De Verdwenen Bruid. No. 136. Honderdste jaargang, 1898. WOENSDAG 16 NOVEMBER. Amsterdamsche Brieven. FEUILLETON. A. CONAN DOYLE. ALKMAARSCHE CO! RANT. Deze Courant wordt Dinsda g-, Donderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,§0 franco door het geheele rijk f 1.—. 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. AI. f Telefoonnummer3. Prijs der gewone advertentlen Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. OOSTER ZOON. XL. De O. Z. Achterburgwal bij de Damstraat geeft op de dagen waarin ten Stadshnize de huwelijksband tusschen mannen en vrouwen wordt gelegd menigmaal levendige tooneelen te aanschouwen. Altijd zijn daar aan wezig jongens met strooibiljetten waarin worden aan bevolen zalen voor partijen goedkoope winkels en o teeken der tijden verkoophuizen op crediet. Voorts zijn daar geregeld opgesteld mannen die van de milde trouw-stemming belooning verwachten voor het openen der portieren of die bij ontstentenis van een der getuigen gaarne hnn hand plaatsen ter bekrachtiging van iets wat zij niet weten. Daarbij nog gevoegd de gewone Am sterdamsche nieuwsgierigen en iedereen begrijpt, dat geen brnid of bruigom door het ijzeren hek gaatzonder dat door diverse monden critiek wordt uitgeoefend. Af en toe komt 't ook voor, dat een huwelijk niet kan doorgaan omdat vader en bruigom onder den invloed van vuur water in een halstarrige bni is gekomen en niet zeldzaam is 't voorts, dat da bruigom bij het verlaten van zijn mooie coupé eensklaps al de gezichtjes voor zich ziet van de liefjes, die hij 't hof heeft gemaakt en onder trouw beloften tot zekere vertrouwelijkheden heeft bewogen. Zoo is er altijd wat en een schrijver, die om stof ver legen is, zon voor een reeks »Amsterdamsche Kiekjes'' stof knnnen opdoen. Donderdag was er echter iets geheel bijzonders, zooals zelfs in het groote Amsterdam misschien nog nooit is voorgekomen. Een 23jarig jongmensch ging trouwen dat tot vóór zes weken altijd vrouwenkleederen had ge dragen en zich zijn gansche leven voor een lid van het zwakke geslacht heeft uitgegeven. Dit blijspel of misschien ware drama jnister qua- lificatie g heeft 't laatst gespeeld in de Kinkerstraat. Daar werd een kruidenierswinkeltje gehouden door een juffrouw, die verder haar kost verdiende als japonnen- naaister, hetgeen haar vrijwat opbracht, omdat zij pre cies wist wat een dame gaarne het best doet uitkomen en het liefst vermoffelt. Zij leefde stil en ingetogen, haar vrije uren wijdende aan het geven van godsdienstig onderwijs in een Dorcas-vereeniging. Voor de gezellig heid had zij een vriendin bij zich aan huis genomen, met wie zij wonderwel sympathiseerde nooit was er krakeel en deze beiden schenen aan elkaar volkomen genoeg te hebben. Mannenschuw waren zij beiden in hooge mate, vooral de winkelierster-tailleuse, en de gewone grapjes van bakkers- en slagersjongens hadden op haar weinig vat. Nu, daarover wisteu deze zich heen te zetten, want met schoonheid was de juffrouw nit het winkeltje niet gezegend zij had een grove stem en moest blijk baar een onafgebroken strijd voeren met het dons op kin en lip, dat menig jongmensch jaloersch zou hebben gemaakt. In afwijking van de tooneelstnkkenvragen wij thans de aandacht voor een tafereel, dat wij zonden knnnen betitelen met »De misleiding of ruim twintig jaren DOOR 5) Lord St. Simon had zijne rechte houding nog niet laten varen maar, de wenkbrauwen gefronst en zijne lippen op elkaar gedrukt, naar dit lang verhaal geluisterd. »Ik vraag wel excuus maar het is mijn gewoonte niet, mijne intiemste persoonlijke zaken zoo in 't openbaar te hespreken zeide hij. »Dus wilt gij mij geen vergiffenis schenken Wilt gij mij de hand