No. 130.
Honderdste jaargang,
1898.
WOENSDAG
2 NOVEMBER.
Amsterdamsche Brieven.
Haagsche Brieven.
ALKIHAAKSCIIE OOIBAAT.
Deze Courant wordt D 1 n s d a g-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O.HO franco door het
geheele rijk f t.
3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f ©,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer3.
XXXVIII.
Zeven vergaderingen zijn er noodig geweest om onze
Raadsleden door de begrooting te doen heenkomen.
De zittingen duurden van ongeveer half twee tot half
zes overdag en van kwart over achten tot kwart over
elven 's avonds, zoodat er van Woensdag- tot Zaterdag
middag omstreeks 25 nur zijn volgepraat. Zeven uur per
dag hebben de verslaggevers met alle inspanning moeten
zitten noteeren, hun hand bederven en hun geest ver
moeien geen wonder, dat zij van allen het meest
juichten, toen er eindelijk Zaterdagmiddag wat schot in
de discussies kwam en zij nog vóór vijven konden heen
gaan met de blijmare, dat de begrooting was aangenomen.
Die lange dunr is voor een deel hieraan toe te schrij
ven dat de meeste Raadsleden 't niet voldoende vindon
hunne wenschen alleen in de afdeelingen te uiten. Meer
malen is 't ook in de afgeloopen week weer voorgekomen,
dat vragen, in de secties gedaan en door B. en W. in
hunne memorie van beantwoording afdoend opgehelderd,
in de Raadszitting herhaald werden, waarmee uoodeloos
tijd werd verbruikt. Voorts is 't een aloude traditie, dat
't bij een begrootings-debat geoorloofd is om de stok
paardjes te berijden en de Raadsleden aan de burgerjj
toonen, hoe zij nog onverzwakt zorgen voor de belangen,
die aan hunne wijsheid speciaal werden toevertrouwd.
Het is een ieder jaar opnieuw getuigen zonder nieuws
te vertellen: iedereen, die Prof. Fabius 't woord ziet
nemen, begrijpt dat hij een aanval zal doen op het open
baar onderwijs evengoed als mr. Caroli een juridisch
onderwerp te pakken zal nemen en Kamerlingh Onnes
zal pleiten voor den handel en havenwerken. Bij de be
grooting plegen al die schoone zaken, van het stof van
een één-jaars-samenzijn ontdaan, nog eens geëtaleerd te
worden.
Deze omstandigheid vergemakkelijkt ontegenzeglijk de
taakvan den briefschrijver van een niet-Amsterdamsch blad,
want veel van het gesprokene mag bij zonder eenig be
zwaar onvermeld laten. Uit de algemeene beraadslagingen
vallen van dit standpunt eigenlijk slechts twee zaken hervor
zuhebende Rembrandt-quaestie en de aandrang tot wij
ziging der gemeentewet. Allen, die de zeldzame tentoon
stelling ia het Stedelijk Museum hebben bewonderd, zul
len zeker met instemming ervaren, dat er alle kans be
staat, dat »de Nachtwacht" een plaats zal erlangen, waar
de schoonheid van het doek zijn beschouwers duurzaam
in verrukking zal kunnen brengen. De burgemeester kon
verklaren, dat de minister van binnenlandsche zaken
instemt met de te dien aanzien geuite wenschen en met
de voorbereiding is al een aanvang gemaakt. Dit is
derhalve een blijvende vrucht van de onvergetelijke
expositie.
Een wijziging van de gemeentewet is het ideaal van
den heer Serrurier. Z. i. behooren bij de wetgevende
macht stappen te worden gedaan om een zoodanige ver
andering te krijgen, dat in groote gemeenten meer wet
houders kunnen worden benoemd. Hiervoor valt inder
daad veel te zeggen. Sinds Amsterdam allerlei bedrijven
van particuliere ondernemers op zijne schouders heeft ge
nomen is de taak van B. en W. inderdaad te veel om
vattend geworden men mag wel over reusachtige
werkkracht beschikken om alles behoorlijk te kunnen
behartigen. Welk man van bekwaamheid en door scherp
zinnigheid verkregen positie kan zulk een ambt nog
begeeren Hij moet daarvoor breken met zjjn vroegere car-
riëre, want zijn geheele persoonlijkheid wordt gevraagd,
en wanneer nn te avond of morgen een votum wordt
uitgebracht is hij van alles verstoken. Ook de Bur
gemeester kon niet ontkennen, dat 't een font der ge
meentewet is om alle gemeenten over één kam te scheren,
wat misschien wel het sterkst uitkomt bij de voorschriften
met betrekking tot den ontvanger. Maar wij hebben
hier te doen met een organieke wet en wat de heer
Serrurier wilde was gemakkelijker uitgesproken dan uit
gevoerd. Datzelfde gold van de opmerkingen des heeren
Heineken om aan het erkende kwaad een einde te maken
door de hoofden van dienst persoonlijk in den Raad te
laten komen om hun beheer te verdedigen en toelich
tingen te geven, waarvan ook een niet gering voordeel
zon zijn, dat deze hoofden meer hun verantwoordelijk
heid gevoelden en de Raad beter over hunne bekwaam
heden zou kunnen oordeelen. Dit stelsel zou niet ge
makkelijk te dwingen zijn in het kader der gemeentewet,
die alleen het college van B. en W. als verantwoordelijk
kent. Bovendien is de ervaring, die juist dezer dagen
bij de behandeling in de Tweede Kamer van do Indische
mijnwet is opgedaan met het optreden van een Regee-
rings-commissaris niet aanlokkelijk genoeg om het sy
steem ook op gemeentelijk gebied toe te passen.
