kas van f 2314. Aldus wordt zonder hoofdolijke stem ming besloten. Paardentram AlkmaarOudkarspel. 5. Onafgedaan is tot heden gebleven een adres van hot bestuur der Naaml. Venn. Alkmaarsche Tramver- eouigingconcessionarissen van den ontworpen Tramweg AlkmaarLangedijk waarbij zij zich de vrijheid ver oorloven eene rente-guarantie aan te vragen van 3 van het voor den aanleg dier tram benoodigde kapitaal in de bepaalde overtuiging dat deze niets meer zal zijn dan oen vorm tot het meer gomakkelijk bijeenbrengen van de nog ontbrekende 50 millezijnde a/s van het vereisehte kapitaal. Tnsschen dit stuk en het adres van de Noorder Stoom- tramvereeniging (Alkmaar— Schagen) bestaat in zoover geene overeenkomstdewijl laatstgenoemde vereeniging den directen financieelen steun dezer gemeente heeft in geroepen terwijl de Naamlooze Vennootschap »Alk- maarsche Tramvereeniging" slechts verzoekt om de rente van het door haar op te nemen kapitaal naar 3 procent te willen garandeeren. In den grond der zaak evenwel komen beide verzoeken op hetzelfde neer men vraagt der gemeente om ten behoeve der uitbreiding van de verkeersmiddelenfinaneiëele verplichtingen te willen op zich nemen. Het gevoelen van B. en W. in deze is bekend. Omdat de gemeente geene financieele verplichtingen heeft op zich genomon ten behoeve van de stoomtrams Alkmaar Purmerend en AlkmaarHaarlem, achtten zij het onraad zaam dit wel te doen voor de stoomtram Alkmaar Schagen wijl daaruit zou voortvloeien dat later zeer waarschijnlijk ook voor die van Alkmaar naar de Egmon- den en Bergen bij de gemeente om hulp zou worden aangokloptgelijk thans wordt gedaan voor de tram AlkmaarOudkarspel. De Raad heeft echter in zijne vergadering van 13 Juli 1.1. ten duidelijkste getoond in gevoelen met B. on W. te verschillen door aan de Noorderstoomtramvereoniging financieele hulp toe te zeggen. Men zal dan ook verwachtendat de Raad voor eene inwilliging van het onderhavige adres evenzeer ganstig gestemd is. Maar B. en W. meenen er toch op te mooten wijzendat er althans in deze van geen prece dent sprake kan zijn omdat hot op 13 Juli 1.1. geno men besluit den aanleg van een stoomtram gold, terwijl in het onderhavige geval van den aanleg van een paar dentram sprake is. Zij geven daarom ook nu in over weging aan de adressanten te berichten dat de Raad ongenegen is voor de gemeente financieele verplichtingen op zich te nemen voor den aanleg van een paardentram AlkmaarOudkarspel. Do heer Boelmans ter Spill moet opmerken dat het zeer moei olijk valt een ander voorstel te doen dan B. en W. voorstellen, ofschoon hij zich toch niet met hen kan vereenigen. Hij zou met B. en W. niet de garantie willen toezeggen voor het geheele kapitaal, maar om heelemaal niets te doen daartegen moet hij zich verzetten. Spr. zou daarom aan do adressanten willen berichten, dat de Raad niet ongenegen is eenigen steun te verleenen. De Voorzitter vindt dit voorstel te onbepaald. Hij verzoekt vorigen spr. om oen bepaald voorstel in te dienen, hetwelk dan in nadore overweging kan worden genomen, er echter bij opmerkende dat nog niemand zijn steun aan het denkbeeld van dien spr. heeft verleend. De heer Boelmans ter Spill verklaart nog niet te wetenwat hij zou wenschen voor te stelleh het nemen van aandeelen of het garandeeren van rente. Besluit de Raad echter om aan de onderneming finan cieelen steun te verleenendan is zoodanig besluit naar spr. meening niet onbepaald. De Voorzitter moet opmerken, dat hij, rekening houdende met de motieven door B. on