im).
No. 11.
Honderd en eerste jaargang.
WOENSDAG
25 JANUARI.
Noodhulp-Kaasdra^er,
Stadsberichten.
L. s.
Met het oog ook op de bezorging
van voor dit blad bestemde adver-
tentiën enz., alsmede het afhalen
der couranten, deelen de Uitgevers
mede, dat voortaan n a des avonds
9 uur hunne Zaak GESLOTEN is.
Zij voegen daarbij de beleefde uit-
noodiging tot het publiek, te willen
bevorderendat deze maatregel
ook in het belang van hun perso
neel, van blij venden aard kan zijn.
ALkMAARSCHE «OIIRANT.
Deze Courant wordt Dinsdag-, Donder d a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f ®,80 franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f O,O®. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentlen t
Per regel fO.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer 3.
Zij die weuschen in aanmerking te komen voor eene
benoeming tot
gelieven zich aan te melden ter secretarie dezer gemeente
vóór of op 31 Januari a.s., van 's voormiddags 9 tot
's namiddags 2 uur.
"BURGEMEESTER en WETHOUDERS^van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis, dat in het gemeenteblad
van Alkmaar No. 95, is opgenomen liet bosluit van den
Raad dier gemeente van 22 December 1897 No. 10, waarbij
is vastgesteld eene
wijziging der verordening op het heffen
eener plaatselijke dlreete belasting naar
het Inkomen, zooals die is vastgesteld bij raads
besluit van 23 Jauuari 1889, No. 6,
welke verordening, heden afgekondigd, gedarende drie
maanden voor een ieder ter lezing is nedergelegd ter
gemeente-secret..rie, op alle werkdagen van 92 ure, en
aldaar tegen betaling van 10 cent in afdruk verkrijgbaar
is gesteld.
Burgemeester en Wethouders voorn.i
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorz.
6 Jan. 1899. C. D. DONATH, Secretaris.
TV u t.
In eene ledenvergadering van het departement Alk
maar der Maatschappij »Tot Nut van 't Algemeen'' zal
op Woensdag, den 25, des avonds 8 ure, in »Café Cen
tral" de heer W. T. P. Knklaar, spreken over »A1-
lard Pierson."
Het echtpaar Bosboom.
De »Vereeniging tot bevordering van Christelijke
belangen", alhier, hield den 23 eene openbare bijeenkomst
in het gebouw Waakt en Bidt waarin als spreker optrad
de heer dr. J. Th. de Visser, predikant der ned. herv.
gemeente te Amsterdam en lid van de tweede kamer
der Staten Generaal met het onderwerp het echtpaar
Bosboom-Toussaint.
Spr. begon met de stelling: »De kunst vordert den
geheelen mensch" en verschillende voorbeelden, welke
dienden om deze stelling te bewijzen, o. a.naarmate
de mensch zich meer volmaakt, naar die mate zal ook
zijn werk meer de volmaaktheid naderen en zich onder
scheiden van eene steeds te erkennen eenzijdige ontwik
keling. Sterker, zegt, spr. na deze inleiding, is deze waar
heid nimmer bewezen, dan door het echtpaar Bosboom-
Toussaint en het jonge Holland zal wijs handelen, als het
zich in kunst en wetenschap de richting, door dit echtpaar
aangewezen, tot richtsnoer neemt.
Nu volgde eene korte schet3. hoe de heer Joh. Bosboom,
geb. den 18 Pebr. 1817, zich spoedig en degelijk ontwik
kelde zóó dat hij in 1831 reeds eene plaats had op
van Hoven's atelier, waar hij bleef tot 1836, toen hij zich
een eigen woonplaats koos op de Dunne Bierkade te 's-Hage
en terwijl in datzelfde jaar '36, in Felix Meritis" van den
heer Bosboom eene schilderij met goud bekroond werd
gaf A. L. G. Toussaint, zijn latere echtgenoote, haar eerste
werk »Almagro' in het licht. In dien tnsschentijd hadden
beidende talenten hun gegeven, ontwikkeld, tot in 1851 de
heer Bosboom de reeds gunstig bekende schrijfster als zijne
echtgenoote naar 's Graveuhage medenam. Het huwelijk werd
ingezegend door den heer dr. J. J. van Oosterzee en uit
hunne verdere levensgeschiedenis, die spreekt van weder-
keerige erkenning en waardeering, blijkt, dat beiden heb
ben gewerkt en gestreden voor de kunst niet alleen
ook in t gezin tot beiden door vrienden en vereerders
(want kinderen had het echtpaar niet) uit hunne woning
werden gedragen zij den 13en April '86 en hij den 14
Sept. '91.
