Plaatselijke Directe belaste. No. 17 Honderd en e r ^te jaargang. 1899. WOENSDAG Telefoonnummer t 3. 8 FEBRUARI. Amsterdamsche Brieven. PARIJSCHE BRIEVEN. V Al.kHAAIISI IIi: COI HAVT. I'rijs der gewone »dvertentlen Per regel Groote letters naar plaatsrnimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Deze Courant wordt Blnsdag-, Wonder «la g- en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f ©,8t>franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis, dat het 2de Süpple- toire kohier der plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 1898, den 1 Februari 11. door de Ged. Staten goedgekeurd, op heden aan den ge meente-ontvanger ter invordering is uitgereikt, terwijl een afschrift van dat kohier gedurende 5 maanden ter gemeente-secretarie voor een ieder ter lezing is gelegd. Bezwaren tegen den aanslag kunnen op ongezegeld papier bij den Gemeenteraad worden ingediend binnen 3 maanden na den dag der uitreiking van de aanslag biljetten welke uitreiking bepaald is op 8 Februari a.s. Burgemeester en Wethouders voorn., Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorz. 4 Febr. 1899. C. D. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat in het gemeenteblad van Alkmaar No. 96, is opgenomen het besluit van den Raad dier gemeente d.d. 25 Januari 1899, waarbij is vastgesteld eene verordening tol wijziging der verorde ning, regelende het benoemen van leden der besturen van gemeentelijke Instel lingen van liefdadigheid welke verordening, heden afgekondigd, gedurende drie maandeu voor een ieder ter lezing is nedergelegd ter ge meente-secretarie op alle werkdagen van 9—2 ure en aldaar tegen betaling van 10 cents in afdruk is verkrijg baar gesteld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorz. 2 Febr. 1899. C. D. DONATH, Secretaris. VI. De groote gebeurtenis dezer week is ontegenzeglijk geweest de jubileum-voorstelling van mevrouw Thëo Bouwmeester en een enkel woord daarover mag hier niet ontbreken. Zij was in veel opzichten schitterend maar heeft toch ook iets onbevredigends achtergelaten. Velerlei was wel-iB-waar de huldedoch de vrienden van de kunstenaresse hadden zoo gaarne wat meer mede werking van de upper ten gezien. Zij die nu gesproken hebben zijn zeer verdienstelijke burgers en artisten maar zij behooren niet tot de opperste aristocratie van stand en geest. Dat is indertijd toen mevrouw Kleine gehuldigd werdheel anders geweest. In haar antwoord op alle schoone toespraken heeft mevrouw Bouwmeester terdege den spijker op den kop geslagen. Zjj constateerdeop de stampvolle zaal wij zende dat men in Amsterdam dan toch wel wistwat er op het Leidscheplein gegeven werd, en daaraan knoopte zij den wensch vastdat men in het vervolg den weg zou terugvinden. Wetende hoe dikwjjls de artisten van het Nederlandsch Tooneel moeten spelen voor meer stoe len dan menschen was het oogenblik om aan de klacht Parijs5 Februari 1899. IV. Sedert eenige dagen en vooral in de afgeloopene week waren alle handelaars in winterartikelen buitengewoon tevreden over de plotseling ingevallene koude. Het vroor hard, en de bontwerkers, charbonniers en allen die van een harden, strengen winter leven, zagen met genoegen den thermometer aan, het kwik wees steeds op eenige graden onder het vriespunt. Doch helaas, het hield niet aan en heden viel de dooi in. Met de »affaire" gaat het niet alzoo, deze eindigt nooit. Die couranten, welke voornamelijk van schandalen leven, maakten reeds achttien maanden lang mooie winsten, en die bron van verdienste is vooreerst nog niet droog. Het is een algemeen verdacht maken, en zoo men alles geloofde wat men tegenwoordig leest, zou men tot de slotsom komen, dat hier de geheele maatschappij in de war is. Spreken wjj dus, voor zoover dat mogelijk is, over iets anders. Zoo viel ons oog dezer dagen op het