De Erfgenaam van Mei
No. 20.
Honderd en eerste jaargang.
1899.
WOENSDAG Telefoonnummer 3.
15 FEBRUARI.
Hondenbelasting.
Ainsterdainsclie Brieven.
FEUILLETON.
(DER MAJORATSHERR).
Deze Courant wordt llinsda g-, Honderil g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8© franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f ©,©6. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS vau Alkmaar
brengen ter kennis van de eigenaars of houders van
honden in deze gemeente, dat de Commissaris van Politie
is uitgenoodigd. de honden,welke nog niet voorzien
zijn van een hondenpenning, dienstjaar 1899
te doen opvangen en tegen die eigenaars of
houders proces-verbaal te doen opmaken.
Burgemeester eu Wethouders voorn.,
Alkmaar, A. MACLAINE PONT, Voorz.
14 Pebr. 1899. 0. D. DONATH, Secretaris.
VII.
Aan vergaderingen is in de afgeloop m week in
Amsterdam geen gebrek geweest. Vooreerst de ge
meenteraad waar ditmaal de consequentiön van het
feminisme tot een interessante gedachteuwisseling aan
leiding gaven. Enkele maanden geleden deelde namelijk
dr. Voüto in den Raad mede dat eeu vrouwelijke arts
had gesolliciteerd naar de betrekking van assistente in
een der gasthuizen en niet was benoemd hij noodigde
B. en W. toen nit om definitief uit te makenof
vrouweljjke aitsen als geneeskundigen bij de gasthuizen
konden worden aangesteld. Dezer dagen kwam daarop
het antwoordbeslist ontkennend luidende. De meer
derheid van B. en W. was van huis uit tegen de be
noeming van vrouwelijke assistenten en haar gevoelen
vond stenn zoowel bij de Commissie van Toezicht op
het Wilhelmina-gasthnis als bij de directeuren van dit
en het Binnen-gasthnis. Waar alzoo de mannou van de
praktijk zulk eene positieve meening waren toegedaan
stond de feministisch gezinde Raad voor een moeilijk geval.
Intnssehen heeft hij zich daardoor niet laten weer
houden om openlijk partij te kiezen vóór de gelijkstelling
in dezen van man en vrouw. Waar eenmaal vrouwen
zich de moeite en de kosten getroosten der medische
studie gaat 't niet aan wanneer een harer zich voor
een lastig ambt aanbiedthaar terug te wijzen met het
simpele argument, dat zjj een vrouw is. Er werd ge
sproken van een beleediging der v. ouwelijke kieschneid
en fijngevoeligheid doch op stuk van zakeu is zij toch
zeker wel in de eerste plaats aangewezen om daarover
te oordeelen. Do wachtkamer-diensten der Gasthuizen
mogen zenuwschokkende tooneelen opleveren voor den
leekdoch de vrouw heeft bij haar studie al zooveel
gezien en zooveel ondervonden dat de jonkvrouwelijke
schuchterheid allang is verdreven. Dat is zeker een
nadeel van het zich mengen der vrouwen in het strijd
gewoel, maar nu men eenmaal voor dat feit staat, is 't
kwaljjk te verdedigen om haar alleen met die nadeelen
opgescheept te laten zitten en haar nirt in de voordeelen
te doen genieten. De Raad gaf dan ook met 24 tegen
16 stemmen te kennen dat hij in dezen het gevoelen
van B. en W. niet deelde.
Wat er nn zal gebeuren is onzeker. De wethouder
Schölvinck heeft pertinent verklaard, dat B. en W. een
3)
Smalle blanke handen met lange nagels verrieden den
aristocraat. De gravin was stijver en minder spraak
zaam dan haar echtgenootzij ontdooide echter eenigs-
zins, toen haar bnnrman, de advocaat, al zijne vroegere
kunstgrepen te baat nam en de schoone vronw op alle
mogelijke wijzen bet hol maakte.
