Groote Veemarkten
op Maanflae 7 en ff nansflas 23 lirate a s.
Het gele gelaat.
Onderwijzeres
te ALKMAAR
Groote Najaarsveemarkt.
Buitenland.
FEUILLETON
Nederland.
No. 131. Tweede biad. H o ii d e t d s t e jaargang. 1898.
A. CONAN DOYLE.
ALKMAARSCHE COURANT.
iPr(|s der gewone advertentie»:
Por regel f 9,16. Groote lettors naar plaatsruimte.
Brieven f r a njc'o aan de Uitgevers HERMs. COST EK.
ZOON.
Deze Courant wordt D 1 n s d a g-, It o n d e r d a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
por 3 maanden voor Alkmaar f ©,8© franco door liet
gehoelo rijk t 1.
3 Nummers f O,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
i .mm.
VRIJDAG Telefoonnummer3. 4 NOVEMBER,
BURGEMEESTER, en WETHOUDERS van ALK
MAAR roepen sollicitanten op naar de opeu to vallen
betrekking van
in het bezit van de akten voor de fransche taal nntt.
handw. en vrije- en ordeoef., aan de openb. school
voor meisjes (hoofd. Mej. J. H. PRUIM) op eeno
jaarwedde van f 700,
Stukkon (adres op zegel) franco in te zenden vóór of
op 9 November a.s.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen ter algemeene kennis dat bij gelegenheid der
groote najaarsveemarkt op maandag 3 November a.s.
het vee, dat niet per vaartuig naar de markt wordt
gebrachtalléén aangevoerd mag worden langs den
Mennemerstraatwegden Heldersehen weg en
over de draaibrug over het Uroot Woord-Hol-
landsch Kanaalbjj welke plaatsen hot vee door een
desknndige moet worden onderzocht.
Aanvoor van vee langs het Zeglisover de Gees-
terbrug, over de Vlotbrug, over de Wieuwlander-
brug en over de rustieke voetbrug is VUUKODKIN.
Het vee hetwelk per vaartuig aangevoord wordt
mag niet gelost worden dan onder het toezicht
van den daarmede belasten veeartsdie lossiDg
maguitgezonderd voor de gewone marktschuiten en
vletten welke aan de ttaarsenmakersgracht moeten
lossen alléén geschieden aan de Kanaalkadeop de
door don havenmeester aantewijzon plaats.
Geen vee mag ter markt geplaatst worden hetwelk
niet vooraf is gekeurd en gestempeld.
Het is voorts aan stalhouders uitdrakkelijk ver
boden mest of Stroo op de marktplaats neer te leggen
of te strooien.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MAOLAINE PONT, Voorzitter.
29 October 1898. C. D. DONATH Secretaris.
DUITSCHIiAW W. De Keizer is in het Heilige Land
in zijn elemont. Niet slechts wordt hij ovoral geestdrif
tig ontvangen en wekt de prachtige hofstoet ginder méér
bewondering dan in het, aan het gezicht daarvan ver
wende, Noorden, maar bovendien kan hij zijn Inst bij
iedere gelegenheid het woord te voeren thans den vrijen
teugel laten. En daar de politiek onaangeroerd blijft en
DOOR
4)
»Wjj behoefden hierop niet laag te wachten. Juist
toen we met theedrinken klaar waren ontvingen we
bericht. »Do hoeve is nog bewoond", zoo luidde het. »Ik
heb het gezicht weer aan het venster gezieD. Ik zal den
trein van zeven nnr afwachten on vóór nwe komst geen
verdere stappen doen."
Hij wachtte ons op het perron toon wij uit den trein
stapten en bij de gasvlammen van het station zagen wij,
dat hij zeer bleek was en van ontroering beefde.
Zij zijn er nog mijnheer Holmes," zeide hij zijn
hand op mijns vriends arm leggende. »Ik heb licht in hnis
gezien. Wij zullen nu de zaak voor goed uitmaken."
»Wat is dan uw planf" vroeg Holmes, teiwijl wij
langs den aan weerszijden met een rij boomen beplanten
weg voortliepen.
