Buitenland.
StadsberichtenT
viert en wat men ook moge denken of zeggen van
occasioneele rechtbankenhoezeer ook in die Dreyfus-
zaak velen hebben gefaald één ding is zeker, in Frank
rijk bestaat nog rechten gelukkig juist bjj hen die
de hoogste rechterlijke macht in handen hebben.
Nog wijzen wij op een plaat getiteld»Dreyfus is
•onschuldig de verdedigers van het rechtde recht
vaardigheid en de waarheid.''
Wij zien daarop de afbeeldsels van den luitenant-co-
lonel Picquart van den oud-minister van justitie den
heer Trarieux den heer Scheurer—Kestner, Yves Guyot
van het dagblad »Le Siècle", Georges Clémenceau van
»'l Aurore", Joseph Reinach, Jean Jaurés Francis de
Pressensé advocaat Labori en eindelijk Bernard Lazare,
den eersten verdediger van Dreyfustoen ieder nog aan
diens schuld geloofde. J. M. T.
DUITSCHIAW». In de eerste zitting van den
Duitschen Rijksdag, hield de minister van buitenlandsche
zaken, von Bülow, eene, in vele opzichten belangrjjke
rede. De reis des Keizers kwam het eerst aan de beurt.
De minister zeide daarover
Die reis heeft ook bij de vreemdelingen, die wel
weten hoever wij ervan af zijn vreemde belangen te
hinderen, geen aanleiding gegeven tot aanstoot.
Wij bestrijden in het Oosten evenmin als ergens
elders, de belangen van Frankrijk. Wij kunnen echter
nergens een vreemd protectoraat over Duitsche staats
burgers erkennen. Wij zijn er ver van af, ons de be
schermheerschappij over alle Christenen in het Oosten te
willen aanmatigen. Maar de bescherming van alle Duitsche
onderdanen kan bij niemand anders berusten dan bij den
Keizer."
Wat de uitzetting der vreemdelingen aangaat, stelde
de spreker op den voorgrond, dat de Regeering niet zou
toelaten dat hare soevereiniteit, van welke zijde ook zou
worden aangetast. Doch hij liet er tevens op volgen,
dat deze uitzettingen niet het minste gevaar zouden op
leveren voor verkoeling der vriendschappelijke verstand
houding met Oostenrijk.
Het Drievoudig Verbond gelijkt een vesting in vre
destijd, op welks glacis de boomen ieder jaar hoogor op
schieten wat echter niet wegneemt, dat in geval van
nood de vesting in den kortst mogelijken tijd stormvrij
kan worden gemaakt. Want het Drievoudig Verbond
berust op de meest vaste grondslagen op de gemeenschap
van belangen. Ieder der drie verbondenen heeft hetzelfde
belang bij het voortbestaan van den Bond, die slechts
het behoud van den vstatus quo," van de bestaande orde
van zaken ten doel heeft."
Omtrent de verhouding met Engeland, heette het
•Er bestaan allerlei qnaesties en vele punten, waarin
Duitschland met Engeland zou kunnen samengaan, zonder
dat andere betrekkingen, die voor ons van waarde zijn,
worden geschaad."
Deze korte verklaring luidt zeer zeker vrij koel, doch
bewijst, dat de Regeering bereid gevonden zal worden,
zoo zij daartoe wordt aangezocht, zich met Engeland
over vele zaken te verstaan.
JBSTSEUiAAM. Sir William Harcourt heeft het lei
derschap der liberale partij neergelegd. In een schrijven
aan John Morley, waarin hij zijn besluit mededeelt, zegt
hij dat de partij verscheurd is door sectiegeschillen en
persoonlijke belangen.
Uit Indie komen betere berichten. In zijn laatste
gevecht met den Nawab van Dir verloor de leider der
opstandelingen (de zoogenaamde ïgekke Mullah") honderd
vuurwapens en vijf standaarden. Na deze nederlaag
toonden de omringende stammen, welker houding tot nog
toe voor twijfelachtig gold, zich afkeerig van de bewe
ging, waarom men verwacht dat de opstand zal verloopen.