Een paar maal was 't hem zelfs of 't hart hem stil
stond van louter zaligheid, toen Mevrouwe Melanie, op
hare onverschillige wijzeeen zeer klein weinigje met
hem koketteerdeen toen zij eindelijk aan het dessert
eigenhandig een appel schilde, die met hare kleine, van
diamanten en juweelen glinsterende, handjes in schijfjes
sneed en toen het bord bij al de heeren rond deed
gaan zon ieder gaarne voor haar door het vunr ge
vlogen zijn.
floe de hooge gasten heetten en waar zjj woonden,
had men nog niet te weten kunnen komen en natnnrlijk
waagde ook niemand daarnaar te vragen. Alles wat
men te weten kwam was, dat de graaf naar een dames
kapper eu naar een meisje, dat als kamenier dienBt kon
doen, gevraagd had. Omstandigheden hadden het hem
onmogeljjk gemaakt eigen bedienden mede te brengen.
Dat zij echter in de hoolds ad woonden en zoor intiem
aan het Hol verkeerden was nit alles duidelijk merkbaar.
Ook dat zij vele en groote buitenlaudsche reizen ge
maakt hadden. En niettegenstaande dit alles waren
zij de vriendelijkheid en innemendheid in persoon
De graaf richtte eenige zeer waardeerende woorden
tot Jafirouw Martha en roemde haar eten zeer. »Het
is een waar genot zulke voortreffelijk toebereide spijzen
te nuttigen," zeide hjj.
vrouw, die wettelijk bevoegd is voor het ambt vau assis
tente en zich nit eigen beweging daarvoor aanbiedt, niet
zullen bsnoemen. Zoodra nn een hoogleeraar eeu voor
dracht doet met eene vronw als no. 1 zullen zjj in een
lastig parket komen. Waarschijnlijk zal de beste oplossing
zijn eene verdeeling van den „rbeid bij de wachtkamer-
diensten in dier voege, dat vrouwelijke hulpzoekenden
behandeld worden door vrouwelijke medici en mannelijke
door assistenten van huu eigta geslacht. Het kieschheids-
argnment wordt op die wijze grootondeels bniten gevecht
gesteld en de patiënten dia toch zeker in deze quaestie
ook meetellen kunnen niets daartegen hebben. Bo
vendien ontkomen B. en W. aldus aan een nederlaag.
De tweede belangrijke vergadering, ons deze week ge
bracht, was belegd door de vrijzinnige klcsvereenl-
ging »Vooruitgang'' om aan het Kamerlid Fokker ge
legenheid te geven te pleiten voor de reorganisatie der
Kamers van Koophandel, waarvan hij zulk een overtuigd
voorstander is. Ongetwijfeld valt voor die hervorming
veel te zeggen, want vrijwel alle deskundigen zijn 't er
over eens, dat deze colleges tlians niet aan de vorwach-
ting beantwoorden. De Amsterdammers zijn te dien aan
zien echter zeer sceptisch geworden wil men reorganisatie,
dan is huu dat goed, als zjj zich daarvoor maar niet druk
hebben te maken. De meeting was dan ook tamelijk
slecht bezocht en de aanwezigen behoorden meerendeels
tot hen die de bekeering niet van noode hebben.
Neen dan is veel beter geslaagd de groote samen
komst in „Strouckcn"uitgeschreven op initiatief
van de Radicale vereeniging in overleg met verschillende
kies- en werklieden-vereenigingen van de meest niteen-
loopende richting en ten doel hebbende de wetgevende
macht in de residentie duideljk te maken dat Amster
dam met stelligheid rekent op onveranderde aanneming
van het ingediende wetsontwerp tot verbetering van het
Noordzeo-kanaal. Zooveel tientallen als zich onder het
gehoor van mr. Fokker hadden geschaard zooveel honderd
tallen hadden zich naar den hnize »Stroucken" begeven
waar de redevoeringen van bberale, radicale, katholieke
en anti-revolutionaire spreke) s met belangstelling aan
gehoord en met daverend applaus beloond weiden. Dat
was nog weer eens een onderwetsche meeting zooals wij
er na de verdoeliug in kiesdistricten niet meer hebben
bijgewoond. Eigenaardig was dat alleen de kiezersver-
eeniging »Dc Grondwet", wier leden zich tot de hooge
aristocratie van geld en intellect rekenenen de Amster-
damsche afdeeling van de Soc.-Dem. arbeiderspartij bezwaar
hadden gemaakt hare medewerking te verleenen tot een
zaak die bniten alle partijbelang staat, maar voor de
hoofdstad wil zij blijven meedoen aan de commercieéle
concurrentieeen levensquaostie is. Les extremes se tou-
chent werd door menigeen in de zaal gefluisterd toen
de voorzitter medodeeliug deed van deze beide onthoudingen.