niet reiken vóór ik vertrek Ozeker als dat u eenig genoegen kan doen." Hij stak zijn hand uit en greep koel de hare, die zij hem toereikte. »Ik had gehoopt,'' zei Holmes, >dat u met ons aan een vriendschappelijk souper zondt deelnemen.' »Ik geloofdat gij daar een weinig te veel vraagt," antwoordde zijn Lordschap. »Ik mag gedwongen zijn in den stand van zaken te berusten maar men kan toch moeielijk van rnii verwachtener mij blijde mede te too- nen. Met nw verlof zal ik u allen goeden avond wenschen." Hij maakte als groete voor ons allen, een diepe buiging en verliet in trotsche houding de kamer. »Dan vertrouw ik dat gij ten minste mij de eer van uw gezelschap wilt bewijzen," zeide Sherlock Holmes. »Het is altijd een genoegen voor mij met een Ameri kaan kennis te maken Mijnheer Monlton, want ik behoor tot hen die gelooven dat de dwaasheid van een koning en de misslag van een minister na zoovele jaren onze kinderen niet behoeven te verhinderen burgers van een zelfde wereldrijk te zijn." »Dit geval was hoogst interessant," zeide Holmes toen vroegerWij vinden dan een huisgezin, waar de ouders gekweld worden door een schier onoplosbaar probleem. Een derde kind werd verwachtoch, dat 't een meisje mocht zijn! Veel hing daarvan af, want een tante met meer geld dan gezonde denkbeelden had beloofd, dat, bijaldien de nieuwe wereldburger van het vrouwelijk geslacht zou zijn en haar petekind zou worden, zij een vrij belangrijke som zon vastzetten om haar die op haar 23e jaar uit, te keeren. Kwam er een jongen, dan ontsnapte dit buitenkansje aan de familie. Prof. Schenck had in die dagen zijn orakeltaal nog niet ge sproken de onders waren volkomen in het onzekere. Langzamerhand rijpte bij hen het denkbeeld, dat er per se een jongen moest geboren worden 't zou onverant woordelijk zijn om aan het kind het legaat te laten ont gaan. En toen de ooievaar een klein knaapje in de wieg kwam leggen werd de moud van de baker gesnoerd er was vrengde in de woning van de ouders en van de tante, omdat de vurige wensch naar een meisje was ver hoord. Aan niemand werd het geheim verteld, voor spoedig groeide het pseudo-meisje op en toon het een maal tot de jaren des oordeels was gekomen, begreep het zelf, dat de vermomming tot het 23e jaar moest duren ten einde tante's erfenis te kannen aanvaarden. Voor eenige jaren vestigde het meisje zich in de Kin kerstraat eu zij is dezelfde persoon, die wij zooeven aan onze lezers voorstelden. Meesterlijk heeft zij haar rol weten te spelen. Wie heeft het volle besef van de moeilijkbeden, die daarmee gepaard zijn gegaan Mij dunkt, honderd maal moet zij in de verleiding zrjn geweest om het ellendige masker af te werpen en den eerbied voor zichzelf te herwinnen maar dan lonkte het legaat en gaf den doorslag de overweging, dat dan zoovele jaren van opoffering nutte loos zonden zijn geweest. Toch blijkt nu achteraf, dat er een periode is geweest, waarin de afschuw over het jammerlijke travesti te krachtig werd voor een paar jaar, dus herinneren zich de buren, was de juffrouw naar een badplaats geweest en toen moet zij de kleeren hebben gedragen, die aan haar gesiaoht toekwamen. Na eenige weken kwam zij echter tot inkeer en toen ging zij terug naar hare buurt, waar niemand iets van haar escapade vermoedde. In den laatsten tijd had zij geen badplaats meer noodig, want toen had zij haar teerbe minde vriendin, met en voor wie zij leefde als een voor beeld voor andere vriendinnen, die niet altijd even een drachtig zijn. Dezer dagen nu bereikte het van alle vrouwelijke gratie verstoken meisje haar 23e jaar. Dat was het tijdstip, waarnaar zoo Jang met smart was uitgezien. De erfenis werd opgestreken om al te veel