De Erfgenaam van Niette. No. 26. Honderd en eerste jaargang 1899. WOENSDAG 1 MAART. Amsterdamsche Brieven. FEUILLETON. (DER MAJORATSHERR). Vl.kMA A RSCIIi: Deze Courant wordt D I n s d a g-, Dondert! a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f 0,8© franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f ©.©6. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer s 3. COURANT. Prijs der gewone advertentlen Per regel f ©.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. IX. Niet één enkele maal kan er in onzen Kaad een voordracht in behandeling komen om aan de stad toe behoorenden grond te verkoopen, ol altijd zijn er eenige ledendie komen pleiten tegen verkoop en vóór het geven in erfpacht: aan het goedkeurend gemompel in den Raad zou men dan zeggen, dat alle leden 't hiermee volkomen eens zijn, maar op stuk van zaken wordt toch bijna geregeld de voordracht aangenomen. In 1896 is wel-is-waar besloten om de gemeentelijke bouwterreinen zooveel mogelijk in erfpacht uit te geven, maar de praktijk heeft bewezen, dat deze beslissing moeilijk uitvoerbaar is. Dit had men trouwens kunnen voorzien wie een huis wil bouwen wenscht den grond in eigendom te bezitten en wil men dat niet doen dan bouwt hij eenvoudig elders waar mildere bepalingen gelden. In de Woensdag j.l. gehouden gemeenteraadszitting kwam deze quaestie ook nog eens op het tapijt. Er was namelijk een voordracht van B. en W. om aau den heer Z. Deenik, makelaar, voor een nader te noemen meester te verkoopen een villa terrein op den hoek van de Paulus Potter- en Honthorststraten, ter oppervlakte van 598 M2., voor den prijs van f 40 per M2. Aanstonds verhief de heer Kouveld hiertegen zijn stem om voor de zooveelste maal erfpacht aan te bevelen werden B. en W. in het gelijk gesteld dan zou 't hoe langer hoe moeilijker worden in hot vervolg aan het eenmaal aan genomen beginsel getrouw te blijven want de meening zou zich vestigen, dat de Raad zich toch niet hield aan zijn eenmaal genomen besluiten en een kooplustige alleeu wat halsstarrig had op te treden om zijn zin te krijgen. Bovendien vond hij den prijs van f 40 veel te gering. Andere Raadsleden spraken in denzelfden geest maar onze wethouder van Publieke Werken, de heer Blooker, liet zich daardoor niet uit het veld slaan. Hij stelde op den voorgrond dat ook hij ernaar streefde om ver koop uitzondering te doen zijn en het bewijs daarvoor was, dat er bij Pnblieke Werken al heel weinig aanvragen om den grond in den laatsten tijd waren ingekomen; de menschen wisten al bij ervaringdat de wethouder alleen voor erfpacht te vinden was en slechts wanneer de nood hen drongwilden zij daaraan. Zoo was de heer Blooker er vast van overtuigd, dat voor hetonder- havige terrein onder de erfpachts-bepalingen nooit een liefhebber zou komen opdagen en nu de mooie som van f 40 per M2. was geboden was 't in het belang van de stad om dit aanbod niet van de hand te slaan. De sprekers die den prijs te laag genoemd hadden waren zeker niet bekend met de voorwaardenwaarmede de kooper genoegen had moeten nemen. Niet meer dan twee vijfden van het terrein mag hij bebouwen en opdat men een werkelijk fraaie villa, een sieraad voor de om geving, zal krijgen, moeten de bouwplannen goedgekeurd worden door B. en W., die in dezen voorgelicht worden door een commissie van bouwkundigen uit »Arcbitectura et Amicitiae" en de Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst. Om nu ter wille van een beginsel de gele genheid te laten voorbijgaan tot het sluiten van een goeden koop de wethouder kon dat geen daad van wijs beleid noemen. 