FBAHKIJH. Volgens de »Siècle" zou de minister
president Dupuy aan de heeren Poincaré en Barthou
hebben verklaard, dat hij voor het Hof van Cassatie, in
geval zijn getuigenis wordt ingeroepen, zou verklaron dat
kapitein Lebrun-Renault hem nooit heeft gezegd, dat
Dreyfus bekend heeft.
Mr. Ployer, de deken der orde van de Parijsche advo
caten, heeft aan mevr. Henry een audientiebrief gezon
den. Eerst na een onderhoud met de weduwe Henry zal
nn Ployer een advocaat aanwijzen om mevr. Henry bjj
te staan in het proces, dat zij voornemens is den heer
Reinach aan te doen.
IPAAJG. Montero Rios, de Spaansche gedelegeerde
ter vredesconferentie, heeft voorgesteld een scheidsgerecht
te benoemen van zeven deskundigenteneinde van d#
oorzaak van de Maine-ramp (in de presidiale bood
schap opnieuw in de herinnering gebracht) een volledig
onderzoek in te stellen. Valt dit onderzoek ongunstig
voor Spanje uit dan zal het alle gemaakte onkosten
betalen en bovendien een oorlogschip zenden naar een
der Amerikaansche havens, door den president der V.S.
aan te wijzen, om daar de Amerikaansche vlag met 21
saluutschoten te begroeten.
•En hoe wist gij, dat zij van nacht hun aanslag zou
den wagen
Wel, dat zij hun kantoor van de »Vereeniging der
Roodharigen" sloten, beteekende voor mij, dat de aan
wezigheid van mr. Jabez Wilson hen niet langer hin
derde, met andere woorden, dat hun tunnel gereed was.
Maar het was ook te begrijpen, dat zij er spoedig ge
bruik van zouden maken, wijl hun toeleg ontdekt of de
voorraad ongemunt goud wel eens uit de Bank gehaald
kon worden. De Zaterdag zou hun het best voegen, wijl
er dan twee dagen zouden verloopen eer hun roof ontdekt
werd en zij dus meer tijd hadden zich uit de voeten te
maken, üm al deze redenen verwachtte ik hen vannacht."
Gij hebt het mooi beredeneerd," zei ik met onge
veinsde bewondering. »Het is eene lange beten doch alle
schabels passen in elkaar."
Het bewaarde mij voor verveling," antwoordde hij
geeuwende. HelaasIk voel ze reeds weer over mij
komen. Mijn geheele leven is een enkele poging om aan
de alledaagschheid te ontkomen. De oplossing van deze
kleine problemen komen mij hierbij te hulp.''
•En gij zijt een weldoener der maatschappij," zeide ik
op mijn beurt.
Verklaart de commissie echter dat Spanje direct noch
indirect, schuldig is aan de ramp, dan moeten de V. S.
de kosten dragen en verlangt Spanje, dat de president
der V. S. in een nieuwe Boodschap de onschuld van
Spanje zal erkennen.
Deze zeer nobele voorstellen," zooals de »Imparcial"
ze noemt, werden door de gedelegeerden der Vereenigde
Staten afgewezen, onder voorwendsel, dat men deze quaes-
tie liever moest laten rusten, opdat de gemoederen niet
opnieuw en noodeloos in beroering zouden worden
gebracht.
den abattoir.
Zooals bekend is heeft nu ook de Gezondheids
commissie zich met een gemotiveerd adres gewend tot
den gemeenteraad, ten einde aantedringen op de aan
neming van de voordracht van b. en w. tot oprichting
van een algemeen slachthuis.
Wij vernemen, dat bedoelde voordracht nog niet in de
sectiën van den raad is onderzocht, en dat dit eerst ver
moedelijk geschieden zal, nadat op het einde dezes jaars
de nieuwe sectiën in functie gekomen zijn.
Het verheugt ons, dat men deze zaak niet met over
haasting behandelt, waar ook nu nog zoo hier en daar
eene stem opgaat tegen het nieuwe voorgenomen ge
meentebedrijf.
Hoe het den slagers is gelukt, een deel onzer ingeze
tenen, geen belang hebbend bij het slachtbcdrijf, diets te
maken, dat oen algemeen slachthuis ook hen met geldelijk
nadeel dreigt, zal wel steeds een raadsel blijven.
