De oud-kolonisten.
No. 1 llerde blad.
Honderd en eerste jaargang.
1899.
ZONDAG
1 JANUARI.
ALMANAK, gratis
Plaatselijke directe belasting-.
Inschrijving Nationale Militie.
Hondenbelasting.
FEUILLETON.
Rekeningen
PARIJSCHE BRIEVEN.
Aan alle geabonneertlen op ons
blad wordt bovengenoemde
verzonden.
A. CON AN DOYLE.
wegens in 1898 aan de gemeente ALKMAAR
gedane leveringen worden ingewacht vóór
31 Jannari 1899, wat betreft de gasfabriek
en de gemeente-reiniging bij de Directeuren
van die takken van dienst en wat de overige
takken van dienst betreft, ter gemeente
secretarie, of, wat de openbare werken be
treft, bij den gemeente-architect.
ALkMAAKSCUE ((IIIIAM.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer: 3.
Prijs der gewone advertentiën
Per regel f'0,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de UrtDJvers HERMs. COSTER
ZOON.
verplicht is, daarvan jaarlijks vóór 31 Januari ten kan
tore van den gemeente-ontvanger aangifte te doen.
Die aangifte geschiedt door de inlevering van een be
hoorlijk ingevuld en door den belastingschuldige onder
teekend biljetkosteloos aan dat kantoor verkrijgbaar.
De betaling der belasting geschiedt dadelijk bij de aan
gifte tegen kwitantie en afgifte van een penning, onver
minderd het recht, om, zoo de aangifte onjuist bevonden
wordt, herziening te doen plaats hebben.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorz.
31 Dec. 1898. C. D. DONATH, Secretaris.
De UITGEVERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algeraeene kennis, dat de beschrijving voor
de plaatselijke directe belasting naar het inkomen voor
het dienstjaar 1898, op Maandag 2 Jannari 1899 aan
vangt en noodigen de belastingschuldigen dringend uitdoor
spoedige invulling der beschrijvingsbiljetten mede te werken
tot een tijdig en afloop der beschrijving en tot eene vervroegde
vaststelling van het kohier.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorz.
31 Dec. 1898. O. D. DONATH Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
maken bekend, dat de Inschrijving voor de Nationale
Militie van de geborenen van 1880 geschiedt in de
maand Januari 1899 in een der vertrekken van het
Raadhuis alhierdes avonds van 5 tot 7 ureop
Dinsdag en Vrijdag, tot 20 Jannari 1899 en verder
ter gemeente-secretarie.
Voorts wordt verwezen naar de aangeplakte bekend
making, waarin wordt omschreven, welke personen zich
ter inschrijving voor de Nationale Militie moeten aan
geven, benevens binnen welke gemeente die inschrijving
moet geschieden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
31 Dec. 1898. C. D. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR
brengen in herinnering, dat volgens de op 20 September
1882 vastgestelde verordening op de heffing eener belas
ting op de bonden, ieder eigenaar, bezitter of houder
van een of meer aan de belasting onderworpen honden
DOOR
5)
»Ze zijn er ook niet aan te zien."
>Hoe weet ge het dan?"
>Het gras groeide er nog onder. Hij had daar slechts
een paar dagen gelegen. Hij komt met de toegebrachte
wonden overeen. Ik heb niets ontdekt, dat voor een
ander wapen schijnt to pleiten."
>En de moordenaar
»Die is iemand van lange gestalte links hinkt met
zijn rechterbeen draagt dikgezoolde jachtlaarzen en een
grijzen mantelrookt Indiaansche sigaren gebruikt een
sigarenpijpje en draagt een stomp pennemes in zijn zak.
Er zijn nog verscheidene andere aanwijzingen doch de
opgenoemde zijn voldoende ons in onze nasporingen te
helpen."
Lestrade lachte. »Ik twijfel sterk of n dit nog veel
zal helpen. Uw gevolgtrekkingen zijn misschien zeer
goed doch wij hebben met een hardhoofdige Britsche
jury te doen.
»Nous v e r r o q s antwoordde Holmes bedaard.
»Wie was de misdadiger dan
»De gentleman waarvaD ik zoo pas eene besch rij
ving heb gegeven."
»Doch wie is hij
»Het zal ongetwijfeld niet zoo moeilijk zijn, hem uit
te vinden. Dit is geen erg volkrijke buurt."
Lestrade haalde zijn schouders op. >Ik ben een prac-
tisch man", zeide by, »en ben waarlijk niet van plan
de geheele streek af te reizen om rond te zien naar een
linksch persoon met een kreupel been. Ik zou overal
uitgelachen worden."
All right," zei Holmes. »Ik heb u de kans gegeven
hier zijn we aan uwe woning: goeden morgen. Ik zal
n een paar regels schrijven, eer ik heenga."
