Het Musgrave-geheim.
No. 5.
Honderd en eerste jaargang.
1899.
WOENSDAG Telefoonnummer t 3.
11 JANUARI.
Inschrijving Nationale Militie.
Rekeningen
Zeemilitie.
PARIJSCHE BRIEVEN.
FEUILLETON.
Buiten 1 a 11 d.
wegens in 1898 aan de gemeente ALKMAAR
gedane leveringen worden ingewacht vóór
31 Januari 1899, wat betreft de gasfabriek
en de gemeente-reiniging bij de Directeuren
van die takken van dienst en wat de overige
takken van dienst betreft, ter gemeente
secretarie, of, wat de openbare werken be
treft, bij den gemeente-architect.
A. CON AN DOYLE.
Deze Courant wordt lilnsda g-, II o n <1 e r <1 a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f" 0.06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
COURANT.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel 1'O.IA. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
maken bekend, dat de Inschrijving voor de Nationale
Militie van de geborenen van 1880 geschiedt in de
maand Januari 1899 in een der vertrekken van het
Raadhuis alhierdes avonds van 5 tot 7 ureop
Dinsdag en Vrijdag, tot 20 Januari 1899 en verder
ter gemeente-secretarie.
Voorts wordt verwezen naar de aangeplakte bekend
making, waarin wordt omschreven, welke personen zich
ter inschrijving voor de Nationale Militie moeten aan-
geveu, benevens binnen welke gemeente die inschrijving
moet geschieden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
31 Dec. 1898. C. D. DONATH, Secretaris
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat ter gemeente-secretarie
in den loop dezer maand aanvraag kan worden gedaan
door lotelingen van deze gemeente, lichting 1899, om bij
de zeemilitie te worden ingelijfd.
De voordeoleu, aan dezen dienst verbonden, zijn ver
meld in de daartoe aangeplakte kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorzitter.
10 Jan. 1899. C. D. DONATH, Secretaris.
Parijs5 Januari 1899.
I.
Oud- en Nieuwjaar, 31 December heeft afscheid ge
nomen in de gedaante van regenhagel', sneeuw en
modder, zoodat de geheele stad herschapen werd in oen
grijs, wit- en zwarten poel, nat en glibberig. Brr, het
was een afschuwlijk wederenkel goed voor de huur
koetsiers die Zaterdagavond prachtige zaken gemaakt
hebben. Op de groote Boulevards boden vele heeren tot
20 francs voor een rit, om toch maar met hnnne dan es
per rijtuig huiswaarts te keeren of wel om een ander
doel te bereiken, hetzij schouwburghetzij familie of
vrienden bij wie men genoodigd was. Voor de paarden
DOOR
4)
Reginald Mnsgrave zag mij verbaasd aan. »Nu gij
het mij herinnertmoet ik n zeggen dat Brunton mij
eenige maanden geleden naar aanleiding van een rede
twist met den stalknecht vroeg hoe hoog de boom was."
Dat was goed nieuws Watson want het bewees mij
dat ik op den rechten weg was. Ik zag naar de zon
zij stond al hoog aan den hemel en ik rekende uit dat
zij binDen een nnr juist de hoogste takken van den
onden eik zon beschijnen. Eéne voorwaarde in den
catechismus genoemd zou dan vervuld wezen En de
schadnw van den olm moest het benedeneind van de
schaduw aanduiden anders zon de stam als weg
wijzer gekozen wezen. Ik moest dan nog weten waar
het eind van de schaduw zou vallen als de zon juist
achter den eik verdween.
»Dat moet moeilijk geweest zijn", zei Watson »als
de olm er niet meer was."
»Ik wist in elk geval, dat als Brunton het kon doen,
ik het ook kon. Bovendienhet was wezenlijk niet
moeiljjk. Ik gin? met Musgrave naar zijn studeerkamer
en sneed mij dezen bonten pen waaraan ik dit koord
vastbond dat op afstanden van een el voorzien is van
knoopen. Toen nam ik een hengelroede van zes voet
lang en ging met mijn cliënt terng naar de plek waar
de olm had gestaan. De zon bescheen jnigt de krnin
van den eik. Ik zette de hengelroede in den grond
lette goed op de richting van de schaduw en mat de
lengte er van. Ze was juist negen voet.