»Ik wil naar binnen gaan en zelf zien wie er in het
hnis is. Ik zou n beiden daar gaarne als getuigen hebben.''
»Zijt gij vast besloten, dit te doen, ofschoon uw vrouw
n gewaarschuwd heeft dat het beter voor u is, het geheim
niet op to lossen."
Ja ik bon vastbesloten."
»Nq ik denk, dat gij gelijk hebt. 't Is beter de waar
heid te kennen, dan voortdurend in twijfel te vorkeeren.
Wij moesten nn maar dadelijk naar boven gaan."
De nacht was zeer donker, er viel een fijne regen
toen wij den landweg verlieten en een smalle laan in
gingen met diepe wagensporen en een haag aan weers-
zijdeu. Mr. Grant Mnuro stapte ongeduldig vooruit en
wij volgden hem tasteud en struikelend zoo goed wij
konden.
er dns geen noodzaak bestaat af en toe op het eens
gesprokene terug te komen, omdat het bij nader inzien
toch wel wat kras was, heeft hij inderdaad een gul
den tijd
Na de plechtige inwijding vau de kerk van den H.
Verlosser, op 31 Oct., hield hij een aanspraak, waarin
hij erop wees, dat te Jeruzalem het gemeenschappelijk werk
geschiedt, dat alle Christenen boven geloofsverschil en
natie, vereenigt. Van Jeruzalem kwam het licht, in den
glans waarvan hot Duitsche volk groot en heerlijk ge
worden is. Wat de Germaansche volken geworden zijn,
zijn zij geworden onder de kruisbanier, het teeken van
zelfopofferende naastenliefde. Gelijk voor bijna tweemaal
duizend jaar moest ook hedeu uit Jeruzalem de kreet
weerklinken, die het verlangend hopen van allen bevat
Vrede op aarde!"
De Keizer hernieuwde de gelofte zijner voorvaderen
Ik en mijn Huis zullen den Heer dienen. Hij noodigde
allen nit, een zelfde gelofte te doen en besloot met de
bede: God geve, dat het vertroaweu op Hem, naasten
liefde, geduld in lijdensnood en flinke arbeid de edelste
sieraden znliou blijven van het Duitsche volk, dat do
geest van vrede der Evangelische kerk meer en meer het
volk doordnuge en heilige.
Tevens deelde de Keizer den Paus telegrafisch mede
den aankoop van een stuk grond en het in gebruik geven
daarvan aan de Verecniging an het Heilige Land. Het
was hem aangenaam te kunnen toouen, hoe dierbaar hem
do godsdienstige belangen der katholieken zijn, die hem
ter behartiging toevertrouwd zijn.
De Paus antwoordde, dat hij zeer getroffen was door
deze goede tijding en sprak zijn groote voldoening erover
uit. Hij was er zeker van, dat alle katholieken van dank
voor Zijuo Majesteit zonden vervuld zijn. Hij sloot zich
bij anderen aan in het brengen van een oprechte dank
betuiging.
Weet men, dat behalve de bovenmedegedeelde rede
voering, do keizer er verschillende andere gehouden heeft,
dat hij niet slechts met den Pans maar ook met den
Sultan telegrafisch beleefdheden gewisseld heeft, dan be
seft men eerst recht hoe lustig het daar in het Oosten
toegaat.
Toch zal wellicht menig Christen geen vrode hebben
met het oogverblindend en pralend optreden van dezen
modernen kruisvaarder.
Postduiven.
Do Fransche transatlantische stoombootmaatschappij
zal nogmaals een proef nemen met het gebruik van post
duiven aan boord. Als deze proef slaagt, zal elke boot
der maatschappij twee stellen postduiven mede krijgen,
één dat te Havre thnis is en een tweede nit Now-York,
aangezieu de duiven niet meer dun de keilt van den weg
over den Oceaan kunnen afleggen. Berichten van de eerste
helft van de uitreis zullen das door de daiven recht
streeks naar Frankrjjk worden ovorgebracht en die van het
laatste deel rechtstreeks naar New-York.
vDaar zijn de lichten van mijn hnis mompelde hij,
naar een lichtschijn tussclien de boomen wijzende»en
hier is het huiswaar ik wil binnengaan."