Toen wij in ons hotel aankwamen stond onze lunch
op tafel. Holmes was erg stil en in gedachten verdiept
hij had een verdrietigen trek op zijn gezicht als iemand
die voor een lastig geval staat.
XXIX.
Parijs, 27 December 1898.
NoëlJour de 1' Au. Wij zijn in de laatste week van
het jaar 1898, voor Frankrijk het Dreyfus-jaar. Met
veel genoegen kunnen wij hier niet op deze vervlogene
twaalf maanden terugzien. Zou de Tweede Kamer dit
ook hebben begrepen, toen zij weigerde een wetsontwerp
van den atgevaardigde Georges Berry aan te nemen,
waarbij deze voorstelde, den tweeden Kerstdag en den
2en Jannari voor ditmaal als feestdagen af te kondigen
NoBl en Nieuwjaar, alle twoe op Zondag, dus in het
geheel geen extra vrije dag want hier hebben wij
slechts éénen Kerstdag. Hbe de werklieden er over
denkon weten wij niet, doch de kantoor- en handelsbe
dienden waren met die stemming der afgevaardigden
volstrekt niet tevreden. Eu juist met die drukke dagen
bewees eene werkstaking, welke uitbrak in de kruide-
nierswereld, dat velen hier volstrekt geene vijanden zijn
van een weinig rust. Die heeren kruideniersbedienden,
garijons épiciers geheeten, kozen wel het beste oogenblik
van het jaar om de patroons dudeljjk tot toegeven te be
wegen, want Noël en Jour de 1' An zijn hier wat St.
»Zie eens hier, Watson," zeide bij, toen het tafel
laken was afgenomen »ga nu in dezen stoel zitten en
luister eens naar mij. Ik weet heusch niet wat ik moet
doen zeg eens wat zou je me raden Maar steek eerst
een sigaar op."
»Ik wil je graag van dienst zijn zei ik »doch
moet eerst weten waarin ik je raden zal."
«Luister. In deze geschiedenis werden wij beiden
terstond door twee zaken in het verbaal van den jongen
Mc. Carthy getroffentwee pontendie mij te zijnen
gunste stemden en u tegen hem innamen. Het eene was
het feit, dat zijn vader voor hij hem zag »Cooee!"
geroepen zon hebbenhet andere was zijn zonderling
verhaal betreffende een rat. Hij mompelde nog eenige
woorden doch dit was het eenige woord dat de zoon
verstond. Van deze beide daadzaken uit moeten onze
nasporingen beginnen en we zullen van de onderstelling
uitgaan dat de jonge Mc. Carthy de waarheid sprak
»Wat beteekent dit »Cooee dan?"
»Deze uitroep was klaarblijkelijk niet voor den zoon
bestemd. Hij verkeerde in de meening dat zijn zoon
in Bristol was. Het was louter toevaldat de laatste
op 't oogenblik van den moord in de nabijheid was.
Door »Cooee!" te roepen, wilde hij de aandacht trek
ken van den persoon met wien hij een afspraak had
gemaakt. Maar »0ooeeis een bekende Australische
kreet die tusschen Australiërs zeer gebruikelijk is. Het
is zeer waarschijnlijk dat de persoon dien Mc. Carthy
aan Boscombe Pool dacht te ontmoeteniemand was
die vroeger in Australië is geweest."
»Maar hoe verklaar je dan wat de oude Mc. Carthy
bedoelde met dat: rat?'
Sherlock Holmes nam een gevouwen papier uit zijn
zak en legde het uitgespreid op de tafel. »Hier heb ik
een kaart van de Australische kolonie Victoria zeide
hij. »Ik heb er gisteravond om naar Bristol getelegra
feerd." Hij bedekte nu een deel van de kaart met de
hand en vroeg: »wat lees je nn
»Ik lees: rat"
»En nn Hij tilde zijn hand op.
»Balabat."
»Juist. Dat was het laatste woord dat de verslagene
uitte voor hij den geest gaf en waarvan zjjn zoon
alleen de laatste lettergreep verstond. Hij trachtte den
naam van zijn moordenaar te noemen. Dien en dien van
Balarat."
»Ik sta geheel verwonderd," riep ik uit.
Nicolaas in Holland is, en kunt gij I voorstellen dat
ten U went juist in begin December alle koek-en suiker
bakkers het werk staken De eischen door het personeel
gesteld zijn trouwens niet onbillijk, zij vragen een werkdag
van 12 uren met inbegrip van één uur voor eiken
maaltjjd, dat is dejeuner en diner. Twee vrije Zondagen
in de maand, en slniting eiken Zondag tegen t waalf ure
in den middag. De staking duurde slechts enkele dagen,
want honderden patroons hebben toegegeven zoodat
thans op hunne winkels staat aangeplakt, dat met den
aanvang van hot nieuwe jaar de magazijnen gesloten
worden 's avonds om 8 uur en Zondags 4 midi (12 uur).
