Amsterdamsche Brieven. Buitenland. Snoeien van jonge boomen bij het planten. In het algemeen is het aantebevelen voor jonge boomen, bij het planten de wortel en het voorjarig hout te snoeien. De aangroei wordt hierdoor bevorderd en de nog los in den grond staande boom heeft minder om vang er bestaan echter uitzonderingen. Sommige heestersoorten verdragen den korten snoei bij de ver planting niet goed en worden beter het volgende jaar gesnoeid. Zieke of gehavende wortels behooren verwijderd te worden. Wenschelijk is het de boomen korten tijd vóór het planten in den wortel te snoeien. Dood hout behoort uit jonge en oude boomen verwij derd te worden een kundig vakman is deze behandeling toevertrouwd. Het planten van jonge boomen op plaatsen, waar oude gestaan hebben. De grond, waar de oude boomen stonden, moet zeer diep en breed omgedolven worden en doorgewerkt. Indien mogelijk, geschiede dit vroeg in den herfst, opdat de plantgaten voor de opnieuw te planten boomen eenige weken aan lucht of vorst blootgesteld zijn, wat voor alle gronden goed is, maar op vochtige zure gron den sterk aanbevolen moet worden. Indien men voorraad oude steenen heeft, (geen roet- steenen) dan is het aan te bevelen in de plantgaten voor groote alleeboomen een hoeveelheid onder in te werpen, deze voeren het water af en bevorderen het toetreden der lucht. Het wortelvermogen blijft daar door gezond en de groei wordt zeer bevorderd. Niet minder noodig is het, eene groote hoeveelheid verschen humusrijken grond met den gewonen grond te vermengen en bij het planten te gebruiken. Graszoden op een hoop gezet en" vermengd met blad- grond en wat most, is de geschikte humusrijke aarde om bij het planten te gebruiken. In stadskweekerijen behoort men zulke gronden voor handen te hebben. Open plaatsen in alléén ofplantsoenen. Bij den aanleg van alleen en plantsoenen in steden behoort een beredeneerd zaakkundig plan te worden gevolgd. Indien boomen uitvallen in alleen, sedert eenige jaren geplantbehooren deze met boomen van gelijke sterkte en grootte te worden aangevuld. Zulke boomen behooren uit de kweekerij van de stad te komen, of uit alleen of plantsoenen genomen te wor denalwaar zij met voordacht dicht geplant zijn, om ze nader te kunnen verwijderen. Bloemperken. Wat de vlaggen op een versierd schip zijn, beteeke- nen de bloemperken in stadsbeplantingen of aanleg. Zij trekken in de eerste plaats de aandacht van de bezoekers, en waar zij met smaak en kennis zijn aan gebracht, bevorderen zij de harmonische schoonheid van het geheel. Uit deze beschouwing blijkt ook dat bloemperken vrij en in de volle zon behooren gelegd te worden. In oude parken of beplantingen heeft men echter dik wijls schaduwplaatsen waar men gaarne eenige bloemen zou zienwelnu de kundige vakman weet dat er ook bloemen bestaan, welke in matige schaduw goed gedijen kunnen. Knolbegonia's zijn, vooral bij warme zomers, geschikt voor dit doel en er bestaan meer soorten. Aanhoudende drop bederft bloemen en planten. Stadskweeker ij en. Alle steden, waar de middelen het eenigszins toelaten, al is het op bescheiden voet, behoorden in haar eio-en belang eene kleinere of grootere kweekerij te bezitten. Alleen zulke terreinen zijn geschikt om sterke alleeboomen enz. aan te kweeken en voor te bereiden voor stadsbeplantingen zooals ze behooren aangelegd te worden. Zulke sterke boomen kan men bij kweekers zelden koo- pen, en vindt men ze, dan hebben zulke boomen te lang vastgestaan om met voldoende kans van aan groeien te verplanten, te meer nog omdat zij dikwijls van een anderen grond komen. Ook de transportkosten van zeer sterke boomen zijn beduidend te noemen. De