No. 10 .Tweede blad.
Honderd en eerste jaargang.
1899.
ZONDAG
22 JANUARI.
PARIJSCHE BRIEVEN.
Buitenland.
n.
ALklIAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt l)ln$da g-, Honderd ag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f ©,80 franco door bet
geheele rijk f 1,
3 Nummers f O,©6. Afzonderljjke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f©,l». Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
.Kinderen en jeugdige personen voor den rechter'
was bet opschrift van een artikel in ons blad van 19
Juni 1898, waarvan het slot gewaagde van de belang
stelling waarmede allen die zichniet ten onrechte
verontrusten over het groot aantal jeugdige veroordeelden,
de wetsvoorstellen tegemoet zagen die op dit gebied
door de Regeering waren toegezegd. Aan die toezegging
werd bereids op 25 Juli voldaan door de indiening van
een tweetal wetsontwerpen.
Op grond van hetgeen de ervaring had geleerd en
allengs de meening bleek geworden te zijn van de groote
meerderheid onzer rechtsgeleerden, werd destijds de ver
wachting uitgesproken zoowel dat het onhoudbare ver
schil zou verdwijnen tusschen jeugdige overtreders dei-
wet die geacht moeten worden met oordeel des onder
scheids te hebben gehandelden bij wie van zoodanig
oordeel des onderscheids niet was gebleken als dat den
rechter groote vrjjheid zou worden gelaten in de keuze
tusschen verschillende maatregelen, die de wet zou aan
wijzen tot beteugeling van ernstige vergrjjpen van kin
deren en jeugdige personen. Die verwachting is gebleken
niet ongegrond te zijn. Volgens de voorstellen der
Regeering zal de rechter in 'de keuze van de tucht- of
strafmiddelen, die hem het doelmatigst voorkomen, niet
belemmerd worden door een voorafgaande, in meer dan
één opzicht zoo moeilijke beslissingof de jeugdige
beklaagde met of zonder oordeel des onderscheids heeft
gehandelden onder die middelen zeiven zal de keus
daarenboven ruimer zyn.
Opgeheven is vooreerst de bepalingdat geen kind
strafrechterlijk vervolgd zal mogen worden wegens een
feit dat het heeft begaan voordat het den leeftijd van
tien jaren heeft bereikt. Het klinkt op zich zelf heel
mooi, geen kinderen beneden tien jaren voor den rechter
te brengen maar er staat tegenover dat de volkomen
straffeloosheid van jeugdige kinderen blijkens de onder
vinding de tuchteloosheid van de jeugd niet weinig
bevordertzoodat zij na den tienjarigen leeftijd moeilijk
meer kunnen nalatenwat zij vroeger reeds gewoon
waren te doen en straffeloos konden doen en waartoe
zij somtijds juist om die straffeloosheid door de ouders
werden gebruikt. Daarenboven kan toch nu reeds een
kind beneden den leeftijd van tien jaren wegens het
plegen van een feit, dat volgens de wet hetzij een mis
drijf hetzij bedelarij of landlooperij zou opleveren op
last van den burgerlijken rechter in een rijksopvoedings
gesticht worden geplaatst. Het verschil komt dus hierop
neerdat niet de burgerlijke rechtermaar de straf
rechter over deze vergrijpen van kinderen zal oor-
deelendat de rechter ruimer keuze zal hebben in
de middelen die hjj tot beteugeling van het kwaad
zal kunnen aanwenden en dat het kind ook gestraft zal
kunnen worden wegens het plegen van alle overtredingen,
die jonge kinderen kunnen plegen en inderdaad ook zoo
dikwijls plegen. Of de terechtzitting waarop het kind
verschijnt, is bestemd voor de behandeling van strafzaken
of van burgerlijke rechtsgedingen een verschil waaraan
vroeger betrekkelijk veel waarde werd gehecht is inder
daad van geen beteekenis, mits de behandeling der zaak
maar niet in het openbaar geschiedt, en dat wordt in
het ontwerp onvoorwaardelijk voorgeschreven. Het ver
dient zelfs de voorkeur, dat voor de behandeling dezer
zaken dezelfde leden van het rechterlijk college worden
aangewezen, die in den regel met de berechting van straf
zaken belast zijn.
