Honderdste jaargang.
1898.
ZONDAG
4 DECEMBER.
Buitenland.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Armenzorg.
NO* 144. Eerste blad.
ALKMAARSCHE C01RAAT.
Deze Courant wordt Dinsda g-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8© franco door het
geheele rijk f 1.
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummer8|"3 ets.
Alif'
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
II (slot).
Onder de particuliere vereenigingen die zich in de
laatste jaren de armenzorg hebben aangetrokken, wordt
de Amsterdamsehe vereeniging «Liefdadigheid naar ver
mogen'' te recht met eere genoemd. Hoezeer over een
niet onbelangrijke som kunnende beschikken, was zij
echter niet bij machte anders dan op gebrekkige, onvol
doende wijze den nood te lenigen en gebrek te voor
komen. Na een bestaan van 28 jaren heeft zij besloten
een adres te zenden aan de Tweede Kamer, waarin zij
de hoofdpunten opgeeft, die naar haar meening bij de
voorgenomen wijziging der Armenwet in aanmerking
behooren te komen.
Het bekende gebrek aan samenwerking der verschil
lende armbesturen noopte de vereeniging aan te dringen
op »het aanmoedigen en bevorderen van een degelijke
organisatie van de armenzorg, opdat de daardoor ont
staande samenwerking zoo volledig mogelijk zij en zoo
groot mogelijke resultaten afwerpe"; en in verband daar -
mee op «het inrichten en bijhouden door het gemeente
bestuur van een vertrouwelijk Centraal register van de
in iedere gemeente ondersteunde behoeftigen, waartoe
alle instellingen hare medewerking verleenen, en welk
register ter raadpleging beschikbaar is voor ieder der
instellingen." Zal men geen gevaar loopen meermalen
in den blinde onderstand te verleenen en, hetzij te weinig
hetzij te veel of op ondoelmatige wijze hulp te bieden,
dan dient elke instelling van weldadigheid te weten wat
door hare zusteren is en wordt verricht, en behoort voor
elke instelling de gelegenheid open te staan om gebrnik te
maken van het totaal der inlichtingen die door alle ver
eenigingen te zamen zijn verstrekt. Om dat doel te be
reiken, zal wijziging der Armenwet noodig zijn. Tot nog
toe zijn de kerkelijke en bijzondere instellingen van wel
dadigheid niet verplicht iets anders mede te deelen dan
1° de algemeene bepalingen omtrent haar inrichting
en bestuur, en jaarlijks het getal der door haar onder
steunden of verpleegden
2° het bedrag der uitgaven voor beheer en onderstand
van allerlei aard en van dat harer inkomsten door col
lecten, inschrijvingen of andere vrijwillige bijdragen en
subsidiën
3° of een arme die zich bij een burgerlijk bestuur om
onderstand heeft aangemeld, van haar geen onderstand
kan bekomen. Waarin de onderstand heeft bestaan of
zon kunnen bestaan, en hoeveel die bedraagt, behoeft
niet te worden opgegeven. Zooals wij nader zullen zien,
is dat in het stelsel der wet ook onnoodig.
Zal de wensch der vereeniging vervuld worden, dan
zullen de kerkelijke en bijzondere instellingen van wel
dadigheid volledige opgaven moeten doen van al hare
handelingen. De vraag zal zijn, of, om dat doel te be
reiken, de wet aan de besturen dezer instellingen deze
verplichting zal opleggen op de gewone wijze, onder be
dreiging van geldboete, of, in verband met andere wijzi
gingen der wet, aan die mededeelingen eenige voor-
deelen zal verbinden die haar daartoe vermoedelijk
ook zonder dwang zouden nopen. Er zal namelijk
in het adres der vereeniging worden aangedrongen op
schrapping van art. 20 en wijziging van art. 21 der
Armenwet. Het eerste dezer artikelen bevat de bekende
bepaling dat de ondersteuning der armen behoudens
de verdere bepalingen der wet, wordt overgelaten aan de
kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid.
Het verzoek om dit artikel te schrappen kwam aan
vankelijk niet voor in het adres maar werd daarin op-
genomen op voorstel van Mr. Treub dat na krachtige
bestrijding door het bestuur met 64 tegen 43 stemmen
werd aangenomen. Hoe belangrijk deze beslissing ook
schijnede meer of minder verre strekking van het ver
vallen dezer algemeene bepaling zal echter af hangen van
de wijziging van het volgende artikelthans luidende
«Geen burgerlijk bestuur mag onderstand verleenen aan
armen dan na zich voor zooveel mogelijk te hebben
verzekerd, dat zij dien niet van kerkelijke of bijzondere
instellingen van weldadigheid kunnen erlangen, en dan
slechts bij volstrekte onvermijdelijkheid." Het adres wenscht
deze bepaling in dien zin gewijzigd te hebben, »dat de
overheid niet uitsluitend bij volstrekte onvermijdelijkheid
onderstand aan behoeftigen mag verleenen maar ook
dan wanneer hulp volgens goede beginselen van armen
zorg noodzakelijk is."