9) De gravin stroopte de parelgrijze handschoenen van de handen en wierp ze met een uitdrukking van walging van zich af. »Bah hoeveel smerige kaffers hadden ze niet gedruktZelfs die vieze, vuile huisknecht ook nog Deze tien dagen hebben mijn zenuwen geheel van streek gebracht 1" De graaf streek zich langzaam met den fijn linnen zakdoek over het voorhoofd. »Ik hoop, mijn kind, dat ze ons meer zullen inbren gen, dan ze ons gekost hebben. Ik wil graag toegeven, dat deze tyd te Anger wies, zoowel voor u als voor mij, heel moeilijk was, maar ge weet wat ons doel is geweest! en ge weet ook, dat wjj dat doel thans waarschijnlijk bereikt hebben. Overigens maak ik je mijn compliment, ge hebt uw rol meesterlijk gespeeld De beste actrice zou 't je niet verbeterd hebben We zullen er nog dik wijls om moeten lachen, als wij aan de élite op het schut- tersbal denken I Hebt ge eigenlijk wel met. moeder Sim- mel een vriendschapsverbond gesloten Mevrouw Melanie lachte. »Spot er maar mee, ik zie mijn man reeds in de toekomst arm in arm met den apotheker en den uitgever langs de straten van Anger- wies loopen Het eerste diner, dat wij op Niedeck zul len geven zal veel van een bonte lappendeken hebben, indien ge tenminste waarlijk van plan zijt om ook in het vervolg dat tuig als geschikten omgang voor ons te beschouwen I" Er werd daarop nog wel door enkele Raadsleden een weinig tegengestribbeld maar by stemming werd de heer Blooker toch in het gelijk gesteld met 23 tegen 17 stemmen werd de voordracht aangenomen. Ik geloof, dat men den Raad met deze uitspraak geluk mag wenschen. 'Toevallig vernam ik, dat bij verwerping van de voordracht de meester van den makelaar Deenik een voudig van het terrein zou hebben afgezien en een villa was gaan bouwen buiten Amsterdam. Aanzienlijke hui zen worden in de hoofdstad in de laatste jaren nog maar bij uitzondering gemaakt en 't zou toch een groote dwaasheid zijn om als er nog weer eens iemand komt die een ton gouds wil besteden voor een mooie woning, hem op de vlucht te drijven met de erfpachtsbepalingen. Daarmee zou men niets anders bereiken dan dat men een of andere forensen-gemeente een troef in handen speelde. De omstandigheden zijn er tegenwoordig allerminst naar om niet wat coulant te zijn tegenover gefortuneerde ingezetenen. Wat iedereen wel vermoedde heeft het Raads lid Hugo Muller onder cjjfers gebracht, te weten de achteruitgang van het gemiddeld gemeentelijk inkomen, waardoor de bijdrage per hoofd aan de gemeente, die in 1884 nog maar f 5.52 bedroeg, in 1898 was gestegen tot f 7.33. Hoe meer nu de rijken naar elders worden gedreven, des te zwaarder zullen de overblijvende gefor- tuneerden en middenstanders worden gedrukt. Voorts heeft de heer Hugo Muller met zijn tabellen beoogd een beter licht te doen vallen op de betoekenis van de Rijks- uitkeering, ingevolge de wet van 24 Mei 1897, voor de gemeentelijke geldmiddelen, en ook in dat opzicht heeft het resultaat van zijn arbeid de moeite ruimschoots be loond. Er blijkt daaruit, dat die uitkeering geenszins opweegt tegen de nadeelen die de gemeentekas heeft ondervonden van de wijziging der wet op het Personeel, zoodat ook in dit opzicht de stad Amsterdam in minder gunstige conditie is gekomen. Voor de kiezers komt nu de gelegenheid om zich uit te spreken over de richting, die zij in het bestuur der gemeente gevolgd wenschen te zien. Drie vacatures zijn namelijk aanstaandedaa» de hoeren Dr. Voüte, Kouveld en Neyt hun voornemen hebben te kennen gege ven eerlang af te treden. Den heer Neyt zullen maar weinigen met groot leedwezen zien vertrekken, want hij behoort tot de Raadsleden, die heel weinig in het midden brengen en zich niet de moeite geven in belangrijke quaesties zich door nauwkeurig, tijdroovend onderzoek een zelfstandige opinie te vormen. Des