Wij spraken hierboven van een votum hoe licht
dit kan worden uitgebracht, ook wanneer alles op het
oog nog zoo rooskleurig is, hebben de begrootings-de-
batten weer geleerd. Amsterdam mag zich op het oo-
genblik verheugen in een Dagelijksch Bestuur, waarvan
de groote begaafdheden èn door den Raad èn door de
burgerij algemeen worden erkend. De heer Vening Mei-
nesz is een burgemeester, op wiens strikte eerlijkheid,
onpartijdigheid en strenge plichtsbetrachting zelfs geen
tegenstander iets zou weten af te dingen en de wethou
ders hebben bewijzen te over gegeven, dat de hun toe
vertrouwde taak bij hen in uitstekende handen is. Niet
temin is 't deze week een dubbeltje op zijn kant geweest,
of er ware een crisis ontstaan. Dit kwam doordien de
som voor de bestrating over 1898 toegestaan was over
schreden. Een gereede aanleiding om daarover iets te
zeggen vond de Raad in het feit, dat de desbetreffende
post op de nieuwe begrooting eerst was geraamd op
f 240.000 en later was verhoog! met f 26.000. De
heer Muller wilde nn deze laatste sóm voorloopig naar
de »Onvoorziene Uitgaven" overbrengen. Zijn voorstel
kleurde hij zoo vriendschappelijk mogelijk het totaal
bedrag voor 1899 meende bjj, dat na de ondervinding
ten vorigen jare niet met jul beid Dog kon worden be
paald en eenig wantrouwen lag daaraan uiet in het
minst ten grondslag. B. en W. gevoelden echter zeer
goed, waar hier de schoen wrong en openhartig erkende
de Burgemeester, dat zulk oen overschrijding uiet te pas
kwam, zoodat hij dan ook na.u- de oorzaak daarvan een
onderzoek zou instellen. Daarmee had de heer Muller
genoegen moeten nemenmaar hij deed dit niet en
handhaafde zijn voorstel, dat nu door B. en W. als een
uiting van wantrouwen werd gequalificeerd. Er werd
gestemd en twintig stemmen bleken ervoor en twintig
ertegen. Dien middag werd toen de zitting opgeheven en
tegen den avond werd, ingevolge de bepalingen der Gemeen
tewet, een nieuwe vergadering uitgeschreven gelukkig deed
toen de verandering van stemmen van den heer Den Hertog
en de opkomst van eenige leden, die 's middags waren weg
gebleven, de schaal overslaan ten gunste van B. en W.
het voorstel Muller werd verworpen met 24 tegen 19
stemmen. Nu had er 's middags maar eens een lid moe
ten zijn weggebleven dat de opvatting van B. en W.
deelde en het overigens geapprecieerde college zou op
losse schroeven zijn gezet. Een ministerieel leven moge
aan een zijden draad hangen met een wethouders-waar
digheid is dit niet minder het geval daar is 't gevaar
eigenlijk nog grooter, omdat er zooveel meer vergaderd
wordt.