kweekerij behoort in de nabijheid der stad te liggen en de grondsoort moet dezelfde zijn als in en om de stad. Heeft men zulk eene kweekerij, dan kan men dikwijls sterke of oude exemplaren met aardkluiten van dat terrein geschikt vervoeren en met groote kans op aan groeien verplanten. Open gekomen plaatsen tusschen oude boomen, kun nen op die wijze met succes worden aangevuld. Door bovenstaande uiteenzetting zal u het nut van eene stadskweekerij te bezitten, voldoende blijken en practisch bestuurd, zullen de kosten niet van dien aard zijndat men zulks niet op bescheiden voet kan be ginnen. Kunnen we eene kweekerij voor boomen enz. onvoor waardelijk aanbevelen, eene kweekerij met kassen en broeibakken om de benoodigde bloemen en planten voor de stad aan te kweeken, zouden we slechts voorwaar delijk durven aanbevelen. De jaarlijks benoodigde hoe veelheid, en of men tot het aankweekeu daarvan, een afzonderlijk kweeker moet aanstellen, kunnen hierin een beslissend antwoord geven. Het is onze bescheiden meening, dat eene kweekerij met kassen en bakken voor Alkmaar niet het gewenschte resultaat zal opleveren. Wi j meenen, dat het voordeeliger zal zijn, indien men jaarlijks in de maand Juli de benoodigde hoeveelheid voor het volgende jaar aanbesteedt. Vóór Juli kan men gemakkelijk de lijst van het benoodigde opmaken. Toezicht op de beplantingen. Een advies van een bekwaam deskundige, drie a vier maal per jaar aan den opzichter der beplanting gegeven, zou zeker gewenscht zijn, en zou ook doelmatig blijken, indien de plaatselijke krachten, noodig om de gegeven wenken en voorschriften uit te voeren, aanwezig zijn. Hiermede, mijne heeren, meenen ondergeteekenden aan uw verlangen te hebben voldaan. Zij gaven volgens hun beste weten inlichtingen en raadzooals zij die door ervaring hebben geleerd zij zouden nog breedvoeriger en détails omtrent som mige punten hebben kunnen uitwijden, maar meenen, dat het geschrevene volstaan kan, om een vakman voor te lichten. Zij eindigen met den wensch, dat de Vereeniging ïAlcinaria" tot eer en de stad Alkmaar tot verfraaing van den schoonen Hout en der plantsoenen moge dienst baar zijn. Met hoogachting, Uwe dw., ANTH. KOSTER. H. COPIJNS. XXXVI. De gemeenteraad van Amsterdam heeft in zijn jongste zitting een besluit genomen van vèr-reikende gevolgen. Na een betrekkelijk zeer kort debat is met groote meer derheid van stemmen een motie aangenomen om 1°. de concessie der A. O. M. in te trekken; 2°. met ingang van 1 Januari 1900 het trambedrijf in eigen be heer te nemen en 3°. B. en W. uit te noodigen zoo spoedig mogelijk voorstellen te doen tot aanleg van nieuwe lijnen. Algemeen werd verwacht, dat een beslissing in deze al zoo lang hangende tram-quaestie eerst zou worden genomen na ampele beraadslaging. Men sprak van ver scheidene middag-zittingen en eenige avond-zittingen groote verhandelingen over de voor- en nadeelen van concessies werden tegemoet gezien. De Raadsleden, die ook nog een begrootings-campagne voor de borst hebben, zijn echter verstandiger geweestzij hadden vooraf bij eenkomsten gehouden om hun stem te bepalen en van bekeeren door treffende redevoeringen was geen sprake meer. Ook B. en W. begrepen dat zij hebben lang onderhandeld èn met den heer Sanders èn met de A. O. M., waarvan het resultaat is geweest, dat zij aan de laatste een nieuwe concessie wenschte te verleenen op voor de gemeente veel voordeeliger voorwaarden. In hun eigen college bestond over deze aangelegenheid groot verschil twee wethouders waren vóór gemeente-exploitatie en de drie andere leden, waaronder de burgemeester, moeeten derhalve de voordracht dragen. Hun was van te voren