No. 128. Eerste blad. Honderdste jaargang. 1898. Gemeenteraad v. Alkmaar. 6 30 45 6 10 2 4 51 36 X 54 4 40 X 60 7 30 45 7 50 X 75 ALKMAABSCHE COL BAAT. Deze Courant wordt Dlnsda g-, Donderdag- ei Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het geheele rijk f 1. 3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. V R IJ D A G Telefoonnummer: 3. 28 OCTOBER. Prijs der gewone advertentien Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Vervolg van het Tweede blad. B ij n e c o m. 7. In de laatste raadsvergadering kwam voor de zoo- veelste maal het onderwerp »Rijnecom" ter sprake. Ten einde deze zaak in het reine te brengen zal het naar de meening van B. en W. goed zijn en stellen zij mitsdien voor alsnog de navolgende wijzigingen te bren gen in het in de vorige zitting aangeboden ontwerp-be- sluit: voorwaarde g worde gelezen als volgt Met wijziging in zoover van eenige der op de teekening aangegeven riooldoor sneden moeten de riolen eene wijdte heb - ben als volgt die gelegen tusschen de op de teekening aangebrachte roode cijfers 1 tot 2 2 31 0 K\ eene wijdte van 25 x 35 centimeters. 1) 5 6 7 f X n n D 7' v> 8 n X 9 n In voorwaarde h wordt do zinsnede aanvangende met de woorden »De rioolmond in de Singelgracht moet enz. geroyeerd in de plaats waarvan wordt gelezen Het gedeelte riool gelegen tusschen de roode cijjers 8 en 7 moet zoodanig worden gelegd dat de afwatering plaats heeft door het gedeelte riool aangeduid met de cijfers 79, in de Bleekersloot. Over dit onderwerp is voor de zooveelste maal een zeer breedvoerige discussie gevoerd, eene discussie die zich thans bijkans uitsluitend bepaalde over de wijze van aansluiting van de Emmastraat met den Nieuwlander- singel en over den termijn, binnen welke die aansluiting moest zijn tot stand gebracht. De heer Kraakman zou de straat, die de bedoelde aansluiting moet tot stand brengen, geheel bestraat wil len hebbben binnen oen jaar. Mocht het blijken, dat die termijn te kort was dan zou de Raad later steeds tot verlenging kunnen besluiten. De heer de Groot daarentegen en met hem de V o o r- z i 11 e r en de heer Bosman zouden deze straat gelijk ook Rijnecom wenscht niet binnen dien tijd bestraat willen hebben. De heer Bosman achtte dit voor de gemeente, die deze straat anders zou moeten over nemen en daardoor het onderhoud op zich nemen, niet wensehelijk, zoolang daarlangs nog geene huizen waren gebouwd. De heer de Groot voegde hieraan toe, dat het belang van Rijnecom medebracht, de aansluiting zoo goed mogelijk te doen, weshalve door haar reeds puin en grind was aangekocht, om den verbindingsweg voor- loopig te beharden. De heer Kraakman zou vreezen, dat Rijnecom bij niet bestrating geene goede aansluiting zou in het leven roepen. Daarvoor waren de andere heeren echter in geenen deele bevreesd. Inziende, dat een middelweg in dit geval verkiezelijk zon zijn, gaf spr. in overweging, om de aansluiting bin nen een jaar te doen tot stand brengen, voorloopig naar goedvinden van B. en W. Dit amendement werd echter niet ondersteund, waarna zonder hoofdelijke stemming werd besloten, dat de aan sluiting van de Emmastraat met den Nieuwlandersingel moet geschieden binnen een jaar, zonder dat die verbin dingsweg bestraat zal moeten zijn. De overige voorstellen van B. en W. werden achter eenvolgens alle aangenomen, ook het in de vorige zitting door den heer Bruinvis ingediende amendement op de poenale bepalingen nadat bij stemming de heeren [Jans sen, Bosman, Goede, Boelmans ter Spill en Kraakman zich daartegen verklaard hadden. Uitgang op den Achterweg. 8. P. Mooij heeft verzocht om op zijn erf, gelegen aan den Achterweg, vier woonhuizen te mogen bouwen en te dien einde over de Zandersloot een brugje te mogen doen maken ter breedte van 2 Meter. Het komt B. en W. voor, dat er tegen het leggen van het bedoelde brugje, behoudens de rechten van derden en tot wederopzeggens geen bezwaar bestaat. Echter achten zij het niet wensehelijk dien uitgang te verleenen juist vóór het groote grasvlak, doch zonden zij liever daartoe zien aangewezen den zuidoosthoek van het bouw terrein, zoodat de uitgang wordt verkregen op den Ach terweg en niet als ware het op den Rijksstraatweg. Zij stellen daarom voor te besluiten aan Pieter Mooij alhier tot wederopzeggens en be houdens de rechten van derden vergunning te verleenen tot het maken van een uitweg door middel van een brugje ter breedte van twee Meters, 't welk den zuid oosthoek van zijn erf met den Achterweg zal verbinden, onder voorwaarde dat het brugje moet worden gemaakt en onderhouden tot goedkeuring van burgemeester en wethouders b. dat door hem jaarlijks op 15 November ten