ETTRlTË k l IJ K E 8 f AXü.
overal geplant wordt langs wandelwegen de boomen
door het spoedig wegloopen van het hemelwater te eerder
verdrogen en geen diepte in den grond hebbende te
minder voedsel vinden zonden. Boomen op een koof
planten gaat goed bij den boer in zijn boomgaard, maar
niet langs publieke wandelpaden. Over het planten in
ruime gaten en in diep gespitten grond ben ik het vol
komen met de deskundigen eens. Voor het maken van
humusrijke aarde ontbreekt eene noodige bergplaats
waarvoor een hok te maken waredesnoods van oude
brugplanken van blad is voorraad genoeg maar me3t
en graszoden zouden gekocht moeten worden.
Eene boomkweekerij acht ik voor de gemeente een
groote hehoefteomdat er altijd verlangd wordt zware
boomen te planten en die bij geen boomkweeker te ver
krijgen zijn. Als men hier eene aanbesteding houdt van
het benoodigde gewas wordt het gegund aan den min
sten inschrijveren kan het komen van Boskoop, Aals
meer, Oudenbosch, Naarden of Anna Paulowna, waar de
gronden toch niet van dezelfde kwaliteit zijn als te
Alkmaar. Kweekte men de boomen hieï in eigen grond,
dan zouden zij gemakkelijker over te brengen en met
goed gevolg te verplanten zijn. Eene geschikte gelegen
heid hiervoor te benuttigen is wel aan te raden.
Mijne heeren houdt mij ten goede, dat ik zeer teleur
gesteld ben over den uitslag van het onderzoek en het
oordeel der deskundigen. Want als men deskundigen
benoemt verwacht men een oordeel over het geheel en
niet hier en daar een greep dat gaat eenvoudig niet
op. Ik had ook advies gehoopt over de Laat als de
heeren een middel aan de hand gedaan hadden om daar
de beplanting voor goed te doen gelukken zou dit voor
Alkmaar de moeite waardig geweest zijn.
A. VAN KLEEF.
Missive van de Commissie van van bijstand over de
plantsoenen aan Burgemeester en Wethouders.
Alkmaar, 2 November 1898.
De Commissie voor de plantsoenen heeft met belang
stelling kennis genomen van het door de Vereeniging
>Alcmaria" ingediende rapport, en alle aandacht gewijd
aan de daarin voorkomende wenken en raadgevingen.
Sommigen daarvan verwierven hare instemming, anderen
kan zij niet deelen, nog anderen acht zij ten eenenmale
overbodig.
In hun aanhef spreken de deskundigen van de schoone
omlijsting het natuurschoon den gordel van hoog
geboomte der stad, aan het slot van den schoonen Hout
en plantsoenen. Zij zijn dus niet ontgaan aan den indruk,
dien elke vreemde bezoeker ontvangt van het schoone
geheel, dat onmogelijk is als de deelen zoozeer te wen-
schen overlaten. Men zal allicht hier, zoowel als elders,
iets anders willen zien dan het is maar behalve dat,
door verschil van smaak, den een soms mishaagt wat den
ander behaagt, moet men bij elke beoordeeling rekening
houden met plaatselijke omstandigheden, met beschikbare
middelen. Op een omheind of voor het publiek niet toe
gankelijk landgoed kan voldaan worden aan eischen van
schoon- en netheid, waaraan niet te denken valt in uit
gestrekte, moeilijk te bewaken, van alle zijden toeganke
lijke van rij- en voetwegen doorsneden, van geringe
woningen met talrijke kinderbevolking doorzaaide of
omringde, door oude schuttingen van moestuinen begrensde
beplantingen.
Over het aangevoerde meent de Commissie het volgende
in het midden te moeten brengen.
De Harddraverslaan.