Inderdaad heeft de uitdrukking «slechts bij volstrekte
onvermijdelijkheid", als politiemaatregel in het belang
der openbare ordeaanleiding gegeven lot het verleenen
van voor den arme onvoldoenden onderstand of weige
ring van onderstand in gevallen waarin die anders niet
zoa zijn uitgeblevenal heeft zij aan den andereu kant
in sommige gemeenten te onbekrompen ondersteuning
niet kunnen beletten. Omtrent hetgeen op dit gebied
volstrekt onvermijdelijk is, zullen trouwens de gevoelens
wel altijd uiteenloopen. Intasschen was de bedoeling
van den wetgever van 1854 inderdaad, dat de burgerlijke
armenzorg zooveel mogelijk zou worden vermeden in
de hoop dat zij allengs geheel aan de kerkelijke en
bijzondere instellingen van weldadigheid zon kunnen
worden toevertrouwd. Om dat doel te kunnen bereiken
moest wel de onderstand der burgerlijke besturen tot
het volstrekt onvermijdelijke worden beperkt. Nu het
doel niet alleen niet is bereikt, maar onbereikbaar wordt
geoordeeld zal wel een wijziging in den zin der ver
eeniging aanbeveling verdienen.
Tot voor weinige jaren werd de wet daarenboven vrij
algemeen in dezen zin toegepastdat het burgerlijk be
stuur zich van allen onderstand onthield zoodra was
gebleken dat een arme van een kerkelijke of bijzondere
instelling eenige ondersteuning genoothoe onvol
doende die overigens ook mocht wezen. Wel heeft men
in de laatste jaren met deze opvatting gebrokenmaar
de .gronden die voor hare juistheid worden aangevoerd
zijn zoo krachtigdat wijziging van art. 21 ook om
deze reden wenschelijk geacht mag worden.
In overeenstemming met het doel en de hoop van den
wetgever van 1854 haddon de bepalingen omtrent het
verleenen van subsidiën uit de gemeentekas de strekking,
dat deze zooveel mogelijk zonden worden beperkt. Ook
op dit punt werd het adres der vereeniging bij amen
dement aangevuld met den wensch, dat aan de gemeen
tebesturen meer vrijheid zou worden gelaten. Komen
beide wenschenzoowel het vervallen der volstrekte
onvermijdelijkheid als de opheffing dar bezwaren tegen
het verleenen van subsidie aan instellingen van welda
digheid in vervulling, dan zullen uit den aard der zaak
alleen die instellingen daarvan genot kunnen hebben
die volledige inlichtingen verstrekken omtrent den toe
stand hunner armen en den door haar verleenden onder
stand zoodat samenwerking en medewerking tot de
inrichting van het centrale register tot raadpleging van
alle instellingen van weldadigheid verwacht zouden
kunnen wordenook zonder wettelijke verplichting en
strafbedreiging op verzuim. Dan zal mede geen bezwaar
kunnen bestaan tegen de inwilliging van een anderen
wensch de instelling van een algemeenen armenraad in
gemeenten van zekeren omvang, bestaande uit afgevaar
digden van alle instellingen die opgaven doen voor het
centraal register, tot onderlinge bespreking van gemeen -
schappelijke belangen en het beramen van maatregelen
tot bevordering van goede armenzorg. De verbetering
van het jaarlijksch verslagalmede wenschelijk ver
klaardvolgt dan van zelf.
Eindelijk is reeds meermalen van verschillende zijden
zoo ernstig en op zoo goede gronden aangedrongen op
de oprichting van werkhuizentot opneming van die
behoeftigen, die wegens luiheid, lichtzinnigheid of slech t
gedrag geen onderstand in anderen vorm behooren te
verkrijgendat ook deze wensch alle kans heeft op
vervullingwanneer een ingrijpende wijziging onzer
Armenwet zal kunnen worden ter hand genomen. Wel
licht zal dan tevens strengere handhaving onzer straf
bepalingen tegen landlooperij en bedelarij mogelijk
blijkenen zullen ook zij tot plaatsing in een rijks
werkinrichting kunnen worden opgenomen die hoewel
in staat hun gezin te onderhoudendoor luiheid of
slecht levensgedrag dit in die mate nalatendat hun
gezin armlastig wordten evenzeer de opgenomenen in
een werkhuisdie zich daar op ergerlijke wijze tegen
de tucht vergrijpen. Waar aan de eene zijde de hand
tot onderstand wijder wordt geopendzal aan den
anderen kant de mogelijkheid eener opneming in het
werkhuis of in een rijks werkinrichting luiheid onver
schilligheid of slecht levensgedrag kunnen beteugelen.
FBAKKRIJH. Steeds meer en meer blijkt het
dat het groote publiek »om" is, en de Dreyfus-zaak, met
al haar aanhangsels en nasleep begint te zien in het
licht, waarin de onvermoeide pogingen van de kleine
schaar der vrienden van recht en rechtvaardigheid, haar
ten slotte hebben gebracht. Werden tot voor kotten
tijd de redenaars, die zich aan de zijde der Dreyfusards
schaarden, met geweld tot zwijgen gebracht (en dat niet
het minst in de College-zaleu), thans zijn de bordjes
verhangen. Zoo werd dezer dagen professor Brisson bij
de opening zijner colleges aan de Sorbonne een warme
ovatie gebracht, wijl hij zich in besliste bewoordingen
vóór de herziening had verklaard. Een paar anti-se
mieten die een togenbetooging wilden houden, werden
uit de zaal verwijderd. Op straat hadden een paar on-
beteekenende vechtpartijtjes plaats.
