Een eeuw cud.
Honderd en eerste jaargang
1899.
ZONDAG
1 JANUARI.
Buitenland.
I)it nummer bestaat uit 3 bladen.
^10. 1. Eerste blad.
UkflUltSCm COtRAIVT.
Deze Courant wordt I» I n s d a g-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. A bonne ;,entsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8© franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0.06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel l'O.lft. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer s 3.
Dat zal op 7 Januari van het nieuwe jaar 1899 van
de Alkmaarsche Courant gezegd kunnen worden. Haar
lotgevallen zullen aan de geabonneerden van dit blad
worden medegedeeld in een hun welhaast kosteloos toe
te zenden boekwerkje.
Korte mededeelingon van de zittingen van het Ad
ministratief Bestuur der stad (den gemeenteraad), en
van de vpublicatiën", de huwolijks-proclamatiën en aan
giften van overlijden, enbrle nieuwstijdingen uit het
vaderland ca uit den vreemde en eenige advertentiën
maakten aanvankelijk den inuond nit. Op het laatst van
1801 verdween het op?"hr:ft»Gelijkheid, Vrijheid en
Broederschap". In bet, login van 1811 tot 1 December
1813 verscheen zij iu i wee talen (Frausch en Hollandsch).
Tot 1854 kwam in haar inhoud luttel verandering.
Sedert dien tijd word de inhoud uitgebreid, en met het
nummer van 21 April 1861 begon voor haar een nieuw
tijdperk. In dit nummer deelden de uitgevers mede,
dat zij geregeld zon verschijnen in het toen aangenomen
grooter formaat, en, bij uitvoeriger vermelding van het
voorgevallene in en buiten de grenzen, geregeld een
politiek ,o verzicht zon geven van de groote ge
beurtenissen in de wereldgeschiedenis. Jarenlang is dit
wekelijks volgehouden de courant verscheen eenmaal
in de week totdat allengs ook de belangrijkste feiten
op het gebio'1 van eigen wetgeving en bestuur, do hande
lingen vau Regeering en Staten-Generaal, de belangen
van staat, provincie en gemeente onderworpen werden
aan zelfstandige beschouwing, en de hoofdartikelen bij
afwisseling werden gewijd aan de hoofdgebeurtenissen
op eigen bodem en in den vreemde. De A. C. werd een
politiek blad.
Bijna 38 jaren zijn sinds dien dag verstreken en als
wij die eerste artikelen herlezen, dan worden wij getrof
fen door de groote verandering die het aanschijn der
wereld sedert dien tjjd heeft ondergaan en aan den
anderen kant door de groote overeenstemming van de drijf-
veeren die destijds de gemoederen in beweging brachten,
en die thans de volken beroeren. De eerste beschouwing
geldt Oostenrijk en den zwaren strijd, die daar tot be
houd van de eenheid dor monarchie werd gevoerd door
denzelfden Keizer Frans Jozef, die thans weder tot het
zelfde doel alle krachten moet inspannen. Het is het
nationaliteitsbeginsel, dat door Napoleon III verkondigd,
destijds geheel Europa in beroering bracht. Reeds had
Oostenrijk Lombardije verloren, maar Venetië had het
•nog in bezit. Nog altijd gold het als Duitsche staat, de
eerste in den Dnitschen bond, maar alle zorg voor den
bloei des rijks, voor de ontwikkeling van handel en nij
verheid dns lezen wij iu het eerste politiek overzigt''
(van 21 April 1861), »kou de Hongaren, Polen en Ita
lianen, bij Oostenrijk ingedeeld, niet doen vergeten, dat
zij Hongaren Polen en Italianen waren, dat zij eigen
gebruiken eigen instellingen, een eigen regeeringsvorm
en een eigen taal hadden, evenmin als de Belgen zich
ooit burgers gevoeld hebben van het Koninkrijk der
Nederlandenevenmin als de Holsteiners onder den
invloed van het Deensch beginsel vergeten dat zij Duit-
echers zijn, en evenmin als wij ooit zonden vergeten heb
ben dat wij Nederlanders zijn, al waren wij vijftig in
plaats van drie jaren, en tot ons voordeel in plaats van
tot ons groot nadeel, met Frankrijk vereenigd geweest."