reeds medegedeeld, dat er van de 45 Raadsleden niet meer dan 13 op hunne hand waren en met zulke wan hopige kansen was 't niet animeerend den strijd op breeden grondslag te aanvaarden. Toch wilde de wet houder van Leeuwen een enkel woord van vermaning niet achterwege laten. Toen eenige felle aanvallen waren gericht op het concessie-systeem stond hij op om den Raad te wijzen op den onberaden stap, dien dit college ging doen. Duidelijk sprak uit zijn toon, dat hij er zich geen illusies van maakte om de vertegenwoordigers der burgerij op het uiterste oogenblik te bewegen in hun vooraf bepaalde stem verandering te brengen, maar even duidelijk klonk uit zijn betoog de heimelijke verwachting, dat eenmaal, als de teleurstelling kwam, nog eens aan zijne waarschuwing zou worden herinnerd. Hij gaf een overzicht van de gevoerde onderhandelingen en van het geen men daarbij had weten te verkrijgen, wees op steden in het buitenland, waar de concessionaris zoowel de be langen van het publiek als van de gemeentekas diende, toonde met feiten aan, dat particuliere maatschappijen in sommige opzichten zuiniger kunnen exploiteeren dan de gemeente, betoogde dat de gemeente-administratie niet was ingericht op het overnemen van zulk een groot be drijf als de A. O. M. om ten slotte een schel licht op de financiëele zijde van het vraagstuk te werpen. Drie jaren was hij nog maar wethouder en in dien tijd had hij 32 millioen moeten leenen nu moest er nog in 13''j millioen voorzien worden en onder die omstandigheden had bij ernstig bezwaar nog weer een nieuwe leening te sluiten voor de afrekening met de A. O. M. Wat de heer van Leeuwen verzweeg maar sedert bekend werd is, dat de financiers eenvoudig niet meer te bewegen zijn aan de hoofdstad geld te leenen de laatste groote leening werd genomen door bankiers, maar hun is 't nog lang niet gelukt die in haar geheel te plaatsen. Hoe t dan te verklaren, dat de Raad aan de gemeente dezen nieuwen post op den rug heeft geschoven? Daarvoor zijn verschillende redenen.Vooreerst is overal een strooming waar te nemen naar gemeente-exploitatie het klinkt zoo eenvoudig, dat een particulier winst behaalt en de gemeente dit evengoed kan doen. Ten andere moest hier rekening worden gehouden met de burgerij. Zij weDschte verandering, omdat eenig direct voordeel daarvan allicht bet gevolg zal wezen. Immers, nu de gemeente het tram-bedrijf overneemt, zal zij aan het publiek moeten toonen, dat zij met het vervoermiddel heel andere plannen heeft dan de inhalige A. O. M. Naar geïsoleerde buurten zullen de rails worden gelegd, al leveren die lijnen nadeelen op in de vroegte zullen werkmans-trams loopen tegen laag tarief en 's avonds zullen de reizigers van de laatste treinen aan het station een wagen gereed vinden, bij het in- en uitgaan van schouwburgen en druk bezochte publieke vermakelijk heden zullen er extra-wagens aanwezig zijn zoodat nie mand meer behoeft te loopen of een rijtuig te nemen veler wensch naar 2'/2 cents-kaartjes vcor korte afstan den zal nu kwalijk onverhoord kunnen blijvenmisschien vervalt ook zelfs wel het fooien stelsel, als de conducteurs gemeente-ambtenaren worden kortomer zal altijd iets te profiteeren zijn. En hapert er wat aan den dienst, dan maar een Raadslid in den arm genomen die altijd milder is met een onderneming waarin zijn eigen geld niet zit dan een particulier exploitant. Er is nog een derde factor, die 't voor Raadsleden moeilijk maakte om de voordracht van B. en W. te steu nen. Stemde zij voor gemeente-exploitatie dan gaven zij blijk volgens de thans hcerschende opvatting van een ruimen blik in het omgekeerde geval stelden zij zich bloot aan de