Met het bovenstaande is allerminst gezegd, dat het
kind wegens elke wetsovertreding gestraft zal moeten
worden. Integendeel wordt in het ontwerp bepaald, dat
het bij vervolging van een minderjarige wegens eenig
strafbaar feit, van welken aard ook, hetzij misdrijf of
overtreding, door hem begaan voordat hij den leeftyd
van 18 jaren had bereikt, den rechter altijd zal vrij
«taan hem aan zijn ouders of voogden terug te geven,
zonder toepassing van eenige straf. De rechter zal een
onderzoek hebben in te stellen niet alleen naar het feit, dat
aanleiding heeft gegeven tot de strafvervolging, en naar de
omstandigheden waaronder dat feit werd gepleegd, maar
evenzeer naar het doorgaande gedrag van den minderjarige,
naar zijn ouders en den kring waarin hij verkeert, naar de
opvoeding die hij geniet, om te kunnen beoordeelon, of van
zijn ouders of verzorgers met oenigen grond kan worden
verwachtdat door tucht in huis en op de school hem
eerbied voor de wet ingeprent, en voor zyn opvoeding
behoorlijk gezorgd zal worden. Dat de zaak door den
rechter wordt overwogen, is op zich zelf ieeds een waar
schuwing, die indruk kan maken. 0">k is het mogelijk,
dat de ouders of de voogden van den minderjarige van
het ouderlijk gezag of de voogdij zijn ontzet of ontheven
en bjj in de eene of andere kerkelijke of particuliere in
stelling van weldadigheid is opgenomen, waar men mag
aannemen dat Voldoende voor zijn opvoeding en verdere
opleiding zal worden gezorgd. In dat geval verdient
het zeker de voorkeur hem daar te laten en niet over
te brengen naar een rijksopvoedingsgesticht. Om zooveel
mogelijk gebruik te maken van de goede diensten van
bijzondere vereenigingen, die zich met de opvoeding van
verwaarloosde kinderen willen belasten, wordt daaren
boven voorgesteld, dat de vervolging kan wordon gsschorst
indien een verzoek is gedaan tot opheffing of een vorde
ring of verzoek tot ontzetting van het ouderlijk ge
zag over den minderjarige. Op deze wijze kan door
voorafgaand overlegindien dit wenschelijk blijkt
nog een vervolging worden voorkomen. Wel mag hier
echter gevraagd wordenwaarom de vervolging niet
evenzeer geschorst zal kunnen worden, indien een ver
zoek of een vordering is ingediend tot ontheffing of ont
zetting van de v o o g d ij over den minderjarige. Hier
voor schijnen toch dezelfde redenen te pleiten die een
schorsing der vervolging met het oog op ontheffing of
ontzetting van het ouderlijk gezag rechtvaardigen.
Parijs 15 Jannari 1899.
8 en 15 Januari, beide dagen zijn achter den rugzij
vormen tezamen »le terme'1 dat is de driemaandelijksche
huishuur. De kleine huurprijzen worden op den achtsten
Januari betaald de grootere op den vijftienden. Ge
woonlijk betaalt men dien terme vooruit, zoodat op uwe
kwitantie komt te staan .Ontvangen van voor de
.huur vervallende op 15 April." Wel aardig dat men
op 15 Jannari iets betaalt hetwelk eerst drie maanden
later vervalt. Natuurlijk is dat ophalen van de huur
penningen weder eene gunstige gelegenheid voor den con
cierge om van alle hoofdbewoners iets op te strijken.
Wel is de hoofdsom zeer goed door 4 deelbaar, doch wij
betalen ook deuren en venstorsbelasting op .portes
et fenëtres" aan den huisheer, daardoor ontstaat steeds
eene breuk en onze goede concierge kan natuurlijk
nooit juist bijpassen.
