Nieuwjaarswenschen. No. 154. Honderdste jaargang, 1898. WOENSDAG 28 DECEMBER. Oudej aarsavond, ZATERDAG 31 December a.s., NIEUWJAARSWENSCHEN, a, 25 ets. a contant, Amsterdamsche Brieven. B11 i t e it 1 a n d. In het nummer yan den zal weder gelegenheid bestaan tot het plaatsen van yan 1 tot 5 regels ALKIHAARSCHi: CO [IRA AIT. Doze Courant wordt B I n s d a g-, Doiderdag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8O franco door het geheele rijk f 1. 3 Nummers f O, <06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer3. Prijs der gewone ad verten tien: Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franc'o aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. BE UlTCtEVERS. Vaste raadscommlssiën. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar; Gelet op art. 54 al. 3 der Gemeentewet Maken bekend dat de Gemeenteraad in zijne verga dering van 21 December 1.1, voor h<-t jaar 1899 heeft benoemd a. in de commissie voor het ontwerpen van verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd waarvan de burgemeester, krachtens art. 166 der Gemeentewet, voorzitter is de heeren Mr. J. P. Kraakman B. Preijer C. W. Bruinvis en Mr. H. Boelmans ter Spill. b. in de commissie tot de belastingzaken en eenigo andere onderwerpen van finaneieelen aard de heeren C. W. Bruinvis (voorzitter), B. Preijer, A. Goede Dz., J. de Lange C.Jz. en G. T. M. van den Bosch. c. in de commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en onderhoud der plaatselijke werken en eigen dommen de heeren 0. Janssen Cz., W. E. Stoel en G. de Groot Jz. Tot voorzitter dezer commissie is door B. en W. aangewezen de heer: J. M. de Sonna- ville wethouder. d. in de commissie van bijstand in betrekking tot het beheer en onderhoud van de wandelwegen de beplan ting van straten wegen en pleinen der gemeente, de heeren A. Goede Dz., B. Preijer en P. Rentmeester. Tot voorzitter dezer commissie is door B. en W. aan gewezen de h. er C. W. Bruinvis wethouder. e. in de commissie van bijstand in zake het beheer der gasfa! riek de heeren: O. Bosman en J. de Lange C.Jz. Tot voorzitter dezer commissie is door B. en W. aan gewezen de heer C. W. Bruit.vis wethouder. Burgemeester en Wethouders voorn., Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorz. 24 Dec. 1898. O. D. DONATH Secretaris. XLVI. Een op het eerste oog betrekkelijk onschuldige voor dracht heeft zoowel aan B. en W, als aan don gemeente raad in de aigeloopen week heel wat hoofdbrekens gekost. Het gold bet verhuren van gemeente-terreinen gelegen aan de Lijnbaansgracht tusschen de Muiderpoort en den spoorweg-overgang bij de Ozaar Peterstraat, als mede den verkoop van grond en water langs het Entre- pötdok en de Nieuwe Vaart, alles aan de Maatschappij van Exploitatie van Staatsspoorwegen. Op deze terreinen wenscht de Maatschappij een goedereustation te stichten. Gewoonlijk lokken dergelijke voordrachten slechts discussie uit van den kant der leden die eiken verkoop van gemeente-grond uit den booze vinden en bij al znlke gelegenheden met nieuw vuur pleiten voor het geven van terreinen in erfpacht. Woensdag j.l. zetten do ver slaggevers in de Raad-zaal zich dan ook al schrap omdat nu spoedig een begin zou worden gemaakt met de veel besproken pensioen-verordening, cn een groote verrassing was 't voor hen toen niets daarvan kwam en de Raad in comité generaal ging. Na heropening werden alleen nog de benoemingen afgedaan en tegelijkertijd verluidde toen al dat de zitting Vrijdagmiddag zou worden voort gezet. In deze tweede vergadering ging men al omstreeks half drie in geheime zittingwelke ditmaal niet minder dan drie lange uren duurde na afloop daarvan werd de voordracht zonder hoofdeljjke stemming goedgekeurd. Vanwaar al dia