Iidisctii traöisDlei eii nsnsisenen.
De Verdwenen Bruid.
No. 135. Tweede blad.
Honderdste jaargang,
1898.
ZONDAG
FEUILLETON.
xV. C0NAN D0YLE.
ALKMAAttSCHE
Deze Courant wordt 1 n s d a g-, Uonderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8O franco door het
geheele rijk t 1.
3 Nummers f ©»®6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
COI KAM.
Prijs der gewone advertentten
Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven f r a n c'o aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer3. 13 NO VEMBER.
.Opnieuw werd ter verkrijging van bezuiniging aange
drongen op de opheffing van den Raad van Indië en op
verlaging van traktementen en pensioenen van de hoo-
gere ambtenaren en officieren in Indië."
Aldus het Voorloopig Verslag van het onderzoek der
Indische begrooting voor 1899 door de Tweede Kamer.
Over de plannen ten aanzien van den Raad van N.I.
bewaart de Memorie van Toelichting het stilzwijgen. De
.vele leden", die aandrongen op opheffing van dien Raad
en zijn vervanging door een Raad van de directeuren
der departementen van bestuur, zullen het antwoord van
den Minister moeten afwachten. Afgescheiden van
de vraag of tot opheffing van dit hooge college zou
kunnen worden besloten werd echter opgemerkt, dat
naar veler meening het nut zijner adviezen niet opweegt
tegen het bezwaar, aan de hooge uitgaven voor de trak
tementen en pensioenen zijner leden en oud-leden ver
bonden. En dat bezwaar bestaat volgens deze leden nie t
alleen in het niet te rechtvaardigen hooge bedrag op
zichzelf, maar ook in de bijkomende omstandigheid dat
daardoor .niet zelden bekwame residenten aan hun
belangrijken werkkring onttrokken worden, om plaats te
nemen in den Raad van Indië, waar zij niet in staat
zijn even gewichtige diensten te bewijzen." De opmer
king is niet nieuw, en zij komt ons voor volkomen juist
te zijn. Of het daarom wenschelijk zou zijn, indien de
Raad van Indië blijft bestaan, het advies dezer leden te
volgen en de traktementen voor dit college, .althans
niet hooger te stellen dan die van de residenten le klasse,"
laten wij daar. E e n i g verschil is wellicht niet onge
raden. Maar dat het verschil tusschen de bezoldiging
van den vice-president van den Raad f36.000.— en
van zijn vier leden elk f28.800.en de bezoldiging
der residenten le klasse f 18000, 2e klasse f 15000,
3e klasse f 12000 inderdaad te groot, onredelijk, bui
tensporig Ï3 dat kan naar onze bescheiden meening
niet worden ontkend. Er zijn nu eenmaal in het leven
gelukskinderen en menschen wien de fortuin den rug
toedraait, ook al kunnen hun verdiensten moeilijk lager
gesteld worden dan die der Zondagskinderen. Dat is zoo,
en zal wel zoo blijven maar de staat behoeft tot deze
ongelijke lotsbedeeling nu juist niet mede te werken.
Een benoeming tot lid van den Raad van Indië om
van den vice-president met zijn f36000 'sjaars maar te
zwijgen waardoor een resident le klasse van f 18000
op f 28.800 komt, is voor hem van zoo groot financieel
belang, inzonderheid ook met het oog op het bedrag van
DOOR
4)
»De rechte kantgij zijt krankzinnig. Hier is het
briefje in potlood geschreven."
»En op den anderen kant staat iets wat een gedeelte
van een hotelrekening schijnt te wezen dat mij veel
belang inboezemt."
»Ik heb dat wel eerder opgemerktmaar zag er niets
bijzonders in," zei Lestrade. .Laat nog eens lezen 4
October, kamers 8 shillingsontbijt 2 sh. 6 d.; lunch,
2 sh. 6 d.; glas sherry 8 d. Daar steekt niets in."
