De „Gloria Scott." No. 119. Honderdste jaargang. 1898. VRIJDAG 7 OCTOBER. Bij ons Victorie-beeld. FEUILLETON. Buitenland. 1573. 8 OCTOBER 1898. A. CONAN DOYLE. ALKMAARSCHE (All RAAT. Deze Coarant wordt Dlnsda g-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rijk f 1. 3 Nummers f 0,00. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone advertentlen Per regel f O,ld. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Telefoonnummer3. Daar is een tijdkring heengegaan Aan 't eind waarvan het heden Zoo gaarn' een korte wijle toeft In 't roemrijk grijs verleden. Wij gaan 't is plicht op dezen dag Waar bleeke schimmen wenken En toeven op deez' heil'gen grond In dankbaar, stil herdenken. Hier was het ja zoo vredig thans, Een rustplaats voor wie lijden Waar 't licht het duister overwon Na bang en bloedig strijden. 'k Hoor het dond'ren van 't geschut En het slaan der trommen 'k Hoor het knettren van 't musket k Zie de Spaansche drommen 'k Hoor het schettren der trompet 'k Zie de vanen wappren 'k Hoor den wilden oorlogskreet Van de Spaansche dappren. 'k Zie ze nadren God wat macht Speren zwaarden blitsen Talloos veel in 't zonnelicht Heir van bliksemflitsen Zij komen de Spanjaards en vullen de gracht En klimmen op muren en wallen. Woest klinken de kreten in 't wilde gewoel Van strijden en struiklen en vallen. »Terng!" is de kreet, die de Spanjaards begroet. De furiën houden er wake Vermorselen, plettren 't dappre heir De bres is een helle der wrake Het vlammende pek en het sissende nat Het zwaard van de Kennemer-helden D'onwrikbare moed die van wijken niet weet, Slaan Spanje terug in de velden. DOOR 4) Ik herinnerde mij thans de misdaad waarvoor hij ver oordeeld waswant ze had in het geheele land groot gerucht gemaakteenigen tijd voor mijne inhechtenis neming. Hij was iemand van goede familie en van groote bekwaamheid maar een onverbeterlijke schurk die door allerlei vernuftige, doch bedriegelijke praktijken verscheiden van de aanzienlijkste Londensche kooplieden voor groote sommen gelds had opgelicht. »Hahagij herinnert u mijne strafzaak", zeide hij trotsch. »Nog zeer goed." »Dan herinnert gij u mogelijk nog wel eenige won derlijke dingen daaruit." »Wat bedoelt ge dan »Ik had ongeveer een kwart milloen gehad, nietwaar »Zoo werd er althans verteld." Maar niets werd er teruggevonden, he?" »Neen." >Welwaar onderstelt gij dat het gebleven is vroeg hij. »Ik heb er niet het minste begrip van." »Hier tusschen mijn vinger en duim 1" riep hij. Bij Godik heb meer ponden sterling op mijn naam dan gij haren op uw hoofd. En als je geld hebtmijn jongen en er mede weet om te springen en het uit te geven dan kun je iets doen. Nu gij vindt het toch ook niet zeer natuurlijkdat een man die alles kan ten uitvoer brengenzijn broek verslijt met in een stinkend rattenriool of in een wezelhol te zitten of in een beschimmelde oude doodkist van een Chineeschen kustvaarder? Welnu, mijnheer, zulk een man zal voor zich zorgen en ook voor zijne maats. Hecht gij u aan hem dan zult gij den Bijbel uit dankbaarheid kussen dat hij er u doorsleept.'' Zoo was zijne manier van praten en in 't eerst meende ik dat het niets te beduiden had maar later toen hij mij had leeren kennen en mij plechtig tot zijn ver trouweling had gemaaktdeelde hij mij mede dat er een complot bestond met het doel zich van het schip meester te maken. Een dozijn gevangenen hadden het Totdriemaal hernienwtzich hetgruwzaamtooneel, Maar driemaal vergeefs ook voor Spanje Zij was er en bleef er, van glorie omstraald De winnende vaan van Oranje 1 En 's avonds dekte 't grauwe floers De stad de bresde velden En tal van lijken oogst des krijgs Van zooveel dappre helden. 