dagblad »Figaro" en wel op eene kroniek van Francisqae Sarcey. De heer Sarcey is hier eene algemeen bekende persoonlijkheid, ten eerste door zijne dramatische kritiek, welke hij eiken Zondagavond in het ernstige blad «Le Temps" schrijft en verwierf hij sedert lang den naam van Prins der Kritiek". De jongeren noemden hem hun oom, zoodat men niet anders zegt als »l'Oncle Sarcey" of kortweg «1'oncle". Verder is de man buitensporig dik en toen hij voor eenigen tijd geleden in de Kleine Courant een pleidooi hield voor de vegetariörs en er op wees, dat hij zelf zich zeer goed bevond bij enkel plan ten voedsel, had hij een buitengewoon lach-en-spotternij-succes. Zulk een dik heer en eene pleitrede voor matig leven, men maakt er zich vroolijk over. Thans geeft Sarcey in Figaro kro nieken welke hij betitelt «Grains de bon sens", dus kor- daarover uiting te geven al heel gelukkig gekozen. Minder handig was 't van haar om zichzelf op één lijn te stellen met mevrouw Kleine zoo iets had zij aan anderen moeten overlaten. De nagedachtenis van deze betreurde kunstenaresse leeft bij de vaklieden en vrienden van het tooneel voort als een heilige herinnering, waar over slechts door hare devote vereerders zachtkens mag worden gesproken de feestvierende tooneelspeelster had moeten begrijpen dat zij velen moest kwetsen door uit drukkingen als »het moet een superieure vrouw geweest zijn." Laat ons die woorden echter maar toeschrijven aan de zenuwachtigheid van het oogenblik want zelfs een vrouw met de stalen zenuwen van mevrouw Bouw meester moet wel geroerd zijn geworden bij een zaal zoo gevuld met bewonderaars Het andere nieuws uit de tooneelwereld is dat „Wlietto", het burgerlijk treurspel van Hurman Heger mans Jr., zoo uitmuntend répertoire blijkt te kunnen houden. In de hoofdstad trekt 't steeds volle zalen en in de provincie heeft het niet minder groot succè3. Voor den schrijver verhengen wij ons daarin van ganscher harte. Langen tijd heeft hij betrekkelijk geïsoleerd ge staan omdat hij de jongeren in de literaire richting hoewel een der eminentste hnnnerniet zocht en zijn scherpe pen meer afstootte Jan toenadering teweegbracht. Hij is lang verguisd door personendie in talenten verreweg zijn minderen waren doch op den duur kon voor hem de lof niet nitblgven waarop hij zoo ten volle recht heeft. Van Deijssel is een der eersten geweest, die het waas van onoprechtheid gesponnen door parti- pris en gekwetste ijdelheidheeft vaneengescheurd en hulde heeft gebracht, waar zooveel te loven viel. Sedert is er een algeheele verandering gekomen in de appreciatie van Heijermans en wie vroeger zijn vijanden waren wuiven hem thans de wierook toe. Of men de kritieken der jongereu leest dan ^yel de oudere schrijvers als Lapidoth en Wolfgang in De /Spectator zij erkennen thans allen, dat Heijermans, hetzij hij zich geeft onder zijn eigen naam dan wel onder den nem de plume Samuel Falk land of Koos Habbema, behoort tot de beste schrjjvers van den tegenwoordigen tijd. Hjj is een van die benijdbare personen, die aan eiken regel van zijne hand een cachet weet te geven. Aan scherpe opmerkingsgave wie bent niet de Zaterdag avond-feuilletons van »De Telegraaf" paart hij een zeldzame beheersching van den vorm om zijne gedachten en visies uit te drukken kneedt hij de taal, totdat 't iedereen duidelijk is wat hij zeggen wil. Menig schetsje mag men noemen een schilderij van woorden. Als tooneelschrijver heeft Heijermans het eerst van zich doen spreken door zijn »Dora Kremor." In die dagen was hij zelf nog tooneel-criticus, bekend men mag haast wel zeggen berucht om de bitterheid zijner oor deelvellingen en het ongezouten verwijt van impotentie aan bjjna allen, die achter het voetlicht hun brood ver dienen. Met de meesten zijner collega's stond hij destijds op een gespannen voet. »Dora