Natuurlijk was de rekeDing zeer eenvoudig. Als een
roede van zes voet een schaduw van negen voet wierp,
was het gevaarlijk doch evenzeer voor de voetganger:,
want de koetsiers lieten de beesten in vollen draf loopen,
zoodat uitwijken zeer moeilijk was, en de paarden, welke
langzaam gingengleden, gleden, er was geen honden
aan, het dier wandelde zoo maar den trottoir op.
Enfin wij kwamen behouden thuis en na den bekenden
aangenamen Oudejaarsavond was natuurlijk eene onzer
eerste verplichtingen op Nieuwjaarsmorgen, onze concierge
eene flinke fooi te geven, waarop die brave vronw wel
recht heelten daarna een glas van een of ander aan
haar mau aan te bieden. Onze kinderen hadden gelakkig
dit jaar slechts drie dagen vacantie, en namen daarna
de cadeaux of étrennes voor directrice en meesteressen
der scholen mede op de meisjesscholen is dit gebruik,
maar de meesters op de jongensscholen nemen geene ge
schenken aan.
Op Nieuwjaarsmorgen onze aourant openend staan wij
verbaasd over de bijzonder goed# boekhouding der Parijsche
Spaarbank. In de ochtendbladen staat nu reeds de
balans dezer Spaarbank afgesloten op 31 December 1898.
Die heerou boekhouders verdienen wel eene buitengewone
gratificatie. Wij zien dan uit die balans dat de »Caisse
d'Epargne de Paris" in het jaar 1898 de som ontving
van 38.283.871 Irancs en 40 centimes, en dat op 31 De
cember deze Spaarkas aan 653.499 spaarders de verba -
zende som van 141.133.461 francs en 40 centimes
schaldig is.
Van vreemdelingen kregen wij eenige kistjes sigaren,
welke zij waarschijnlijk op de eene of andere wijze bin
nensmokkelden, en van onzen kant gaven wij, behalve
de nattige en minder nattige geschenken, eene aardige
hoeveelheid bloemen in ruikers of mandjes, bonbons in
zakken, doozen of porceleinen aardigheden.
In eene stad waar men zoo belust is op jjdele onder
scheidingen kan het niet anders of in alle ministeriëu
is het een ware goudregen van lintjes e krnizen.
Hoewel de Nieuwjaarsdag hier een echt familiefeest
is, zoo zelfs, dat men op 1 Januari slechts zijne naaste
bloedverwanten en bijzonder intieme vrienden bij zich
noodigt maken toch de schouwburgen op 1 en 2 Ja
nuari bijzonder goede ontvangsten. Noemen wij sleohte
enkele cijfers der voornaamste theaters op deze twee
dagen: Opera-Comique 6427 en 6721 francs; Chatelet
13875, 14070 en 13983; Gaité 4287, 6617, 5680, 5568
enz. enz., waar meer dan twee cjjfers staan, komt dit
doordat die schouwburgen middag- en avondvoorstellingen
gaven.
Jammer dat op 2 Januari een groote brand eene ge
heele fabriek van kinderspeelgoed in de asch legde,
waardoor een honderdtal werklieden voorloopig zonder
werk zijn. Bovendien richtten de stormwinden dor laatste
dagen te Parijs en daarbuiten groote schade aan, eu
werden een groot aantal personen door neervallende
schoorsteenen dakpannen enz. min of meer ernstig ge
wond. Het water in de Seine rivier is stijgende. Uit
Dieppe ontvangen wjj het berichtdat de stoomboot
Angers, van de Compagnie de l'Onest, welke tnaschen
Dieppe en Newhaven vaart, verongelukte op het oogen-
blik dat die boot de haven van Dieppe wilde binnen-
dan zou een boom van 64 voet een schaduw geven van
96 voet. Ik mat dien afstand welke mij bjjna tot den
mnur van het huis bracht en stak daar een pen in den
grond. Gij kunt n voorstellen Watson hoe verheugd
ik wastoen ik op nog geen twee dnim afstand van
mijn pen een kegelvormige laagte in den grond bespeurde.
