90 Ti si
No. 120 Kerste blad.
Honderdste jaargang.
1898.
ZONDAG
9 OCTOBER.
Buitenland.
Telegrafische Berichten.
Invoer vee Belgie.
Officieel wordt gemeld, dat met
15 October bet melkvee op den lenenlSen
van elke maand in Belgie toegelaten wordt
langs WatervlietSelzaete Declinge, Es-
scben (station en dorp), Barleduc, Acbel,
Maaseijk en Visé. Be ingevoerde beesten
moeten eene quarantaine van 10 dagen on
dergaan. Scbapen mogen op dezelfde kan
toren en dagen als paarden worden inge^
voerd.
Ns. 7346, 11349, 11490 eu 19304 f 1000; Ns. 478,
912, 14819, 16853 on 19771 f 400; Ns. 1734, 13809 en
19061 f 200; Ns. 23, 158, 1998, 2621, 7711, 9294.
13174, 13763, 14545, 17853, 18031, 18087, 20660 en
20690 f 100.
UMIAAIISCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dlnsda g-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f ©,8© franco door het
geheele rijk f I.
3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
KI V
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentien
Per regel f 0,15. Grooto letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Aan voorborgen tegen onvoldoend onderzoek en mogelijke
rechterlijke dwaling bij strafrechterlijke vervolging ont
breekt het in onze rechtspleging niet. Wij hebben in
belangrijke zaken altbans, behalve de opsporing van het
misdrijf door de politie-ambtenaren en de officieren en
hulp-ófficieren van justitie de voorloopige informatiën
door den rechter-commissaris, den rechtsingang door de
rechtbank te weigeren of te verleenen de gerechtelijke
instructiede beschikking van de rechtbankwaarbij
zoo noodig nog een nader onderzoek wordt bevolen of
na voldoend gebleken onderzoek de beklaagde buiten ver
volging wordt gesteld of naar de terechtzitting verwezen;
daarna de openbare terechtstelling voor de rechtbank
het hooger beroep bij het gerechtshof en eindelijk de
voorziening in cassatie bij den Hoogen Raad. Is de
beklaagde in hechtenis dan wordt hem een verdediger
toegevoegd die hem ter zijde staatzoo hij zelf niet
een anderen verdediger heeft gekozen. Wordt bij beroep
in cassatie het vonnis door den Hoogen Raad bevestigd,
dan is in den regel de zaak voor goed afgedaan dan
is de veroordeeling onherroepelijk en kan alleen door
het verleenen van gratie in de opgelegde straf verandering
worden gebracht. Maar in bijzondere gevallen kan ook
een onherroepelijk geworden veroordeeling opgeschort en
vernietigd worden. Na de behandeling der zaak kan
iets gebeuren of aan het licht komen dat den rechter
die de veroordeeling uitsprakniet bekend was dan is
revisie, herziening mogelijk.
De bijzondere omstandigheden waarin revisie mogelijk
is worden in de wet opgenoemd maar reeds sinds
jaren is men overtuigddat zich nog andere gevallen
kunnen voordoen, waarin deze revisie evenzeer mogelijk
moet wezen. In 1873 is dat in de vergadering der
Juristenvereeniging voor ieder duidelijk geworden; maar
tevens heeft de groote meerderheid in die vergadering
het ondoelmatig en hoogst onvoorzichtig geoordeeld bij
de in onze wet genoemde gevallen, waarin thans revisie
mogelijk is, nog eenige andere te voegen. En die meer
derheid had groot gelijk. Zelfbedrog is het en niets
anderste meenen dat men alle omstandigheden zon
kunnen voorziendie zich kunnen voordoen en waarin
de mogelijkheid voor revisie moet openstaan. Zoo licht
wordt de eene of andere gebeurlijkheid voorbijgezien
en dan kan men eensklaps voor een geval staan waar
voor ds wet geen revisie toelaat, hoe gaarne men dat
zou wensehen. Te recht verklaarde daarom de Juristen-
vereenigiag met groote meerderheid van .stemmendat
de wet revisie moet toelaten >in alle gevallenwaarin
een den rechter onbekend feit aan het licht komt
waardoor de juistheid der feitelijke beslissing twijfel
achtig wordt."
In denzelfden geest is het wetsvoorstel ontworpen, dat
23 September 1.1. door een vijftal leden der Tweede
Kamer is ingediend. Art. 375 van ons Wetboek van
Strafvordering noemt slechts drie gevallen, waarin revisie
van een veroordaelend vonnis mogelijk isin het wets
ontwerp dezer Kamerleden wordt thans voorgesteld, dat
herziening van een onherroepelijk geworden vonnis ook
zal kunnen plaats hebben op grond van eenige andere
omstandigheid dan bedoeld is in art. 375, .indien die
omstandigheid ten proeesse den rechter niet bekend was,
en op zich zelve of in verband met de vroeger geleverde
bewijzen de vrijspraak of het ontslag van rechtsvervol
ging van den veroordeelde zoude kunnen ten gevolge
hebben."