üf' eene geldbelegging in huizen steeds voordeelig mag
heeten gelooven wij niet. Wij willen de propriétaires
niet beklagen, maar toch zijn er zeer velen, die eigenlijk
niet de rente van hun geld trekken. Dit komt aan den
eenen kant daardoor dat dikwijls een of meer appar
tementen onverhuurd staan en aan den anderen kant
door de kosten verbonden aan allerlei herstellingen. Zon
der geheel en al op de hoogte te zijn van hetgeen men
hier verstaat onder alle bedrijvenwelke het bouwvak
aangaan, en welke men kent onder den algemeenen naam
van »le batiment", zoo weten wij er zooveel van dat
allen die tot die vakken behooren er verstand van heb
ben echte apothekersrekeningen nit te schrijven. Zulk
eene rekening noemt men hier eene .mémoire", en zoo
gij iemand iels heel leelijks wilt toewenschen verlangt
dan maar dat hij vele van die .mémoires" thuis krijgt.
Veronderstelt dat gij een' loodgieter noodig hebt, eenen
plombier, b.v. om eene gaspijp weg te nemen en een gas-
kraantje in uwo keuken te verplaatsen. Dan krijgt gij
eenen arbeider met een hulpjongen over den vloer. De
man verdient 80 centimes per uur en de jongen 50 cen
times. Wanneer deze twee te zamen twee uren voor u
werken, dan berekent de plombier u 5 francs of2fs. 50
per uur. Vervolgens betaalt gijhet afschroeven van eene
kraan, het afsluiten van die pijp, het aanschroeven van
eene kraan, het afnemen van eene pijp, het medenemen
van die pijp, het schoonmaken van de keuken en nog
een half dozijn andere kleinigheden, met het gevolg dat
twee uur arbeidsloon U op 20 francs komt te staan.
En dit is maar eene kleinigheid. Hebt gij het ongeluk
iets flinks te doen uitvoeren, aanleggen van eene bad
kamer, schilderen van eene muur, het maken van eene
put, dan krijgt gij eene memorie van drie, vier bladzyden,
en aan het einde eene optelling van honderden franken.
Wij hebben rekeningen van huisheeren gezien, wien men
o. a. vier of vjjf maal het dichtdraaien van den water
kraan in den kelder berekende. Dus terwijl gij 2fs. 50
per uur betaalt voor den werkman, betaalt gij nog eens
extra, iedere keer dat die man even den trap op- of
afloopt. Wij overdrijven volstrekt niet, er bestaat hier
zelfs eene geheele serie van spotprenten over al de me
mories van de .batiment". Iedere aannemer heelt een
boekhouder, die uitstekend van hot vak op de hoogte is,
en er voor moet waken dat er vooral niets vergeten wordt.
Daarentegen heeft iedere huisheer zijnen architect, die
deze memoriön naziet en er zooveel mogelijk ziet ai te
krijgen. Een particulier, die zulk eene rekening tehuis
krijgt wordt gewoonlijk dol en schreeuwt van diefstal en
.dat betaal ik nooit", het is een krakeel van belang, en
dikwijls komen die zaken voor den Jnge de Paix den
kantonrechter.
Nu zult gij zeggen, men kan toch van te voren den
prijs overeenkomen, en dat is ook zoo, maar dan over
kwam een onzer vrienden toch al een zeer kluchtig ge
val. Deze wilde eene groote reparatie in zjjne keuken
hebben, van fornuis veranderen enz. en vroeg aan vijf
verschillende .fumistes", zooveel als schoorsteenvegers en
kachelverkoopers, wat hem dit moest kosten. Natuurlijk
nam hij den .fumiste", die den laagsten prijs vroeg,
doch ziet, daar schrijft de duurste der vier anderen onzen
vriend eenen brief en vraagt 10 francs voor .dérangement"
van den aannemer en 25 francs schadevergoeding, omdat
men hem, Inmist, voor niemendal was komen halen.
Onzo vriend bood doodleuk 2 francs voor het kwartiertje
dat die aannemer had gebruikt om eens even te komen
kijken, waarop hij eene oproeping tehuis kreeg voor den
vrederechter te verschijuen. Men noemt een' grappen
maker hier ook .fumiste", en zelfs de Juge de Paix
vond dezen schoorsteenveger toch al te fumiste, hij gaf
de man een flinken uitbrander, en eindigde met tot onzen
vriend te zeggen.Geef hem 10 francs en daarmede
afgedaan." Het gekste van het geval was, dat onze vriend
dus in elk goval toch tot ietB veroordeeld was, en dus
ook de kosten van het vonnis moest betalen. Het best
is dus voor particulieren, goede vrienden met den con
cierge te zijn, die man weet gewoonlijk zoo een beetje
van alles en is heel blij eenige (ranken extra te verdienen.