Ik wist dat het een merkteeken was door Brnnton bij
zijn meten gemaakt, en dat ik dns nog in zijn spoor was.
Deze plek nam ik als uitgangspunt voor mijn verdere
onderzoekingen, nadat ik eerst de hoofdpunten met mijn
zakkompas had opgenomen. Ik deed tien passen even
wijdig met den munr van het hnisen merkte de plek
weer door er een pen in den grond te steken. Toen
mat ik zorgvuldig vijf passen naar het Oosten en twee
naar het Zuiden. Ik kwam daardoor aan den drempel
van de oude deur. Nu twee stappen naar het Westen
deden mij twee stappen langs de met vloerateenen bedekte
gang gaan en ik was op de plaats door den catechismus
aangegeven.
»Nooit voelde ik zulk een teleurstelling, Watson. Een
oogenblik scheen het mij toe dat ik in mijne berekeningen
een grove vergissing had begaan. De ondergaande zon
bescheen den gangvloer en ik kon ziendat de onde
uitgesleten grijze steenen waarmede die was geplaveid
vast tegen elkaar lagen en in lange jaren niet van haar
plaats waren genomen. Brnnton was hier niet aan 't
werk geweest. Ik sloeg tegen den grond maar overal
hoorde ik denzelfden klanker was nergens een spoor
van eenige barst of holte. Doch gelukkig haalde Musgrave,
die de beteekenis van mijne handelwjjze begon te begrijpen,
en even opgewonden was als ik zelf, het manuscript
voor den dag om mijne berekeningen na te gaan.
»Er onder", riep hij. »Gjj hebt niet gedacht aan de
woorden »en zoo er onder."
Ik bad gedachtdat dit beteekendedat wij moesten
beginnen te graven maar nu zag ik natanrlijkdat
ik mij had vergist.
»Hier is dus een kelder onder vroeg ik.
»Jaen zoo oud als het hnis. Hier langsdoor
deze deur."
sloomen. Vièr mannen verdronken, eu een vijfde over
leed kort na de redding der overige dertien mannen.
Een nieuwtje is dat de beul, de heer Deibier, zijn
eervol ontslag krygt en dat zjjn zoon hem opvolgt. Wjj
zulleu de carrière van Deibier hier maar niet nagaan,
doch er slechts op wijzen dat de benl hier een vast sa
laris heett van 6000 franken per jaar, terwijl nog meerdere
voordeelen aan dit ambt zjjn verbonden, want deze beul
heeft, naar men zegt, een aardig fortuin van eenige hon
derdduizend franken. Nog vertelt men dat de zoon, die
hem zal opvolgen, en reeds langen tjjd zijn helper was,
een flinke, aardige jong# man is, zeer modern, liefhebber
van alle sport, goed cyclist, volstrekt niet afschrikwek
kend, zooals men zich den benl nit den goeden onden
tjjd voorstelt.
Het is tronwens niet eeu bnitengewoon feit dat de
zoon den vader in dit ambt opvolgt, want do dynastie
van Samsou welke van 1685 tot 1847 loopt, gaf aan
Fraukrijk zeven geslachten van beulen. De meest bekende
is Charles Henri Samson, die Lodewijk XVI onthoofde.
Deze verdiondo tot 30.000 francs per jaar. Nog lazen
wij in een der bladen een tarief nit den goeden onden
tjjd, toen de benl per stak werkte, eu voor elk onder
deel der strafplegingen betaald werd doch zullen dit
griezelige onderwerp maar niet verder behandelen.