te meer is dat gedaan door Dr. Voüte en den heer Kouveld het lidmaatschap van den Raad hebben zij opgevat als een ambt van ver- trouwon, hun door de kiezers geschonken, dat zij moes ten beatwoorden met groote activiteit als gold het de be hartiging van hun eigen belangen. Meermalen zijn in deze brieven hun namen genoemd en herhaaldeljjk hebben wij melding gemaakt van uitkomsten door enquêtes, waartoe zij het initiatief hadden genomen. Dat alles kost echter veel tijd en deze moet worden ontnomen aau hun maat- schappelijken werkkring. Enkele jaren gaat dat goed, maar op den duur komon actieve Raadsleden tot de con clusie dat zij hun persoonljjke welvaart op deze wijze te veel afbreuk doen. Wie in een stad als Amsterdam zich tot stelregel neemt om geen enkelen Woensdag-mid dag naar het Prinsenhof te gaan zonder zich eerst be- Graaf Rudiger stak een cigarette aan, zijn smal, bleek gezicht bad het masker van betooverende vriendelijk heid afgelegd en teekende thans niets dan hoogmoedigen spot. «Wel ik denkma chère dat als wij eens werkelijk in het bezit van Niedeck komen wij ons nog wel bet offer kunnen getroosten, om de vingers, die de kastanjes voor ons uit het vuur gehaald hebben, een beetje te smeren 1 Een enkele algemeene voedering zal er moeten plaats hebben. Dan kunnen al onze lieve, beste, brave Angerwiesensche vrienden en vriendinnen, voor een enkelen dag, in den zaligen waan verkeeren, steeds als huisvrienden en vriendinnen op het kasteel Niedeck uit en in te kunnen gaan. De gebraden ossen en het verdere gemeste vee levert vader Simmel natuurlijk en alles wat wij verder noodig hebben bestellen wij in Angerwies. Dat is zoo voor den overgang. Dan krijgt gij een hardnekkige catarrh en ik zorg er voor, dat onze nieuwe huisdokter een reis naar het Zuiden voorschrijft. In dien tusschentijd heb ik alle zaken met pachters en dergelijke in orde gebracht, en na onze schit terende gastrollen vervuld te hebben trekken we naar Italië. En dan zullen er redenen te over zijn om verder een langdurig verbljjf op Niedeck onmogelijk te maken." »Ja, als ge ten minste niet nog in de rechten wilt promoveeren 1" »Denkt ge, ma chère, dat ik, als erfgenaam en eigenaar van Niedeck, nog aan promoveeren denk Ze keek verbaasd op Wilt ge dat dus dan niet meer Hij lachte schel en luid «Neen, dan bedank ik er voor om nog langer als oen lastdier onder't juk te loopen, en dan hebben we dit Goddank ook niet meer noodig 1" «Neen, dan willen wij ons eens van alles vrij maken zeide Mevrouw Melanie met een zucht van verlichting, »Dan behoeven wij ons ook over geen toekomst bezorgd te maken 1 Maar waarom moeten we eerst nog zooveel hoorlijk op de hoogte te hebben gebracht van hetgeen daar aan de orde komt, mag wel beschikken over enorme werkkracht en niet telkens afgeleid worden door eigen besognes. Om dezen brief niet geheel aan gemeente-zaken te wijden zal ik maar zwijgen over hetgeen in de afgeloo- pen week in de geheime Raadszitting is behandeld. Liever wil ik de mij overblijvende ruimte gebruiken voor de bespreking van een paar andere onderwerpen en dat wel naar aanleiding van oen prospectus, dat mij dezer dagen in handen kwam. Er wordt daarin mededeeling gedaan van de oprichting eener nieuwe uaamlooze vennootschap, die den wijdschen naam draagt van Naamlooze Ven nootschap voor uitkeering bij Overlijden „Am sterdam" ook voor onderneming van begrafenissen. Voorts blijkt uit het prospectus, dat het maatschap pelijk kapitaal bedraagt f15.000, waarvan geplaatst zijn f 3200. Deze laatste som is op de volgende wjjze bijeen gebracht door iemand op de Weesperzijde is ingebracht voor f 2400 zijn doodkistenmakerij aan de Pieter Nieuw- landstraatwaarvoor hem