De indiening van dit wetsontwerp zal velen met ons
verheugen. Wel heeft .de Minister van Justitie een alge-
meene herziening van het Wetboek van Strafvordering
in uitzicht gesteld, maar terecht merken de vijf Kamer
leden op, dat bij al het andere dat is ingediend en toe
gezegd niet verwacht kan worden, dat een ontwerp van
een geheel nieuw wetboek zeer spoedig ingediend en
door de Kamer afgedaan zal worden. Toch is de zaak
van zooveel belang, dat onverwijlde wijziging der wet op
dit punt hoogst vvenschelijk is. Ook om de zaak van
de gebroeders Hoogerhuis De voorstellers ontkennen
niet, dat die zaak mede aanleiding heeft gegeven tot
hun voorstel, ofschoon zij ten overvloede verklaren, en
zeer terechtdat zij daarmee geenszins bedoelen, dat in
die zaak revisie zal moeten plaats hebben, indien hun
voorstel tot wet verheven mocht worden immers .be
oordeeling daarvan behoort uit den aard der zaak uit
sluitend tot de bevoegdheid van de rechterlijke macht."
Wordt onze wet overeenkomstig het ingediende ontwerp
aangevuld, dan zal een aanvrage tot herziening bij den
Hoogen Raad kannen worden gedaan op de vordering van
den Procnrenr-Generaal of door indiening van een verzoek
schrift door één of meer der veroordeelden of hun gemachtigde.
De Hooge Raad zal daarna het advies kunnen inwinnen van
het rechterlijk college dat het vonnis heeft gewezen, en
zoo noodig een nieuw onderzoek kunnen opdragen aan
een door hem aan te wijzen lid van een rechtbank die
nog geen kennis van de zaak heeft genomen. Acht de
Hooge Raad na dat onderzoek de aanvrage om herziening
ongegrond, dan wijst hij die af; acht hij de zaak ook
dan nog niet voldoendo toegelicht, dan beveelt hij een
nader onderzoek, en kan, mocht hij dit wenschelijk oor
deeiendaarvoor weer een anderen rechter aanwijzen.
Oordeelt hij ten slotte, dat de omstandigheid, waarop
de aanvrager zijn verzoek heeft gegrond en die den
rechter niet bekend was, hetzij op zich zelve, hetzij in
verband met vroeger geleverde bewijzen, werkelijk de
vrijspraak of het ontslag van rechtsvervolging van den
veroordeelde zou kunnen ten gevolge hebben, dan ver
wijst hij de zaak naar een gerechtshof, dat daarvan nog
geen kennis heeft genomen, om haar opnieuw te behan
delen. Dit gerechtshof zal dan de vroegere veroordeeling
kunnen bekrachtigen zonder de straf te kunnen vermin
deren of wijzigen ofhet vonnis vernietigendeden
vroeger veroordeelde kunnen vrijspreken of van alle
rechtsvervolging ontslaan. De tenuitvoerlegging van het
vrorgere vonnis zal intusschen dosr den Hoogen Raad
worden geschorstmaar hij zal kunnen bevelen, dat de
veroordeelde tot aan de eindbeslissing in voorloopige
hechtenis zal blijven.
Het wetsvoorstel beoogt een aanvulling van de bestaande
wetdaarom laat het de bestaande artikelen ongewijzigd
en beproeft geen volledige nieuwe regeling van de her
ziening van strafvonnissen, die anders wel wenschelijk
zon zijn. Of intusschen, zooals reeds is opgemerkt, de
bestaande bepalingen in verband met de nienwe niet
enkele noodzakelijke kleine wijzigingen zullen moeten
ondergaan, om onjuiste wetsnitlegging te voorkomen, zal
bij het onderzoek van het ontwerp door de Tweede
Kamer wei blijken. Komen wij tot een geheel nieuw
wetboek van strafvordering, dau kan dit belangrijk onder
deel volledig geregeld worden. Wat thans wordt voor
gesteld kan voorloopig dienst doen, en hoe eerder he t
in de wet wordt opgenomen hoe beter, ook om de
zaak van de gebroeders Hoogerhuis.
Men heeft die zaak in één adem genoemd met die
van Dreyfus. Geheel ten onrechte. Hier is geen kwestie
van eenige onwettigheid, en de zaak is in het volle lich t
voor de rechtbank en later voor het hof behandeld. Voor
cassatie bestond geen enkele grond. De zaak is echter van
dien aard, dat er tnsschen volkomen eerlijke en onpartijdige
rechters verschil zou kunnen bestaan, of de schuld der
veroordeelden al of niet overtuigend is bewezen. Dit is
trouwens geen zeldzaamheidde rechters beslissen bjj
meerderheid van stemmen, en wij zien soms in hooger
beroep vrijspreken die in eersten aanleg werd veroordeeld,
of omgekeerd. Maar er zijn na de behandeling van de
zaak vreemde dingen gebeurd, niet van dien aard dat
de onschuld van de veroordeelden er door gebleken is,
maar toch belangrijk genoeg om het verlangen te wet
tigen, dat er voor den Hoogen Raad gelegenheid mocht
bestaan om, zoo noodig na nader onderzoek, te overwe
gen en te beslissen, of die later gebleken omstandighe
den op zich zeiven of in verband met de vroeger gele
verde bewijzen de vrijspraak der veroordeelden tengevolge
zonden kunnen hebben. Oordeelt de Hooge Raad dat
dit niet het geval is, dan zal wel elke redelijke grond
van twijfel aan de juistheid van het vonnis vervallen.