Toch al ware het zoo en zouden inderdaad de kosten
van ééne algemeene slachtplaats meer bedragen dan die
van 48 kleinere slachtplaatsen (wat in lijnrechten strijd
is met de eenvoudigste bedrijfsbeginselen), zouden dan
de vleeschverbruikers op niemand anders
toch dan op hen kunnen de slagers die kosten misschien
verhalen niet gaarne dat meerdere betalen, waar met
deze centrale inrichting zulke groote hygiënische voor
dooien worden bereikt
En ook, al zouden de vleeschverbruikers het niet gaarne
willen, wordt het dan niet meer dan tijd, hun toete-
voegende gemeenschap mag niet langer dulden, dat
ten gerieve van uwe beurs, de bodem verontreinigd, de
riolen vervuild, en de kiem gelegd wordt tot allerlei
ziekten op een aantal punten der stad
Wij gelooven overigens niet, dat de tegenwoordige slagers
en de vleeschverbruikers aangenomen nu een oogenblik,
dat ook deze laatsten eenig gering geldelijk offer hebben
te brengen, wat wij betwisten recht hebben tot klagen,
wanneer de gemeente het slachtbedrijf overneemt en het
overbrengt op één centraal punt, waar zij den afvoer en
andere hygiënische maatregelen geheel en al in de hand
heeft. Reeds te lang geniet de slager een voorrecht voor
zijn bedrijf, dat den gezondheidstoestand der geheele ge
meente zoo niet ernstig benadeelt, dan toch in hooge
mate op den duur in gevaar brengt.
Naar onze innige overtuiging moet dan ook vroeg
of laat eene voordracht, als de thans door b. en w. in
gediende, het Gemeenteblad bereiken.
Men moet langzamerhand tot het inzicht komen
't kan niet anders dat aan een algemeen slachthuis
voor de gemeente niet de minste risico kleeft en de op
richting eene daad is, die de hygiene aan de gemeenschap
gebiedend voorschrijft.
Wederlandsche Protestantenbond.
»Godsdienstprediking en godsdienstonderwijs door
de vrouw", dat was het onderwerp, dat inej. J. F.
Mossel, van Amsterdam dinsdag den 13 in de ver
gadering van de afdeeling Alkmaar van den Nederland-
schen Protestantenbond behandelde.
Achtereenvolgens besprak zij de volgende stellingen
de maatschappij heeft groot belang bij godsdienstonder
wijs op religieus gebied kent men man noch vrouw; het
is gebleken dat het aan beiden is toevertrouwdhet is
een dwaling dat een academische opleiding daartoe de
eenige is en de toekomst der godsdienstleeraressen ligt
buiten de kerkgenootschappen.
Op de vraag wat is godsdienst weet spr. geen beter
antwoord dan van G. Elliothet is gemoedsleven. De
maatschappij bestaat uit eenlingenwier ziel religieus
van natuur is. Zij kan niet zonder godsdienstonderwijs,
niet alleen in het afgetrokken maar ook in de praktijk,
want de practische wereld leeft van de ideale. Bij velen,
zeer velen heerscht nog ongeloof en toch komt zoo nu
en dan een verlangen naar religie boven wantzooals
reeds gezegd is, de natuur der ziel verloochent zich ook
op religieus gebied niet. Maar wie zullen nu die taak
van godsdienstonderwijs aanvaarden Het zijn de over
tuigden zoowel man als vrouw. De laatste heeft de
kinderen steeds verzameld en de geschiedenis is daar
om het te bewijzen. Reeds in de vroegste tijden werd
de vrouw aangewezen het kind te onderwijzen in de
vreeze des Heeren al werd ze nog niet bekwaam genoeg
geacht het onderwijs in den godsdienst te geven. Dit
veranderde, toen in het laatst der vorige eeuw Zondags
scholen in Engeland werden opgericht welk voorbeeld
ook later in ons land werd gevolgd. Ook de Protestan
tenbond richtte ze op en het onderwijs wordt meest
door vrouwelijk personeel gegeven. Doch steeds zijn
Engeland en Amerika op dat gebied ons vooruit. Daar
hebben de prediksters een grooter arbeidsveldeen eigen
werkkringeen bestaan. Daar staan de theologische
scholen ook open voor de vrouw.