opspraak te vermijden werd naar een ander deel der stad verhuisd en toen was het unr van verlossing geslagen. Wegge smeten werd het corset, vertrapt de hoed met bonte veeren, gedanst werd op de rokken, strikjes en lintjes, en een confectie-magazijn deed de rest. Als een vlinder uit zijn cocon kroop de jongeman uit zijn vrouwenkleeren, thans voor het eerst trotsch op zijn stoppelig gezicht en den prins te rijk met jas eu vest. De tionwe vriendin, onze gasten ons hadden verlaten, »omdat wij er nit kun nen zien, hoe eenvoudig de verklaring kan zijn voor een zaak, die op het eerste gezicht tot de moeielijkst ver klaarbare behoort. Niets kan natuurlijker zijn dan de reeks voorvallen door deze dame verteld en niets vreem der dan het resultaatdat bijvoorbeeld Mr. Lestrade van Schotland Yard nit enkele dier feiten afleidde." »Hebt ge u dan in 't geheel niet vergist an den beginne af waren mij twee zaken duide lijk ten eerste, dat de dame vrijwillig in de huwe lijksplechtigheid had toegestemdten tweede, dat zij daarover een paar minuten voor haar terugkomst berouw had. Klaarblijkelijk was er dus 's morgens iets gebeurd wat in haar gevoelens zoo'n groote ver andering teweegbracht. Wat kon dat zijn Zij kon onderweg met niemand gesproken hebben, want zij was in gezelschap van haar bruidegom. Had zij da» iemand gezien 1 Zoo dit het geval was, moest het iemand nit Amerika zijn, omdat zij slechts zoo korten tijd in dit land had vertoefd, dat moeilijk kon ver ondersteld worden, dat iemand hier reeds zoo grooten invloed op haar had verkregen, dat zij louter op het gezicht van hem, geheel van plan veranderde. Maar was deze gissing juist, wie was dan die Amerikaan en waarom zon hij zooveel invloed op haar bezitten Het bon een minnaar wezen mogelijk een echtgenoot. Zij had in haar jeugd dat wist ik in rnwe omgeving en onder vreemde omstandigheden geleefd. Toen Lord St. Simon sprak over een man in de kerkbank van de verandering in het gedrag der braidover het laten vallen der ruiker, wat zulk een gemakkelijk middel is, om een briefje te ontvangen vau haar vertrouwelijken omgang met haar kamenier, en van haar zinspeling op claim jumping wat iD mijnwerkerstaal beteekentbezit nemen van iets, waarop een ander aanspraken van onde ren datum kan doen gelden, werd mij de geheele stand van zaken duidelijk. Zij was met een man vertrokken en die man was of een minnaar óf een vroegere echt genoot." »En hoe hebt gij hen toen gevonden die hem zoo menigmaal in nren van wanhoop had ge troost, kreeg nu haar loon het tijdelijke samenleven zou bestendigd worden en het huwolijk zon daarop he^ zegel drukken. Daarvoor waren zij Donderdag j.l. zooals in den aanhef gemeld, naar het Stadhuis getogen, Aan belangstelling en vooral aan hilariteit ontbrak 't. hun daar niet. Amsterdam is niet zoo groot of de ont popping van de juffrouw was ook tot de ooren van de vroegere buren in de Kinberstraat doorgedrongen. In groote getale hadden zij zich naar den O. Z. Achter burgwal begeven vooreerst om juffie in haar ware ge daante te zien maar ook om het vriendinnetje wier trouwe genegenheid men altijd zoo had bewonderd. Een schaterlach ging op, toen het tweetal naar den Ambte naar van den Burgerlijken Stand schreed en die schater lach heeft zich duizendvoud herhaald in de kringen, waar sedert het geval is bekend geworden. Onder jongelui en aan de kletstafels der sociëteiten heeft men nu een onuitputtelijke bron van glossen. Het meeste succes heeft men wanneer men het bericht over brengt dat. de vrouwelijke man onlangs vrij ernstig ziek is geweest en toen onder geregelde behandeling heelt ge staan van een medicus die goeie dokter heeft niets gemerkt maar alleen