Wij vernemen, hoe niet alleen in de Hongaarsche, Pool-
sche en Italiaansche kroonlanden der Oostenrijksche mo
narchie maar ook Croatië, Gallicië en Zevenbergen de
verschillende nationaliteiten voor hare taal en oude rech
ten opkwamen. En thans zien wij weer dezelfde verschijn
selen. Sedert 1866 heeft Oostenrijk zijn Italiaansche
landen verloren staat het buiten Duitschland, en heeft
Hongarije in hoofdzaak de begeerde zelfstandigheid ver
kregen. In het volgende jaar werd de Keizer van Oosten
rijk te Boeda (O f e n zeggen de Duitschers) tot koning
van Hongarije gekroond. Maar het destijds geslo
ten vergelijk heeft nog nooit zooveel gevaar geloo-
pen als tegenwoordig en wij behoeven maar te herin
neren aan de veel besproken taalverordeningen de
oproerige bewegingen te Praag en de heftige toaueelen
in de Kamer van Afgevaardigden te Weenenom ons
te doen zien dat a heel de O jstenrijksch-Hongaarsche
Monarchie tussehen de verschillende volksstammen, ver
schillend in taal, in afstam mi eu in zeden, een onver
zoenlijke strijd wordt gevoerd, en inzonderheid aan het
Dnitsohe element de voorra t, wordt betwist.
Merkwaardig is hetthan* nog eens te lezen wat de
»A. C." in die eerste politieke jverzigten" schreef over
Duitschland. De naam van B.narek begint op den
voorgrond te komen, .maar, 'jet algemeen wantrouwen
dat zijn beginselen aanvankelijk opwekken wordt door
vrienden van Pruisen voor dezon Staat een hinderpaal
geacht om in Duitschland den voorrang en de leiding
te verkrijgen. Intussehen worden er reeds door gehesl
Duitschland afdeoliugen opgericht eener Nationale Vor-
eeuiging tot bijoenbrenging vau gelden voor de Daitsche
vlooton die gelden wordeu tot dat doel aan Pruisen
geschonken. Maar die Ver6eniging doet weer van een
andereu kant een ongelukkig wantrouwen rijzen. »Meu
verwijt haar" zegt het overzicht van 22 September
1861 »dat zij de Duitsche eenheid wil tot staud
brengen door de overheersehing van Pruissen, en Daitsch-
land in dien staat wil doen opgaan Zelfs de Koning
van Pruissen heeft de beschuldiging niet kunnen ontgaan
van naar de Duitsche Keizers roon te streven. Intussehen
schijnt de overtuiging veld te winnen dat Duitschlands
veiligheid zoowel als Duitschlands eer een naanwere
Vereeniging der verschillende Duitsche Staten vordert." Er
wordt herinnerd aan de geschiedenis, aan de woorden van
Möser over den Dnitschen volksgeest, reeds in 1765»wij
zjjn één volk, vau één naam, met één taal, wat de
inwendige magt en kracht beueft niet eerste rijk in Europa
en zooals we zijn, zijn we sedert eeuwen een raadsel ten
opzigte van onze staatsregeling, een roof voor onze
naburen een voorwerp van hun spotternijen eenig in de
geschiedenis der wereldonderling oneenskrachteloos
door onze geschillen sterk genoeg om ous zeiven te
benadeelenmagteloos om ons te redden ongevoelig
voor de eer van onzen naamelkander wantrouwend
zonder overeenstemming in onze grondbeginselen een
groot en toch een veracht volk een volk dat gelukkig
zou kunnen zijn maar inderdaad zeer beklagenswaardig
is.'' Er wordt herinnerdhoe bij den val van den
eersten Napoleon de algemeene nationale geestdrift de
kracht der Duitsche eenheid openbaarde maar hoe de
vrucht der schoone beweging in spijt van de goede
gezindheid van het volk verloren ging door de kort
zichtigheid en de zelfzucht der regeerders van Europa.