de titel van directeur is geschonken en vier bedragen van f 200 zijn gestort door een ambtenaareen machinist een colporteur (Pieter Vlamingstraat 3, 3 hoog) en iemand in sigareD. Op deze soliede basis is de onderneming in zee gegaan. Het zjjn deze feiten die zeker recht geven tot de vraag, hoe t nu toch staat met de levensverzekering en de Staatsbemoeiing. Nu reeds zestien jaar is men doende met oen wettelijke regeling der levensverzekering en inmiddels blijft de vrijheid bestaan voor het oprichten van ondernemingen als men na het Nuts-rapport over de begrafenis-fondsen nauwelijks meer mogelijk achtte. In 1883 is door de Regeering eene commissie benoemd ter voorlichting die een wetsontwerp opstelde in den geest van de Engelsche wet; in 1892 werd een Staats commissie benoemd om voorstellen te doen betreffende een wettelijke regeling der begrafenisfondsen die in 1895 haar werkkring tot het geheele levensverzekeringbedrjjf uitbreidde en daarna voor Staatstoezicht pleitte waar blijven nu de practischo resultaten, die het bedrijf van een onderneming als de hierboven genoemde brengen binnen het kader van do waakzaamheid van overheids wege. In de Tweede Kamer is in 1886 gezegd, dat aan een wettelijke regeling der levensverzekering-maatschappijen een herziening van de wetsbepalingen omtrent de ven nootschappen behoorde vooraf te gaan. Wjj zijn nu dertien jaar verder en nog is die belofte niet vervuld, 't Gaat dikwijls allerzondelingst met die vennootschappen toe en na wjj weer aan den vooravond staan van een menigte jaarlijksche vergaderingen mag wel eens gerele veerd hoe de pers haars ondanks meewerkt om de misbruiken te bevorderen. Weldra zullen de agenda's der bladen weer beva ten een lange opsomming van financieele vergaderingen van allerlei aard en den volgenden avond zal de financieele rubriek van de meesten daarvan een verslag bevatten. Men neme daarbij de grootste omzich tigheid in acht. De bron van sommigen is nameljjk verre van onverdacht. Bij de groote maatschappijen heeft ge woonlijk de pers toegang en al is natuurlijk de mogelijk heid niet buitengesloten, dat men daar de verslaggevers dingen laat noteeren, die wel gesproken worden maar daarom nog niet waar zijn, toch zal niet zoo licht iemand complimenten met die AngerwieseDsche kaffers maken?" Hij haalde de schouders op: »Nn, daar kunnen wjj altijd later nog nader over spreken, maar ge weet noblesse oblige en dan, wat zal er van uw aanbidder Earning worden, als ge hem zoo eensklaps in den steek laat?" De gravin lachte: O dierbare Toggenburg 1zeide zij spottend, terwjjl zij de bouquet ter hand nam, dit koeien- voedsel drukt zijn lyrische gevoelens uit! Boterbloemen, roosmarjjn en aujelierenl Zoo geheel een afspiegeling van de zeer moderne residentie stad AngerwiesMen kan toch onmogelijk verlangen dat ik met deze groeutenmand thuis kom 1" en de kleine hand slingerde de bloemen' die met zooveel Helde feeder gekweekt en met zooveel geestdrift opgeofferd waren, zonder erbarming uit het raampje. «Apropos wilt ge werkelijk een garnizoen veroor- deelen om in Angerwies zijn intiek te nemen Dat zou snood verraad zijn jegens alle mogelijke luitenants!" Rudiger lachte luidkeels. «Maar kind, dat zon immers totaal onmogelijk zijn I Alleen de overgroote naïviteit dezer natuurmenschen kon aan zulk een sprookje gelooven!" «Arme burgemeestersvrouw Ze is al aan de bruids japonnen voor de meisjes bezig 1" «Welnu, hare dierbare dochters kunnen die bruids japonnen uitstekend gebruiken bij gelegenheid van onzen intocht op Niedeck Trek nu echter eerst andere hand schoenen aan, lieve, de trein fluit, in Lindheim moeten we overstappen." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 1