telkens vragen gedaan, welke alleen tot vrouwelijke patiënten worden gericht en daarop werd hem met een stalen gezicht geantwoord. Verder het thema nit te werken voert te gemakkelijk op glibberige paden en 't is beter dat over te laten aan menschen, die daarin last hebben. Zeker zal het onderwerp wel dienst moeten doen bij een der toekomstige revues en dan verdient stellig het jonggetrouwde paar eenige plaatsen in de loge. Uit de typografen-wereld komen minder verblij dende berichten. Het Handelsblad krijgt een eigen druk kerij en daar wordt de zet-machine ingevoerd die ver scheidene handen overbodig maakt. Een gelijk aantal jonge en oude krachten heeft gedaan werk gekregen met do vrijgevige bepaling dat hnn eenig loon zal worden uitgekeerdzoolang zij nog geen andere werkplaats hebben gevonden. Hun zal 't misschien nog wel gelukken onder dak te komenwant er zijn niet veei vakken waarin zoo weinig werkloosheid heerscht als bij de typo grafen. Doch men heeft hier een begin waarvan het einde niet is te overzien. Als di zet-machine goed vol doet en daaraan valt nauwelijks te twijfelen omdat zij haar proeftijd feitelijk al achter den rng heeft zullen andere patroons ook zeker dit middel aangrijpen om goedkooper te kunnen werken en minder afhankelijk van hun personeel te worden. Dit is wel een donkere schaduwzijde van de machinedat zij het brood haalt uit den mond van den oppassenden op niets verdachten werkman. Het leger der werkloozen behoeft in de hoofdstad waarlijk niet vergroot te worden. Op het oogenblik hoort men daarvan betrekkelijk nog weinighetgeen zeker voor een deel is toe te schrijven aan het zachte najaars weer en voor een ander deel aan het feit dat tijdens de Kroningsfeesten door menigeen een spaarpotje is ge maakt waarop nu is geteerd, 't Is te hopen dat deze factoren nog langer hun gnnstigen invloed zullen doen »Het zon misschien zeer moeieljjk geweest zijn maar vriend Lestrade had aanwijzingen in handen welker waarde hij zelf niet kende. De initialen waren natuur lijk van 't grootste gewicht maar nog van grooter waarde was het te weten dat hij in de laatste week zich een rekening had laten schrijven in een van de voor naamste Londensche hotels." »Hoe wist gij, dat het een van de voornaamste was »Dat zag ik aan de hooge prijzen. In het tweede hotel, dat ik bezocht, in Northumberland-avenue, werd ik door inzage van het vroemdelingenboek gewaar, dat zekere Francis H. Monlton, een Amerikaan, dit eerst den vorigen dag had verlaten en nagaande, wal als op zijn naam geboekt stond, vond ik dezelfde posten op de rekening. Zijne brieven moesten gezonden worden naar no. 26 Gordon-Squaredaarom ging ik daar heen en was zoo gelukkig, het minnende paar fchnis te vinden. Ik waagde het hnn een vaderlijken raad te goven om hnn duidelijk te maken, dat het in alle opzichten beter was, van hunne positie opheldering te geven aan het publiek en aan Lord St. Simon. Ik noodigde hem nitden Lord hier te ontmoeten en zooals gij ziet, hield Lord St. Simon zich aan de afspraak." »Maar zonder zeer gunstig resultaat," merkte ik op. »Zijn honding was zekerlijk niet zeer hoffelijk »Nu, Watson, misschien zou uw honding ook niet zeer hoffelijk zijn, als gij n na al de moeite vaD vrijen en huwen opeens berooid zaagt van eene jonge vrouw en van een fortuin. Ik geloof, dat wij Lord St. Simon wel zeer toegeeflijk mogen beoordeelen en ons gesternte mogen danken, als wij ons nooit in zulk eene positie bevinden. Schuif uw stoel nu wat dichterbij en reik mij mijn viool toe, wanu het eenige probleem, dat wij nn nog hebben op te lossen is, hoe wij deze gure herfstavonden zullen korten."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1