„Zeer waarschijnlijk niet. Het is intnsschen hoogst be
langrijk. En wat het briefje betreftdit is eveneens
gewichtig of in elk geval zijn de initialen dit en daarom
feliciteer ik n nog eens."
»Ik heb al tijd genoeg vermorst," zei Lestrade op
staande. »Ik stel vertrouwen in hard werken en niet in
bij-'t-vuur-zitten, fijne theorieën uitspinnend. Goeden
dag, mijnheer Holmes, wij zullen zien, wie van ons
beiden het eerst achter 't fijne van de zaak komt." Hjj
pakte de kleedingstukken weer bij elkaar, stopte ze in
het valies en ging naar de deur.
»Nog een wenk voor u, Lestrade Ik wil u de ware
oplossing van de zaak geven riep Holmes vóór zijn
collega de kamer verliet. .Lady St. Simon is een fictie.
Zulk een persoon bestaat niet en heeft ook nooit bestaan."
Lestrade zag mijn vriend medelijdend aan. Toen keerde
hij zich naar mij toe tikte met den vinger van zijn
linkerhand drie keer tegen zijn voorhoofd, schndde zijn
hoofd ernstig en snelde heen.
Ternauwernood had hij de deur achter zich dichtge
trokken toen Holmes opstond en zijn overjas aantrok.
zijn pensioen, dat wij ons moeilijk den ambtenaar kannen
voorstellen, die de verlokking van zulk een bevordering
zou kunnen weerstaan, door zich te doordringen van zij n
meer bijzondere geschiktheid voor de betrekking van
resident in vergelijking met het twijfelachtig nut dat
zijne benoeming tot lid van den Raad van N. I. voor
moederland en koloniën zon kunnen afwerpen.
Tegen deze bedenkingen is zeker niet afdoende de in
haar algemeenheid overigens juiste opmerking van andere
leden dat voor een krachtig en goed bestuur van Indië
geschikte en bekwame ambtenaren noodig zijn en dat
men ze goed moet bezoldigen, wil men ze in den staats
dienst behouden. Het lijdt geen twijfel, dat de vroegere
en tegenwoordige leden van den Raad van N. I. evenzeer
voor die betrekking te vinden geweest en voor den staats
dienst behouden zonden zijn indien hnn jaarwedde een
duizend gulden of wat minder zou hebben bedragen.
Wij zijn voorstanders van een goede bezoldiging onzer
Indische ambtenaren en als wij in het V. V. lezen
.Andere leden achtten verlaging van traktement echter
een ongeschikt middel tot bezuiniging", dan zullen wij
hen niet tegenspreken. Wat wij bestrijden is het te
groote verschil in de bezoldiging onzer O. I. ambtenaren
van verschillenden rang. Met het oog daarop zouden wij
een herziening wenschen en kan eenige bezuiniging
in het eindcijfer daarvan het gevolg zijn, daarover zullen
wij ons natuurlijk evenals ieder ander verhengen. Wij
gelooven zelfs dat dit mogelijk is maar wij zouden de
herziening liever niet ondernomen zien met het onvoor
waardelijk voorop gezette doel van bezuiniging.
Daarom verdienen naar onze meening de tegenwoordige
voorstellen van den Minister van Koloniën tot reorgani
satie van het binneniandsch bestuur den steun der Ver
tegenwoordiging, ofschoon wij volkomen den in het V. V.
