Oorlogsuitgaven.
No. 153. Eerste blad. Honderdste jaargang,
1898.
ZONDAG
25 DECEMBER.
Buitenland.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dlnsda g-, Donderdag
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door bet
geheele rijk f t.—
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven" f r a a e4o jaan de |Uitgovers HERMs. COSTER
ZOON.
In ons artikel »Onze Financiën'' (van 18 December 11.)
noemden wjj twee hoofdstukken van onze Staatsbegroo-
ting, die van Marine en van Oorlog, waarop meer alge
meen bezuiniging op ruime schaal mogelijk wordt geacht.
In afwachting van het nieuwe licht, dat de behandeling
van die hoofdstukken in de Tweede Kamer daarover zou
doen opgaan, meenden wij voor onze vloot geen ingrij -
pende vermindering van uitgaven te kunnen verwachten
al mocht er verschil van zienswijze bestaan omtrent de
soort van schepen, die het best voor onze omstaudigheden
passen. Omtrent de uitgaven voor ons leger en onze
versterkingen achtten wij het tot nog toe onzeker, of wij
belangrijke bezuinigingen zouden kunnen invoeren al
plaatsen wij ons te recht op het standpunt dat we ons
niet voor alle mogelijke gevallen kunnen wapenen,
en mitsdien onze verdediging moeten inrichten met het
oog op de meest waarschijnlijke omstandigheden, waarin
wij zouden kunnen geraken.
In hoeverre zijn deze gissingen gegrond gebleken
Het zesde hoofdstuk (departement van Marine) is na
overneming van enkele weinig bolangrjjke amendementen
door den minister, ongedeerd in behouden haven aange
komen. De eerste termijn der uitgave van ruim vier
millioen gulden voor het bouwen van een tweede pant
serschip is toegestaan. Bij de behandeling der begrooting
voor het departement van Oorlog is het anders toegegaan.
Daar is allereerst de strijd gevoerd over de vraag, of de
verdediging onzer nationale onafhankelijkheid de offers
wel waard is, die wij daarvoor jaarlijks brengen. Wat
zouden wij in allerlei andere behoeften rijkelijk kunnen
voorzien, indien wij niet zooveel millioen moosten offeren
voor het bouwen en onderhouden van onze vestingen, for
ten en versterkingen en voor de oefening, de uitrusting
en het onderhoud onzer troepen Hoe zouden wjj daar
mee onze algemeens welvaart kunnen vermeerderen En
hadden wij nu nog maar de zekerheid, dat onze onaf
hankelijkheid en de onschendbaarheid van ons grondge
bied behoorlijk zijn gewaarborgdwij zouden ons die
offers wellicht nog kunnen getroosten maar wij moeten
toch zeiven overtuigd wezen, dat wij tegen den aanval
van een overmachtigen vijand niet bestand zijn, en zoo
zullen de offers, die wij jaarlijks brengen, ten slotte niet
alleen vruchteloos blijken maar zal ook het bloed van
duizenden onzer landgenooten te vergeefs worden vergo
ten. Zoo spreken ongeveer de bestrijders der uitgaven
voor onze verdediging.
Niemand zal ontkennen, dat wij heel wat ruimer zou -
den adem halen, indien wij ons die offers niet behoefden
te getroosten maar al letten wij alleen op onze stoffe
lijke belangen, dan reeds schijnt het ons duidelijk, dat
wij onverstandig zonden handelen met ons te onthouden
van de zorg voor verdediging van ons land naar de mate
onzer krachten. Wij zijn het niet, het zijn niet de kleine
natiën, vanwaar de drang tot de algemeene wapening in
Europa uitgaatDe kleine natiën gaan niet voor, maar
zijn genoodzaakt te volgen. De groote volken wapenen
zich met het oog op hun ongeveer even machtige buren,
hetzij tot verzekering van hun grondgebied en hun rang
onder de staten van Europa, hetzy om bij de eerste de
beste gelegenheid te heroveren wat zij weleer hebben
verloren, of in bezit te nemen wat zij meenen dat hun
toekomt, of wat zij op den eenen of anderen voor hen
afdoendenmaar voor anderen geheel onrechtmatigen
grond, gerechtigd meenen te zijn zich toe te eigenen.