geheimzinnigheid Natuurlijk is toeh zoo wat alles uitgelekt, wat achter de gesloten deuren is behandeld. Er is een geschil ontstaan tusschen den staat en de stad. De gemeente had den grond vijf hec taren grootin orfpacht willen gevendoch de Staats spoor verzette zich daartegen zoo vierkantdat hiervan moest worden afgezien. Een vergoeding hiervoor werd gevonden in de prjjzen voor den grond aan de zuid zijde van het Entrepot werd bedongen f 17.50 per M2, en voor dien aan de Nieuwe Vaart f 25 per M2 terwijl bovendien ook de huurprijzen niet gering waren. Tot zoo ver was dan ook alles goed gegaan maar toen is de minister van Einanciën zich in de zaak gaan mengen. Hij vond de sommen die gevraagd werden exorbitant boog en wenschte deze verlaagd te zien. Als dreigmiddel gebruikte hij het feit, dat het nieuw algemeen handels- en trepót op 1 Januari 1900 niet gereed zal zijn zoodat het Rijk overeenkomstig de destijds gemaakte bepalingen bet recht zal hebben om het bestaande entrepöt in 1890 door de gemeente van hot Rijk overgenomen voor 21/2 millinen als tegemoetkoming ia do schade die werd geleden door de afschaffing der kanaaigelden op den Waterweg naar zee terug te vorderen voor l1/, millioen. Dat alles ziju wel terdege factoren, die een uitgebreide gedachtenwisseliug rechtvaardigden. De zaak werd in de geheime zitting van allo kanten bekeken en de conclusie was, dat men 't dan in 's He uelsnaam maar tot een con flict moest laten komen. Te meor kon men dit doen, omdat van de aannemers van het u'euwo entrepöt een aanbod was ingekomen om het werk op 1 Januari 1900 gereed af te leveren van welk aanbod echter voors hands nog geen gebruik zal worden gemaakt, omdat daar mee financieele offers gepaard gaan en de minister mis schien op stak van zaken za terugdeinzen voor maat regelen, die in ieder geval toch eerst nog door de Volks vertegenwoordiging moeten worden goedgekeurd. Aan don anderen kant kon de Raad echter ook geen vrijheid vin den om nog moer te eischea van de Staatsspoor, want dan zou de indruk ontstaan, dat men een botsing niet wilde vermijden, maar veeleer in de hand werkon. W as voor dit alles echter eane geheime zitting noodig? Mocht de burgerij dan niet weten hoe de overheid te Amsterdam heeft te waken tegen financieele pressie uit den Haag eu dat nog wel iu dezelfde week waarin door een afgevaardigde op het Binnenhof werd gezegd, dat de hoofdstad wol oen abounoment op de schatkist scheen te hebben Waarom moesten al die beslommeringen in duisternis blijven en waarom mogen de kiezers, bijaldien t weikeljjk tot een conflict moest komen, niet weten wat daaraan is voorafgegaan? Uit dat oogpunt beschouwd was het geheimzinnige gedoe allermiust te rechtvaardi gen, doch er is nog eene andere factor en dat B. eu W. die liefst niet in het licht der openbaarheid zagen getrokken laat zich gereedelijk verklaren. huidige contract der Staatsspoorwaarvoor het nieuwe in de plaats moet komen loopt tot 31 December en het resultaat der gevoerde onderhandelingen bereikte den Raad eeis' den 15en van 'iezelfde maand. Veertien dagen tijds schoten dus slechts over eu tot het nemen van een beslissing werden de leden eerst uitgenoodigd op den 23en dus acht dagen voor den fatalen termijn. Hals over kop moest gehandeld wordenterwijl er toch zooveel te overwegen viel en dat had men kunnen voorkomen ais de zaak vroeger ware geëntameerd. B. en W. hebben begrependat zij er niet anders dan bij winnen konden als door hen verhinderd werd dat daarop jn 0er* openbare raadsvergadering door verschillende leden de^ nadruk werd gelegd. Rechtmatige klachten zonden dan komen uit den boezem der ingezetenen en op hunne activiteit zou voor langen tijd een smet zijn geworpen. Om dat te beletten riepen zij