W. in hun voor stel vermeld het een gewaagd stuk vindt rentegarantie te verleenen voor een paardentram. De heer de Groot daarontegen kan zich met de ge dachte van den heer Boelmans ter Spill wel vereenigen. Bij de tram AlkmaarSchagen heeft de Raad ook niet an ders besloten dan financitielen steun te verleenen. Spr. zou ook hier wel eenige medewerking willen toezeggen kon wekken doch of het soms kwam van de agitatie door mijn klein avontuur teweeggebracht, kan ik niet zeggen, zeker is het dat ik den nacht, die volgde op het voorval, dat ik a zoo juist verhaald heb, voel minder vast sliep dan gewoonlijk. Half in slaap had ik een schemerend bewustzijn, dat er iemand in mijne kamer heen en weer liep en langzamerhand werd het mij hel der, dat mijne vronw zich had gekleed, haar mantel aan deed en haar hoed opzette. Mijne lippen openden zich als wildon zij eenige woorden van verbazing over deze ontijdige handelingen uitdrukken, toen mijn blik plotseling viel op haar gelaat dat door het kaarslicht werd beschenen en van schrik kon ik nu geen woord uiten. Op haar gezicht lag eene uitdrukking, zooals ik er te voren nooit op had gezien. Zij was doodsbleek en snel adem halende en steelsgewijs naar het bed blikkende, om te zien, of zij mij ook had gestoord, maakte zij haar mantel vast. Daarna, denkende dat ik nog in slaap was, sloop zij geruischloos de kamer uit een oogenblik daarna hoorde ik een scherp gekraak, dat alleen veroorzaakt kan zijn, door het open en dicht gaan der voordeur. Ik zat in het bed overeind en sloeg met de knokkels tegen den wand als om mij te overtuigen, dat ik wel goed wakker was. Toen nam ik mijn horloge van onder het kussen weg. Het was drie uur in den morgen. Wat in 's hemelsnaam kon mijn vrouw bowogen, om drie uur in den morgen uit te gaan »Ik had ongeveer twintig minuten in mijn bed over eind gezeten, over de zaak nadenkendo om er een verkla ring voor te vinden. Hoe meer ik er over nadacht, hoe buitengewonor en onverklaarbaarder mij haar heengaan toescheen. Nog peinsde ik er over, toen do donr weer zacht word gesloten on ik haar voetstappen op do trap hoorde. »Waar in 's hemelsnaam zijt gij geweest, Effio vroeg ik, toen zij binnentrad. Toen zij mijne stem hoorde slaakte zij een kreet van schrik en die kreet en haar schrik brachten mij meer van streek dan al het andere, want daar was iets on beschrijfelijk schuldigs is. Mjjn vrouw had zich altjjd en het verzoek daarom niet direct van do hand willen wijzen. De heer Prepr wijst er op, dat voor 75 aandeelen ingeschreven is zoodat er nog 50 mille ontbreekt. Hij vraagtof voor die f 50000 de garantie der rente wordt gevraagd. De heer Boelmans ter Spill antwoordt ont kennend. De heer Kraakman steltin verband met hot ge sprokene, een amendement voorttrekkende om de conclusie van het voorstel van B. en W. in dien zin aan te vullen, dat tnsschen de woorden »gemeente" en sfinancieele" worden ingelascht de woordende verlangde. De heer Bosman zal op eene betere verbinding van Alkmaar met de Langedijken prijs stellen. Daarom zou ook hij wel eenigen steun willen verleenendoch on der voorwaardedat de adressanten moeten trachten eene betere concessie te verkrijgen, dan zij thans bezit ten. De Raad van Broek op Langedijk moet in zijne vergunning verboden hebben het uitoefenen van den dienst op Zondag. Tot zoolang die voorwaarde gehand haafd wordt, is spr. tegon eenige geldelijke tegemoetko ming. Zondags is er juist een druk verkeer. De Voorzitter zal het amendement-Kraakman in stemming brengen. De