Als biyk van waardeering werd aan mevr. Bosboom
het eerebnrgerschap van Alkmaar opgedragen terwijl
aan haar echtvriend verschillende andere onderscheidin
gen te beurt vielen.
Spr. schetste eik der beide personen meer in het bij
zonder in hunne werken en vestigde de aandacht van
zijn gehoor op de eigenaardigheden waardoor beiden als
waar kunstenaar hadden uitgeblonken. Bosboom als
schilder b.v. legde in elk werk een stuk van zjjn eigen
ziel, zegt spreker. Steeds sprak zijn geest in zijno schil
derijen en daardoor waren gloed en kleuren steeds spre
kend, en kenmerkend den waren kunstenaar. Dat dit door
deskundigen erkend werd, meende spr. o. m. te kunnen be
wijzen uit de eer aan Bosboom gegund, om den 13 Juli
'85 Rembrandt's meesterwerk te mogen onthullen. Bosboom
werd de nederlandsche kerkschilder bij uitnemendheid en
in dit opzicht stelt hij ook weder volgens kunstenaars
oordeel alle schilders in dit genre uit de 17e eeuw, ook
de italiaansche, in de schaduw. Van hem wordt gezegd
„zjjne kerken ziju nooit ledig al zijn ze leeg" kleuren
en licht gehoorzamen zijn penseel en omdat hij steeds
zich zelf in zijne werken geeftwordt zelfs bij hem het
nietige groot; getuige het „Hofje van Nieuwkoop" e. a.
In zijne producten lag steeds gloed en leven en dat kwam
omdat hij steeds meeleefde bij zijn werk. Als hij eene berk
schildering van Alkmaar maakt, dacht hij en verplaatste
zich mede in de glorie dier stad; bij zijne studie te Hoorn
leefde Bossu in zijne herinnering bij St. Bavo te Haarlem
haar beleg enz. enz. en daarbij komt in zijn kuustziu
zegt spr., steeds aan het licht de grootheid van het Pro-
te8tantsche Holland. Bij hem leed de vorm nooit onder
het wezen, hoe ver hem de tantasie ook voerdebij gaf
nooit te weinig en nooit te veel en immer stond
hem de geniale vrouw ter zijdezij wa3 voor hem, zooals
mr. v. Tienhoven zeide, als het ware een kerk, en nooit
sprak hij dan ook voor haar als „zijne vronwmaar
steeds van mevr. Bosboom - Toussaint. Het echtpaar
steunde en schraagdo olkander en ieder behield tegelijk
zijne zelfstandigheid.
Mevr. Bosboom-Toussaint verdiende niet minder lof als
schrijfster. Zij was afkeerig van het oppervlakkige en
nauwkeurigheid en soliditeit spreken uit hare werken
die haar hebben doen kennen als christelijke historische
romanschrijfster. Nimmer zou zjj een werk in het licht
geven, zonder dat zij alle gegevens, daartoe noodig had
verzameld en geheel verwerkt. Zij zelf getuigt dit o.a.
in de voorrede over ,,het huis Lanernesse," dat haar vóór
zijn verschijnen twee volle jaren haars levens had gekost.
Bewijzen van ernst en grondige studio vindt men steeds
in al hare werken zoo zelfs dat zij daarin voorkomende
franscheengelscheitaliaansche en andere personen
geheele zinnen en uitdrukkingen welke hunne karakters
teekenen in hun eigen taal laat zeggen volgens getuigenis
van Bakhuizen van den Brink sluit in al hare werken
de romanschrijfster steeds een verbond met den geschied-
vorscher en hare eigenaardige taal spreidtvolgens het
oordeel van Busken Huet, een waas van geheimzinnigheid
over hare werken. Hare karakterkennis teekont steeds
mogelijkenatuurlijke menschen en ze geeft nimmer
matte of flauwe beelden, maar wel zulke karakters.
Zij schetst de vrouw zooals ze moest zijn, maar ook
zooals zo vaak is en toont tegelijk een diepen blik te
hebben geslagen ook in het hart van den man. Ook
noemt spr. haar de kampioen voor de ware emancipatie.