kantore van den Gemeente-ontvanger een recognitie van f 1 worde betaald c. dat de onderkant der brugliggers moet overeenkomen met die van de Rijksbrug nabij de Vier Staten. De heer de Groot zou het leggen van het bruggetje liever over het midden der te bouwen pereeelen willen toestaan. Voorts zon hij de recognitie niet op 1 maar op f 4d. i. f 1 voor elk perceel willen stellen. De heer Kraakman kan zich met beide voorstel len vereenigen. Wanneer echter de brug in het midden wordt gelegdzal over het breede grasvlak een pad komen. Wordt daardoor het terrein niet onttrokken aan het vrije gebruik der gemeente Spr. denkt zich het gevaldat de grond voor de eene of andere inrich ting benoodigd is. De Voorzitter zegtdat deze omstandigheid B. en W. juist heeft doen bewegen, het terrein vrij te hou den. Maar nu de vergunning verleend wordt tot weder opzeggens heeft hij tegen het voorstel-de Groot geen bezwaar. Gewijzigdovereenkomstig het amendement- de Groot wordt het voorstel zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. mannen- en Vrouwengasthuis. 9. De Regenten van het Mannen- en Vrouwenhuis wenschen te worden gemachtigd om aan den Vader en de Moeder van het gesticht, H. .J. de Jong en echtgenoote, die een eervol ontslag uit hunne betrekking hebben aan gevraagd, 't welk door de Regenten aan hen zal worden verleend een jaarlijksch pensioen van f 150 te mogen toekennen. De genoemde personen hebben tot groote tevre denheid van Regenten, onafgebroken gedurende 23 jaren ijverig en nauwgezet de hun opgelegde taak verricht, zoodat er naar de meening van B. en W. termen bestaan om aan dien wensch tegemoet te komen. Voorts deelen Regenten mede het voornemen te heb ben sollicitanten op te roepen voor huismeester en huis meesteres de man hoofdzakelijk voor keuring der levens middelen alsmede het verrichten van boodschappen, de vrouw speciaal voor de keuken, de jaarwedde voor beiden tezamen te stellen op f 250. Het komt B. en W. voor dat de voordracht van Regenten om de jaarwedde van het nieuw te benoemen echtpaar op f 250 te bepalen, bij den Raad geene tegen kanting zal ontmoeten. Doch tegen de benaming van huismeester en huismeesteres bestaat huns inziens bezwaar, zoolang er in het Reglement nog van binnenvader en binnenmoeder gesproken wordt. Het zal dus aanbeveling verdienen heeren Regenten uit te noodigen eene wijzi ging van het Reglement voor hun gesticht te willen voordragen. Ten slotte stallen Regenten voor om te willen goed keuren, dat de badinrichting aan het gesticht voor het publiek zal worden gesloten met ingang van 15 Novem ber a. s. Ook hiertegen hebben B. en W. geen bezwaar. Op grond van het bovenstaande stellen zij voor te be sluiten a. heeren Regenten van het Mannen- en Vrouwengasthuis te machtigen ten laste van het gesticht een jaarlijksch pensioen toe te kennen van f150 aan H. J. de Jong en echtgenoote met ingang van den datum van hun eervol ontslag b. goed te keuren, dat, ter vervulling der vacatures sol licitanten worden opgeroepen tegen eene jaarwedde voor beiden tezamen van f 250, met uitnoodiging ech ter om de benamingen van »binnenvader" en »bin- nen moeder" niet te willen veranderen, alvorens door heeren Regenten een voorstel tot wijziging van het Reglement voor hun gesticht zal zijn ingezonden, waar bij wellicht ook nog andere tekortkomingen in het Reglement kunnen worden opgeheven c. de badinrichting verbonden aan het Mannen- en Vrou- wengasthuis met ingang van 15 November 1898 niet meer ten gebruike van bet publiek open te stellen en met ingang van dien datum in te trekken en buiten werking te stellen het Reglement voor het gebruik der badinrichting in het gasthuis te Alkmaar, zooals dat is vastgesteld by raadsbesluit van 16 Januari 1889 No. 15 (Gemeenteblad No. 13 van 1889). De heer Bosman vestigt er de aandacht op, dat Regenten voorstellen een pensioen voor beiden, vader en moeder, te bepalen op f 150. Uit de dienstjaren moet hij opmaken, ofschoon hij deze lieden niet kent, dat het al menschen zijn van eenigen leeftijd. Is het de bedoeling de langstlevende van beiden in het genot te stellen van het volle pensioen van f 150 of wel van f 75? De heer Janssen deelt mede, dat beide personen elk bijkans 70 jaren tellen. Over de hoegrootheid van het pen sioen van den langstlevende is echter door Regenten niet gesproken. Sp. zou meenen, van de helft. De heer Kraakman zou voor den langstlevende i 100 willen bepalen. De heer Bosman zou voor dezen het volle bedrag van f 150 willen behouden. Daarbij sluit zich de V o o rz it t e r aan, die f 150 voor beiden al niet te hoog vindt. De Raad vereenigt zich met dit amendement. De voorstellen a, b en c worden overigens zonder hoof delijke stemming aangenomen. Bemeente- reiniging. 