Acht de Hooge Raad revisie gerechtvaardigdwelnu,
dan zullen de veroordeelden voor een ander gerechtshof
terechtstaan, en de uitspraak van dat hof, na het nieuwe
volledige onderzoek gegeven, zal door ieder geëerbiedigd
woxden.
Maar zal de nieuwe wet ook voor de zaak der gebroe
ders Hoogerhuis kunnen dienen? Het is betwijfeld; maar
die twijfel had zijn ontstaan te danken aan een onjuiste
opvatting van het aigemeene, ook ten aanzien van onze
wetgeving uitdrukkelijk aangenomen beginseldat de
wet geen terugwerkende kracht heeft. Immer ook deze
herziening zal, evenals die thans reeds mogelijk zijn,
worden toegelaten juist ten aanzien van afgedane zaken,
van onherroepelijk geworden vonnissen of arresten, van
rechterlijke uitspraken die in kracht van gewijsde zijn
gegaan. Terecht schrijven dan ook de voorstellers in hun
Memorie van Toelichting dat hier van toepassing van
art. 4 der Aigemeene Bepalingen omtrent de terugwer
kende kracht eener wet geen sprake kan zijn. Elke zoo
genaamde overgangsbepaling, die door sommigen noodig
of wenschelijk werd genoemd, zon volkomen overbodig
zijn en daarenboven niet onschadelijk voor het juiste
begrip van de werking onzer wetten.
DUITSCHI.AND. In Stuttgart is deze week de
jaarlijksche vergadering der sociaal-democraten ge
houdenzeer strijdlustig ging het daar toe en de jongeren
beschuldigden de ouden van beginsel-verzaking.
De bekende afgevaardigde Stadthagen beweerde o.a.,
dat net einddoel van sommige partijgenooten de
geldkist is. Mej. dr. Rosa Luxemburg, die een socialis
tisch blaadje uitgeeft, zeide o.a.: »Ik zal mijne epaulet
ten aan den linkervleugel der partij verdienen waar
tegen den vijand gestreden wordt, en niet aan den rech
tervleugel waar men met den vijand schachert."
De ouderen kwamen met alle kracht op tegen deze
beschuldigingen en waarschuwden tegen alle partijver
deeldheid.
ENC1E1.11VD. De »Daily Telgr." ontvangt uit Kaïro
het bericht, dat Marchand verklaard heeft op uitdruk-
kelijken last der Fransche regeering' naar Fashoda te zijn
opgerukthij had die plaats reeds in Juni bereikt.
Marchand is thans feitelijk geheel ingesloten op een
schiereiland in de Nijl.
Koningin Victoria moet gelukkig ontkomen zijn aan
een ernstig ongeluk. Op een rit met keizerin Friedrich
in den omtrek van Balmoral sloegen de paarden van het
koninklijk rijtuig op hol. Gelukkig raakte het voertuig
beklemd tnsschen twee boomen en kwamen de koningin
en haar dochter met den schrik vrij.
FRANKRIJK. De president der Kamer van Straf
zaken van het Hof van Cassatie heeft den raadsheer
Bard benoemd tot rapporteur voor het herzieningsproces.
De heer Bard is reeds rapporteur in zake de hooger
beroepen van kolonel Picqnart tegen de vonnissen der
Kamer van inbeschuldigingstelling in de zaken-Esterhazy
en Dn Paty de Clam.
Mr. Labori heeft als verdediger van kolonel Picqnart
den minister van oorlog in een schrijven machtiging
gevraagd om bij kolonel Picqnart te worden toegelaten
ten einde zijn cliënt een dringend geheim te kunnen
mededeelen.
Laatste Berichten.
De werkstaking te Parijs.
PARIJS, 7 Oct. Meer dan vier duizend soldaten zijn
op de been om de vrijheid van den arbeid te beschermen.
De maatregelen zijn echter onvoldoende, slechts een deel
der werkplaatsen zijn afdoend bewaakt, en vele zijn niet
beschermd.
Het aantal arbeidende werklieden neemt af. De vuilnis
mannen hebben het werk gestaakt. Groepen werklieden,
uitgaande van het tentoonstellingsterrein, hebben de
vuilniskarren omvergeworpen. Op verschillende plaatsen
hadden hevige botsingen met de agenten plaats. De infan
terie joeg een aantal opgewonden troepen uiteen en nam
eenige belhamels gevangen.
Later. Hoewel de patroons de voorstellen van het
gemeentebestuur hebben aangenomen, zijn de stakende
grondwerkers nog niet geheel voldaan. Het is nog onwaar
schijnlijk of de arbeid zal worden hervat.
's-Gravenhage 8 October 1898.
358ste Staatsloterij.
5e klasse, 15e lijst, 6 October.