vinden kan als in de
oprechte liefde en gehechtheid des volks.
Indien wij dit beseffenwaarde en zeer geachte toe
hoorders laat dan de kreet, „Oranje boven"! meer zijn
dan een ijdele klank. Laat het zijn een eed van trouwe.
Laat het zijn een woord van dank
Moge des dichters lied een profecy zijn:
Moge de oranjezonne dagen
In vrede licht en glorieschijn
Medeburgers en stadgenooteuscharen wij ons met
vernieuwde krachten rondom de banier van Oranje. Weg
met alle nietige verdeeldheden waar het geldt trouw aan
vaderland en vorstin. En heffen wij aan bij den aan
vang onzer feesten, ter eere van Wilhelmina, de beminde
Koningin, het oud en plechtige „Wilhelmus van Nassanen",
der vaderen zang.
Lang leve de Koningin
Nauwelijks waren de laatste klanken van het «Oade
Wilhelmus" weggestorven of de meeste hoorders stroom
den naar het Doelenveld, waar eene eigenaardige plech
tigheid zou plaats grijpen. «Klein maar Dapper'' stond
daar n.l. reeds gereed in afwachting van de inspectie,
die den tocht door de stad zou voorafgaan. De hoofdlei
der de heer J. J. Boogh, alsmede de instructeurs R.
Oosterveld en F. H. C. Rooders, tezamen met de com
missieleden, de heeren H. v. d. Berg en J. F. A. Roër
en zeker niet het minst de beer J. M. Otto de leider
van het eigen muziekkorpshebben zich heel wat
moeite getroost voor dit kleine korps en wie met dat
dartele goedje van 8 tot 12 jaar zoo weet om te gaan
dat het tenminste eenigzins denkbeeld krijgt van tucht,
verdient ongetwijfeld een woord van lof: opoffering van
tijd onuitputtelijk geduld veel kennis van het kinder
hartdat alles is noodig om het vrijwillig op zich geno
men werk tot een goed einde te brengen. Zeker is 't,
dat zij een tal van kinderen gelukkig hebben gemaakt
en misschien een steentje bijdragen aan hetgeen onze
jeugd zoo dringend behoeftte leeren gehoorzamen te
gewennen aan tucht.
De stoet had op zijn weg verbazend veel bekijks. De
volgende weg werd gevolgd Doelenveld, Ramen, Paar-
densteeg, Houttil, Waagplein, Mient, Langestraat, Pay-
glop, Ridderstraat, Zilverstraatdéfilé voor den Burge
meester, Kennemerpark, Ritsevoort Koorstraat, Lange
straat Schoutenstraat Laat, Brillensteeg, Oudegracht
Keetgracht, Zoutsteeg, Verdronkenoord z.z., Huigbrouwer'
steeg LaatBoterstraatLangestraat, Schoutenstraat,
Laat, Heul, Geest, Geesterweg, Snaarmanslaan, Tuinstraat,
Singel Gasfabriek Korte Koningsweg Doelenstraat,
Nieuwesloot, alwaar zij werden afgedankt.
Op het Doelenveld begon het weldra opnieuw druk
en levendig te worden, toen daar de toebereidselen voor
den grooten historisch-allegorischen optocht een aanvang
namen. Daar bleek, hoe goed alles was voorbereid, daar
kwam aan den dag, wat het resultaat kan zijn van goed
overdachten langdurigen arbeid. Wie de voorbereiding
en uitvoering van zulk een stoet niet eens heeft mede
gemaakt, kan zich geen denkbeeld vormen van de zorg
en moeite die gevorderd worden, om alles tot een goed
einde te brengen. En wat een ondankbaar werk het
vaak zijn kan, heeft men nog kortelings te Amsterdam
gezien, waar mannen van naam, kennis en invloed
dezelfde zaak in handen hadden genomen en wier be
moeiingen bij den critiseerenden toeschouwer een onmee-
doogend oordeel vonden en bij het welwillende publiek de
uitspraak ontlokten, dat 't gelukkig niet het eenige was,
wat het programma aanbood. Nu is 't geenszins onze
bedoeling om te beweren, dat aan den historischeu stoet,
dien wij dinsdag, den 13, door Alkmaar's straten zagen
trekken, aanschouwd door een ongekend talrijke men-
schenmassa, niets ontbrakzeer zeker was er een en
ander in, dat de ontwerper, had hij eerst een proeftocht
kunnen houden, anders zou hebben geregeld, doch dat
mogen wij wel zeggen dat, wat orde en regelmaat en
historische getrouwheid aangaat, wat den totaal-indruk
betreft, men den ontwerper, den heer Jb. Masdorp en de
commissie, die hem ter zijde stond, mogen gelukwenschen
met hun welgeslaagden, veelomvattenden arbeid en wij
aarzelen niet, hun de verzekering te geven, dat Alkmaar's
ingezetenen en de vele toeschouwers van buiten deze stad
hun dank weten voor hetgeen zij in deze hebben ver
richt en hun gaarne hulde brengen voor de zorvuldige
nauwgezetheid, waarmede zij de hun toevertrouwde taak
hebben uitgevoerd. De kransen, die aangeboden werden
aan den heer Jb. Masdorp en aan den commissie-voor
zitter, den heer P. de Lange P.Bz., waren meer dan eene
eenvoudige plichtpleging.
