DE BHUIGD101
onderdste jaargang.
1898.
ZONDAG
16 OCTOBER.
Alarmeerende tijdingen.
FEUILLETON
A. CONAN DOYLE.
AO. 123. Tweede blad.
ALKMAARSCHE COERAAT.
Deze Courant wordt D 1 n s d a g-. Donderdag
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het
geheele rijk 1 1.
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Prjjs der gewone advertentlen
Per regel f 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven f r a njc'o aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Volken die in Europa rustig fc'aast elkander leven
loopen gevaar in andere werelddeelen met elkander in
botsing te komen. Voor hun industrie en huu overbe
volking zijn landen noodig waar hun waren koopers
en een aantal hunner zonen werk en een bestaan kunnen
vinden. Vóór een drietal eeuwen namen Europeosche
volken oVorzeesche landen in bezit en maakten ze tot
koloniën inzonderheid om het goud uit den bodem zich
toe te eigenen of met de daar geteelde producten een
winstgevenden handel te drijven. Portugeezon en Span
jaarden waren de ontdekkers van den zeeweg naar Oost-
Indie en van Amerika en plukten de eerste vruchten
van dit nieuwe bedrijf. Hun rijk was echter niet van
langen duur, en thairs tellen zij onder de koloniale mo
gendheden niet meer mee. Engelschen en Nederlanders
waren hen op den voet gevolgdverdrongen hen waar
ze hen ontmoetten en waren gelukkiger, niet alleen
in het verkrijgen, maar vooral in het behouden. Pranschen
hebben beproefd kun voorbeeld te volgen, maar zijn niet
geslaagd. Thans is het doel eenigzins anders markten
te vinden voor de producten van eigen nijverheid treedt
op ien voorgrond en in dit opzicht is Duitschlaud een
geduchte mededinger geworden. Frankrijk, dat reeds
sinds lang door de verovering van Algiers vasten voet
op de Noordkust van Afrika verkreeg, tracht zich meer
en meer in dat werelddeel uit te breiden. Rusland breidt
zich in Azie uit en vestigt er zijn invloed over land.
Ondanks dit grooter getal mededingers blijven de
onderlinge oorlogen tusschen de Europeesche mogend
heden in de overzeesche gewesten uit. Zij zouden trou
wens veel geduehter en voor het eigen Europeesche vader
land heel wat gevaarlijker zijn dan in vroeger eeuw.
Tegenover de bewoners der vreemde gewesten speelt het
geweld nog wel een gewichtige rol, maar zijn aankoop
en verdrag bij indrukmakend machtsvertoon meermalen
voldoende middelen. De mogendheden onder elkander
traenten zich onderling te verstaan en den buit te ver
doelen. Zoo is Alrika nagenoeg verdeeld, en is men thans
bezig de kustlanden van China in bezit te nemen of
althans voor een eeuw te paehten, een en ander zonder
oorlog.
In Afrika is intusschen iets voorgevallen, dat een ern
stig aanzien had. De oude grief van Frankrijk tegen
Engeland is bekend. Het kan niet vergeten, hoe het door
het Britsche beleid is verdrongen uit Egypte, waar het
eenmaal den boventoon had, waar het de landengte van
Suez hielp doorgraven. Het ziet duidelijk, dat Engeland
DOOR
3>
.Mijnheer Holmes wandelt buiten in het veld heen en
weer," zoide hij. Hij wacht ons, om alle vier gezamen
lijk naar het huis van Cunningham te gaan."
.Naar het huis van Cunningham
»Ja mijnheer."
.En wat moeten wij daar doen?"
De inspecteur haalde zijn schouder op. »lk weet het
in 't geheel niet, mijnheer. Onder ons gezegd, ik geloof,
dat de ziekte van mijnheer Holmes nog niet geheel over
is. Hij heeft zich heel wonderlijk gedragen en is nog zeer
geagiteerd."
»Ik geloof, dat gij n niet ongerust behoeft te maken,"
zeide ik. »Ik deed gewoonlijk de ervaring op, dat er
methode in zijn vreemde handelwijze was."
.Sommige menschen zouden zeggen, dat er krankzin
nigheid in zijne methode is," mompelde de inspecteur
en luider .hij is echter vol vuur om te vertrekken, kolonel
en daarom moesten we ons maar spoedig bij hem voegen,
als gij gereed zijt."
Toen wij buiten kwamen, liep Holmes in het veld heen
en weer, de kin op de borst gezonken en de handen in
zijn broekzakken.
»De zaak wordt van belang, Watson," zeide hij, .het
was een gelukkig denkbeeld van u, dit uitstapje te maken.
Ik heb een heerlijken morgen gehad."
»Gij zijt op het tooneel van de misdaad geweest, niet
waar vroeg de kolonel.
Jade inspecteur en ik hebben een kleinen verken
ningstocht gemaakt."