uitgesproken wensch begrijpen om te vernemen, of de
aankondiging in de Troonrede van voorstellen tot ver
betering der bestuursinrichting in Nederlandsch Indië
betrekking hoeft op deze bij de begrooting voorgestelde
reorganisatie of dat voorstellen van verder strekkenden
aard zijn te verwachtenwaarbij met wijziging van
sommige bepalingen van het Regeeringsreglementin de
riehfiug van decentralisatie zou worden gestuurd. Ons
komt het laatste waarschijnlijk voor al ontbreken ons
de noodige gronden om te verwachten dat die verder
strekkende voorstellen juist in de door deze Kamerleden
genoemde richting zullen zijn. Wat de Minister in zijn
begrooting voorsteltis onzes inziens in elk geval in de
goede richting. Hij wenscht .inkrimping van bestuurs
middelen'' door samenvoeging van residentiën, afdeelingen,
.Daar is toch iets waars in hetgeen de man zegt over
werken buiten de dear," sprak hij »en daarom, Watson,
geloof ik, dat ik u een poosje met uwe kranten alleen
moet laten."
Het was over vijven toen Sherlock Holmes mij ver
lietik behoefde mij evenwel niet te vervelen, want
nog geen uur na zijn vertrek verscheen een snikerbak-
kersknecht met een groote platte doos. Deze doos pakte
hij ledig geholpen door een jongen die hem vergezelde,
en tot mijn groote verbazing verscheen er een volkomen
koud diner op mijn eenvoudige huiskamer zoo uitge
zocht dat het den meest kieschkeurigen epicurist zou
bevredigen. Er waren een paar koude houtsnippen, een
faisanteen ganzenlever-pastei, een paar flesschen rooden
wijn. Nadat al deze lekkernijen op de tafel uitgespreid
waren vertrokken mijn beide bezoekers weer zonder
andere verklaring dan dat alles was betaald en aan
mij was geadresseerd.
Even voor negen uur kwam Sherlock Holmes met
levendigen stap de kamer binnen. Zij gelaat stond ernstig,
maar een schittering in zijn oogen gat mij te kennen
dat hij in zijn gevolgtrekkingen niet was teleurgesteld.
.Zij hebben dns het souper reeds gebracht", zeide hij,
zich de handen wrijvende.
»Ge schijnt gezelschap te verwachten. Er is voor vijf
personen gebracht."
»Ja, ik geloof, dat wij eenige personen op bezoek
mogen verwachten", zeide hij. .Het verwondert mij
dat Lord St. Simon er nog niet is. Ha ik geloofdat
ik zijn stap ai op de trap hoor."
Het was inderdaad onze bezoeker van 's morgens, die
met veel beweging binnenkwam zijn lorgnet met meer
geweld dan ooit heen en weer slingerend en met een
zeer verstoorde uitdrukking op het gelaat.
.Mijn boodschapper heeft u dns gevonden", zeide
Holmes.
»Ja en ik beken dat zijne boodschap mij bovenmate
heeft doen schrikken. Hebt gij goede gronden voor wat
gij mij bericht hebt
»De best mogelijke."
districten en onderdistrictenveroeniging van betrek
kingen en uit een en ander voortvloeiende vermindering
van het aantal ambtenaren gepaard met lotsverbetering
van ambtenaren zoowel Enropeesche als inlandsche. Die
lotsverbetering is wenscheljjk in de lagere rangen en
niet alleen bij het binnenlaudsche bestuur, ofschoon daar
misschien dringender noodig dan bij eenig ander depar
tement. Niet sedert gisteren of eergisie ren, maar, zooals
het in de Memorie van Toelichting zonder overdrijving
wordt uitgedrukt, .reeds lang heeft zich de overtuiging
gevestigd dat, al is de finaucieele positie der hoogere ambte
naren bij het binneniandsch bestuur voldoende geregeld
en in overeenstemming met het gewicht hunner hooge
betrekking de kans om daartoe te geraken voortdurend
geringer wordten verreweg het meerendeel der lagere
ambtenaren zich tevreden moet stellen met eene financiëele
positie en met voornitzichten, die niet geëvenredigd zijn