Ook in de regeeringskringen toont men, niet onver
deeld ingenomen te zijn, met de militaire rechtspraak.
De Senaat heelt aangenomen een voorstel van den heer
Constans, waarbij de beginselen van de nieuwe wet op
de crimineele instructie (die den beschuldigde het recht
geven zich bij de instructie te doen bijstaan door zijn
advocaat) van toepassing worden verklaard op de mili
taire rechtspraak.
Toch moet er nog zeer veel tegenstand overwonnen
worden, voor men victorie kan roepen. Een typeerend,
tevens hoogst droevig bewijs daarvan levert het jongste
Senaatverslag. Enkele radicale senatoren hebben be
merkt, dat in het officieel verslag der zitting een zeer
betsekenisvolle passage uit de redevoering van minister
president Dupuy ontbreekt en wel die waarin op de on
beperkte macht van bet Hof van Cassatie wordt gewezen.
Zij zijn voornemens de regeering over deze weglating te
interpelleeren, wanneer hun niet in een particulier on
derhoud een voldoende opheldering daarvan wordt gegeven.
De «Aurore" heeft ook opgemerkt, dat waar de mi
nister van oorlog in zijn redevoering in de Kamer de
belofte had afgelegd dat. de zaak Picquart voor den
krijgsraad in het openbaar zou worden behandeld, de
heer De Freycinet in het officieel verslag had laten in
voegen de woorden «voor zoover dat van mij afhangt."
Men ziet uit deze beide staaltjes, hoe noode men van
hoogerhand den weg betreedt, waarop men is gedrongen,
en tevens hoe de Dreyfusards steeds op hunne hoede
moeten zijn, en alles, zelfs de meest officieels bescheiden
en verslagen, moeten wantrouwen en critiseeren.
Op Madagascar heerscht de builenpest, tot nog toe
werden alleen inboorlingen aangetast. Generaal Gallieux
heeft zeer strenge maatregelen genomen om de verbrei
ding der gevreesde ziekte te voorkomen.
8PASJE. Wat lang voorzien was, is geschied. De
Carlisten hebben het hoofd wederom opgestoken.
Het gerucht wint veld dat Don Carlos een manifest
aan het leger zal uitvaardigen waarin hij steun vraagt
tot wraak over het prijsgeven der koloniën.
Vooral in Oatalonie zijn de Carlisten druk in de weer,
In vele groote steden, zelfs in Madrid, loopen zij rond
met officiersbrevetten, geteekend door Don Carlos, en
bieden voor vrijwilligers eene soldij van drie peseta's
per dag. Portretten van don Carlos en don Jaime worden
in omslagen verspreid.
De ontruiming van Havana is dinsdag begonnen.
Het Otunika-bataljon is op dien dag scheep gegaan naar
Spanje op de «Villaverde," aan boord waarvan ook
maarschalk Blanco naar Spanje terugkeert.
De nieuwe haven- en kaai-inrichtingen te Keulen,
welke f 18,750,000 gekost hebben, vormen thans de beste
langs den geheelen Rijn. De Rijnkade is over eene lengte
van 7 mijlen tot aanlegplaats ingericht, terwijl het vaar
water daarvoor op de vereischte diepte is gebracht.
Kippen en X-stralen.
Een hoogst merkwaardige toepassing is van de
Röntgen-stralen in Californië gemaakt. Een zekere heer
Spreekles, eigenaar van een hoenderpark, waar 14,000
hoenders worden gehouden, heeft met behulp van X-stralen
de geschiktheid van zijn hennen om eieren te leggen,
onderzocht. Per uur werden dertig tot veertig hennen
doorzien, waarop de «minder begaafden" voor de mesterij
werden bestemd en zoo is de heer Spreekles er in ge
slaagd nu van zijn hoenderen het grootst mogelijke voor
deel te trekken.
Vee-uitvoer naar België.
Het centraal bestuur van den Nederlandschen
Boerenbond, zeer betreurende de beperkende voorwaarden,
waaronder de Belgische regeering het Nederlandsche vee
wil toelaten, voorwaarden, die z.i. voor den Nederland
schen veehouder te bezwarend zijn, heeft zich tot de
commissiën van aankoop en tot de afdeelingen van ge
noemden Bond gewend met verzoek geen aankoopen van
veevoeder, meststoffen, granen, steenkolen enz. in België
te doen, tenzij de prijzen belangrijk met die van andere
landen zouden verschillen, zoolang de Belgische Regee
ring de grenzen niet ruimer openstelt voor het Neder-
landscb vee.
De «St.-Ct. meldt, dat de tijdelijke sluiting van
Esschen voor den invoer van Nederlandsch melkvee het