»Met eenig resultaat
er niet aan deDkt bet Nijldal te ontruimen, maar er
integendeel op uit is steeds verder zuidwaarts door te
dringen om in verbinding te komen met zijn bezittingen
in Midden- en Znid-Afrika. Het Engelsch-Egyptische
leger heeft den Derwisjen een beslissende nederlaag toe
gebracht die het den weg naar het zuiden opent; maar
op dien weg vindt het te Fasjoda een kleine Fransche
expeditie die deze plaats bezet houdt. Heeft Frankrijk
door deze inbezitneming aanspraken verworven die
Engeland moet eerbiedigen Het denkt er niet aan.
De Franschen waren te Fasjodajamaar in welken
toestand Was de macht der Derwisjen niet door
Engeland vernietigd de Franschen zouden in hnnne
handen zijn gevallen en geen hunner had zijn vader
land teruggezien. Onder zulke omstandigheden kan
een tijdelijk vertoeven in de eene of andere landstreek
geen inbezitneming heeten. Maar daarenboven, Fasjoda
behoorde vroeger aan Egyptede Kalief der Derwisjen
had het overweldigd, doch Engeland heeft het thans weer
ten bate van Egypte met Engelsch-Egyptische troepen
heroverd. In dien tnsschentijd kon geen andere mogend
heid er aanspraak op maken. Geen tijdelijk verlies ten
gevolge van overmacht kan de rechten van den recht-
matigen souverein uitwisschen zoodat het land door den
eersten den besten in bezit zou kunnen worden genomen.
Zieh sterk gevoelende op deze gronden, en voor zijn be
weging zich ook op het gezag van Fransche staatslieden
beroepende, heeft Engeland terstond geweigerd deze zaak
zelfs maar van eenigszins twjjfelachtigen aard te beschou
wen en er over te onderhandden. Roep majoor Marchand
met zijn mannen terng, eischt de Eugelsche Regearing van
de Fransche; gij kunt zijn tegenwoordigheid te Fasjoda,
die wellicht een ander doel bad niet als een inbezitne
ming namens Frankrijk aanmerken.
Gelukkig is voorloopig een ernstig geschil voor
komen door den uitwegdien Frankrijk heeft gevon
den iu het antwoord, dat het het verslag van Marchand
afwachtte. Zoo kunnen de ontstemde gemoederen
eenigermate tot bedaren komen. Er is tijd gewon
nen voor kalm overleg. Dat de gemoederen in Frank
rijk in opgewonden toestand zijn geraakt, kan
niemand verwonderen. Men had er den tocht van
Marchand met levendige belangstelling gevolgd, en zich
waarschijnlijk reeds verkneukeld in de teleurstelling, in
de verlegenheid van de Engelsche regeering, als zij be
vond dat de Franschen haar te Fasjoda voor waren ge
weest. En ziet, Engeland is in 't minst niet teleurge
steld of verlegen, en vindt het zelfs geen zaak om over
te pratenGij kunt niet toegeven en Marchand terug-
»Nu ja, we hebben enkele zaken waargenomen die
niet van belang ontbloot zijn. Ik zal het u onderweg
vertellen. In de eerste plaats zagen wij het lijk van
den ongelnkkigen vermoorde. Het is zeer juistdat hij
aan een met een revolver toegebrachte wonde gestorven
iszooals in t politierapport staat."
.Hebt gij daaraan dan getwijfeld
.Och, het is wel zoo goed, elke zaak te onderzoeken.
Onze nasporing was niet zonder vrucht, want wij hadden
ook nog een onderhoud met den heer Cunningham eu
zijn zoon die precies de plaats konden aanwijzen waar
de moordenaar in zijn vlucht door de tuinheg is gebroken.
Dit was vooral van veel belang."
.Natuurlijk."
.Toen hebben wij een bezoek gebracht bij de moeder
van den armen man. Zij kon ons evenwel niet de minste
inlichtingen verschaffen daar zij zeer oud en zwak is."
»En wat is nu alles samen het resultaat van uwe
nasporingen
»De overtuiging dat de misdaad van bijzonderen aard
is. Misschien kan ons bezoek wat licht in de zaak
brengen. Ik geloof, mijnheer Forrester, dat wij beiden
het er over eens zjjn dat het stukje papier in de handen
van den doode wijl er het uur van sterven in vermeld
staat van groot be'ang is."
.Het kon ons den draad van het geheim wel eens in
handen geven."
.Het geeft ons den draad in handen. De man die
het briefje schreef, lokte ook William Kirwan op dat
nar ait zijn bed. Maar waar is het andere gedeelte van
dat blad papier
»Ik onderzocht den grond nauwkeurig in de hoop
iets te vinden", zei de inspecteur.
.Het was den doode uit de hand gerukt. Waarom
wilde iemand dat zoo gaarne in bezit hebben Omdat
het hem in staat van beschuldiging kon stellen. En wat
zon hij er mee doen Zeer waarschijnlijk het in zijn zak
wegbergen niet eens bemerkende dat een stuk er van
in de hand van den doode was achtergebleven. Konden
wij nu ook de rest van dit blad in ons bezit krijgen
roepen, gij moogt de Fransche vlag te Fasjoda niet
laten neerhalen, roept men den Minister van Buiten-
landsche Zaken toe, en naar beweerd wordt zou deze
verklaard hebben liever af te treden dan toe te geven.