't Verlies der kleine vest was groot De winste ongemeten Zij heet: 't is Alkmaar's eeuwge eer De vrijheid van 't geweten. Driehonderd jaren latei- Was 't feest in onze stad. En op deez' heilgen bodem Een grijze Koning trad. Wilhelmus van Oranje Hier warme hulde bood Aan 't Voorgeslachtder vrijheid Getrouw tot in den dood. En voor het oog des Vorsten Wiens naam die eere doelt Verrees als dankbare hulde Dit grootsch Victorie-beeld. Weer vlood een vierde eeuwkring heen. De Vorst is ons ontvallen Die hulde bracht aan 't Voorgeslacht Op Alkmaar's grijze wallen. Hij ging waar eeuwge vr^de heerscht Vereend met Hollands dappren Dis 't eerst zijn schoone Prinsenvaan In vrijheid deden wappren. CHINA. Nog steeds is men in het onzekere of de Keizer vermoord is of niet. Een telegram van Dalziel meldtdat de dood van den Keizer door verschillende berichten wordt bevestigd. Slechts in de vermelding van de oorzaak van den dood" heerscht verschil. Het eene bericht spreekt van vergif tiging het andere van worginghet derde maakt mel ding van vreeselijke martelingen. Het leven der vreemdelingen wordt ernstig bedreigd. De echtgenoote van den Italiaanschen vertegenwoor diger werd Zondag aangevallen toen zij uitging om naar de kerk te gaan. Amerikanen, die van het station kwamen, werden met steenen geworpen en gewond. De gezanten besloten marinetroepen te laten komen voor de bewaking der ambassades. De gezanten hebben voorts krachtig geprotesteerd bij den Tsung-li-Yamen tegen het aanvallen van vreemdelingen. Zij raden alle vreemdelingen af naar Peking te gaan. Te Shangai meent men, dat alleen een militaire bezetting van Peking door de mogendheden aan de crisis een einde kan maken. De reactionaire Mandschoes dreigen alle vreemdelingen uit te roeien. De regeering te Washington heeft admiraal Dewey last gegeven twee oorlogsschepen naar Peking te zenden; op grond van dien last zijn de Baltimore" en de »Petrel" van Manilla vertrokken. De Duitsche regeering heeft alle schepen die te Kiau- tchau liggen, last gegeven naar Takoe te stoomen. DENENARliEN. De begrafenis van wijlen Ko ningin Louise van Denemarken zal den 15 van deze maand plaats hebben in de oude kathedraal van Roskilde, waar alle Deensche vorsten begraven liggen. De Keizer van Rusland, de Koning van Zweden, de Erfgroothertog van Mecklenburg-Strelitz Hertog Adolf Friedrich van Mecklenburg-Schwerin Prins Eduard van Anhalt en Landgraaf Alexander van Hessen zullen in persoon de plechtigheid bijwonen. Koningin Victoria zal evenals onze Koningin een vertegenwoordiger zenden. Komtkindren onzer Vaderstad Verlaat een wijl' Uw woning Een stille hulde hier gebracht Aan Voorgeslacht en Koning. plan al gevormd voor zij aan boord kwamen; Prendergast was de aanvoerder mee zijn geld had hij hen tot zijn plan overgehaald. »Ik had een kameraad," zeide hij, »een wonderlijk trouwe vent. Maar die heeft zich in eens bekeerd, en waar denk je, dat hij nu is Hij is de geestelijke op dit schip de geestelijkeniets minder. Hij is aan boord gekomen met een zwarte jas aan, zijne papieren in orde en geld genoeg op zak om allen om te koopen van de kiel tot de ra. Het scheepsvolk is hem met lijf en ziel verkocht. Hij kon ze tegen zooveel per gros koopen, met korting voor contante betaling en hij deed het ook. Hij heeft zich van de hulp van twee der schild wachten en van den tweeden bootsman Mercer verzekerd en hij had den kapitein kunnen omkoopen, als hij het de moeite waard had geacht." »Wat zullen wij nu doen?" vroeg ik. »Wat denkt gij Wij zullen de jassen van sommige van deze soldaten rooder maken, dan ooit de kleer maker deed." »Maar zij zjjn gewapend," gaf ik ten antwoord. »Dat zullen wij ook wezen, mijn jongen. Ik heb een koppel pistolen voor elk van ons, en als wij het schip niet kunnen besturen met het volk van den bak, zoude het tijd voor ons wezen, om allen naar een jongemeisjes- kostschool gezonden te worden. Spreek jij van nacht met je kameraad in de cel links van je en zie of hij te ver trouwen is." Ik deed zooals mij gezegd was. Mijn andere buurman, een jonge man, die zich vrijwel in dezelfde omstandig heden bevond als ik, had zich aan valschheid