heer Boei mans ter Spill verzoekt het spr. ten goede te houden, wanneer hij verklaart, dat volgens zijne meening de leden, die voor het verleenen van steun zijn, tegen dit amendement moeten stemmen. De Voorzitter is het met die meening niet eens. Het amendement kan gerust aangenomen worden, omdat de Raad daardoor volkomen vrij blijft. De heer Bosman zou liever niet voor het amendement stemmen zoolang geen betere concessie is vorkregen. De V oorzitter geeft in overweging daarvan geen voorstel te maken. Door het raadsverslag komt dit bezwaar reeds ter kennis van 't publiek en daardoor van de adressanten. Het amendement-Kraakman wordt in stemming ge bracht en met algemeene stemmen aaugenomen. Zander- en Bleekersloot. 6. Den 22 October 1897 hebben B. en W. zich tot het bestuur van den polder Overdie en Achtermeer ge wond met de vraag of- en zoo ja onder welke voor waarden de polder genegen zou zijn de Zaudersloot, voor zooveel die gelegen is in den polder Overdie en Achter- meer, alsmede de Bleekersloot aan deze gemeente in eigendom over te dragen. Niettegenstaande B. en W. hadden laten uitkomen, dat het niet in de bedoeling van de gemeente lag de genoemde slooten te dempen doch deze voor de af watering der landerijen in tact te laten, werd het be richt ontvangen, dat het polder-bestuur besloten had de Zandersloot zoo veel dio gelegen is in den genoemden polder alsmede de Bleekersloot niet te verkoopen. Van dit schrijven word aan den Raad in zijne zitting van 22 December 1897 mededeeling gedaan, bij welke gelegenheid is gebleken, dat hij op den eigendom dier slooten bijzonder veel prijs stelde, weshalve werd toege zegd, dat dienaangaande een historisch onderzoek zou worden ingesteld. De heer Bruinvis hoeft zich met dat onderzoek belast en uit het resultaat zijner nasporingen blijkt, dat de ge heele zandnaart (Zander- en Bleekersloot) in de gemeente Alkmaar is gegraven op kosten en in grond aangekocht door de stad, zoodat deze eenig eigenares is. Onder mededeeling der opgespoorde historische bijzon derheden achtten B. en W. zich geroepen aan het pol derbestuur de vraag te stellen of het, naar aanleiding daarvan, thans genegen zou zijn mede te werken tot eene rectificatie der kadastrale tenaamstelling van de be doelde sloot, waarop tot antwoord werd ontvangen, dat men op dezelfde gronden, als waarop men gemeend heeft de bewuste slooten niet te verkoopen, niet bereid was tot de verlangde rectificatie zijne medewerking te ver leenen. Dit antwoord gaf B. en W. aanleiding te vragen met die gronden bekend te worden gemaakt, terwijl zij tevens aan het bestuur in ernstige overweging gaven op zijn laatstgenomen besluit terug te komen, ter voorkoming doen kennen als iemand van een eerlijk, openhartig karakter en ik huiverde onwillekeurig, toen ik haar zag achteruitdeinzen en kreten van angst op het hooren van haar eigon naam hoorde slaken. »Zijt gij wakker, Jack vroeg zij zenuwachtig lachend. »Wel, ik dacht, dat niets u kon wakker maken." Waai' zijt gij geweest vroeg ik op strengen toon. „Het verwondert mij niet, dat gij verrast zijt," zeide zij en ik kon zien, dat haar vingors beefden, toen zij haar mantel losmaakte. »Ik herinner mij niet ver volgde zij, vroeger ooit zoo iets gedaan te hebben. De zaak isdat ik mij beklemd gevoelde en naar een beetje frissche lucht snakte. Ik ware zeker bezwijmd als ik niet naar buiten was gegaan ik stond een paar minuten aan de deur en ben nu weer geheel mijzelf." Terwijl zij mij dat vertelde, keek ze mij geen enkelen