Intusschen wil hij onderhandelen. Maar de Engelschen
willen er niet over onderhandelen. Wij zullen onder
handelen over alle Afrikaansche geschillen met Engeland,
wij moeten eenmaal op verschillende punten met En
geland tot een beslissing komen, is het antwoord. Welnu,
dat zal Engeland wellicht niet weigeren een oplossing
van alle geschillen met Frankrijk in Afrika is wen-
schelijk, en daaronder kan iets voorkomen omtrent Fas
joda, zonder dat Engeland het twijfelachtige van dit
geval erkent; maar zal het ook aan Frankrijk een tege
moetkoming op eenig ander punt kunnen geven tot
stillende olie op de onstuimige baren Mogelijk zal men
iets kannen vinden maar hiervan kan men zeker zijn,
dat Engeland Fasjoda in bezit houdt.
Zal er dan oorlog komen Daarvoor zal Frankrijk
zich wel wachten, te meer nu de verstandhouding
tusschen Engeland en Dnitschland zoo bijzonder goed is,
en op Russische hulp in deze zaak wel niet valt te
rekenen.
Zoo heeft dan ook dit geschil evenmin een dreigend
aanzien als de geschillen in China. Wel kunnen in dit
uitgestrekte rijk belangrijke gebeurtenissen worden te ge-
moet gezien na de Keizerin-moeder de regeering weer
op zich heeft genomen en alle hervormingen te niet wil
doen maar de Europeesche mogendhedenwier troepen
in goede verstandhouding gezamenlijk te Peking zijn
verschenen zullen in hetgeen thans in China voorvalt
eerder aanleiding vindon om zieh met elkander te ver
staan dan om elkander te bevechten. En welke geheime
bedoelingen men ook in de reis van den Duitschen Kei
zer naar Jeruzalem moge onderstellen wie er aanstoot
in moge vinden of er zich door gekrenkt gevoelen tot
verstoring van den vrede zal zij niet leiden.
Goedkoope volkswoningen.
Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen heeft aan de departementsbesturen het volgend
schrijven gezonden
Ten aanzien van het nemen van practische maat
regelen ter verkrijging van goede en goedkoope volks
woningen heeft de algemeene vergadering van 1898 o.a.
de wenschelijkheid uitgesproken
1°. dat de departementen der Maatschappij het initia
tief nemen tot het in 't leven roepen van solide ver-
eenigingen tot het bouwen en verhuren van goede en
goedkoope volkswoningen
2°. dat de bescuren van departementen met de be
sturen van de departementale spaarbanken overleg plegen
dan zonden wij natuurlijk de oplossing van het geheim
een groote schrede nader komen
»Dat stem ik toemaar hoe zullen we iets nit den
zak van den misdadiger halen, zoolang wij den misdadi
ger zelf niet hebben
.Dat is jnist het meest der moeite waard om over na
te denken. Dan is er nog een ander punt zeer duidelijk.
De brief werd aan William gezonden. De man die hem
schreefkan hem niet meegebracht hebben anders zon
hij natuurlijk zijn eigen boodschap mondeling hebben
overgebracht.
Wie was dus de brenger van den brief Of kwam
deze over de post?"
»Ik heb dienaangaande een onderzoek ingesteld," zei
de inspeetenr. William ontving gisteren met de namid-
dagpost een brief en heeft de enveloppe vernietigd."
.Uitmuntend!" riep Holmes, den inspecteur op den
schouder kloppende. .Gij hebt den brievenbesteller dus
gesproken. Het is een genoegen met n te werken." En
zich tot den kolonel wendende sprak hij.Zie zoo, hier
is het huis, als ge mee wilt gaan zal ik u het tooneel
van de misdaad wijzen."
Wij gingen de aardige hoeve voorbij waar de ver
moorde had gewoond en wandelden toen een laan door
tusschen twee rjjen eiken naar het mooie huis uit den
tijd van Koningin Anna dat nog den datum droeg van
deu slag bij Malplaquet. Holmes en de inspecteur leid
den ons om het huis tot wij aan de oostelijke poort
kwamen die door een strook tuingrond gescheiden was
van de heg die den weg belijnt. Een politie-agent stond
aan de kenkendeur.
.Sluit de deur eens open," zei Holmes tot hem. »Op
die trap nu stond mijnheer Cunningham en zag hij de
twee mannen worsielen juist op de plek waar wij thans
staan. De oude heer Cunningham stond voor dat ven
ster het tweede links en zag den kerel langs de
linkerzijde van dat struikgewas wegvluchten. Zijn zoon
zag dit insgelijks. Zij weten het zeer zeker, wijl dat
struikgewas er staat. Toen liep mijnheer Alec naar bui
ten en knielde naast dan gewonde neer. De grond is zeer