De .affaire" komt thans op een punt, waarop het be
paald moeilijk wordt er met een juisten blik in te kijken.
Wij hadden gedacht, dat, nu de zaak Dreyfus hangende
is voor het hoogste fransche gerechtshof, ieder kalm zou
afwachten, wat die rechters zonden beslissen. Doch ziet,
het gekijf en geschrijf wordt met den dag heftiger. De
tegenstanders der revisie zijn er bepaald op uit, de rech
ters van het Hof van Cassatie reeds van te voren
zwart te maken, het doel is blijkbaar te kunnen zeggen
dat Dreyfus schuldig is, zelfs al verklaart het Hof hem
voor onschuldig. Over de Kamerzitting van j.l. Don
derdag behoeven wij niet uit te wijden dat was geene
zitting maar een eenvoudig door elkander schreeuwen.
Iutusschen gaan de Dreyfusards voort met op alle mo
gelijke wijze, in vergaderingen en in de bladen het volk
voor te lichten doch de tegenstanders zitten ook niet
stilen wij zien nog volstrekt niet het einde van deze
beweging.
Zeer aardig is een geïllustreerd bijvoegsel van het
dagblad »Le Siècle", getiteld De leugens van de Pho
tographic". Verleden zomer had een blad »Le Jour"
vertelddat kolonel Picquart te Carlsruhe gezien was
met den heer de Schwartzkoppen, en beweerde het blad,
dat eene photografie bestond, waarop beide mannen te
zamen voorkwamen. Dit was zooveel als een .canard",
er was niets van aan, en toen Picquart bewees, dat hij
Parjjs niet verlaten had, hoorde men van die photografie
niets meer. Thans heeft de .Siècle" willen toonen wat
men de photografie al zoo kan laten veetellen en geeft
ons eene serie afbeeldingen, waarin de grootste tegen
standers twee aan twee broederlijk te zamen op een en
hetzelfde plaatje staan. Wij zien er den gewezen minister
president Méline met den heer Yves Gnyotdirecteur
van »le Siècle", Drumontden bekenden anti-semiet
directeur van »la libre Parole", met Joseph Reinach
Zola met den grootkanselier van het legioen van eer
Judet van .Petit Journal" met Urbain Gohier van
.1' Aurore", Brisson met generaal Chanoine, enz. enz.
Die spotsprenten brengen hier ten minste iets vroolijks
in die treurige eeuwigdurende affaire.
Volgens de laatste berichten bestaat er hoop, dat Ester-
hazy voor de rechters van het Hof van Cassatie zal ver
schijnen. Regeering en rechters geven hem een sauf-con-
duite, een vrijgeleide, hij kan gerust komen, zonder bang
te zijn, te worden gearresteerd. Deze getuige is van
veel belang, zoo hij thans de waarheid wil vertellen, kan
bij in deze zaak veel licht verspreiden. J. M. T.
FUANHU1JH. Senator Chamaillard interpelleerde
den 19 de Regeering over de noodzakelijkheid om inde
zaak-Picquart aan het recht zijn loop te laten.
Hij verklaarde dat het rapport van mr. Bard partijdig
was en do rivisie het land in nieuwe tweedracht heeft
gebracht.
De heer Benoit achtte de grootste beleediging voor
het leger de gedachte dat een onrechtvaardigheid gepleegd
kon zijn.
Senator Girard gaf den raad vertrouwen te stellen in
de rechtspraak, want na den zelfmoord van Henry was
de revisie een gebiedende noodzaak goworden.
De heer Provost de Launay merkte op, dat er geen
precedent bestaat van rechters die met de instructie
waren belast en tevens over het wezen der zaak oordee-
len. Hij werd herhaaldelijk in de rede gevallen, maar
ging voort: .het doet er weinig toe of Dreyfus onschul
dig is, de propaganda voor zijn zaak is onvaderlands
lievend."