keer aanen in haar stem was een vreemde klank. Het was mij duidelijk dat zjj onwaarheid sprak. Ik gaf haar geen antwoordmaar keerde mijn gelaat naar den muur, ziek van hart en mijn geest vervuld van duizend twijfelingen en kwade vermoedens. Wat hield mijn vrouw voor mij verborgen Waar was zij dezen nacht geweest Ik gevoeldedat ik geen vrede zou hebben voor ik dit wist, en toch deinsdo ik er voor terug het haar te vragen nadat zij mij eens een lengen had verteld. Den geheelen nacht peinsde ik over het geval, en trachtto mij er te ver geefs eene juiste voorstelling van te vormen. »Het was mijn plan geweest, dien dag naar de City te gaanmaar ik was te veel van streok, om eenige aandacht aan mijn zaak te schenken. Mijn vrouw scheen evenzeer veranderd als ik zelfen uit de vragende blikken die zij mij toewierpmaakte ik op, dat zjj begreepdat ik haar niet geloofde, en dat zij ten einde raad was. Bij het ontbijt wisselden wij ternauwernood een enkel woord en onmiddellijk daarna deed ik oen wandeling in de hoopdat de frissche lucht mijne onaangenamo gedachten mocht verdrijven. »Ik wandelde naar hot Crystal Palace, bracht een uur door in den daarbij gelegou tuin en was om één uur van hunnerzijds voorgenomen maatregelen om de eigen- domsquaestie van de genoemde slooten langs den weg van rechten te doen oplossen. Als antwoord daarop werd medegedeeld dat' de gronden der weigering berustten op de vrees, dat de rioleering der vele inzicht zijnde gebouwen zal uitloopen in genoemde slooten en dat daardoor het drinkwater voor hot vee zal verontroinigd worden. Het komt B. en W. voor, dat de redenen van het polderbestuur, ten aanzien van de vraag wie eigenaar of eigenares van de hierbedoelde slooten is, al bijzonder zwak zijn. Daarentegen zijn de gronden waarop het ge meentebestuur van Alkmaar eigendomsrechten op deze slooten meent te kunnen uitoefenen, tamelijk sterk. Het belang der zaak brengt h.i. mede haar thans tot eene oplossing te brengen. Om die reden zouden zij het raadzaam achten ter zake een rechtskundig advies in te winnen, teneinde daarna zoo noodig te besluiten om over te gaan tot het voeren van een rechtsgeding. Mitsdien stellen zij voor te besluiten Burgemeester en wethouders uit te noodigen een rechtskundig advios in te winnen omtrent de vraag wie eigenaar of eigenares is van de zoogenaamde Zandersloot voor zooveel daarop thans eigendomsrechten wordon uit geoefend door het polderbestuur van Overdie en Ach termeer (kad. sectie F. No. 362) alsmede van de Blee kersloot (kad. sectie P No. 543). De heer Bosman vraagt of er door den polder wel eigendomsrechten op worden uitgeoefend. De Voorzitter antwoordt bevestigend; ze ge schiedt krachtens het polderreglement. De heer Kraakman is voor zich zelf niet genogen met dit besluit mede te gaanzooals het daar ligt. Hij zou eene speciale commissie willen benoemen, om in een volgende vergadering, na overleg met B. on W., hare meening ten deze kenbaar te maken. In dit voorstel vindt spr. niet gememoreerd dat de gemeente steeds heeft verpacht de visscherij in dit water. Aan alle prae- advies wil spr. daarom een nader onderzoek doen voor afgaan. Het. inwinnen van een rechtskundig advios acht spr. nog niet noodig en niet gowenscht. Men moot niet vergeten, dat het een proces geldt tegen Alkmaarders. Aanstonds is de gemeente zelf ingeland van den polder. Spr. stelt voor omtrent deze zaak in geene diepere dis cussie te treden, maar eene commissie te benoemen. De heer de Groot kan hierin volkomen medegaan en geeft in