de hulp in der duisternis een waarschijnlijk ïjdele poging, want de wanden der Raadszaal staan er voor bekend dat zij kunnen klappen. Wat meer dan 25 menschen weten blijft niet verborgen voor de bekwaamheden der Hol- Jandsche reportersdie maar één draad in handen be hoeven to heoben om een heel kluwen te ontwarren. Zoo eindigt de Amsterdamsche historie van 1898 met een niet zeer fraaie bladzijde. Overigens bracht de aigeloopen week ons weinig be langwekkend nieuws. De stille week voor Rerstmis krijgt elk jaar meer recht op dien naam en de viering van het feest zelf neemt in Amsterdam ieder jaar toe". Vroeger waren er alleen Kerstboomen in Duitsche fami lies en op Zondagscholenmaar langzamerhand krijgen de Lescherungen ook in ons land haar burgerrecht. Irouwens er ligt poëzie genoeg in het feest en wie eenmaal het geflonker van den met schatten beladen Kerstboom stralende in volheid van kleurig licht, heeft aanschouwdkrijgt olk jaar, wanneer hij auderen de toebereidselen ziet maken opnieuw het verlangen naar het schitterende tooneel. Voorts waren dit jaar de Kerst dagen bjjzonder rijk aan allerlei feestelijkheden er zulleD niet veel zalen in Amsterdam geweest zijn die op een der beide avonden met geheel gevald waren met feest gangers. Dilettanten en boroepsartisien speculeerden als om strijd op den uitgaanslnet der menschen hoewel de Kerstviering toch wel in de eerste plaats een huiselijk feest behoort te zijn. Gver de INederlandsche Opera te schrijven is een droeve arbeid. Groote artistieke evenementen zijn er niet te vermelden het zijn alles stuiptrekkingen van een ten doodo gedoemde. De werkstaking van de arme koristen heeft gelukkig maar enkele dagen geduurd. Die menschen verdienen zoo weinig, dat zij wel tot een strike hun toevlucht moesten nemen, toen maar de helft van hun schamel loon tot hun beschikking word gesteld. Toch deden zij 't met ang3t in het harteen gulden per avond de ge middelde betaling is wel niet veel, maar op een andere manier vindt men die toch niet zoo gemakkelijk terug. De beweging verliep dan ook al heel spoedig en gelukkig kwam nog juist bijtijds do verzoening om niet enkelen, die vasthielden aan hun goed recht, als oproermakers" buiten te sluiten. Dank zij de gave van f 250.- van een paar bekende stadgenooten zijn zij door hun wanhoops besluit althans niet financieel ten achteren geraakt. De geruchten over de nieuw op te richten Nederland- sche Opera beginnen langzamerhand vasteren vorm te krijgen. Men weet nu ten minste reeds dat de heer Stumpf de promotor daarvan is, dat den heer Hutschen- rnyter van het concert-gebouw een belangrijke functie is toegedacht, dat men den heer Van der Linden aan de nieuwe onderneming wil verbinden, zij 't dan ook niet voor het hoogste ambt, en dat een Haagsch kunstbe schermer wiens naam voorloopig nog geheim moetworden gehouden voor de noodige fondsen zorgt. Tot de voor naamste artisten behooreu Pauwels, Orelio, on oenige andere Nederlanders, die in het buitenland lauweren hebben geoogst of nog oogsten. Volledige publiciteit zal eerst gegeven worden, wanneer de voornaamste ongagementen zijQ afgesloten, maar nu staat reeds vast, dat met het polyglottische karakter van de tegenwoordige Opera gehee1 zal worden gebroken. De solisten zullen allen in het Hollandsch zingen en proefnemingen met onbekenden, die maar al te vaak tot teleurstelling leiden, zullen zooveel mogelijk worden vermeden. Alles wordt op grootsche schaal op touw gezet en zoo hoopt men de sympathie te herwinnen voor een instituut, dat onder de huidige benarde omstandigheden velen van zich heeft vervreemd. Als nu maar niet zoo lang wordt gewacht, dat de Ita- liaansche Opera al het terrein beeft veroverd 1 En nu ten slotte een kleine