Het was een lange weg, dien de stoet te volgen had,
doch overal stroomde opnieuw het publiek op zijn door
tocht samen. Hij bewoog zich als volgt
Doelenveld, Ramen, Nieuwesloot, Koningsweg, Pater
nosterstraat, Langestraat, Kraanbuurt, Verdronkenoord
z.z., Bierkade, Achterweg, Dijk, Achterhouttil, Waagplein,
Mient w.z., Kraanbuurt, Huigbrouwersteeg, Laat, Hof
straat, Ondegracht, Keetgracht, Laat, Koorstraat, Oude
gracht. n.z., Groot Nieuwland, Kapelsteeg, Verdronken
oord z.z., Bierkade, Luttik Ondorp n.z., Zijdam, Voordam,
Waagplein, Houttil, Langestraat, Payglop, Ridderstraat,
Kennemerpark, Ritsevoort, KoorstraatLangestraat,
Breedstraat, Vlaanderhof, Laat, Payglop, Langestraat,
Kerkplein, Dnbbelebuurt, Nieuwesloot, Hof, Ramen, Doe
lenveld.
Aan den stoet lag de volgende gedachte ten grondslag:
De troonsbestijging van Koningin Wilhelmina is een
heuglijk feit en stemt ons tot ernst. Wat zal ons de
toekomst geven Wij weten het niet en kunnen slechts
hopen. Een blik op 's lands historie doet ons de toekomst
vertrouwend tegemoet gaan én stemt ons tot feestvreugde.
De volgende groepen en afdeelingen volgden elkander
in logische volgorde op I. openingsgroep II. Ie afd.
Neérlands hoop III. 2e afd. het verleden, t. w. a. opkomst
der steden b. de worstelingc. Nedrlands roem ter zee;
IV. 3e afd. het feestvierend Alkmaar V. slotgroep.
Om onzen lezers, die de stoet niet zagen, daarvan een
denkbeeld te geven kunnen wij niet beter doen dan
een en ander te ontleenen aan de toelichtingdie de
ontwerper er zelf van gegeven heeft.
De Heraut van wapenen der Nederlanden met zijn eere-
wacht kondigt het heuglijk feest der inhuldiging van
H. M. Koningin Wilhelmina aan.
Met het eerste plateau wordt de belangrijke gebeurtenis
der kroning van H. M. en de verwachtingen welke het
Nederlandsche volk omtrent Harer Majesteits regeering
koestert in beeld gebracht. Hare Majesteit wordt voor
gesteld staande onder den troonhemel. De Moed het
Rechtde Humaniteit en de Orde bevinden zich in hare
onmiddellijke nabijheid. De attributen van de kroon
rusten op het Evangelieboek als symbool dat H. M. de
regeering aanvaardt onder opzien tot een Hoogere Macht.
De schatten der verschillende werelddeelen zullen naar
de Nederlandsche markt vloeien en geheel het Neder
landsche volk, jong en oud, zal haar in liefde omringen.
Graaf Willem II, Roomsch Koning (1235—1256) wordt
voorafgegaan door den Wapendrager van Hollands
graafschap met liebaard.