Hoe veeljarig de meeste boomeu dezer laan ook zijn,
zij geven des zomers nog te overvloedig lommei', dan dat
hunne vervanging nu reeds wenschelijk zou zijn. De des
kundigen raden dan ook aan ze nog eenige jaren te laten
staan de Commissie meent, dat de laan nog ongeveer
20 jaren behouden zal kunnen blijven, zoodat er ruim
schoots tijd is om voor hare latere beplanting te kunnen
zorgen en voor het oogenblik de keus der boomsoort
onbeslist kan gelaten worden. Beuken zijn ongetwijfeld
zeer fraai en voor den grond geschiktmaar zij hebben
veel tijd noodig eer zij schaduw geven, ook al heeft men
ze lang vóór de inplanting gekweekt. De binnenrijen
tusschen de buitensocieteit en den straatweg zijn 40
jaren geleden geplant en beteekeneu nog weinig voor
alleeboomen. Wil men echter beuken, dan verdient het
plan der deskundigen aanbeveling om ze beurtelings te
plaatsen met andere boomen, die later weggenomen en
elders gebruikt wordenmaar in zoodanig geval geen
kastanjesdie om hunne vruchten door de straatjeugd
steeds met steenworpen mishandeld worden. Of het nu
zaak is beuken in een eigen kweekerij op te brengen of
ze tot zekere zwaarte te doen leveren, is eene vraag, die
voorshands onbesproken mag blijven.
Het Kennemerpark de Hout Bolwerk en de Grasperken.
»De aanleg en het onderhoud van bovenstaande beplan
tingen laat nog al te wenschen over," zoo lezen wij.
Bij de beoordeeling van den aanleg van den Hout mag
niet over het hoofd gezien worden de geschiedenis zijner
wording. Oorspronkelijk bepaalde men zich tot het plan
ten van lanen, zoo recht mogelijk. Elke laan werd een
»hout" genoemdvan waar in den volksmond nog het
»de hontere" leeft. De inventaris van het archief dor
gemeente, afdeeling VII, 2e gedeelte, leert ons hoe men
sedert in 1639, 1659, 1666, 1695, 1758, 1764 en 1787
kroften en tuinen aankocht tot verheeling en uitbreiding
der »honten"en eene vergelijking van de kaart van
v. Panders met het heden doet zien, dat sedert 1765 de
hout vergroot werd met het gedeelte tusschen de huizen
van den heer J. Blom en zijne buren en de groote laan,
met het gedeelte tusschen den Doodenweg en de cel
gevangenis en laatstelijk met het Middenhout. Er is dus
geen spraak van een algemeen plan stuksgewijze is alles
geschied en men heeft het latere zoo goed mogelijk in
verband moeten brengen met het vroegere. In den Wes
terhout is men er in geslaagd de rechte Schager- en
Molen-, Weezen- en Hoeverlanen in gebogene te vervor
men, desgelijks de gekruiste lanen in den Mennistenhout
(tusschen den straatweg en Middenhout), terwijl de vlakte
de Kegelbaan (bewesten de Akerslaan) in een eiken
bosschage werd veranderd.
En de aanleg op de bolwerkenhet Kennemerpark
inbegrepen, is, werd de Commissie goed ingelicht
behoudens de wegens het sloopen van poorten hier en
daar noodig geworden wijzigingen en afgravingen, aan
geen minder man te danken dan aan den bekenden J. D.
Zoeher.
Dat overal waar een open plekje is te vinden boomen
zijn gezet, kan maar niet gaaf worden toegegeven. In
den regel plant men daar, waar een oude boom door
storm of bederf moest vallen.
Wel is de Oommissie het eens, dat het hakhoutmet
het oog op de opbrengst, vaak te lang staat, en dat het
over het algemeen wenschelijk is om het om de 10 of
12 jaren te kappen, ten einde het van onder strnikach-
tiger, dichter te maken. Maar ook wordt wel eens wat
gespaard om door hoog tegenover laag hakhout contras
ten van schaduw en zonlicht te geven, en om minder
wenschelijke uitzichten aan het oog te onttrekken. Werd
alle hakhout tot struikhout vervormd, dan zou de een
tonigheid mishagen.
Tegen verandering der eikenboschjes aan de waterzijde
van het Kennemerpark moet echter de Commissie zich
nadrukkelijk verzetten. Van de hoogte ontbreekt het
waarlijk niet aan uitzicht naar den Singel, en van dien
Singel en van de Kennemerbrug gezien is het bolwerk
zoo schoon dat het een waagstuk zou zijn er aan te
tornen. Wel raden de deskundigen lage, zich over het
water uitbreidende struiken aan, maar wie weet wat het
gewas langs het water van de jeugd te lijden heeft, zal
de aanplanting ervan niet bevorderen.