Oudejaars-beschou wing. Al3 een lichtende ster prijkt voor Amsterdam t.e midden van allerlei overwegingen van somberen aard de inhuldiging van de Koningin, die plaats heeft gehad te midden van algemeene geestdrift en voorbeeldige orde. De hoofdstad heeft bij die gelegenheid haar feestkleed aangetrokken en zij heeft daardoor verkregen dat kon derden en duizendenzoowel uit het binnen- als bet buitenland, haar zijn komen bekijken. In geen jaren is er zooveel geld biDnen de stad gevloeid en al heeft de toevloed van vreemdelingen sommiger verwachting be schaamd, toch is door de iudustriëelen, de winkeliers en de werklieden zooveel verdiend, dat een tijdelijke ver hooging der algemeene welvaart niet is te miskennen. VuDdaar dan ook dat iu geruimen tijd het beroep op de liefdadigheid niet zoo zwak Is geweester is geen werkverschaffing in het Buitengasthnis er is geen gratis-uitdeeling meer van brood eu koffie, en toch behoeft «Liefdadigheid naar Vermogen'' nog geen noodkreten te doen hooren en wordt niets vernomen van optochten door werkeloozen. In dit opzicht zal 1898 eenmaal als een zeldzaam jaar worden geapprecieerd, wel licht in meerdere mate dan op het oogenblik het geval is. Op gemeentelijk gebied werd voortgegaan in de rich ting van het naasten der concessiën, waardoor men de stedelijke schatkist op den duur hoopt te helpen. Zij eischt dringend versterking, want veel moet ongedaan blijven, wat in een wereldstad al lang moest zijn verbeterd. De financiën van Amsterdam zijn een onderwerp van voort durende zorg en in de toekomst zal dat nog veel erger worden. Zoolang er schatten worden geofferd aan het lokken van handel en scheepvaart, die toch niet komen, kan het financieel evenwicht niet hersteld worden. En wat ons zelf aangaat, het was ons ook dit jaar een aangename bezigheid, de lezers van de «Alkm. Ct." telkens op de hoogte te brengen van de voornaamste feiten van den dag. In het volgende jaar hopen wij daar mee voort te gaan, ons vleiende belangstelling voor onzen arbeid te zullen vinden. Amsterdam moge als handels stad mislukken zij is eu blijft niettemin een hartader des lands en wat daar klopt doet zich ook gevoelen in alle deelen van Nederland. Dat maakt de taak van iemand, die Amsterdamsche Brieven schrijft, zooveel aan genamer dan het werk van een Haagsch of Rotterdamsch chroniqueur. Moge ik in 1899 den lezer menige mededeeling van verblijdenden aard kunnen brengen 1 In allen gevalle evenwelhem zij veel heil toegewenscht 1 BUTTSCHIjAIVB. Nog steeds houdt de pers zich ernstig bezig met de vervolging van prof. Delbiück wegens zijne geschriften over de uitzetting der Denen. Zeer juist stelt het Nationaal-sociale blad »Hilfe" de quaestie, waar het de vraag, of Delbrück gelijk had of niet, geheel ter zijde laat, maar het recht van het vrije woord voor hemgelijk voor een ieder, gehandhaafd wil zien. «Of men. met Delbrück instemt in de zaak der uit wijzingen, zoo zegt het blad, doet er volstrekt niet toe. Hij Leeft het recht te zeggen, wat hij gezegd heeft. Hij is thans aan de beurt. Wie volgt er nu 1 »Is het nu nog geen tijd om een protest in te dienen, door allo Duitscho professoren onderteekend Zijn er niet genoeg moedige menschen, die dit aandurven De «Frankf. Ztg." maakt er der Regeering een ernstig verwijt van, dat zjj Delbrück terecht wil doen staan voor een disciplinaire rechtbank (die hoofdzakelijk uit afhankelijke ministerieele ambtenaren bestaat), in stede voor den gewonen strafrechter, in welk laatste geval, geijjk ook de Regeering voorziet, vrijspraak onge twijfeld zou volgen. Intusschen zijn do Denen begonnen wraak te nemen. In vele steden zijn vergaderingen belogd van voorname

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1898 | | pagina 1