Bij zulk een toestand bestaat er eigenlijk voortdurend
gevaar voor verwikkelingen, die den oorlog kunnen doen
ontbranden. Het is eenvoudig niet na te gaan, wat daar
toe aanleiding zou kunnen geven. Die niet blind is voor
hetgeen de geschiedenis, ook van de laatste tientallen
van jaren, ons leert, kan niet ontkennen, dat het iets
geheel onverwachts, iets waarop niemand gerekend had,
op zich zelf iets van luttel of geen belang kan zijn. En
dan dienen de kleine staten in staat te wezen naar ver
mogen hun grondgebied te doen eerbiedigen. Blijven zij
in gebreke, dan stellen zij zich aan de grootste gevaren
bloot. Hun open liggend grondgebied kan het terrein
van den oorlog worden. Een oorlogvoerende machtige
nabuur kan er belang bij hebben, kan het althans in zijn
belang achten, dat hij van die zijde gedekt is, en het
daarom geraden oordeelen, alvast een deel van het grond
gebied van den kleinen staat te bezetten. En wat dan
bij het sluiten van den vrede het lot van dien kleinen
staat zou zijn, laat zich denken. De overwinnaar zou het
niet verantwoord achten, opnieuw een onverdedigd ter
rein aan zijn grenzen te laten bestaan en bij voortduring
aan die zijde ongedekt te zijn. De kleine Staat, die zich
zelf weerloos gemaakt had zou niet blijven bestaan.
Bij den tegenwoordigen toestand van Europa is het
zelfs in hooge mate onwaarschijnlijk dat in vredestijd
een verwaarloozing van onze weerbaarheid, met het oog
op een mogelijken oorlogzonder protest zou blijven.
Wij kunnen ons zeer goed voorstellen, dat het openliggen
van ons grondgebied voor oen vijandelijke legermacht
het openstaan van onze havens voor elke vijandelijke
vlootdie troepen zou gelieven aan wal te zetten zou
verklaard worden een bedreiging te zijn van den alge-
meenen vredeeen gevaar voor de rust van Europa.
Het zou volstrekt geen ondenkbaar geval zijn, dat men
onze weerloosheid niet zou dulden. Het is nu eenmaal
niet anderswil men in geval van oorlog niet weerloos
zijn, dan dient men zich jaren te voren, wat vestingen,
forten havens en schepen betreftop zijn verdediging
te hebben voorbereiden moet elk jaar de weerbare
jongelingschap voor den oorlog worden geoefend. Zoodra
wij dit nalaten loopen wij inderdaad gevaar niet meer
als onafhankelijkezelfstandige Staat geëerbiedigd te
worden, loopen wij gevaar bij de eerste verwikkeling de
beste ons onafhankelijk volksbestaan te verliezen, loopen
wij gevaar door onze nalatigheid zelve tot die verwik
keling aanleiding te geven. En als wjj onder vreemde
overheersching kwamen dan zou het verschil met den
tegenwoordigen toestand alleen hierin bestaandat de
militaire lasten voor ons nog beel wat zwaarder zouden
worden en dat wij ze „ons zouden moeten getroosten
niet in ons eigen belang maar ter wille van hem die
ons onze vrijheid had ontnomen.