Er zijn nog oukele meerdere conflicten geweest als bij
de regeling van de Stadsdrukkerij, maar daar gold 't geen
principieele verschillenzoodat geen gevolgen daaruit
zijn voortgevloeid. Zaterdagmiddag gelukte het eindelijk,
zooals in den aanhef gezegd het scheepje de veilige
haven binnen te brengen blijkbaar hadden de meeste
Raadsleden weinig lust om ook huune gewone Zaterdag
avond-genoegens aan het Prinsenhof ten offer te brengen,
want de toen nog resteerende punten werden met groote
vlugheid afgedaan. De burgerij kan over het geheel tevre
den zijn want niet alleen dat de gasprijs is verlaagd
tot 7 ets. dit verzuimde ik nog mede te deelen
maar bovendien heeft de Burgemeester, wien zeker nie
mand te groot optimisme zal ten laste leggen, verklaard,
dat de toestand van Amsterdam niet zoo zwart is als
door enkele sprekers is geschetst. Voor de hoofdstad is
't te hopen dat de financiers daarover ook zoo zullen
denken en de groote sommen die door leening moeten
worden verkregen op niet al te nadeelige voorwaarden
zullen worden verschaft.
Nu zou ik graag nog over een ander onderwerp willen
schrijven maar zooeven bij het doorlezen der Alkm. Ct.
vond ik daarin het schrijven van den heer Stam
perlus. Heeft deze zich aan mijnen vorigen brief ietwat
geërgerdzijn epistel heeft mijne groote bevreemding
opgewekt. Voorshands wil ik in het midden laten of
hetgeen ik schreef over de teleurstelling van den betreur
den Haverkamp naar aanleiding van zijn niet-gede-
coreerd-worden volkomen juist is geweestmaar dat de
heer Stamperins daarvan nooit iets gehoord heeft is wer
kelijk zonderling waar ik het bericht vernam van een
der aan zijne school verbonden onderwijzerslater beves
tigd door iemanddie zich zijn vriend noemde. Natuur
lijk is dat geen absoluut vertrouwbare bron maar die
van den heer Stamperins deugt ook nietwie gaat nu,
om de juiste eigenschappen van den overledene te leeren
kennen aankloppen bij de treurende naaste verwanten",
die van niets anders vervuld zijn dan van het vele goede
en edele, dat de dierbare afgestorvene bezat.
Dan dwaalt de heer Stamperins waar hij 't doet voor
komen alsof 't mij te doen is geweest om een smet te
werpen op het karakter van Haverkamp. Dienaangaande
kan eigenlijk niemand in twijfel zijn die mijn vorigen
brief las. Ik zie echter niet in waarom ik zou mee
doen aan de dwaze gewoonte om menschendie zich
door hunne groote gaven van hunne tijdgenooten hebben
onderscheiden ineens alle mogelijke goede eigenschappen
toe te kennen als waren zij de volmaaktheid in eigen
persoon. Er zijn ved beroemder mannen geweest dan
Haverkamp, wier eigenaardigheden wereldkundig zijn ge
maakt zonder dat daarom dadelijk met smet is geïnsi
nueerd.
In één opzicht heelt de heer Stamperins mij op 66n
gevoelige plek getroffen en dat is, waar hij mij vei wijt
dergelijke intieme mededeelingen te hebben oveigebracht.
De appreciatie intimiteit houdt echter gelijken tred met
de hoogte, waarop men iemand plaatst. Wat indiscreet
schijnt in de levensbeschrijving van een gewoon man is
in de biografie van een heros, op welk gebied dan ook,
een interessant gegeven om hem in al zijn doen en laten
te leeren kennen. In mijne achting stond en staat Ha
verkamp zóó hoog, dat ik zijn nagedachtenis wel bestand
achtte tegen de vermelding van een eigenschap, die ten
slotte van echt mensehelijke natuur is. Bovendien kon
dat anderen tot leering strekken.
Ik hoop, dat hiermee deze zaak is afgedaan. Polemiek
is mij in vele gevallen een aangename bezigheid, maar
waar zij, zooals nu, reikt over het graf van een man,
dien de heer Stamperins en ik altijd zullen blijven eeren,
wekt zij bij mij een gevoel van heiligschennis. Daarom
bied ik, na mijn aangevallen positie verdedigd te hebben,
mijn tegenstander de hand, die, naar ik vertrouw, door
hem zal worden aanvaard.
XII.
Verleden week heb ik een prachtig souvenir van de
kroningsfeesten gezien. Een van onze haagsche schilders,
(we bezitten hier héél wat namen, die klinken) W.
Mesdag, woonde de vlootrevue bij op de boot bestemd
voor de pers. Wie mee zijn geweest, zullen zich waar
schijnlijk dien verrukkelijken zomerdag nog herinneren,
't Was of zon èa zee, weer en wind, meê feestvierden,
zóó lachte en straalde alles daarbuiten op de golven.
Zeker moet Mesdag er ook een mooie impressie van be
waard hebben, althans zijne schilderij »Gezicht op de
Vlootrevue" is een meesterstuk geworden. Nu weet ik
wel, dat dit geen bijzonderheid is, voor een stuk van
onzen grootsten zeeschilder, maar ik weet den indruk,
die het zien van dat doek op mij gemaakt heeft, niet
beter weer te geven. Voor die schilderij staande, zag ik
al het tintelend heldere van dien middag weer voor mij,
't was of ik 't frische zeewindje weer langs mijn gezicht
voelde strijken.