Over de »affaire" willen wjj hoden niet anders zeggen,
als dat er een nienwe bond werd opgericht»La Patrie
fruD^aiso." Wat deze bond nn juist wil, weten wij niet,
het manifest zegt, dat de leden overtnigd zjjn dat de be
weging welke thans heerscht, gevaarljjk is voor de le
vensbelangen van het vaderlanden dat allen moeten
medewerken tot vrede, eoudrachtsamenwerking, enz.
enz. in hot belang van het land. Het manifest is ge-
teekend door een groot aantal leden van de Académie
Fran9aise, professoren, geleerden enz, enz. Hopen wjj
dat die nienwe bond veel goeds mag uitwerken, doch
wijzen wij er op dat deze ligne voorloopig niets zegt
over de Dreyfnszaak zelve, en dat de bond met vreugde
begroet wordt door alle tegenstanders van Dreyfus
terwjjl de Dreyfusards deze nieuwe Ligue om het hardst
aanvallen. Bovendien verklaren de stichters van dezen
bond dat zjj niemand in deze nieuwe Ligne znllen op
nemen, die behoort tot de onderteekenaars van eenige
manifestatie ten voordeele van Dreylus of Picqnart. Wjj
zien dns nog voorloopig niet veel van het plan tot ver
zoening wanneer men allen, die voor een dezer beide
slachtoffers zjjn, reeds van te voren bnitensloit.
En nn ten slotte onzen oprechten heilwensch aan de
Alkmaar8che Courant bij haar honderdjarig bestaan, aan
de uitgevers, medewerkers en personeel, en in het bjj-
zonder onzen lof en dank aan het personeel voor het
nummer in kenrig feestgewaad. Voor een correspondent
is het bepaald aangenaam een bescheiden deel nit te maken
van zulk een oud en toch steeds verjongd blad.
J. M. T.
D11TMIII..A ,\D. Veel opzien heeft te Berljjn ge
baard de aanslag van een tot nog toe onbekend geble-
«Wjj gingen langs een steenen wenteltrap naar beneden
en mijn vriend, een lucifer nemende, stak een lantaarn
aan, die op een vat in den hoek stond. In een oogenblik
was het mij nn dnideljjk dat wjj op de rechte plaats
waren gekomen en dat wjj niet de senigen waren die
in den laatsten tjjd deze plaats bezochten.
De kelder werd gebrnikt als magazjjD voor hout, maar
de blokjesdie klaarbljjkelijk over den vloer gelegen
hadden waren nn rondom opgestapeld zoodat zij in 't
midden een ruimte openlieten. In deze rnimte lag een
breede en zware vloersteen met een roestigen ijzeren
ring in 't midden waaraan een dikke zwart en wit
geruite doek was vastgehecht.
»Bjj Jupiter!" riep mijn cliënt, »dat is Brunton's
halsdoek. Ik heb dien in zijn bezit gezien ik zon er
op kunnen zweren. Wat heeft de schnrk hier uitgericht
Op mjjn aanraden werden een paar politieagenten
gehaald en ik trachtte nu den steen op te heffen, door
aan den doek te trekken. Ik kon hem slechts even
bewegen en alleen met behulp van een der beide agenten
gelakte het mij eindelijk hem aan den kant te schuiven.
Beneden gaapte een donkere diepte waar wjj allen
inkekenterwijl Musgrave er geknield de lantaarn in
omlaag hield.
Wij zagen in eene kleine kamerongeveer 7 voet
hoog en 4 voet in 't vierkanttegen een der wanden
stond een met koperen banden beslagen houten koffer
waarvan het deksel was opgelicht en deze vreemde
ouderwetsche sleutel stak in het slot. Aan de bui
tenzijde was de koffer bedekt met eene dikke laag stof
vochtigheid en de wormen hadden het hont door
gevreten, zoodat de binnenzijde een vruchtbaar veld
vormde voor loodkleurige zwammen. Op den bodem
lagen verscheiden metalen plaatjes onde manten
waarschjjnljjk, zooals ik er hier in de hand heb anders
was er niet in.
Op dat oogenblik dachten wij weinig aan de oude kist,
want onze oogen waren gericht op hetgeen er naast lag.
Het was een man, gekleed in 't zwart, rustende op zjjn
knieën, zjjn voorhoofd op den rand van den koffer ge-