in geschrif ten schuldig gemaakt. Hij heette Evans, maar hij ver anderde later zijn naam evenals ik zelf en is nu een rijk en gelukkig man in het zuiden van Engeland. Hij was terstond bereid aan de samenzwering deel te nemen, daar dit het eenige middel was om onze vrijheid terug te krijgen en voor wij de golf van Biscaye voorbij waren, waren er nog slechts twee gevangenen, die niet in het geheim deelden. Een van deze twee had een zwak karakter, tengevolge waarvan wij hem niet durfden vertrouwen en de ander was lijdende aan geelzucht en kon ons daarom van geenerlei dienst zijn. Van den beginne af belette ons niets van het schip bezit te nemen. De bemanning was een hoop schurken die voor deze reis alleen in dienst waren genomen. De zoogenaamde geestelijke kwam ons in onze cellen opzoe ken om ons te waarschuwen een zwarte tasch schijn baar vol tractaatjes medebrengende en hij kwam zoo dikwijls dat wij allen op don derden dag aan het voe teneind van ons bed een vijleen koppel pistolen en DUITSCHIjAND. Over de beweerde onthullingen, die de Regeering zoude doen over hare verhouding tot Ester- hazy, merkt de officieuse »Köln Zeit." terecht aan »De Duitsche Regeering is in het minst niet van zins om af te wijken van de volstrekt gereserveerde houding welke zij sedert de opkomst van de zaak-Dreyfus heeft - een pond buskruit en twintig patronen hadden gebor gen. Twee van de schildwachten waren handlangers van Prendergast en de tweede bootsman was zijn rechterhand. De kapitein, twee bootslieden, twee schild wachten luitenant Martinzijn achttien soldaten en de dokter waren allen die tegenover ons stonden. Hoe zeker we echter van onze zaak warenbesloten we geen enkelen voorzorgsmaatregel te verzuimen en onze overrompeling des nachts geheel onverwacht te bewerkstelligen. Het gebeurde echter eerder dan we verwachtten ziehier de toedracht der zaak Op zekeren avond, ongeveer drie weken nadat we de haven verlaten hadden kwam de scheepsdokter beneden om naar een der gevangenen te zien, die ziek was geworden. Zijn hand onder het bed stekende, voelde hij de loop van een pistool. Had hij zijn stil zwijgen kunnen bewaren dan had hij ons geheele plan verijdeldmaar daar hij een zenuwachtige jonge man wasuitte hij een kreet van verrassing en werd zoo bleekdat de gevangene terstond begreep wat er in hem omging en hem vastgreep. Voor hij alarm kon maken werd hem een prop in den mond gestopt en werd hij op het bed gebonden. Hij had de deur die naar het dek leiddeopengelaten en daardoor snelden wij in een oogenblik naar boven. De twee schildwachten werden neergeschoten en insgelijk een korporaal die kwam aanloopen om te zien wat er aan de hand was. Aan de deur van de kajuit stonden nog twee andere soldaten hunne musketten schenen niet geladen, want zij vuurden geen enkelen keer op ons en werden door ons neergelegd, toen zij hun bajonet wilden vellen. Nu snelden wij naar de hut van den kapitein, doch toen wij de deur openstietenhoorden wij binnen een knal en daar lag de kapitein met zijn hoofd op de kaart van den Atlantischen Oceaan, die op de tafel was ge hecht, terwijl de kapelaan, een nog rookend pistool in de hand, naast hem stond. De twee bootslieden waren door het scheepsvolk gegrepen en zoo scheen het ge heele zaakje klaargespeeld. Naast de hut was het groote salondaar stroomden we nu naar toe, lieten ons op de fluweelen zittings der rustbanken neervallen, en schreeuwden allen door elkaar want het gevoelonze vrijheid terug te hebbendeed ons alle bedaardheid en tegenwoordigheid van geest ver liezen. Overal in 't rond waren kastjes. Wilsonde valsche geestelijkesloeg er een van in en haalde er een dozijn flesschen bruine sherry uit. Wij braken de halzefi van de flesschen afgoten den lekkeren drank in^ groote glazen en waren juist begonnen ze leeg te drinkentoen plotseling het geraas van musketschoten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1