De beweging in '73, door Mina Kruseman en Bstsy Perk
op touw gezet voor de rechten van de vrije vrouw in
Nederlandwerden door haar in »Majoor Frans" en
»Langs een omweg" ridderljjk bestreden endegenoemde
Majoor Frans en Regine van Berghem, zijn natuurlijk
en meesterlijk geschetst als vrouwen, die zich zelf hebben
geëmancipeerd en dat wilde mevr. B. Ten slotte be
schouwde spr. mevr. Bosboom als de echt chr. roman
schrijfster, door Busken Huet genoemd de dichteres van
het protestantisme. In verschillende werken, door spr.
genoemd, komt steeds uit haar ware godsdienstzin en
liefde voor den medemensch. Als sprekende voorbeelden
dienden hem Gideon Florens, de Ghristenprediker (z.i.
mevr. B zelf) Arnold Bakels uit »Het üuis Lanernesse''
e.a., die getuigden van hare oprechte christelijke liefde;
zij haatte alleen den o n w a r e n mensch.
Spreker maakte ten slotte de opmerking, dat zich thans
helaas, vaak een treurige kunst openbaartn.l. die van
vertwijfelingwaartegenover hij hooptdat steeds zal
staan de kuDst van het geloof. Met den wensch dat het
onmiskenbaar goede in de karakters van het echtpaar
Bosboom-Toussaint, dezen avond onder de aandacht zijner
hoorders gebracht, door velen, vooral van het jonge Holland,
ter harte worde genomen, eindigde spr. zijne keurige rede,
die door allen met onverdeelde aandacht was aangehoord.
Dr. II. (Sorter.
Zondag, den 22, des namiddags te 2 uur, werd in
de kleine zaal der »Harmonie" door de afdeeling Am
sterdam van de Sociaal-democratische Arbeiderspartij
een propaganda-vergadering gehouden, waarin voor een
niet zeer talrijk publiek de heer dr. H. Gorter van Bus-
sum optrad met het onderwerpEén arbeiderspartij in
Nederland.
Na een korte inleiding van den voorzitter, den heer
J. A. Fortuijn, werd den spreker het woord verleend.
Zooals door den voorzitter was gezegd had sprekers
optreden ten doel, propaganda te maken voor het tot
stand komen van één arbeiderspartij daarom stelde hij zich
tot taak in de eerste plaats aan te toonen, dat de nood
zakelijkheid van éen arbeidersbeweging tegen het kapi
talisme volgt uit den toestand en de ontwikkeling der
maatschappij zelve en verderdat de strijd tegen het
kapitalisme niet anders kan gevoerd worden, dan door
éen beweging in den zin der sociaal-democratische arbei
derspartij. Spr. weet niet, hoe de toestand der arbeiders
beweging hier is, of in hoeverre hier een dergelijke bewe
ging is geweest, on daar in den loop dar jaren verschil
lende richtingen zijn ontstaan als b.v die van den socia-
listenbond, voorafgegaan door de internationale arbeiders
partij, en nog vroeger door het Nederlandsch werklie
den-verbond richtingen die afwijken van die der
S. D. A. P. verwacht hij dat in deze vergadering er
ook zjjn, die met hem van gevoelen verschillen en hoopt
hij, dat op zijne inleiding een vruchtbaar debat zal vol
gen, waarin men echter steeds het belang der arbeiders
in het oog honde. Men moet de zaken bespreken als
vrienden, niet als tegenslandors, en persoonlijke kwesties
weglaten, zooals spr. ook in zijn rede steeds zal doen.
Wanneer we zoo ging spr. voort, willen aantoonen,
waaiom er moet zijn éen boweging tegen het kapitalisme,
dienen we eerst te zien, hoede toestand der maatschappij
is, wat niet zoo gemakkelijk is, als men soms meent.
Het is vooral Karl Marx geweest, die heeft aangetoond,
hoe do toestand der maatschappij geheel berust op de
tegenstelling tusscben kapitaal en loonsarbeid.
Die tegenstelling vindt men overal terug, op elk ge
bied, zelfs in den godsdienst, ofschoon een zoumeenen,
dat wijl die zich bezighoudt met een bovenaardsch wezen
men daarin die tegenstelling niet zou vinden. Toch geeft
de R.C. Kerk bijv. met haar regeering van paus kar
dinalen enz, juist die verhouding duidelijk te zien al
die waardigheidsbekleoders, tot den laagste geestelijke toe,
leven uitsluitend van de opbrengst van den loonarbeid.
