DE GEDEDI1GE MOORD.
Vee-invoer Belgie.
No, 121.
Honderdste jaargang.
1898.
WOENSDAG
12 OCTOBER.
SCHOUW.
C»e vonden Uoor werpen.
PARIJ8CHE BRIEVEN.
FEUILLETON
Kamer van Koophandel en Fabrieken.
A. CONAN DOYLE.
ALKMAAKSCHE COUKANT.
Deze Courant wordt B I n s d a g-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven f r a n'c'o aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer3.
De BURGEMEESTER der gemeente ALKMAAR
brengt ter kennis van belanghebbendendat volgens
ingekomen bericht van den Commissaris der Koningin
in deze provincie, van lö October a.s. af melkvee
op den Isten en lftden van elke maand ln Belgie
wordt toegelaten langs WatervlietSelzaete
Cllnge, Santvllet, JHsschen (station), Essehen
(dorp), Bar-le-Duc AchelMaaseijk-Aisé met
een quarantaine-tijd van tien dagen.
Langs dezelfde douane-bureaux en op dezelfde
dagen en uren mogen zoowel schapen als paar
den worden ingevoerd.
Zoodra bekend zal zijn wat onder melkvee
moet worden verstaanzal daarvan nadere
aankondiging worden gedaan.
Alkmaar, De Burgemeester van Alkmaar,
10 Oct. 1898. A. MACLAINE PONT.
VERKIEZING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen, ter voldoening aan art. 10 al. 4 van het Alge-
meene Reglement voor de Kamers van Koophandel en
Fabriekenter kennis van belanghebbendendat de
verkiezing, tengevolge der periodieke aftreding van de
heeren A. PRINS Az., S. DE LANGE P.Bz H P
IBINK MELENBRINK en Th. VAN SPALL, als leden
der Kamer van Koophandel en Fabrieken in deze gemeente,
is bepaald op Dinsdag 33 November 1898, van
des voormiddags 10 tot des namiddags 1 ure, in een
der lokalen van het stadhuis.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT Voorz
7 Oct. 1898. C. D. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen, onder herinnering aan de verplichtingen van
eigenaars of gebruikers van s 1 o o t e n, opgelegd bij de
Algemeeno Politieverordening, ter algemeene kennis, dat
door den Opzichter over den Hout en de Plantsoenen, op
Bondei dag 39 October a.s., beginnende 's morgens
ten lO ure, de jaarlijksche schouw over de vaarten
en slooten in deze gemeente zal worden gehouden.
Burgemeester en AVethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorz.
7 Oct. 1898. C. D. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van A L K
MAAR brengen ter kennis van de ingezetenen dat
in het Gemeenteblad van Alkmaar, No. 89, is opgeno
men het besluit van den Raad dier gemeente, d.d. 24
Augustus 1898, waarbij is vastgesteld een
Reglement van orde voor de vergaderin
gen van den Raad der gemeente Alkmaar.
Welk reglement tegen betaling der kosten ad 25 cents,
ter gemeente-secretariein afdruk verkrijgbaar is ge
steld alle werkdagen van des voormiddags 9 tot des
namiddags 2 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter
8 Oct. 1898. C. D. DONATH, Secretaris.
Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen,
des morgens tusschen 9 en 12 uur
Een kraan der waterleidingeen ring met sleutels
een kaasje een bigeen zakmes een manchetknoop
een stalen rozenkrans een bril in étui een gouden rin
getje van een horloge een doosje met een stukje van
een oorbeleen nikkel horloge.
Alkmaar, De Commissaris van Politie voornoemd
7 Oct. 1898. S. M. S. MODDERMAN Jr.
XXIV.
Parijs, 5 en 6 October 1898.