insuniatie dat zij hun mandaat gebruikten om hun aandeelen in de A. O. M. niet te deprecieeren. Deze zijn na de gevallen beslissing natuurlijk sterk ge daald was een nieuwe concessie verleend dan zonden de voorstemmers de verdenking op zich hebben geladen van niet geheel onbaatzuchtig te hebben gehandeld. Nie mand neemt gaarne zulk een schijn op zich wanneer daarvoor niet de minste grond is te meer niet omdat deze bij een periodieke aftreding den Raadszetel groote- lijks in gevaar zou brengen. Al deze overwegingen maken de beslissing, die Woens dag op het Prinsenhof gevallen is, verklaarbaar. Maar of op dien dag de gebruikelijke bede om wijsheid en bedachtzaamheid wel is verhoord, schijnt ons vooralsnog zeer twijfelachtig. Wij willen gaarne toegeven dat alles nog kan meevallen, hoewel de antecedenten niet zeer gunstig zijn. Over den tegenvaller met de eigen telefoon exploitatie schreven wij al vroeger en nu de gemeente de zorg voor het duinwater op zich heeft genomen is 't zomers met de bovenhuizen treuriger dan ooit gesteld. Dat moedigt niet aan en de aanzienlijke vermeerdering van ambtenaren die nu weer te wachten is zal op het belastingbiljet ook wel haar invloed doen gevoelen. In de kosten der verbetering van het Noordzee-kanaal zal de gemeente ook tien procent hebben bij te dragen ge lijk in dezelfde raadszitting werd goedgekeurd ook daaraan had men gehoopt te zullen ontkomen en toch konden die millioenen niet worden geweigerd. Waar moet dat heen De Amsterdamsche belasting-betaler wordt wel-is-waar beschouwd als tailléable et corvéable a merci doch de grens is al overschreden en een hooger percen tage is voor velen eenvoudig niet te dragen. Dat alles heeft blijkbaar de wethouder vun Leeuwen ook voor den geest gehad en eenmaal zal hij vermoedelijk in triomf het Gemeenteblad in de hoogte houden, waarin zijn rede staat afgedrukt. De reis des Keizers heeft tot nog toe onder slechte voorteekenen plaats. Te Alex andre heeft de politie nog juist bijtijds ontdekt, dat er een anarchistischen aanslag tegen den Keizer beraamd was. In den nacht van den 14 werden negen Itali- aanscho anarchisten gearresteerd. Blijkbaar waren zij oorspronkelijk voornemens de in beslag genomen bommen in het Abdin paleis te Kaïro te gebruiken tegen keizer M ilhelm, maar wegens de wijziging in diens plannen veranderden zij ook de hunne. Den 15 seinde de Italiaansche consul-generaal te Kaïro dat twee verdachte anarchisten denzelfden avond uit Ivairo naar Port-Said waren vertrokken. Deze zijn nog niet gearresteerd. De politie verkreeg de zekerheid, dat een herbergier, die met de boosdoeners in verbinding stond, den hof meester van een schip, dat naar Port Saïd en Syrië vertrok had omgekocht om een kist met bommen aan boord te nemen. Blijkbaar was de bedoeling, den aanslag in Palestina uit te voeren. Nauwelijks was het publiek door bovenstaand bericht verontrust, of de tijding volgde, dat de »Hohenzollern" op weg naar Konstantinopel door een geweldigeD storm beloopen werd, waardoor het genoodzaakt werd te Zante voor anker te gaan. Aan boord was alles wel. De »Ind. Beige" meldt nog eens, dat de Sultan voor nemens is aan zijn gast een haven-stad in Klein-Azië aan te bieden, om er een kolen-station te vestigen. KiVOKIiAlVO. Overanderd blijft de publieke opinie in zake lashoda. Zoo merkt de s> Times" 't volgende op(naar aanleiding van het berichtdat Frankrijk zich terug zoude trekken, mits het, als schadeloosstelling een handels-factorij in het Nijl-gebied kreeg)»Wij zijn steeds bereid geweest en wij zijn het nog, iedere con cessie toe te staan ten gerieve van den internationalen handel in streken, waar onze invloed