Gelukkig is echter het doel er niet minder goed om
bereiktvan het enthousiasme nit de Amsterdamsche
vergaderzaal zal wel iets tot het Haagsche Binnenhof
doordringen.
En nu was 't mijn plan geweest om ditmaal ook iets
te schrijven over de wijze, waarop een aantal invloedrijke
En daarmede had hy juist de gevoelige plek bij de
herbergierster aangeroerd. Opgeblazen van trots liep zij
rond, en al haar kennissen en buren, die door nieuws
gierigheid gedreven bij haar in de keuken waren ge
komen, hoorden niets dan goeds en heerlijks over die
beide deftigste aller menschen.
Toen de tafel bijkans was afgeloopen, keek de gravin
eensklaps met de grootste opmerkzaamheid naar buiten,
waar men door het venster heen, het gezicht had op
de tameljjk groote markt met de overdekte bron in het
midden.
Met de grootste aandacht bleef zij naar het markt
plein staren, onbemerkt stootte zjj haar echtgenoot aan
en deze volgde den blik harer oogen.
Daar zag hij plotseling iets heel opmerkelijks.
Dwars over het marktplein liep met vreemde hinkende
pasjes een er zeer opvallend uitziende man.
Een kleine ineengekrompen gedaante, in een schapen
vacht gehuld, de harige zijde naar binnen waardoor het
geheel veel op een zak geleek.
Grove hooge laarzen van koeien leder maakten de
voeten als geheel misvormd, het hoofd en het breede,
baardelooze, hoog rood gekleurde gelaat was met een'
pelsmuts bedekt, zooals gewoonlijk de knecht van St.
Nicolaas in de kinderkamer draagt, om het jonge volkje
angst en ontzag in te boezemen.
Deze vreemde persoonlijkheid liep^zoo snel hij loopen
kon, met vooruitgestoken hals het marktplein op en neer,
schermde met de handen in de lncht en scheen hardop
tegen zich zei ven te praten.
Toevallig bleven een paar straatjongens hem, grijn
zend lachend, achterna kijken, zonder hem echter joelend
en schreeuwend te volgen. Het moest dus wel een in
Angerwies reeds bekende persoonlijkheid zijn. De graaf
en de gravin wisselden bliksemsnel een veelzeggeuden
b'ik - ja de graaf schudde zelfs even toestemmend het
hoofd. Toen nam Mevrouw Melanie, als toevallig, haar
langgesteelde lorgnet van fijn bewerkt gond in de hand
en keek nogmaals, thans echter openlijk, het venster nit.
Toen deed zijals verschrikt, een Iniden kreet hooren,
Amsterdammers hunne stadgenooten willen laten deel
nemen aan de grootsche manifestatie ter eere van het
ontwapeningsvoorstel van den Keizer aller
Russen. Toevallig bladerde ik echter voordat ik mij
tot mijn wekelijksche taak zotte in de onlangs ver
schenen pracht-uitgave van Frederik van E^don's »De
Kleine Johannes." Daar heb ik iets gevonden zoo
uitermate leerzaa n voor de huidige beweging, dat ik
geen oogenblik heb geaarzeld om zelf van het woord
afstand te doen en dit te geven aan den dichter sprookjes
schrijver die ons verhaalt
»De oude mier vertelde, dat men in groote drnkte leefde
wegens den veldtocht, die eerstdaags ophanden was. Men
zou een andere mierenkolonieniet ver verwjjderd met
een groote msoht gaan overvallen, het nest vernielen en
de larven rooven of dooden; daarvoor zonden alle krachten
noodig zijn en men moest dus eerst het dringendste
werk afdoen.