Al reeds weer October, wij kunnen het ons niet voor
stellen, want ie Parijs is het nog warm, heden is het
bepaald broeierig. Maar toch bemerken wjj dat er iets
veranderd is, het drukke Parijs wordt met den dag druk
ker en levendiger, wij gevoelen het, de vacantie-dagen
zijn voorbij, en de meeste gezinnen, die voor een of
twee maanden naar buiten gingen, keerden uiterlijk
Zondag 2 October van «Bains de Mer" of «Campagne"
terug. De kleinen mogen de «rontrée" op school niet
missen, al wordt er in deze eerste week nog niet zoo
hard gewerkt. De goede leerlingen worden overge
plaatst, gaan naar eene hoogere klasse, springen er zelfs
ééne, soms twee klassen over. Dit hangt veel af van
de ouders, het onderwijs op de openbare scholen is hier
wel zeer goed, doch bet aantal leeraars en meesteressen
is te klein. De ouders, die gedurende de vacantie spe
lenderwijze hunnen kinderen onderricht geven, maken
daardoor, dat die kleinen in die twee maanden flink
vooruit komen hoofd der scholen en leeraars zien dit
gaarne, maar het ongeluk wil, dat vele ouders zeiven
niets weten, waardoor hunne kinderen slechts langzaam
vooruitgaan. Wij bemerkten ook, dat onder de "bewo
ners van het kleine Asnières, toch niet zoo heel
1)
DOOR
Op den 14 April 1887 ontving ik een telegiam uit
Lyon,_ waarin mij werd gemeld, dat mijn vriend Hol
mes ziek lag in het hotel Dulony. Nog geen vier en
twintig uur later bevond ik mij in de ziekenkamer.
Gelukkig was de ongesteldheid minder ernstig dan ik
aanvankelijk vreesde. Het ijzeren gestel van Holmes had
geleden onder de geduchte herseninspanning ten behoeve
van eene nasporing die langer dan twee maanden had
8®<^nrc'- eB welke periode hij nooit minder dan
vijftien uren per dag had gearbeiden zooals hij mjj
verzekerde meer dan eens vijf dagen achtereen zonder
verpoozing aan het werk was. Het schitterende resultaat
van zijn werk kon hem niet vrijwaren voor de reactie
na zulk eene buitengewone inspanning en ter zelfder tijd
dat de roem van zijn naam door geheel Europa weerklonk
en zijne kamer letterlijk overstroomd werd met felicitatie
telegrammen vond ik mijn vriend ten prooi aan de
grootste neerslachtigheid. Zelfs de wetenschap dat hij
was geslaagd, waar de politie van drie rijken had gefaald
en dat hij den sluwsten zwendelaar van geheel Europa
had ontmaskerdwas niet in staat zijne zenuwachtige
neerslachtigheid te verdrijven.
Drie dagen later waren wij samen in Baker Street
cerug. Het was evenwel licht te begrjjpendat mijn
vriend ingenomen zou zijn met eenige verandering van
levenswijze en ook mij lachte de gedachte toe in de
lente eene week buiten door te brengen. Mijn oude
vriend, kolonel Hayter, die in Afghanistan had gediend
en daar aan mijn beroepzorg was toevertrouwd had
nu een huis gehuurd nabij Reigate in Surrey en mij
dikwips mtgenoodigd hem een bezoek te brengen. Bij
de laatste gelegenheid had hij mij te kennen gegeven
dat het hem groot genoegen zou doen indien ook mijn
vriend Sherlock Holmes van zijn gastvrijheid wilde ge
bruik maken. Er was een beetje diplomatie noodig om
Holmes hiertoe over te halen doch toen hij van mij
vernamdat de kolonel nog ongehuwd was en hem de
volste vrijheid werd toegestaan kon hij zich met mijn
plan vereenigen en eene week na onze terugkomst uit
Lyon waren wij onder des kolonels dak. Hayter was
een knap oud soldaat, die veel van de wereld had ge
zien en weldra vond hij, zooals ik verwachttedat
Holmes en hij in vele punten overeenstemden.