Een herleving van den geest van 1813 wordt mogeljjk
geacht door de gevaren die van de zijde van Frankrijk
dreigen. Duitschland kan opnieuw geroepen worden perk
te stellen aan de overheersehing der Napoleontische politiek.
»Daartoe" aldus vervolgt het »overzigt"»is echter
noodig, dat men in Dnitschland dat noodlottig wantrouwen
laat varen dat tot nog toe elke poging tot vereeniging
belemmert. Er bestaat voorshands geen vooruitzicht op
een algemeen Duitsch parlement, dat tot krachtig handelen
in staat zou zjjn; Pruissen moet de leiding van Duitsch
land op zich nemen in alles wat het leger en de vloot
betreft; tot verdediging van de gezamenlijke onafhanke
lijkheid moeten de overige Daitsche staten zich met ver
trouwen aan dezen staat aansluiten. Oostenrijk, nog lijdende
aan de wonden van den laatsten bloedigen oorlog (met
Frankrijk en Sardinië) heeft te veel met zijn biunen-
landsche aangelegenheden te doen. Pruissen aan het hoofd
van Duitschland dit is het praktische middel om
voor Frauscho overheersehing veilig te zijn." Eu op de
vraag van waar, in 1861, Duitschland gevaar bedreigt,
wordt tot antwoord gegeven dat „daarover nauwelijks
twijtel kan bestaan het gevaar dreigt uit het zuiden
van de zijde van Frankrijk."
Inderdaad, dat bleek negen jaren later, nadat een
korte beslissende oorlog Oosteurijk ter zijde had geworpen,
het algemeen vertrouwen op de kracht van Pruisen had
gevestigden de parlementaire zonden van Bismarck
had doen vergeten. Het gevaar dat voortdnrend van de
zïjde van Frankrijk dreigde, ten slotte de oorlog met
Frankrijk heeft de Duitsche eenheid tot stand gebracht,
en aan Pruisen's Kouing de Duitsche Keizerskroon bezorgd,
en sinds dien tijd heeft de kracht van den Dnitschen
stam zich op elk gebied geopenbaard. Maar in 1861
verhief zich nog de Fransche Keizer te midden van al
de woelingen als de eigenlijke beheerscher van het ver
deeld en wisselend Europa. Het door hem gehuldigde
en begunstigde nationaliteitsbeginsel had reeds in Italië
gewerkt. Parma ModenaToscane en de Romagna
hadden zich bij Sardinië aangesloten. Garibaldi was op
Sicilië geland, had weldra zijn intocht in Napels geduan,
en ook Zuid-Italië volgde het noorden. Reeds had het
Italiaansche parlement Victor Emannel tot Koning van
Italië uitgeroepen, en Rome aangewezen als »aanstaande
hoofdstad." De Grieksche beweging in de landen van
Enropeesch Turkije wordt echter evenals thans
door de mogendheden in bedwang gehouden. Engeland
vooral doet zich kennen als een sterke voorstander der
handhaving van het gezag van den Sultan in het Oosten,
en Frankrijk zoekt reeds toenadering tot Rusland. In
Noord-Amerika thans optredende als een mogendheid
waarmee ook Europa te rekenen zal hebben, moet de
hachelijke strijd tu3schen do noordeljjke en de zuidelijke
staten nog beginnen, en in Mexico schijnt een toenade
ring te ontwaken tot Spanje.