Dat is niets togen den godsdienst, doch alleen om aan
te toonen, dat men ook in de inrichting dier kerk de
uitwerking van genoemde tegenstelling ziet.
Laat ons verder zien, wat loon en kapitaal is. Alles
wat we om ons heen zien, wat we aan hebben, onze
kleeren, wat we gebruiken, alles is koopwaar, zelfs het
drinkwater uit onze waterleidingen. Daarvoor heeft er
in de maatschappij voortdurend ruiling plaats en het is
de concurrentie een gevolg van de ontwikkeling onzer
maatschappij, die maakt, dat alle dingen gedrukt worden
tot op wat ze waard zijn. Dat dit zoo is, zien we bij
voorbeeld hieruit, dat een uitvinder voor zijn artikel veel
kan vragen, zoolang hij geen concurrenten heeft. Is dat
het geval dan daalt de prijs dadeljjk. Nu is echter de
groote vraag hoe komt het, dat, als door de concur
rentie alle dingen gedrukt worden tot op hunno waarde,
er menschen zjjn, die ook ruilen, en bijv. met f 100.000
werkende f 20.000 winst maken Hoe komt het nu, dat
het kapitaal steeds grooter wordt? Wel, dat komt hier
vandaan, dat er één waar is die voortdurend geruild
wordt voor minder dan zij opbrengt, die waar isde
arbeiders. Duidelijkheidshalve geeft spr. het volgende
voorbeeld. Stel dat een arbeider per dag f 1 ontvangt
voor zijn onderhoud, laten we zeggen voor levensmidde
len. Wat hij daarvoor kan koopen, ban door onze pro
ductiemiddelen in nog minder dan 3 uur worden gepro
duceerd terwijl de arbeider daarvoor in ruil geeft 12
uur arbeid dat is de toestand in onze maatschappijdie
ruil is steeds ongelijk, wat tengevolge heeft, dat wel de
toestand van den kapitalist, doch niet die van den arbei
der kan verbeteren hoe meer hij werkt, hoe grooter het
kapitaal wordt.
Daarom is de grondstelling der soc. democraten deze
Er moet een eind gemaakt worden aan die ongelijke
ruiling. Vraagt men, hoe het komt, dat de toestand zoo
is Dat komt, doordat er menschen geboren worden, die
niets bezitte i dan hun arbeidskracht, en anderen, die in het
bezit zijn van kapitaal. De nietsbezitters moeten toch
leven en gaan dus werken voor de bezitters daarom
zal er eerst dan een einde zijn aan dien toestand, als er
slechts nietbezitters geboren worden, als ieder krach
tens zijn geboorte mede-eigenaar is van alles.
Men maakt wel eens de tegenwerping, dat er altjjd
bezitters en niet-bezitters zijn geweest, doch dat is een
dwalingoorspronkelijk was alles gezamenlijke eigen
dom denkeu we slechts aan de Batavieren en andere
volksstammen. De communistische staat is de oorspron
kelijke staat, de kapitalistische staat is, met betrekking
tot den ouderdom der wereld, nog zoo oud niet, daarom
is er geen reden om aan te nemen dat die communis
tische staat niet weer zou kunnen komen bovendien het
ligt in de ontwikkeling der maatschappij.
Door de ongelijke ruiling, zoo straks genoemd, is de
arbeider, dat volgt er uit, voortdurend bezig zijn eigen
onderdrukkers te scheppenhij versterkt het kapitaal.
Wanneer het het kapitaal goed gaat, mogen de loonen wat
stijgen, maar het is slechts weinig en nooit zooveel, dat
de arbeider daardoor zelf kapitaal krijgt. Maar toch is
er eene andere werking zichtbaar, die hoop geeft om te
zeggen dat de arbeiders sterk zullen worden. Het is de
uitwerking van de toepassing van den stoomvan de
machines. Daardoor gaat het grootbedrijf steeds vooruit,
terwijl het kleinbedrijf kwijnt, ja reeds langen tijd bezig
is te verdwijnen. Zij die er door bestonden worden pro
letariërs. Zoodoende wordt het leger der proletariërs steeds
grooter, wat ook blijkt uit een vergelijking met vroegere
tijden het verschil is onorm, ook in ons land, al is het
hier niet zoo duideljjk zichtbaar als in andere landen.
Toch is het een feit, dat in de nieuwe wijken van Am
sterdam bijv. duizenden proletariërs wonen, afkomstig
van het platteland, waar ze vroeger van het kleinbedrijf
leefden.