Kremer" droeg al de ken merken van een eersteling, maar niemand was er, die een aanmoedigend woord tot den gedesillusioneerden schrijver richtte. Met zekere Schadenfreude werd nu zijn eigen onmacht van de daken gepredikt en groote bitter- rels van gezond verstand, en daarin komen veelal aardige opmerkingen voor. Zoo b. v. diewelke wij ditmaal lazen en welke een aardig licht werpt op de heeren, belast met het toepassen der belastingen. Een dokter stichtte op eigen kosten een ziekenhnis, en noemde dit een «Maison de Santé". De «fisc" echter beweerde dat dit «Maison de Santé'' eigenlijk was eene kliniek en daar eene kliniek een zeer hoog patent betaalt, zoo kreeg onze dokter eene aanschrijving van eenige honderden franken belasting extra. De man was niet tevreden protesteerde en er kwam een proces uit voort. Terwijl dit nog hangende was gebeurde er een groot schandaal in een ander «Maison de Santé", waarop de politie huiszoeking ging doen in al die particuliere ziekenhuizen. Toen men by onzen dokter kwam zeide deze «Pardon, mijnheer de commissaris, u moet bij mjj niet wezen, ik heb geen «Maison de Santé", maar wel een kliniek, kijk maar mijn patent." Doch de politie wilde daarnaar niet luisteren onze dokter weigerde den com missaris binnen te laten en nu werd deze heer vervolgd omdat hij zijn «Maison de Santé" niet had willen openen voor de overheid. Terecht vraagt Sarcey aan alle menschen met gezond verstand of de fiscus iets mag aanslaan als kliniek en of diezelfde kliniek dan door de politie mag beschouwd worden als «Maison de Santé". Het geval gelijkt wel iets op dat van een andereu heer, die werd aangeslagen als voiturier, dus in het bezit van paard en rijtuig terwijl de man nooit een noch ander in zjjn bezit had gehad. Protest hielp in zooverre, dat daarvan werd nota genomen maar toch moest die heer eerst betalen. Toen hij dit weigerde zond men hem den deurwaarder doch toen kocht de man in een speelgoedbazar een houten paard en wagentje voor eenige franken. De zaak werd toen zoo belachelijk dat men er niet verder op inging. Het lijkt onwaarschijnlijk en wij hebben ons dikwijls afgevraagd of het geheele ver haal soms verzonnen is. Van belasting gesproken kunnen wij er op wijzen dat heid maakte zich van Herman meester. Men herinnert zich waarschijnlijk nog wel, op welke manier hij in die dagen revanche heeft genomen. Op zekeren dag meldden de bladen, dat in de Amstelstraat zou worden opgevoerd «Ahasverus," de droeve schets van het leven van een banneling in Siberië. Een Rus had 't geschreven over wiens levensgeschiedenis allerlei spannende bijzonderhe den werden meegedeeld. Al wat zich voor tooneelzaken interesseert zag de première met ongewone belangstelling tegemoet deze had plaats op den middag in een me t kaarsen verlichten schouwburg, wat den indruk nog ver hoogde Den volgenden dag wist heel Nederland, dat het treurspel van den Rus een werk was zóó aangrijpend als in langen tijd niet op de planken was vertoond. Die tragedie was een openbaring en een der meest bekende recensenten schreef zelfs, dat uit alles duidelijk was te gevoelen hoe hier onder bloed en tranen was gearbeid. Toen trad Heijermans met een schaterend ironisch gelach uit zijn schuilhoek te voorschijn hij had den naam van den Rus bedacht, hij had de beriohtjes over diens leven in de pers gelanceerd, hij zelf was de schrijver de veel gesmade auteur van «Dora Kremor" was de veel gelau werde man der phantasie, die «Ahasverus" had geschreven. Sedert heeft hij nog eon enkele maal iets voor het tooneel gemaakt, zooals ter gelegenheid van een congres der S. D. A. P. te Amsterdam, maar men meende reeds, dat hij zich tevreden had gesteld met het succes van zjjne mystificatie. Kort geleden echter is «Ghetto" geko men en, gelijk reeds gezegd, nu onder zijn waren naam zonder dat