overwegend is. Maar wij kunnen Frankrijk niet zulk een concessie geven, als schadeloosstelling voor het begaan van een onwettige, onvriendschappelijke handeling. Deden wij het, dan zouden wij daardoor aanmoedigen, dat alle landen, wier belangen met de onze in conflict komen, op dezelfde wijze tegenover ons optreden en dat is toch onmogelijk van ons te vergen." De oud-minister Asquith, uit het kabinet-Rosebery, is bij een politieke redevoering in Schotland, krachtig op getreden ten gunste van de houding der Regeering in de Nijl-quaestie. Hij zeide, dat alles wat lord Salisbury te doen heeft, is zóó te handelen als hij gesproken heeft. Ofschoon deze quaestie aller aandacht in beslag neemt, heeft de Times' toch nog tijd en ruimte gevonden voor eenige zeer lange artikelen over de Dreyfus-zaak, waarin trankrijks volharden in den eenmaal ingeslagen weg van onrecht en machtsmisbruik een gevaar voor Europa genoemd wordt. Uit dien hoofde, zoo zegt het in vloedrijke blad, gaat het niet meer aan over deze droevige zaak te zwijgen, als ware zij uitsluitend een binnenlandsche aangelegenheid onzer Fransche naburen, wij hebben lang geaarzeld, vóór wij eene opinie gevormd hadden, en vóór wij die uitspraken, thans kunnen wij haar Diet langer verzwijgen." Terecht noemt het blad de behandeling, die Picqnart ondergaat, den maatstaf, waarnaar men de geheele pro cedure-Dreyfus moet afmeten. FB1NKR1JK. olgens de »Temps" spreekt het ministerie van oorlog formeel het bericht van een mili taire samenzwering tegen. Het gerucht van de samenzwering der generaals maakte geen diepen indruk in de staatkundige wereld. Men ge looft niet dat stappen zijn gedaan om de aa-Ddacht van Brisson op het bestaan van een complot te vestigen, maar men meent, dat revisionnistische dagbladschrijvers den minister-president den raad hebben gegeven om op enkele generaals te letten. Het ministerie van binnenlandsche zaken weigert in lichtingen te geven, maar men verklaart deze gesloten heid door op te merken, dat het onvoorzichtig zou zijn beschuldigingen, die niet op bepaalde feiton betrekking hebben, beslist tegen te spreken. De geruchten over een samenzwering zijn ontstaan ten gevolge van herhaalde samenkomsten te Versailles van een generaal met pater Dulac, van een anderen generaal met Déroulède en van een derden generaal, die in het proces-Zola was betrokken, met prins Napoleon te Brussel, aan wien deze generaal geseind zou hebben. Men gelooft niet, dat de gesprekken met pater Dulac en Déroulède van staatkundigen inhoud yvaren. De zitting van den ministeraad van den 15 was gedeeltelijk gewijd aan een bespreking van de zaak- Picquart en het conflict tusschen de militaire en burger lijke justitie in deze. Geen enkel wetsartikel geeft een wettelijke oplossing, en er zijn geen precedenten. De onder-minister van binnenlandsche zaken Vallée begaf zich na afloop van den ministerraad met den heer Sarrien naar het ministerie van justitie om de studie van het vraagstuk met de directeuren van het ministerie voort te zetten. Intusschen doet de »Siècle" door een treffende verge lijking nog eens een schel licht vallen op den schande lijken willekeur van de hooge militaire autoriteiten. Luccheni, de lage sluipmoordenaar, van keizerin Eliza beth, zoo zegt 't blad, zit in zijn gevangenis »au secret", maar zijn advocaat mag vrij zijn cel binnengaan. Picquart, een held die zich zelf heeft gegeven voor de zaak van de waarheid, zit op grond van een belachelijke aanklacht ook »au secret", maar zijn advocaat wordt streng uit zijn nabijheid gehouden. De werkstaking der spoorwegbeambten is geheel mislukt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 2