Men mag daarom aannemen, dat de meerderheid onzer
Scaten-Generaal overtuigd is dat behoorlijke zorg voor
onze weerbaarheidzooals die in den tegenwoordigen
tijd van een Staat als Nederland gevorderd mag worden,
een onafwijsbare plicht is. Onze tegenwoordige strijd
krachten zijn daarvoor onvoldoende. De Tweede Kamer
wil onzen minister van Oorlog in de gelegenheid stellen
de door hem te ontwerpen regeling aan hare goedkeuring
te onderwerpen daarom werd een amendement op de
vestingbegrooting teruggenomentoen de minister ver
klaarde dat hij na de aanneming daarvan zijn taak
niet zou kunnen voortzetten. Het is het voornemen van
den minister een regeling onzer strijdkrachten voor te
stellenwaarvan de kosten niet aanmerkelijk zullen
verschillen van de tegenwoordige uitgaven voor onze
militie en schutterijen. Onze strijdmacht zal dan bestaan
uit een leger en een landweer. De last der landsverde
diging zal op de schouders van velen gelegd worden
zoodat wij zouden hebben niet alleen een nationaal leger,
maar een weerbare natie. Zullen de kosten daarvan niet
te groot zijndan zal voor de infanterie een eerste
oefeningstijd gemiddeld niet langer dan van acht maanden
moeten worden aangenomenvoor een deel van nog
korteren duur maar voor allen voldoende te maken
door verplichte herhalingsoefeningen van beteekenis. De
groote vraag is nu of die eerste oefeningstijd met de
voorgenomen herhalingsoefeningen inderdaad voldoende
mag geacht worden. Reeds is een proef genomenen
de uitslag isdat de meerderheid der regimentscom
mandanten alle divisiecommandanten en de inspecteur
der infanterie dien tijd te kort achten. Een tweede
proef zal worden genomen gesterkt door verschillende
maatregelen waarvan de minister verwacht dat zjj
zullen leiden tot een meer bevredigende uitkomst. In
die verwachting zal hij zijn regeling ontwerpen.
De Kamer beeft den minister op dien weg willen
steunen en daarom werd het belangrijkste ameudement
op de vestingbegrooting ingetrokken. De minister heeft
echter de aanneming niet kunnen voorkomen van andere
amendemententot eeu gezamenlijk bedrag van ruim
een half millioen waarvan ruim vier ton op de gelden
voor de stelling van Amsterdam. Dat is zeker een
belangrijke bezuiniging maar slechts een tijdelijke. Dit
jaarmeende de meerderheid der Kamerwerd zij door
de financiëele omstandigheden gevorderd. Slaagt men
nog met eenige amendementen op de begrooting van
WaterstaatHandel en Nijverheiddan zal mogelijk
verhooging van den accijns op het gedistilleerd en den
wijn voorloopig nog niet noodig zijn. Of men verstandig
handelt met de stelling van Amsterdam zoo heel lang
zaam af te werken is een vraag waarover verschillend
kan worden gedacht. Men kan het werk toch niet half
voltooid laten. Hoe dit echter zijeen bezuiniging van
blijvenden aard op onze oorlogsuitgaven is niet verkregen;
alleen een vermindering der begrooting voor 1899. Wat
onze defensie op den duur zal moeten kosten, kan oerst
blijken bij de behandeling der verdere plannen van den
minister van Oorlog.
DIJKTSCHIiAlVD. Geen vervolgingen van over
heidswege gelast, kunnen de zaak der rechtvaardigheid
in haar voortgang stuiten. Ook de Duitsche Regeering
ondervindt dat dezer dagen, in zake de uitzetting dei-
Denen uit Sleeswijk, waarvan wij reeds eenige malen
melding maakten. Terwijl prof. Delbrilck wegens zijn
artikels daarover, vervolgd wordt, brengen zijn studenten
hem op zjjn college's openlijk hulde, en kiezen alle
bladen, die geen regeeringsorganen zijn, zijne partij. Ook
zijn collega Kaftan vreest geen vervolging doch keurt
in zijne geschriften, de handelwijze der Regeering ten
strengste af. Hij erkent het goed recht van Duitschland,
om tegen de al te sterke agitatie voor Denemarken op
te treden maar hij acht de staatkunde van uitwijzing
van gouverneur Von Köller volkomen verkeerd.