daarom de bijval is uitgebleven. Integendeel, het s^uk wordt zooveel besproken, dat iedereen het zien wil. Behandeld wordt daarin de botsing tusschen het orthodoxe en moderne Jodendom een teer onderwerp in een stad met zooveel Israëlieten als Amsterdam. Bij de eerste opvoeringen vreesde men dan ook voor onge- regelheden, die zich echter tot «enig gefluit hebben be paald. Toch meende de hoofdcommissaris van politie op enkele wijzigingen te moeten aandringen een censuur, waarover het laatste woord nog niet is gesprpken. «Ghetto" geeft den orthodoxen Israëliet bittere pillen te slikken en hem is 't een dagelij kscne ergernis, dat het stuk overal zoe wordt toegojuicht. Men verbaalt daarvan" merkwaardige staaltjes. Zoo worden de aanplak-biljetten der «Nederlandsche Tooneel-vereeniging", waar het stuk geannonceerd wordt, in de Jodenbreestraat en omgeving even spoedig afgescheurd als zij op de daarvoor bestemde plaatsen zijn bevestigd. Interessanter is nog, dat onlangs een orthodoxe Israëliet tien plaatsen heeft genomen en die gaf aan tien jongens met opdracht zooveel mogeljjk kabaal te maken. Het tiental toog naar den schouwburg met groote lawaai-plannen. Doch ziet, toen het scherm was opgegaan werd hun aandacht zoozeer geboeid door hetgeen er op het tooneel voorviel, dat zij het doel hunner komst geheel vergaten. Zij leefden geheel mee met hetgeen er op de planken voorviel en aan het slot der laatste acte moesten zij hunsondanks meedoen met het daverend applaus. Als «Ghetto" op zijn tournée door Nederland te Alk maar komt, moeten onze lezers vooral eens gaan uit maken, of zij een dergelijke auteurs-zegepraal kunnen be grijpen. En komen zij dan al tot de conclusie, dat zoo iets wel wat sterk is toch zullen zij naar alle waar- het parijsche octrooi, de stadsaccijns, eene vermeerdering aanwijst voor de maand Januari 1899 vergeleken bij Januari 1898, van 967.379 franken alleen op de dranken. Er wordt dan ook heden buitengewoon veel gedronken in Frankrijk meer dan in eenig ander land. Wij ont- leenen het volgende aan eene conferentie van dr. Jaéquet over het alcoholgevaar in Frankrijk Men gebruikt jaarlijks in Frankrijk aan verschillende dranken voor meer dan drie duizend millioen franken. Men drinkt veel meer alcohol dan in Engeland en in Duitschland. De meeste menschen hier gelooven dat alcohol bij kleine hoeveelheden gebruikt niet scha delijk is voor de gezondheid, en dit is eene groote vergis sing, daarin schuilt het gevaar. Men moet wel overtuigd worden, dat alcohol een vergif is, en dat niemand, geen man welke ook zjjn arbeid zij, den prikkel van den drank noodig heeft. Wijn, bier en cider, (appelwjjn) .mo gen in slechts kleine hoeveelheden gedronken worden, en het is volstrekt onwaar dat wijn kracht geelt. Alle alcohol, welke in den handel voorkomt, is scha delijk en vooral de duurste dranken, het schadelijkst van alle is de absint. In 1830 waren in Frankrijk 280.000 koffie- en wijnhuizen, en in 1896 telde men er een half millioen, dat is 1 op de 30 volwassenen. In het depar tement de l'Eure heeft men er zelfs 1 op de 3 volwas senen. Nog wees de heer Jacquet op de vermeerdering der misdaden, welker aantal in evenredigheid toenam met de vermeerdering van het drankmisbruik, en toonde aan hoe de bevolking vermindert en verzwakt, en voegde er bij vroeger zeide men «boire comme un Suisse" of «boire comme un Polonais," heden zegt men in den vreemde «boire comme un Fran9ais". Nog hadden wij weder een spoorwegongeluk aan het station van Courcelles, op de parjjsche Ceintuurbaan. Een personentrein stootte op een goederentrein, met het gevolg dat de schok zeer hevig was en ongeveer veertien perso nen gewond werden, waaronder eene zeer ernstig. Geluk kig had meu geene dooden te betreuren. J. M. T.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 1