Maar wij knnnon geen overzicht geven van alle
groote gebeurtenissen op het tooneel der geschiedenis
sedert 1861; een overzicht, dat ons zou bevestigen inde
overtuiging dio in de eerste woorden van het eerste
»Politiek overzigt" der Alkmaarsche Courant werd uitge
sproken, en waaraan nog onlangs bij het einde van den
oorlog tussehen de Vereenigde Staten en Spanje werd
herinnerd: »De wereldgeschiedenis is een wereldgericht."
HF 1.4.1 K. De laatste berichten nit deu Congo-staat
melden, dat voor den moord onlangs op vier Belgische
officieren gepleegd, bloedige wraak is genomen. Een
expeditie van 125 man is tegen de »Bundja's" opge
trokken en heeft den geheelen stam, 3000 man sterk,
verstrooid en verjaagd. De inlandsche troepen van den
Congostaat verloren bij deze strafoefening zes dooden.
DUITSCH I. ,%BÏD. De onlangs gepubliceerde cjjfers
over in- en uitvoer in Novemberbewijzen dat de
Duitsche handel zijn vlucht steeds uitbreidt. De invoer
in die maand vermeerderde met 333 millioen dubbele
centenaren (hij bereikte het bedrag van 39.07 millioen),
de nitvoer was in do maand November geringer dan in
1897 (voor een groot doel te wijten aan de mindere be
hoefte aan steenkool) doch steeg over het geheele jaar
met 8.2 0/0, terwijl de invoer met 6.8 vermeerderde
JBKUERjAlMD. Ook aan boord van de Britsche
stoomboot Golconda die te Gravesend is aangekomen, is
een geval van pest geconstateerd. De zieke is aan land
gebracht en het schip geheel gedesinfecteerd.
Volgens de Daily Mall" is Zola op het oogenblik
te Londen in een hótel aan bet West-End.
FHAIV14K1JK. Ten gevolge van het onderzoek
van het geheim dossier heeft het Hof Dinsdag maar één
getuige kunnen hooien en wel overste Oordier. Donderdag
zijn de oud-minister Barthou en de oud president Casi-
mir Perier gehoord. Men vertelt dat nog de oud-minister
(in 1894) Develle, majoor Lauth en de heer Gribelin ge
hoord znllen worden.
Intussehen meldt de Herald" nit Paramaribo dat
daar als gerncht verteld wordtdat Dreyfns van het
Duivelseiland naar Cayenne is gebracht, waar hij op 4
dezer naar Frankrijk zon zijn scheep gegaan.
In Engeland doet wederom een bericht de ronde dat
de militaire autoriteiten een conp d'état zonden beraamd
hebben De »Snnday Times" beweert nit goeden bron
vernomen te hebben, dat de aanslag binnen enkele dagen
zal plaats hebben. De bijzonderheden worden strikt ge
heim gehouden, en het bestaan van het complot zou
slechts aan een zeer klein aantal personen bekend zijn.
Volgens do vlndépendance Beige," die bet bericht
overneemt, zou een Engelsch bankier de onderhandelingen
voor een zaak in Frankrijk hebben afgebroken, nit vrees
dat Frankrijk aan den vooravond van een revolutie zou
staau.
President Faure schijnt voor een dergelijken aanslag
op de Republiek niet te vreezen, althans hij hield dezer
dagen, bij een bezoek aan de Krijgschool, een toespraak
op de officieren, waarin hij het leger op de gebruikelijke
wijze in de hoogte stak en er wederom zjjn steentje toe
bjjdroeg om de militairen te stijven in hunne meening
dat do burger-maatschappij eigenlijk ten behoeve en ge
noegen van het leger bestaat.
Het proces van Judet tegen Zola is weder acht
dagen uitgesteld.
In deze zaak is een nienw element gekomen door een
brief van den heer Jacques Dhur van de »Aurore" aan
deu olficier van justitie. De heer Dhur verklaart daarin
dat hij in do boekerijen van Parijs en Algiers stellige
bewijzen heeft verzameld voor de valschheid van de