Op den avond na onze aankomst zaten wij na het
diner in de wapenkamer van den kolonelHolmes op
de sofa uitgestrektterwijl Hayter en ik diens kleine
verzameling vuurwapenen bezichtigdon.
Onverwacht zei de kolonel»Ik denkdat ik een
van deze pistolen mee naar boven neem voor 't geval
hier vannacht wordt ingebroken."
«Ingebroken!'' herhaalde ik.
«Ja, wij zjjn hier onlangs opgeschrikt. Bij den ouden
Actoneen van onze landjonkersis Maandagavond
ingebroken. Er wordt niet veel vermist, maar de daders
zijn nog onbekend."
«Is men hun ook nog Diet op 't spoor vroeg Holmes,
den kolonel aanziende."
Tot dusver niet in 't minst. Maar de zaak is van
weinig beteekeniseen van die kleine misdadente
onbeduidend om er uwe aandacht aan te schenken
mijnheer Holmes nadat gij in zulk eene groote inter
nationale zaak zooveel naam hebt gemaakt."
Holmes nam het compliment niet aanofschoon zijn
glimlach verried dat het hem genoegen deed.
«Deed zich bij de inbraak iets merkwaardigs voor
«Ik denk het niet. De dieven doorsnuffelden de
bibliotheekmaar vonden weinig van hunne gading.
De geheele kamer werd onderstboven gehaald de laden
werden opengetrokken en de kleerkasten doorzocht. Er
werd niets vermist dan een exemplaar van Pope's Homerus,
twee pleeten kandelaarseen ivoren brievenweger een
kleine eikenhouten barometer en een kluwen garen."
«Wat een vreemd allegaartje", riep ik verbaasd.
«Och, die kerels grepen zeker naar alles, wat ze kon
den machtig worden."
Wij hoorden Holmes iets op de sofa brommen.
«De politie moest zich met de zaak bemoeienzeide
hij, «wel is het duidelijk, dat
Ik stak mijn vinger waarschuwend op.
«Gij zijt hier om uit te rusten mijn waarde vriend.
klein, het is minstens zoo groot als Alkmaar vele
ouders wel in staat zouden zijn hunne kleinen vooruit
te helpen, doch zij dan vervallen in twee uitersten. Of
welzij helpen den leeraren in het geheel niet, en
schijnen onverschillig voor de vorderingen hunner kin
deren, of wel, zij willen dat de kleinen te spoedig voor
uit komen. Dit laatste is nog het gevaarlijkst van alles,
het hoofd van die penzels wordt dan zoo vol gestopt,
dat het lichaam er onder lijdt, en de geest ook, want
ziekten en koortsen zijn er het gevolg van.
Het blijft warm, maar toch staat de winter voor de
deur, en met veel gerustheid gaan wij het koude saison
niet tegemoet. De zaak-Dreyfus is vooreerst nog niet
van de baan, en op die zaak plantte men eene tweede
niet minder netelige, n.l. de affaire Picquart. De lui
tenant-kolonel Picquart is de man geweest, die geheel
alleen van alle officieren optrad tegen commandant Es-
terhazy, hij offerde alles op voor wat hij gelooft de
waarheid te zijn. Hij was de man, die op eenvoudige
wijze durfde verklaren, dat de bewijzen van de schuld
van Dreyfus, bijeengebracht door den kolonel Henry,
valsch warenmen wierp hem toen in de gevangenis,
maar weldra bleek toch, dat Picquart de waarheid had
gezegd en dat Henry gelogen had. Picquart is thans
nog in de gevangenis, en het gevolg is, dat al de ver
dedigers van Dreyfas thans ook de verdedigers zijn van
Picquart. Toch zal de militaire macht wel gedwongen
worden Picquart los te laten, wanneer, zooals waar
schijnlijk is, het Hof van Cassatie zich zal verklaren
voor de herziening van het proces van Dreyfns, want