»\Vaarom is die veldtocht?" zeide Johannes, »dat
lijkt mij niet mooi."
»Neen! neen!" zeide de luizenhoeder, »het is een
zeer schoone en lofwaardige tocht. Ge moet denken
het zijn de Strijdmieren, die wij gaan aanvallen, wij
gaan hnn geslacht uitroeien en dat is een zeer goed weik."
»Zyt gij dan geen Strijdmieren
»Zeker niet! Wat denkt ge wel? Wij zijn Vrede
mieren."
>Wat beteekent het dan?"
»Weet gij dat niet Dat zal ik u uitleggen. Eens
waren alle mieren voortdurend aan 't vechten geen
dag ging er om zonder groote slachtingen. Toen kwam
er een wijzegoede mier die bedacht dat het veel
moeite zou besparen als de mieren onderling afspraken
niet meer te vechton.
Toen hij dat zeide vond men het erg vreemd en om
die reden begon men maar met hem in kleine stukjes te
bijten. Later kwamen nog andere mieron die hetzellde
meenden. Ook die werden in kleine stukjes gebeten.
Maar eindelijk kwamen er zooveeldat het stukbijten
te veel werk was voor de anderen. Toen noemden zij
z;ok Vredemieren en hielden ulleu vol dat de eerste
Vredemier gelijk had wie dat tegensprak beten zij op
hun beurt in stukjes. Op die manier zijn tegenwoordig
bijna alle mieren Vredemieren geworden en de stukjes
vau den eersten Vredemier worden met zorg en eerbied
bewaard. Wij hebben den kop. Den echten. Wy hebben
al twaalf andere kolonies verwoest en uitgemoord die
beweerden den echten kop te hebben. Nn zijn er nog
maar vier over die dat doen. Zij noemen zich Vrede
mieren maar het zijn natnnrlijk Strijdmieren want
wij hebben den echten kop en de Vredemier had maar
één kop. Nu gaan wij eerstdaags de dertiende kolonie
uitroeien. Dat is dos wel een goed werk."
»Ja Jazeide Johannes »het is heel merkwaardig
Hjj was eigenlijk een beetje bang geworden, en
voelde zich veol rustigertoen zij den gedienstigen
herder dankend vaarwel hadden gezegd en ver van het
mierenvolk wiegelend op een grashalm zaten uit te rnsten,
in de schaduw van een sierlijk varenblad.
die het algemeone gesprek plotseling deed verstommen,
wees met den vinger naar het marktplein en riep op
harden, Iniden toon, met zeer opvallenden nadruk »0
God, hoe vreeselijk, daar loopt een krankzinnige! I"
TWEEDE HOOFDSTUK.
Faraa vlugger in hare bewegingen dan
eenig ander monsterwier beweeglijkheid
haar in omvang doet toenemen en krachtiger
maakt tevens, is in den aanvang klein en
bedeesdmaar zich spoedig in de lucht
verheffend gaat zij voort tot zij haar kruin
in de wolken verbergt.
Virgilius.
Er ontstond een verlegen stilzwijgen. De advocaat
kuchte eensterwijl hij veel beteekenend de anderen
aanzag de apotheker staarde strak op zyn bord en gie-
gelde zachtjes voor zich heen, maar toen de ambtenaar
het achter zijn servet luidkeels uitproestte en de als
knecht fungeereude Simmol de breede hand voor den
mond drukte om niet eveneens in lachen nit te barsten
was er geen honden meer aan eu een luid hartelijk
gelach barstte onbedwingbaar los.
De gravin keek allen met een naïve verwondering aan,
wendde zich toen vertrouwelijk tot haar bnarman en vroeg
»Heb ik waarlijk goed gezien, mijnheer de advocaat, is
het waarlijk een krankzinnige?"
De gevraagde boog: Mevrouw de gravin heeft ten
minste de algemeene opinie van Angerwies en omstre
ken uitgesproken zeide hij nog steeds lachende. Men
kan echter wel veel denken zonder hot uit eerbied in
woorden te durven uiten."
»Uit eerbied De graaf nam do wijnkaart weder
ter hand en wenkte den waard tot zich, terwijl hjj tot