aan het gewicht van het hun opgelegde werk." Op het
gewicht van dat werk zouden wij minder den nadruk
willen leggen, omdat het ons altijd hoogst moeilijk voor
komt dat gewicht in geld te waardeerenduidelijker,
minder voor verschil van opvatting vatbaar, meer af
doende achten wij het niet te loochenen feit, dat b.v. bjj
de thans bestaande zeer ongunstige promotiekansen een
ambtenaar van het binneniandsch bestuur gemiddeld
18 of 19 jaren moet dienen op eene .voor de eischen,
die het leven in Indië stelt, onvoldoende of karige be
zoldiging", dat het dien ten gevolge voor de meesten
schier onmogeljjk is buiten geldelijke zorgen te blijven,
en dat dienstijver en toewijding daar grootelijks onder
lijden. Van verschillende zijden hebben wij de bevesti
ging kunnen vernemen van hetgeen de heer Muilemeister,
wien met het oog op een wenschelijke reorganisatie het
plaatselijk onderzoek op Java en Madoera werd opge
dragen, in zijn verslag heeft geboekstaafd, .dat de moede
loosheid onder de assistent-residenten en controleurs tot
een bedenkeljjke hoogte was gestegen." De Minister aar
zelt zelfs niet, als een voordeel van zijn voorstellen aan
te voeren .dat daardoor een aanleiding wordt weggeno
men om personen, die als assistent-resident te waar
deeren, doeh voor den residentsrang minder geschikt zijn,
uit meewarigheid tot den residentsrang te bevorderen."
Gaan wij de financiëele gevolgen na van 's Ministers
voorstellen, dan zon de reorganisatie, wat het Enropee
sche personeel betreft, ons op een jaarlijksche vermeer
dering van uitgaven van ruim f 76000 komen te staan
maar bij het inlandsch personeel zou de lotsverbetering
gepaard gaan met een dieper ingrijpende vermindering
van het aantal ambtenaren en beambten. Zoo zon alleen
Lord St. Simon liet zieh moedeloos op een stoel vallen
en streek met de hand over zijn voorhoofd.
.Wat zal de hertog zeggenals hij hoort dat een
lid zjjner familie zulk een vernedering heeft ondergaan
mompelde hjj.
Het is louter toeval ik zie volstrekt niet in dat gij
door iets vernederd wordt."
.Gij beziet de dingen weer van een geheel ander
standpunt."
»Ik kan niet zeggen dat in dit geval iemand te be
rispen is. Ik begrijp moeielijk hoe de dame anders had
kunnen handelen ofschoon haar onverwachte wijze van
doen betreurd moet worden. Daar zij geen moeder bezat,
had zij op dat kritieke oogenblik niemand om haar te
raden."
.Het was een beleedigingmijnheer, een openbare
beleediging", zei Lord St. Simon met de vingers op de
tafel kloppende.
sGe moet toegevend zijn jegens dit arme meisje dat
in zoo vreemde positie was geplaatst."
»Ik wil niet toegevend zijn ik ben integendeel zeer
boos daar ik schandelijk behandeld ben."
.Daar gaat, geloof ik, de deurschel", zei Holmes
opeens. .Jaik hoor stappen op de trap. Als ik n
niet kan overhalen om de zaak wat toegeeflijk op te
nemen dan heb ik hier een advocaatdie daarin beter
slagen zal." Hij opende de denr en wenkte eene dame
en een heer binnen te komen, .Lord St. Simon", sprak
hij .vergun mij u voor te stellen aan mijnheer en me
vrouw Francis Hay Moulton. De dame hebt gij, geloof
ik reeds ontmoet."
Op het gezicht der binnentredenden sprong onze cliënt
van zijn stoel en ging rechtovereind staan met de hand
in de borst van zijn jas; een beeld van beleedigde waar
digheid. De dame was hem ving een stap genaderd en
hield haar hand naar hem uitgestrektmaar hij achtte
het nog altijd beneden zich haar aan te zien. Zijne
standvastigheid zou anders ook op een zware proef zijn
gesteld want het was wel moeielijk weerstand te bieden
aan haar om vergeving pleitend gelaat.