10. B. en W. stellen voor te nemen het volgende besluit de Raad der gemeente Alkmaar, Overwegende, dat 's raadsbesluit van 28 September 1.1. No. 5. tot aankoop van land, te voldoen met een gedeelte van het kapitaal 't welk ten name dezer gemeente is in geschreven op het Grootboek der Ned. Werk. Schuld, bij de Gedeputeerde Staten dezer provincie in hoofdzaak geene bedenking ontmoet dat het echter aan heeren Gedeputeerde Staten, ter vermijding van moeielijkheden noodzakelijk voorkomt door den Raad te doen bepalen hoe groot het nominaal bedrag der inschrijving zal zijn, 't welk voor verkoop in aan merking komt ter voldoening der koopsom ad f 13200 van het in eigendom over te nemen land Besluit 's Raadsbesluit van 28 September 1.1. No. 5 in dier voege aan te vullen, dat punt B luidt als volgt De sub A bedoelde koopprijs te voldoen met een ge deelte van het kapitaal ten name dezer gemeente inge schreven op het Grootboek der 21/ï 0/o Ned. Werk. Schuld en wel onder letter A, Deel 10, No. 2986, tot een nomi naal bedrag van f 15400. De heer de Lange doet opmerken dat de koers der 2°/0 inschrijvingen sedert de indiening van het voorstel eenigszins gedaald is en wel van 86 °/0 tot 84 °/0. In verband daarmede geeft hij in overweging het voorstel zoodanig te wijzigendat in stede van 15490", worde gelezen ton hoogste f 15600. De heer P r e ij e r vraagt of uit dit kapitaal ook de kosten van overdracht bestreden moeten worden, waarop de Voorzitter antwoordtdat de betaling dier kosten uit de gewone middelen geschiedt. De heer Kraakman is tegen de uitdrukking ten hoogste. Ged. Staten zullen een fixum willen. Naar spr. meening is er niets tegen om het voorstel van B. en W. te behouden. De heer Goede zou liever met het voorstel-de Lange mede gaan. Het voorstel van B. en W. wordt echter zonder hoof delijke stemming aangenomen. Verordening ontrent beperking van den eigendom ln betrekking tot erven. 11. B. en W. geven na gehouden overleg met de Commissie bedoeld in art. 166 der Gemeentewet, in over weging te nemen het volgende besluit de Raad Gelezen een missive dd. 28 September 1.1. No. 34 van heeren Gedeputeerde Staten van Noordholland waaruit blijktdat door Z.E. den minister van Binnenlandsche Zaken eene wijziging wordt noodig geacht in de op 1 Juni 1.1. vastgestelde verordening houdende bepalingen omtrent beperking van den eigendom in betrekking tot ervenin zoover naar de meening van den Minister duidelijker behoort uit te komen, dat art. 1 niet op zich zelf staat doch als het ware de inleiding vormt tot de hepaling welke in art. 2 nader wordt uitgewerkt Overwegende dat van deze gelegenheid kan worden gebruik gemaakt om art. 2 in dier voege aan te vullen dat ook de wijze van beharding of bestrating van aan te leggen wegen straten of voetpaden door den Raad worde voorgeschreven Gelet op art. 135 der Gemeentewet Besluit vast te stellen de navolgende verordening Verordening tot wijziging der verordening houdende bepalingen omtrent beperking van den eigendom in betrekking tot ervenzooals die is vastgesteld bij raadsbesluit van 1 Juni 1898 No. 3 (Gemeenteblad No. 84). In art. 1 volgen aan het slot achter het woord ivoor- waarden" de woorden overeenkomstig art. 2. In art. 2 vervalt in den voorlaatsten regel het woord »en", terwijl in dien regel tusschen de woorden iriolee- ring" en idaarvan" worden gevoegd de woordenen de wijze van beharding of bestrating zoodat art. 2 thans ais volgt luidt Zoo dikwijls de gemeenteraad aan particulieren vergun ning verleent tot den aanleg van een wegstraat of voetpad, wordt daarbij voorgeschreven de richting waarin de straat, de weg of het voetpad zal worden gelegdzoomede de breedtehet peilde rioleering en de wijze van beharding of bestrating daarvan evenals het aanleggen van brand kranen. De heer P r e ij e r vraagt, of het niet wensehelijk is, in art. 2 ook de verplichting tot verlichting te begrijpen. De heer Kraakman acht den Raad daartoe volkomen bevoegd. Spr. ziet er echter geen bezwaar in artikel 2 zoo aan te nemen. Als later de overdracht van een straat plaats heeft, kan de Raad het aanbrengen van verlichting nog altijd bepalen. Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna de verorde ning onveranderd vastgesteld. Rijden in het Fnfdsen enz. 12. Art 1 der verordening tot aanvulling der Alge meens Politieverordening levert in de praktijk zoovele bezwaren opdat onverwijlde wijziging daarvan nood zakelijk is. De klachten over het niet meer mogen rijden j'door andere openbare straten of stegen die eene mindere

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1