De groep van Graaf Floris Vdie in 1277 de regee
ring aanvaardde de lieveling van Poorter en Dorper
door vele edelen gehaat en als hun slachtoffer gevallen.
Tijdens de regeering van Floris wordt het eerst mel
ding gemaakt van de gilden welke in lateren tijd zulk
een belangrijken invloed op den loop van 's lands zaken
uitoefenden van daar dat hun een plaats in den optocht
is aangewezen.
Witte van Haemstede, de natuurlijke zoon van Floris en
Jonkvrouwe van Hensden, die in 1304 de Hollanders te hulp
rjlde tegen de Vlamingen, gevolgd door gewapende edelen,
poorters en dorpers, met den liebaard van Holland.
Albrecht BeylingJan van SchaffelaarWillem Beu-
kelsz. van Biervliet en Lourens Jansz. Koster krijgen
een plaats als de verpersoonlijking der oud-holl. deugden
trouw aan het gegeven woord en edele zelfopoffering en
der vindingrijkheid de uitvinding van het haringkaken
en van de boekdrukkunst.
De banierdrager der Vereenigde Provinciën opent een
nieuw tijdperk in onze historie.
Willem IPrins van OranjeVader des Vaderlands
komt nu in de eerste rij. Daarop volgen Graaf Jan van
Nassau broeder van Willem Ide stamvader van ons
Koningshuis en stadhouder van Gelderland. Mèt Lodewijk,
Adolf en Hendrik van Nassau, die hun leven veil heb
ben gehad voor de zaak der vrijheid heeft Jan niet
geaarzeld veel voor het land ten offer te brengen.
Philips van Marnixde trouwe vriend van Prins
Willem Ide dichter van het thans alom gezongen
Wilhelmus van Nassanen.
Lodewijk en Adolf van Nassau broeders van Willem
Heiligerlee ten koste van het leven van Adolf.
De graven van Egmont en Hoorne, de eerste slacht
offers van den Hertog van Alva.
Floris van Teylingen, de kloeke burgemeester tijdens
het beleg en de manmoedige Maarten Pietersz. van der
Mey de stadstimmerman.
Pieter Adriaensz. van der Werff, de krachtige figuur
uit Leidens beleg die door moed en zelfopoffering het
muitende volk deed volharden in hun verzet tegen den
wreeden en machtigen vijand.
Prins Maurits, de dappere, kundige veldheer, die vele
en belangrijke overwinningen op den vijand behaalde
zijn broeder Frederik Hendrik, een even groot veldheer
als zijn broeder en beter staatsman dan deze, bij het volk
geliefd als zijn vader.
Simon Stevin, de leermeester van Manrits, die de be
werkingen mot tiendeelige breuken invoerdedirecteur
vau 's lands waterbouwkundige werken en uitvinder van
de watermolens.
Leeghwater in 1575 in de Rijp geboren ontwerper
van de droogmaking der Haarlemmermeerde Beemster
en vele andere meren heeft hij in welige landouwen her
schapen, waarbij hij meestal zelf gewerkt of met zijn raad
gediend heeft.
Jacob van Campen, beroemd bouwkundige, bouwmeester
van het stadhuis te Amsterdamthans in gebruik als
Koninklijk paleis.
Jacob Cats en Joost van den Vondelonze vader-
landsche dichters, met den schilder Rembrandt.
Jan Pietersz. KoenGouverneur-Generaal van Oost-
Indië, die Jacatra veroverde en daar de stad Nieuw Hoorn,
thans Batavia, stichtte.
Menno baron van Coehoorn beroemd vestingbouw
kundige en krijgsheldin 1641 op Lettingastade bij
Leeuwarden geboren.
Het 2e plateau stelt de Maagd der Nederlanden voor
zij verheft de Nederlandsche vlag en Oranjewimpel. Haar
schild prijkt met het beeld der vorsten uit het Oranje
huis. Vóór haar de gelauwerde geschiedenis zij heeft het
boek opengeslagen en wijst op de reeks, die vooraf gaat.
In het gevolg der Nederlandsche Maagd bevinden zich
de Ontwikkeling met den olijftak des vredes en den
hoorn van overvloed. Zij wijst op de reeksdie volgt.
De wapenen der provinciën aan weerszijden van het
hoofdbeeld worden door Geniën bewaakt. Aan de vier
hoeken van deze monumentale voorstelling de Landbonw,
de Zeevaart, de Koophandel en de Nijverheid.