dan is Picquart de hoofdgetuige, en hem moet men dan
hooren. Intusschen kregen wij j.l. Zondag reeds bot
singen tusschen volk en politie-agenten, de beweging
sloeg dus op de straat over, dit is de eerste maal, zal
het ook do laatste maal zijn, of hadden wij de voorbode
van den burger-oorlog
Tevens dreigt ons een nieuw gevaar. De werklieden,
in dienst der groote aannemers voor de werken der
tentoonstelling van het jaar 1900, waren reeds lang niet
tevreden met het werkelijk te lage salaris. Wel ver
klaren de aannemers dat zij te laag moesten inschrijven,
doch dat is toch niet de schuld der arbeiders, en deze
kregen een kleiner salaris, dan de prijzen, welke de stad
Parijs zelve heeft vastgesteld. Het gevolg was eene
werkstaking, zich eerst bepalende tot de arbeiders der
tentoonstelling, doch welke zich thans uitbreidt tot eene
menigte andere bouwvakken, smeden, metselaars, schil
ders, steenhouwers enz. Reeds boden de aannemers aan
zich terug te trekken, en al de werken over te doen aan
de arbeiders zeiven, doch deze laatsten bezitten niet de
middelen, welke noodig zijn om al die werken der
groote tentoonstelling tot een goed einde te brengen,
ihans schijnt de gemeenteraad van Parijs van plan, de
stad zelve in de plaats te stellen der aannemers, en dan
de arbeiders te betalen volgens de prijzen, door den ge
meenteraad zeiven vastgesteld. Dit zou misschien de
beste oplossing zijn.
Voorloopig echter breidt de werkstaking zich uit, en
bij duizenden trekken de stakers door de stad, en dwin
gen op vele plaatsen, waar nog gewerkt wordt, den ar
beiders het werk neder te leggen. Dit gaat helaas niet
altijd zonder heftig getwist, en vechtpartijen tusschen
stakers en niet-stakers, tusschen stakers en politie zijn
er het gevolg van.
De socialistische bladen zamelen geld in voor de sta
kers, reeds vloeiden duizendenja tienduizenden franken
Bemoei u in 's Hemels naam niet met een justitie-
vraagstuk zoolang uw zenuwen geheel in de war zijn."
Holmes trok zijn schouder op en zag den kolonel aan
met een blik vol komische berusting. Wij begonnen
over wat anders te spreken. Het noodlot wilde evenwel,
dat al mijn beroepsvoorzorgen nutteloos zouden wezen
want den volgenden morgen drong de quaestio zich in
zulk een vorm aan ons op dat wij ons onmogelijk aan
een nader onderzoek konden onttrekken en ons bezoek
op het landgoed een wending nam, als geen van ons kon
hebben vermoed. W ij zaoen juist aan 't ontbijt, toen de
huisknecht van den kolonel verschrikt binnen kwam.
«Hebt gij het nieuws gehoord, mijnheer F" riep hij,
«op het kasteel Cunningham, mijnheer
«Inbraakriep de kolonel, zijn kop koffie hoog in
de lucht houdende.
«Moord
De kolonel hijgde van ontzetting. «Bij Jupiter
zeide hij, «wie is dan vermoord De oude Cunningham
of zijn zoon F"
«Geen van beiden, mijnheer maar William de koet-
sier. IJ wars door het hart geschoten, mijnheer en geen
woord meer gesproken."
«Wie heeft hem doodgeschoten?"
«De inbreker, mijnheer. Hij is onmiddellijk verdwe
nen, nadat het schot gelost is. Hij was juist door bet
raam van de provisiekamer naar binnen gedrongen
toan William op hem toeliep en zijn leven verloor bil
de poging om zijns meesters bezittingen te redden."
«Hoe laat
«In den afgeloopen nacht, mijnheer, ongeveer twaalf
uur
Wordt vervolgd.