Ook verbetering der grasperken op de werken in
den ganschen Hout zou te veel geëischt zijn vindt
instemming bij de Commissie. Dat men het verstaat een
fraai gazon te bekomen bewijst Middenhout. Het is een
zaak van meer geld wegens bemesting, besproeiing en
maaiing maar ter verfraaiing van het geheel en daar
door tot bevordering van eens ieders genot acht de Com
missie eere hoogere uitgaaf hiervoor wel gerechtvaardigd.
De Westerlaan bij den Bergerhout.
Veel is reeds beproefd tot dekking van de boomen
dezer laan, o.a. door vergeefsche aanplanting van wilgen.
Het maken van openingen door vervanging van den tegen-
woordigen mantel mag een waagstuk heeten, te meer in
verband met het ongunstig oordeel van den opzichter over
een proef met balsempopulieren. De deskundigen willen
het schut vooral vinden in laag kreupelhout, tot voor
koming van het nadeel door snnifwinden. Het kan daar
voor zeer goed zijn, maar ook hooge beschutting is niet
minder noodig, als wij zien hoe de zeewind het geboomte
vooral in den top teistert.
Met het minder gunstig oordeel over canadasche popels
is de Commissie het eens, niet om het ritselen of den
vallenden bloesem, maar om het broze, bij storm gevaar
lijke hout en het nadeel dat de woeste, ver reikende
takken aan andere boomen toebrengen.
De Westerlaan.
De naam van Donkere hout is hier te onpasimmers
gold deze het oostelijk gedeelte van de Kruislaan, toen
deze nog tot de Harddraverslaan met zware beuken be
plant was. De Commissie zou ongaarne in den fraaien
Westerhout tot verandering willen overgaan. Het gazon
tusschen de Schager- en Molenlanen toont hoe weinig
de gelaakte neiging tot volzetten bestaat. De deskundigen
schijnen hun bezoek in de ditmaal natte Julimaand ge
bracht te hebben, want doorgaans is hier meer gebrek
aan vocht dan overvloed. Moet eens een laan verplant
worden, dan kan in overweging genomen worden beuken
in plaats van iepen te kiezen.
De Zuiderhoutlaan.
De Commissie vereenigt zich met het voorstel om de
iepen tusschen de beuken te verwijderen, gelijk zij in de
nabijheid bij de westelijkste kom reeds gedaan heeft.
Ook om eenig hakhout langs de zuidzijde der boomeu
te verwijderen, n.l. daar waar de zoom voldoende breedte
blijft behouden.
De Bergerhout,
De jonge iepeboomen blijken hier uitmuntend aan te
slaan en te gedijen. Over kastanjes in plaats van iepen
is hierboven reeds gesproken en het aanbevelenswaardige
van beuken wil de Commissie niet tegensprekenmaar
wel meent zij, dat, werd de aanplant van beuken te veel
bevorderd, men over de eentonigheid daarvan zou klagen,
zooals nu sommigen over die van de iepen.
Wat nu volgt in het rapport schijnt tot de vorige
paragraaf te behooren, immers in den Geesterhont is geen
ander hakhout dan een nog jong boschje bij het Huis
van bewaring, en overal is doorzicht, van Scharloo tot
het bolwerk. Met »de zuidzijde of grens van het bosch"
kan ook niet de Geesterhout bedoeld zijn, maar zijn wij
weder in de Zuiderhoutlaan. Wat dienaangaande aanbe
volen wordt, het beurtelings kappen van voor- en achter
kant, ten einde de grens van het bosch onzichtbaar te
maken, geschiedt reeds.
Algemeene beschouwingen.