't Is evenwel een dwaling dat theologie een nood
zakelijk bestanddeel van do opleiding is. In vele op
zichten is zij meer een belemmering van de vrije ont
wikkeling, wat ook het geval is met zoovele verschillende
reglementen en wetten der meeste kerkgenootschappen.
Doch dat zal alles beter worden. Den kleinen eerst het
woord Gods verkondigd en de grooten zullen volgen.
Met goeden moed gaan dus ook wij vrouwen voort.
Na de pauze gaf de spr. nog een overzicht van de
groote rijke beteekenis van het straks te vieren Kerst
feest waarna de tweede vergadering van den Protestan
tenbond in dit seizoen weer tot het verleden behoorde.
Oc hout en de plantsoenen.
Het rapport, door de heeren H. Copijns en Antb. Kos
ter ingevolge opdracht van de vereeniging »Alcmaria"
uitgebrachtomtrent aanleggroei en onderhoud van
den Hout en de verschillende plantsoenen te Alkmaar
't welk bij adres dd. 17 lOctober 11. aan den gemeenteraad
ter kennisneming is toegezonden en 't welk den 26 Oc
tober d. a. v. om bericht en raad in banden van b. en w.
is gesteld, heeft dezen aanleiding gegeven daaromtrent het
advies in te winnen van de commissie van bijstand voor
de plantsoenen terwijl zij voorts den stads-opzichter
opdroegen hun zijne bevindingen dienaangaande schrifte
lijk mede te deelen.
B. en W. zeggen in het door hen aan den raad uit
gebrachte rapport het volgende
Wijl de hierbedoelde zaak ons voor de toekomst van
Alkmaar van het grootste belang toeschijntvoor het
aanbinden waarvan een woord van hulde uwerzijds aan
de vereeniging »Alcmaria" niet zal worden onthouden
hebben wij gemeend het bedoelde rapport, met het advies
van de commissie van bijstand alsmede het relaas van
den opzichter over de plantsoenen in de bijlagen tot het
raadsverslag te moeten doen afdrukken, opdat deze stuk
ken ook in de toekomst gemakkelijk zullen kunnen wor
den geraadpleegd.
Wij zullen daarna eenige punten van conclusiestellen,
welker aanneming, als gevolg van het plaats gehad heb
bende veelzijdig onderzoek reeds aanstonds aan ons
collegeaan de commissie van bijstand en aan den op
zichter over de plantsoenen tot leiddraad zullen kunnen
strekken.
Ten aanzien van de Zuiderhoutlaan is door ons reeds
een voorstel gedaan 't welk is opgenomen in de bijlage
No. 131. Omtrent dat punt kan dus in onze straks te
formuleeren conclusie het zwijgen worden betracht. Even
zeer kan in verband met uw besluit van '25 November
11. tot aankoop van een stuk grond achter de Cadetten
school 't welk dadelijk voor boomkweekerij is bestemd,
een reeds geformuleerd voorstel van ons college ter zake
achterwege blijven.
De bovenbedoelde stukken (behalve het rapport dei-
deskundigen dat wij reeds vroeger in zijn geheel aan
onze lezers mededeelden), zijn van den volgenden inhoud
Rapport aan Heeren Burgemeester en Wethouders
van den Opzichter over de plantsoenen.
Nr. 1. Wat de beplanting van de Harddraverslaan
met beukeboomen betreftdaar zou ik tegen zijn om
deze redendat het een breede laan is en de beukeboo
men lange jaren zullen moeten groeien want dat gaat
zeer langzaam en menigmaal hunne planting een groot
verlies geeftwaarom de deskundigen ook al raden om
x/4 meer in de kweekerij te planten dan voor de laan
noodig is zoodat het naar mijn bescheiden meening wel
20 25 jaar zal duren eer dat men voor die breede
laan eenige schaduw verwachten kan. Het verschil zou
dus zeer groot wezen wanneer men de laan beplante met
iepeboomen die in 10 jaar meer schaduw en veel meer
voldoening zouden geven. Als men besloot de 2 rijen
boomen van de Harddraverslaan te vellen zou het aan
bevelenswaardig zijn het ook de langs het schelppadje
staande rij te doen omdat die zoo overhellen dat zij
nieuw te planten boomen zouden verdruipen.