Prins Willem IIIStadhouder-Koningin 1689 tot
koning van Engeland uitgeroepen.
Neêrlands roem ter zee stelt de volgende groep voor.
Den grootsten zeeheld de Ruyter is de eereplaats ge
geven op zijn admiraalschip «De Zeven Provinciën'' in
het midden van deze groep de varensgasten ieder van
oen vlag voorzien waarop de belangrijkste daden ver
meld staan.
De verdienstelijke mannen der 19e eeuw worden alle
gorisch voorgesteld door een plateau: de roem met bazuin
en lauwerkrans te midden van een trophee van vlaggen
en schilden, de namen vermeldende van nederlandsche
mannen, die zich verdienstelijk voor het vaderland maakten.
Aan de vier hoeken van dit plateau de moed, het beleid,
de trouw en de vrijheid.
De derde afdeeling, «Het feestvierend Alkmaar," wordt
geopend door een aantal afgevaardigden van vereenigingen
met hunne vaandels, als het tooneelgezelsehap «Talma",
«Alkmaar's Zouaveubroederschap", de rederijkerskamer
«Bilderdijk", de afdeeling Alkmaar van den Bond van
oud-onderofficieren, de Turnclub «Kracht en Vlugheid''
en van het Stedelijk muziekkorps.
Daarop volgde een plateau, voorstellende de Stedemaagd
van Alkmaar met de allegorische voorstelling van de
takken van bestaan van deze stad, terwijl door schilden
de alkmaarsche maunen en vrouwen van beteekeuis zijn
herdacht.
De kloeke kaasdragers volgden in hun eigenaardig
marktcostuum in het gevolg van de Stedemaagd.
Wachten te voet met de banier van Alkmaar en
wachten te paard, allen in costuum van de 16e eeuw,
sluiten den optocht.
Drie muziekkorpsen deden onafgebroken hun vrooiijke
tonen hooren. In den stoet marcheerden mede: het
stedelijk muziekkorps, alsook de fanfarekorpsen van War-
menhuizen en Zuidscharwoude. Zij kregen ruim hnn deel
van den vermoeienden tochtdie ongeveer drie uren
vorderde. Doch ook zij mogen zich bewust zijn mede
gewerkt to hebben tot een feestnummer, waarvan duizenden
hebben genoten.
De rondgang der feestcommissie bij fakkellichtmet
muziek bracht weör heel wat menschen bij elkander
vooral o. a. in het Kennemerpark, waar den burgemeester
eene serenade werd gebracht. Zoo ook aan den daar
wonenden commissaris van politie, den heer S. M. S. Mod
derman Jr., wien deze in hem voor zijn korps gebrachte
hulde ten volle toekwam. Beide dagen had dit korps
eene vermoeiende taak en hoe goed de stemming van
het publiek ook was der politie mag de lof niet ont
houden worden van een tactvol optreden bij z waren dienst.
Waar van zwaren dienst sprake is geweest in de feest
dagen, daar moet ook de heer J. M. Otto met zijn korps
worden genoemd. Ondanks den vermoeienden arbeid van
den morgen en middag zag men hem weer met opge
wektheid de dirigeerstaf hanteeren bij het concert op
het Hof van 8 tot 10 uur, dat een verbazende menschen-
massa daarheen lokte en waar die wriemelende bewege
lijke, luidruchtige menigte bij den stroom van licht, die
ook daar was aangebracht, een fautastischea indruk
maakte.
Zoo eindigde deze eerste dag der feestviering vroolijk
en prettig en ging men met onverflauwde lust den tweeden
dag tegemoet.
Carillonspel klonk weder vroeg van den toren. Van 8
tot 9 uur deed dit opnieuw zijn prettige toneu hooren,
en waarschuwde 't het feestvierend publiek, dat men
zich weder gereed had te maken voor de sportfeesten,
die van 10 tot 3 uur op de Paardenmarkt zouden plaats
vinden. Groot was daaraan de deelneming en niet min
der groot de belangstelling van het in ruimen getale
opgekomen toekijkend publiek. Men heeft in dit nummer
van het feestprogramma eene aardige afwisseling weten
te brengendat is met volksspelen wel eens moeielijk.