De naam van épicier wordt hier wel eens minachtend
gebruikt, om iemand voor dom of kleingeestig^ uit te
maken, dan zegt men »c' est nn épicier," doch eigenlijk
is dit zeer verkeerd, want er is heel wat voor noodig
om hier een flinke kruidenier te zijn. Daar komen zeer
vele artikelen bij te pas bijna evenveel als in een ma-
gasin de nouveauté's, en dan heeft de épicier toch nog
eene bijzondere verantwoordelijkheid, want hij moet goed
opletten dat hij geeuo waar verkoopt welke schadelijk is
voor de gezondheid. Alle kruideniers hierzoowel
groote als kleine, verkoopen wijnen en likeuren, van af
de gewone tafelwijn tot de Grands crüs, de champagnes,
Bourgogne enz. Verder alle mogelijke dranken, bieren
en tafel water, alle oliën, essences, petroleum enz., botör,
kaas, eieren, vruchten, groenten, chocolade, bonbons, wild,
kaarsen, koffie, cacao, alle mogeljjke etenswaren in blikken,
honig vischzeepen, sausen, ja wat niet al, een flinke
épicier zendt U een catalogus van ongeveer 25 bladzjjden.
De kleine kruideniers, gewoonlijk ook groenten- en
fruithandelaars, zijn voor de mingegoeden van onbere
kenbaar nut, deze toch leveren op crediet, op de week
of op de maand, en hoevele arme huismoeders hebben
dit hier noodig.
Voor de versieringen van den Kerstboom moet men
ook grootendeels bij den épicier terecht, dus kan men
zich voorstellen hoe het den patroons te moede was, toen
juist op de drukste dagen van het jaar de bediender
wegbleven. Gelukkig echter is de moeilijkheid reeds
opgelost.
Van treuriger aard was het onheil in de rue des
Apennins. Daar stortte een geheel huis in, met het on
gelukkige gevolg dat eenige werklieden op de plaats dood
bleven en velen gewond werden. Dit huis was in aan
bouw en bjjna gereed, algemeen is men van oordeel dat
eene zeer zware verantwoordelijkheid rust op den ar
chitect en den aannemer, want het schijnt wel dat ijzeren
staven en muren niet de vereischte kracht hadden, en
dat de kalk al buitengewoon slecht was. Wij moeten
bekennen er geen verstand van te hebben, en zonden
voorzeker niet in staat zijn een huis te bouwen, doch
»Het is dunkt mij nogal duidelijk. En nu had ik
zooals ge ziet het veld vaD mijn onderzoek vrij nauw
keurig afgebakend. Als derde punt kwam er nu nog
bij bet bezit van dien grijzen mantelwaarvan de jonge
Mc. Carthy sprak. Wij kunnen het nu bjjna voor zeker
houden dat de moordenaar een Australiër van Balarat
met een grijzen mantel was."
»Zeker."
»En tevens iemand die in de buurt tehuis behoort
want men kan de Pool alleen naderen over de hoeve
vun Mc. Carthy of over het landgoed van Turneren
vreemdelingen konnen hierlangs moeilijk hun weg
nemen."
»Dat is volkomen waar."
»Dan komt ons onderzoek van helen. Bij een nauw
keurig onderzoek van den grond ontdekte ik de kleine
bjjzondorheden die ik dien onnoozelen Lestrade mede
deelde."
»Doch hoe werd ge die gewaar?"
»Ge kent mjjn methode, gegrond op het waarnemen
van nietigheden."
»Zijn lengte kon ik ten naastebij afleiden uit de lengte
van zijn schreden. De grootte van zjjn schoenen uit den
afdruk, dien ze op den grond achterlieten."
»Ja, het waren bijzondere schoenen. Maar hoe weet
ge, dat bij kreupel was
»De indruk van zijn rechtervoet was niet zoo duidelijk
als die van zijn linker. Er drukte minder gewicht op,
omdat hij kreupel was.
»Maar zijn linkschheid
»Het viel je zelf op, dat de wonde zeer ongewoon
was. De slag was onmiddeljjk van achteren en toch nog
op de linkerzijde toegebracht. Zoo iets kan alleen, als
de aanvaller linksch was. Hij bad bij het gesprek tusschen
vader en zoon achter dien boom gestaan. Hij had er
zells gerooktik vond er de asch van een sigaar, en
door mijne bijzondere kennis van de tabak kon ik
daaraan zien, dat het een Indiaansche sigaar was ge
weest. Toen ik de asch gevonden had, keek ik rond en
ontdekte het stompje van de sigaar onder het mos, waar
hij het had neergeworpen."
>En het sigarenpijpje!"
>Ik zag, dat het eind van de sigaar niet in zijn mond
was geweest. Daarom wist ik, dat hij een sigarenpijpje
gebruikte. De punt was er afgesneden, doch de snede
was zeer ongelijk en daaruit besloot ik, dat hij een stomp
pennemes in zijn zak droeg."