Nr. 2. Kennemerpark, de Hout, Bolwerk en Grasperken.
De aanmerking over het planten hier en daar van een
boom op leege plekjes getuigt van kleingeestigheid; waar
het gedaan is was het met een goed doel opdat we
wanneer een naastbij zijnde boom wegvalttoch weer
eenigszms gedekt zouden zijn. Men schrijft, dat hier en
daar het struikgewas tot boomachtige groepen is opge
groeid omdat men verzuimde snoei- en kapme3 te ge
bruiken. Dat is volkomen waarmaar waarom werd
dat gelaten Omdat achter dat plantsoen zooveel staat,
dat voor den wandelaar niet aangenaam is. En dat hier
zoo weinig aan dó heesters gesnoeid wordt is om de
volgende redendat het publiek aan de heesters niet
alleen bladen maar ook bloemen verlangt. Als de heer
Koster de heesterparken in den Haag in oogenschouw
neemt, dan vindt die heer alleen bladen en geen bloemen,
omdat daar gesnoeid en gekapt wordtzooals men doet
in een boomkweekerij. En wat de opgeschoten eiken-
boscbjes aangaatde raad om die te vervormen tot
struiken getuigt naar mijn bescheiden meening niet van
gezond oordeel en het opvolgen daarvan zou te bejamme
ren zijn. De boorden zijn wel zóó prachtig beplant, dat
daarin wel verandering maar geen verbetering kan ge
bracht worden. Alleen op het gedeelte tusschen het
Nieuwlanderhek en de leerlooierij zou een paar treur-
boomen goed doen.
De toestand van de grasperken laat veel te wenschen
over. Indien de gemeente die in zoodanigftu toestand
zou willen brengen als op Middenhoutdan mist men
vooreerst de pacht van het gras, en moeten al de gazons
gespitgeëgaliseerd gemestbezaaid, gerold besproeid
en met de rol of grasmachine gemaaid worden, waarvoor
wel 2 arbeiders den geheelen zomer zullen noodig zijn.
Nr. 3. De Westlaan bij den Bergerhout.
Men raadt aan een proef te nemen met de zoogenaamde
balsem-populieren maar die kan niet gelukken. Indien
het in den zomer stormtwaait op die plaats het zeer
zachte hout aan flarden, en ten overvloede worden zulke
populieren opgegeten van de wormeD. Wanneer de ge
meente zich eenige kosten wil getroosten, kan met spitten,
mesten eiken esdoorn en hagedoorn planten baat ge
vonden worden mits de schennende hand er af wordt
gehouden anders baat de beplanting niets en gaat alles
in een paar jaar verloren.
Nr. 4. De Westerhout wordt op tijd gekapt en inge
boet zonder meer.
Nr. 5. De Zuiderhoutlaan.
Men schrijft om de iepeboomen in die laan te vellen
en de beuken te laten staan. Een paar jaar geleden heeft
de Oommissie voor de plantsoenen daar een begin aan
gemaakt en vermoedelijk zal die Commissie ook wel
voortgaan om van tijd tot tijd de staande iepen te vellen.
Nr. 6. De Bergerhout.
Voor de herplanting van dezen hout heeft de Commissie
steeds de voorkeur gegeven aan iepeboomen en wanneer
men nu het vernieuwde gedeelte ziet en onpartijdig oor
deelt zal men dankbaar zijn voor zulke krachtige jonge
boomen.
Wat het hakhout aangaat zou ik wel vtat jeugdiger
willen kappen om reden dat zoo vela achterblijvende
door de zwaardere verdruipen en verstikken. Wanneer
men het hout jonger kaptkrijgt men niet zooveel ver
lies en blijven de bosschen gevulder.
Algemeene beschouwingen over gestelde vragen.
Naar mijn bescheiden meening kan een verhoogde be
planting met in toepassing gebracht worden omdat hier