Over dezen kan de Commissie kort zijn. Dat men hier
zeer goed vertrouwd is met het planten van boomen,
blijkt voor ieder die oogen heeft om het welslagen op
verschillende punten waar te nemen. Het gedurende den
winter open laten der plantgaten wordt in acht genomen
overal, waar de eischen van het verkeer zulks niet ver
bieden. Het breed omdelven van den grond waar oude
boomen stonden zooals bij »de Harddraverslaan'' tot
4 ellen aanbevolen is zeker goed, maar bezwaarlijk
toe te passen waar de wegen langs de boomen bestraat
of behard, of verhoogd zijn door liever in de diepte te
houden afval van de gemeente-reiniging, of waar zij
riolen, gas- en duinwaterleidingen bevatten.
De oprichting eener kweekerij, nevens de beide be
staande, blijve voor latere overweging bewaard.
De Commissie voor de Plantsoenen,
C. W. BRUINVIS, Voorzitter.
B. PREIJER.
A. GOEDE Dz.
P. RENTMEESTER.
In verband met de medegedeelde stukken, hebben wij
de eer uwer vergadering voor te stellen te besluiten.
a. om, overeenkomstig het advies van de Commissie van
bijstand voor de Plantsoenen, de keus der boomsoort
voor de Harddraverslaan voorshands onbeslist te laten
b. in beginsel aan te nemen, dat het hakhout in het alge
meen voortaan om de 10 of 12 jaren zal worden ge
kapt, in het bijzonder op die plaatsen waar het niet
dient tot verberging van zoodanige voorwerpen of zaken,
welker ontblooting den welstand niet zou bevorderen
c. in beginsel aan te nemen, dat in het vervolg meer
zorg zal worden besteed aan de gazons op de bolwerken,
in verband waarmede, op volgende begrootingen, jaar
lijks een hooger bedrag ter zake zal worden beschik
baar gesteld voor bemesten, b* sproeien en maaien van
deze gazons
d. Burgemeester en Wethouders te machtigen om eenmaal
's jaars, in zake aanleg, groei en onderhoud van den
Hout en de verschillende plantsoenen, het advies in
te winnen van een alleszins bevoegd deskundige.
Voorts geven wij uwer vergadering in overweging om
e. aan de vereeniging »Alcmaria", onder dankbetuiging
voor de door haar genomen moeite met betrekking tot
het bevorderen van maatregelen ter verfraaiing van
Alkmaar e. o., te berichten, dat het gemeentebestuur
met belangstelling heeft kennis genomen van het door
haar ingezonden rapport, omtrent aanleg, groei en onder
houd van den Hout en de verschillende plantsoenen,
met welks inhoud, zooveel slechts mogelijk is, rekening
zal worden gehouden.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
C. D. DONATH, Secretaris.
Aan
den Baad dezer gemeente.
Afederlandschc Politiebond.
Woensdag, den 14, werd in het lokaal Harmonie
de 20e jaarlijksche vergadering gehouden der afdeeling
Noordholland van den Ned. Politiebond.
De voorzitter, de heer J. Terpstra, heette de aanwezi
gen, ongeveer 40 personen, welkom, en herdacht in hoofd
trekken doel en streven van den Bond en in hoeverre
men reden van tevredenheid mocht hebben over de werk
zaamheden en het bereiken van het voorgestelde doel.
Dat er steeds meer belangstelling werd getoond, getuigde
o.a. de aanwezigheid van den ex-veld wachter van Veen-
huizen, een man van 81 jaar, die zich bij den Bond had
aangesloten en dus nog hart voor de zaak gevoelde. Bij
de oprichting, den 27 September 1892, met 27 leden
begonnen, scheen de Bond een zwakke loot, die nu, ge
tuige de 623 leden en haren onmiskenbaren invloed, tot
een krachtigen boom was ontwikkeld. Wel had men
natuurlijk nog niet het doel bereikt, vooral niet het
hoofddoelzich een betere, minder afhankelijk positie
te verwerven en vrouw en kinderen voor de toekomst te
verzorgen, maar uit alles wat door mededeelingen in de
couranten werd bewezen alsmede blijkens het benoemen
van com missiën, die zich daarvoor inspannen, niet te vergeten
den heer H. J. Calkoen, van Edam, vice-president van
den Bond, kon spr. de leden veel hoop voor de toekomst
geven. Hij durfde bijna verzekeren, dat men niet nogmaals
40 jaar zal moeten wachten op de vervulling zijner wen
schen want zeide hij»'t daagt voor de toekomst en
vestigen wij met het volle vertrouwen daarop onze hoop,
onder nauwgezette plichtsbetrachting, dan kan het niet
anders of wij zullen het doel van den Ned. Politiebond
bereiken. Met den wensch dat ook deze bijeenkomst daartoe
mocht bijdragenwerd deze 20e vergadering geopend.