»Hoe kan men het rechtvaardig noemen, dat den Noord-
Sleeswijker als een misdaad wordt aangerekend, wat wij
ons zelf als een eer toerekenen het vasthouden aan onze
nationaliteit
Het «Berl. Tageblatt" haalt met instemming de slot
woorden van prof. Kaftan aan, waarin deze de ver
wachting uitspreekt, »dat vele Duitschers het verkeerde
van de thans gevolgde handelwijze mogen inzien, en dat
zij den overheden mogen voorhouden dat gerechtigheid,
ook tegenover buitenlanders en vreemdelingen, een volk
verhoogt."
FRiNHRUH. Het haudelstractaot met Italië is
door de Kamer goedgekeurd thans moet nog de Itali-
aansche Kamer daaraan haar zegel hechten, doch er be
staat geen twijfel aan, of ook de Italianen zullen blijde
zijn, dat de commercieele strijd eindelijk zal ophouden.
Zij 't dan ook wellicht met een enkele wijziging, het tot
stand komen van het tractaat is verzekerd, en daarmede
een begin gemaakt met een betere politieke verstand
houding der beide mogendheden.
De «Siècle" meldt, dat de Regeering wel geneigd
is het geheime dossier in handen van het Hof te stellen
en dit volkomen vrij te laten om het ook aan den ad
vocaat der familie Dreyfus ter inzage te geven. Zelfs
zou de ministerraad hebben erkend dat inzage door mr.
Mornard gewenscht is. Alleen is besloten het Hof te
verzoeken bij den advocaat stappen te doen, opdat de
geheimhouding gewaarborgd worde.
Met het Hof wordt verder alleen onderhandeld over
de wijze waarop de kennisneming zal geschieden.
Dupuy, de minister-president zal door het Hof van
Cassatie als getuige gehoord worden. De minister van
Justitie heeft op aanvraag van den president aan het
Hof verklaard, dat hiertegen geen bezwaar bestaat.
Verschillende leden van het Hof zullen den heer Dupuy
in zijn kabinet hooren.
De inschrijving ten bate van de weduwe van ko
lonel Henry om haar in staat te stellen een lasterpro-
cedure tegen de Reinach te voeren, is tot 87,500 frs.
gestegen.
GttlEH.BlNljA'NiD. Prins George de Regeerings-
commissaris der mogendheden, is op Kreta aangekomen,
en met grooten luister en zeer veel hartelijkheid en op
gewondenheid door de bevolking ontvangen. In zijne
rede bij de plechtige installatie zeide bij o. a.
»Ik ben mij van mijn plichten diep bewust en erken
ten volle de moeilijkheden van mijn taak, maar ik reken
op uwe vaderlandsliefde die mij in staat zal stellen de
besluiten van Europa uit te voeren en uw wenschen te
vervuilen.
»Ik zal geen krachten sparen om uw welvaart te be
vorderen. Ik zal zorg dragen dat gij goed, rechtvaardig
en onpartijdig zult worden geregeerd en zonder uitzon
dering zult smaken de veiligheid en de ware vrijheid
die alleen het wettelijk gezag en een goede wetgeving
kunnen waarborgen. Ik ben overtuigd dat gij gehoorzaam
zult zijn aan de wet en aan de gestelde overheden dat
gij uw strijd in het verleden zult vergeten en dat gij
zonder onderscheid van ras ot godsdienst in vrede te
zamen zult leven als kinderen van een land dat uw ge
meenschappelijke en liefhebbende vader is."
Als al deze beloften en verwachtingen slechts voor de
helft vervuld worden, zullen tot nog toe de zoo verdrukte
Kretensers zich ongetwijfeld in den hemel wanen.
ITAIiIB. De anarchisten-conferentie is geëindigd.
Volgens de «Times", is het doel vrijwel mislukt.
De diplomatieke vertegenwoordigers, die onder leiding
van admiraal Canevaro beraadslaagden hebben al lang
ingezien hoe onmogelijk het is om zelfs een definitie
van het begrip «anarchie" te geven en dat het vast-