Terwijl hij dit zeide, sloegen wjj een hoek van het laan
tje om en waren nu vlak bij hot gebonw. Een venster
van do bovenverdieping was helder verlicht. Toen wij
naar boven zagen bemerkten wij een donkere vlak op
het gordijn.
vDaar is dat schepsel weer," riep Grant»gij kunt zelf
zien dat daar iemaud is Volg mij nu; wij zullen spoe
dig alles weten."
Wij nadeideu de deur, doch plotseling kwamen eene
vrouw uit ho: duister te voorschijn en trad in het gulden
spoor van het lamplicht. Ik kon haar gezicht- in het
donker niet zien, doch wel zag ik dat zij haar armen
smeokend ophief.
>Om Godswildoe het niet, Jack riep zij. »Ik had
er een voorgevoel van dat gij dezen avond zondt komen.
Denk er zooveel kwaad niet van lieve. Schenk mij weer
uw vertrouwen en gij zult er nooit spijt van hebben."
»Ik heb u te lang vertrouwd, Effie riep hij gestreng.
»Laat mij gaan; ik moet u voorbij. Mijn vrienden en ik
zullen deze zaak eens en voor altijd ophelderen." Hij stiet
haar ter zijde en wij volgden hem van nabij. Toen hij
de dear, die niet gegrendeld was openwierp, kwam een
andere vronw hem te gemoet en wilde hem den weg
versperrendoch hij stiet haar terug en een oogenblik
later gingen wij alle drie de trap op. Grant Mnnro snelde
naar de verlichte bovenkamer en wij traden ze onmid-
dolijk na hem binnen.
Deze kamer was een lief, goed gemeubileerd vertrek
met twee brandende kaarsen op de tafel en twee op den
schoorsteenmantel. In een hoek der kamer zat op een
houten stoel over een lessenaar gebogen een klein meisje.
Toen wij binnentradenhad zij haar gezicht van ons
afgewendzij droeg een rood jurkje en lange witte
handschoenen. Toon zij zich omkeerde gaf ik een kreet
van verwondering en schrik. Haar gelaat was loodkleurig,
haar trokken hadden niet de miDste uitdrukking. Een
oogenblik later was het geheim opgehelderd. Holmes
Zeehonden.
Zooals bekend is, houden zich in het Brielsche zee
gat, zoowel als in het Goereesche, altijd veel zeehonden
op, hetgeen moet worden toegeschrevon aau de vele zand
banken aldaar. Want in den Rotterdamscheu Waterweg,
alzoo vlak in de nabijheid, vertoont zich zelden of nooit
oen zeehond.
In verband met bet voortdnrond wisselen der zandban
ken, haar tijdelijk aangroeien of afnemen, veranderen ook
de hoofdverblijlplaatsen der zeehonden. Thans heeft zich
in het Brielsche zeegat een ware kolonie gevestigd, en
als men weet, dat een volwassen zeehond 5 KG. visch
noodig heeft voor zjjn dagelijksch voedsel, kan men nagaan
hoe moordend de aanwezigheid vau zulk een groot aantal
dier beesten voor de visseherij is. Daartegeu wordt thans
zoo goed als niets gedaan de visscher alleen schijnt vrij
wel onmachtig tegen die plaag, zoodat do zeehonden op
geduchte wijze in aantal vermeerderen en hoe langer hoe
brutaler worden.
Wenscbelijk zon het zijn, zegt een berichtgever in »Het
N. v. d. D." dat ook van hooger hand bijvoorbeeld
door het stellen van een premie op een gedooden zeehond
maatregelen gouomen werden, om dezo plaag krachtdadig
te bestrijden.
Orlnkfontcin voor dieren.