Nu volgde de lezing der notulen van de vorige ver
gadering te Hoorn gehouden 24 Augustus '98 en het
verslag der algemeene vergadering te Arnhem 14 Sep
tember '97 die beide onder dankzegging werden goed
gekeurd.
Op de vraag van een der aanwezigen, hoe het gegaan
was met de commissie, welke de pensioenregeling zou ter
sprake brengen, werd o. a. door den heer Calkoen mede
gedeeld dat zich eene commissie van onderzoek had
gevormd, die zich reeds met de zaak bezighield.
Op de vraag van den voorzitter of ook iemand dei-
aanwezigen iets in het belang van den Bond of de politie
in het midden had te brengen, scheen er eerst weinig
animo maar toen de voorzitter vroeg of men al eens
had nagedacht over de prijsvraag in het orgaan van den
Bond betreffende de handboeien, ontspon zich achtereen
volgend een zeer geanimeerd gesprek over dat en andere
zaken de politie betreffende, b. v. of 't niet zijn nut kon
hebben, dat de politie in staat was, door het lezen van
desbetreffende bladen, geheel op de hoogte te ziju van de
verschillende gedingen veroordeelingen, gevonnisten. en
gesignaleerden, en hoe daarin te voorzien van den alk-
maarschen agent Brouwer b. v. de vraagwat toch de
oorzaak kon zijn dat het op vele plaatsen juist omge
keerd is als in Alkmaar, n.l. dat de politie door de bur
gerij wordt tegengewerkt en de laatste niet zelden zooals
vóór kort nog te Amsterdam vijandig tegenover de eerte
staat; van den heer Noordenbos, van Zaandam, o. m. de
vraag of de politie te Amsterdam van die lastige dreg
niet kou worden bevrijd of ten minste haar zoo kan
dragen dat deze hem in zijne bewegingen niet hindert,
en nog vele andere vragen, die alle door den voorzitter
werden beantwoord of ad notam genomen om ter gele
gener tijd en plaats behartigd te worden.
Heel aardige wenken gaf daarbij de heer v. Leeuwen,
hoe z. i. door veeljarige ondervindingen soms door
een zekeren takt, het in de hoofdstad aan enkele agenten
is gelukt, de tevredenheid hunner superieuren te ver
werven, tegelijk met de gunst der burgerij.
Het premiestelsel op net aantal bekeuringen of arres-
tatiën werd door bestuur en leden eenparig afgekeurd.
De voorzitter resumeerde een en ander en betoogde, dat
plichtsbetrachting nog steeds op hoogen prijs wordt
gesteld en een waarborg is voor eene betere toekomst.
Veel heil zag hij tevens in eene doelmatige opleiding en
ontwikkeling.
Een hartelijke gelukwensch aan Fr. Koster, van Buik
sloot, en anderen, niet aanwezigen, met de onderscheiding
hun te beurt gevallen, ondervond aller instemming.
Ten slotte vestigde de heer Calkoen nog de aandacht
op de late en ongeregelde transporten van veroordeelden
of zelfs van teruggezonden verdwaalden en verzocht het
bestuur te gelegener tijd, zoo mogelijk te helpen, daarin
verbetering te brengen. De heer van Leeuwen releveerde
nog, dat deze 20e vergadering gehouden wordt in de
Harmonie, te Alkmaar en hoopte, dat nu ook voor
den Bond van nu af de victorie mag beginnen. Onder
dankzegging sloot de voorzitter daarop de vergadering,
GETROUWD.
15 Dec. Jan Sterk, wednr. van Cornelia Bergwerf, en
Catharina Rike.
GEBOREN.
13 Dec. Cornelia, d. van Dirk van Schagen en Aaltje
de Groot.
OVERLEDEN.
15 Dec. Antje, d. van Maarten Bakker en Wilhelmina
van den Tooren, 12 j. en ruim 5 m.