overweging de commissie uit drie leden te doen bestaan. Nadat de Raad hieraan zijne goedkeuring hecht, benoemt de Voorzitter tot leden der commissie de hoeren Boelmans ter Spill, Kraakman en de Groot. De hoor Kraakman zou den heer Bruinvis ook gaarne als lid dier Oommissie zien aangewezen. De Raad bepaalt in verband hiermede, dat de Commissie vier leden zal tellen, waarna de heer Bruinvis als vierde lid wordt aangewezen. (Vervolg i/h Eerste blad.) Harlngcarspel. Het bestuur van de banne Ha- ringcarspel heeft in zijne vergadering van den 24 afwij zend beschikt op het verzoekschrift ingediend door het bestuur van de Groentevereeniging »Waarland en om streken" om door overbrugging van de ringvaart en den aanleg van een weg door den Smeugolpoldor, een ver bindingsweg te verkrijgen tnsschen den polder Waarland en het station Noordscharwoude. Hciloo. Den 25 hield het Nutsdepartement zijne eerste en zeer goed bezochte openbare bijeenkomst met dames in dit seizoen, t Was een genoegen, den heer Jansen, van Haarlem, die hier geen onbekende is, ander maal te hooren. Ernst en luim wisselden elkander af, en opgewekt en zeer voldaan ging men huiswaarts. Het voornemen bestaat, de volgende maand met een volks voorlezing de proef te nemen. De heer H. van den Berg uit Alkmaar, heeft zich voor dit doel welwillend beschik baar gesteld. in Norbury terug. Het toeval wildedat ik de hoeve voorbij kwam en ik bleef een oogenblik staan om naar de vensters te kijken en te zien of ik nog eens een glimp kon opvangen van het vreemde gezicht, dat ik den vorigen dag had gezien. Maar verbeeld u mijn schrik, mijnheer Holmes, toen plotseling de deur open ging en mijn vrouw naar buiten kwam. »Ik was sprakeloos van verbazing, maar mijne ont roering was niets bij die welke zich op haar gelaat vertoonde. Een oogenblik scheen zij er aan te denken, in het huis terug te keeren, doch ziende dat zjj haar gedrag niet meer voor mij verborgen kon houden kwam zij naar mij toe doodsbleekmet verschrikte oogen, die in schrille tegenspraak waren met den glim lach op haar lippen. »0, Jackzeide zij, »ik ben naar binnen geweest, om te zien, of ik onze buren ook van dienst kou zijn. Waarom kijk je mij zoo aan, Jack Je bent toch niet boos op mij »Zoo," zeide ik, »hier ben je dus van nacht geweest." »Wat bedoel je riep zij. »Je bent bier geweest, ik ben er zeker van. Welke menschen wonen hier, dat gij ze midden in den nacht bezoekt »Ik ben hier voor dezen nooit geweest." »Hoe kun je mij met opzet voorliegen? Uwe stem zelfs jbeeft terwijl gij spreekt. Wanneer heb ik ooit een geheim voor u gehad? Ik zal in dit huis gaan on de zaak nauwkourig onderzoeken." »Neen, neen, Jack, om Godswil hijgde zij in de grootste ontroering. En toen ik de deur naderde, greep zij mij bij den arm en trok my met kracht terug. »Ik smeek u, Jack, dit niet te doen," riep zij. »Ik zweer u, dat ik u te eoniger tijd alles zal vertellen, maar niets dan diende kan er van komen, als gy dit huis binnentreedt." Toon ik haar van mij trachtto af te schudden, klemde zij zich als een waanzinnige aan mij vast. »Vertrouw mij Jack. Vertrouw mij in die eene zaakkreet zij. »Het zal u nooit berouwen. Ge weet, dat ik geen geheim voor u zou hebben als het niet ter wille van u zelf was. Ons geheele levens geluk staat op het spel. Als gij met mij naar huis gaat zal alles in orde komendoch ais gij dit huis binnengaat, is alles tnsschen ons gedaan." Wordt vervolgd. Drakkerij v. Herms. Goster Zoon.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 6