Te Amsterdam is door B. on W. gunstig boschikt
op een verzoek van de S o p h i a-V ereeniging tot
bescherming van dieren, tot hat plaatsen op een
der pleinen van een monumentale drinkfontein voor diereu.
Voor den ty d van één jaar zal un door en voor reke
ning van bovengenoemde vereeniging, bij wjjze van proef,
een fonteiu zooals men die op vele plaatsen in Brussel
vindt, worden opgericht op het Stationsplein.
Het I<eger des Hells.
Omtrent het Leger des Heils deelde de heer Booth
in eeno rede, dozer dagen te Groningen gehouden, o a.
mede
De vlag van het Leger wappert thans in 46 verschil
lende landen, en wordt bestuurd door 138.000 officieren,
die uitsluitend voor hun werk beloond en bijgestaan
worden door 40.000 plaatselijke officieren, die niet beloond
worden.
Het Leger heeft 13.000 muzikanten en 27 verschillende
organen in 17 verschillende talen.
Het heeft 420 verschillende maatschappelijke instel
lingen, waarvan 25 in Nederland 80 toevlnchten, waar
eiken nacht 12.000 ellendigen een onderdak vinden. Het
voedt elke week 200.000 armen. Voorts heeft het Leger
75 reddingshnizen voor gevallen vrouwen, waar plaats
is voor 700 personen er gaan olk jaar ongeveer 7000
vrouwen door deze tehnizen, en een onderzoek heeft
geleerd dat daarvan 75 pet. op 't pad der deugd terug
gebracht zijn.
Edam. Het Fanfarekorps heeft op feestelijke wijze
zijn 25-jarig bestaan herdacht.
streek lachend met zijne hand achter de ooren van het
kind en schoof een masker van haar gelaat en nu zagen
wij een koolzwart negerinnetjemet schitterend witte
tandendat ons lachend aankeek. Haar vroolijkheid
werkte aanstekelijk op mij. Ik barstte in lachen uit
maar Grant Munro staarde verschrikt voor zich met de
hand aan zijn keel als vreesde hij te stikken.
»Mijn God!" riep hij. »Wat kan dit boteekenen
»Ik zal vertellen, wat dit beteekentriep zijne vrouw,
de kamer binnenstappende met een trotscb, streng ge
zicht. »Gij hebt mij tegen mijn wil genoodzaakt het
u te vertellen en nu moeten wij beiden maar zien. wat
het best is. Mijn echtgeuoot stierf to Atlanta. Mijn kind
overleefde hem."
»Uw kind
Zij trok een groot zilveren medaillon nit haar boozem.
»Hebt gij dit nooit open gezien vroeg zij.
»Ik dacht, dat het niet geopend kon worden."
Zij raakte eeno veer aande voorzjjd^ ging los en
wij zagen het portret van een knap en intelligent uit
ziend man maar die onmiskenbaar in zijn gelaatstrek
ken de kenmerken van het Afrikaansche ras droeg.
»Dat is John Hebron van Atlanta zei de dame,
vedeler man heeft er nooit geleefd. Ik scheidde mij
zelf van mijn ras af, om hem te huwen en nooit zoo
lang hij leefdeheb ik er een oogenblik berouw van
gehad. Het was ons ongelnk dat ons kind meer op
zijn ras, dan op het mijne geleek. Het gaat dikwijls in
dergelijke gevallen zoo en de kleine Lucy is veel don
korder dan haar vader ooit was. Doch donker of blank,
zij is mijn eigen klein, lief meisje en haar moeders lio-
veling." Bij deze woorden liep het kind naar hare moe
der en hield zich aan hare kleeding vast.
»Toen ik haar in Amerika achterliet," ging do dame
voort, »gebeurdo dit alleen wijl zij een zwakke gezond
heid had en ik vreesde, dat de verandering van klimaat
haar kwaad zou doen. Geen oogenblik dacht ik er aan,
haar niet langer als mijn kind te erkennen. Doch toen
het toeval u op uiijn weg voerde, Jack, en ik n lief
kreeg vreesde ik u over myn kind te sproken. Drie