Zou men nu op zoo iets niet eens in gunstige betee-
konis den naam gelegenheidsgedicht mogen toepassen
Een gedicht is 't zeker, zoo èeht poëtisch van opvatting
is het. En voor een gelegenheid Zeer zeker de koning-
inneboot vormt het middelpunt er van. Overigens is 't
Haagje al sinds lang tot zijn oude doen teruggekeerd,
't Winterseizoen is aangevangen. Dat kan men op aller
lei manieren gewaar worden. In 't Bosch is het nu mooier
dan ooit en een wandeling om de vijvers is drie maal
een nat pak waard, 't Is meer dan genoeg bekend, met
hoeveel smaak het Haagsche bosch onderhonden wordt.
Door de bochtige oevers en de verscheidenheid van hoo
rnen, zoowel als door de afwisseling van hoog geboomte
met laag struikgewas en van dichte massa's bosch met
doorkijkjes" zijn die vijvers beroemd om hun schoon
heid. Hoeveel te moer in dezen tijd nu men er de bonte
afwisseling van herfstkleuren nog bij heeft. Men ziet er
vuurrood en goudgeel, bruingroen, bronsgroen, zwartgroen
en nog honderd tinten, die niet te noemen zijn. Voeg
daarbij de prikkelende, opwekkende herfstlucht en de
betrekkelijke stilte in dezen tijd van 't jaar-, kijk zoo'n
wandeling is een genot.
In de stad is alles grauw en dof, vooral met het voch
tige weer van de laatste dagen. De straten zijn glibberig
en ongezellig, de winkels vertoonen nog geen spoor van
bijzondere drukte. Wat in den flaneertijd (van twee tot
vijf nar) de stad zoo levendig maakt, het uitkomen van
dames, die winkelen gaan, op 't oogenblik haast geen
spoor er van 't Weer belet het.
Van de gewone winter-vermakelijkheden wordt al
druk geprofiteerd, 't Merkwaardigste, wat mij daarvan
is bijgebleven, is de verschijning van Sigrid Arnoldson.
Toch kon ik niet zeggen, dat ik haar stem zooveel mooier
vind, als bij*oorbeeld van Mademoiselle Miraude van
de FraDsche opera, maar ze speelde de rol van Mignon
met een distinctie en een naïviteit, die er een groote
bekoorlijkheid aan verleenden. Mevrouw Arnoldson is
hier een zeer geliefde figuur, dat bewees de voile zaal
(vol, ondanks de enorme prjjzen) en de prachtige bloe
men, die haar vereerd werden.
Overigens is het»sukkelen" voor de Hollandsche
opera, maar dat is al genoeg bekend. Haar Fransche en
Italiaansche mededingster komen er zonder veel moeite,
't Is me onbegrijpelijk dat deze laatste zulke volle
zalen trektwant zooveel lui, die Italiaansch verstaan
en lezen, zijn hier toch waarlijk niet. 't Is dus waar
schijnlijk om de mooie klanken te doen, maar is die taal
klank zonder beteekenis daD woldoende, om een geheelen
winter de aandacht te trekken
Onze gewone winter-vermakelijkheden, hoe talrijk ook,
en van hoe goed gehalte, zullen uw lezers weinig in
teresseoren. Iets anders waarschijnlijk wel.
29 en 30 October is hier een groot gymnastiek-feest.
De scherm- en gymnastiek-vereeniging viert haar twin
tigsten verjaardag. Ter eere daarvan zijn voor 't geheele land
wedstrijden uitgeschreven, die Zondag 30 October 's mor
gens om tien uur beginnen in 't »Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen." Eerst wordt gehouden een eere-wedstrijd
in vrije oefnaingen alleen voor vereenigingen die
in de laatste vijf jaar een len of 2en Prijs behaald heb-
beD. Negen vereenigingen doen mee, o. a. «Hercules"
uit de Beemster. De eerste prijs is hier uitgeloofd
door de Koningin de tweede prijs door de Koningin-
Moeder, de derde prijs door den Commissaris der Koningin
in Zuid-Holland, de vierde prijs door onzen Burgemeester.
Dan volgt een gewone wedstrijd in vrije oefeningen, waar
voor weer 4 medailles zijn uitgeloofd, de tweede prijs
is een groote zilveren medailledie bepaald de aan
dacht trekt door den sierlijken vorm ze is aangeboden