Buitenland. het gevaar willen loopen om door een dergelijke brutali teit zich later te compromitteeren. Andere financieele vergaderingen zjjn niet voor de pers toegankelijk en deze hebben het misbrnik doen ontstaan waarop ik zooeven doelde. De directies krijgen vooraf van de bladen een schrijven met verzoek om een overzicht van het be handelde voor zooverre dit geschikt is voor publiciteit, ter beschikking te stellen en hiermee wordt een glibberig pad betreden. De verleiding wordt zoo groot om die uit- noodiging tot reclame-doeleinden aan te wenden vooral bij vennootschappen waar het kapitaal in enkele handen is zoodat alle aandeelhouders ingewijd kunnen worden. Het papier is zoo geduldig en het weigert zijn diensten niet, wanneer daarop geschreven wordtdat een groot dividend kan worden uitgekeerd dat de zaken zich in een bloeienden toestand bevinden dat er veel kan wor den afgeschreven enz. enz., ook al is daarvan niet het minste waar. Het publiek kent den oorsprong niet het neemt aan wat de conrant schrjjft en het voelt zich aangetrokken om mot zulk een bloeiende onderneming in relatie te treden. De contröle op deze financieele mede- deelingen ontbreekt geheel en 't is zeer verleidelijk om hiervan te profiteeren tientallen dure advertenties geven niet dezelfde uitkomst als zulk een kosteloos bericht. Voor de redacties is 't zeer moeielijk, daaraan een einde te maken. Plaatsen zij geen verslagen tenzij haar verslaggever wordt toegelaten dan missen zij verschei dene interessanto mededeelingen op wier vertrouwbaar heid niets valt af te dingen. En een schifting te maken dit is eenvondig eene onmogelijkheidomdat men daardoor tot allerlei onrechtvaardigheden komt. Boven dien hnldigt een concurreerend blad weer andere begin selen zoodat de lezer zich misdeeld zou achten. Zoo gaat 't in den ouden sleur voorttotdat eenmaal de wetenschap van het ontstaan van sommigen dier berich ten ook tot de groote menigte zal zijn doorgedrongen en niemand daarop meer uitsluitend zal afgaan. Ik hoop door dit schrijven tot de vermeerdering van het aantal derzulken iets te hebben bijgedragen. DUlTSCHIiANI». Keizer Wilhelm, steeds veel be langstellende in de groote feiten van den dag en be wondering toonende voor moed en plichtsvervulling, zond aan de directie der Hamburg-Amerika lijn het volgende telegram, naar aanleiding der behouden aankomst der Bulgaria". »Met den diepsten dank aan God, die op zoo wonder bare wijze schip en bemanning heeft gered, wcnsch ik u van harte geluk met de redding der .Bulgaria''. .Kapitein Schmidt heeft naar echte, Duitsche zeemans manier, in vast vertrouweu op God, eeu vier-en-twintig- daagschen strijd op leven en dood met den oceaan zege vierend doorstaan, gesteund door een opofferende en ge trouwe bemanning. Als een bewijs van mijn waardeering, verleen ik kapitein Schmidt het grootkruis van mijn huisorde van Hohenzollern. Gjj zult mij door bemidde ling van mjju gezant de namen mededeelen der man schappen, die een ouderscheiding verdienen. Niemand voorzeker zal kapitein Schmidt zjjn onder scheiding misgunnen of oordeelen dat zij niet dubbel en dwars verdiend is, maar bij menigeen zal, na lezing van bovenstaand telegram, do vraag rijzen, waarom Schmidt's moed zoo speciaal .Duitsch' is. Ieder zeevarend volk telt zijn .zeehelden'', geen land, ook Duitschland niet, beeft daarvan het monopolie 1 De totstandkoming van het Middellandkanaal (Rijn- Weser-Elbe) is verzekerd, nadat de gemeenteraad van Maagdeburg met algemeene stemmen heeft besloten do provinciale borgstelling van een-en-een-kwart millioen mark, die door den Landdag was verworpen, over te nemen. Ook is de kanalisatie van de Beneden-Weser van Minden tot Bremen voor rekening van deze stad verzekerd EAWEIjAAB. De regeering heeft een verklaring gegeven van hetgeen er te Mask&te gebeurd is. De sultan van Oman, gesubsidieerd door Engeland, heeft zich ver bonden geen grondgebiod aan vreemde mogendheden af te staan zonder Engeland's toestemming. Tegen de schen ding van deze voorwaarde van het in 1873 gesloten ver drag is Engeland opgekomen, met dreigementen en een begin van uitvoering en de sultan heeft toegegeven. Hij is zelf aan boord gekomen van het Engelsche vlagge- schip en heelt aan admiraal Douglas zijn contract met Frankrijk ter hand gesteld. Volle drie nnr lang is hij aan boord gebleven of dit geheel vrijwillig was, wordt betwijfeld. De heer Cecil Rhodes is uit Kaïro naar Londen teruggekeerd. Naar aan de Engelsche bladen bladen wordt geseind, heeft hij zjjn doel aansluiting van den Soe- danspoorweg aan de lijn van Kaapstad naar het Noor den bereikt. FRANKRIJb. Men is het niet eens, waarover is men 't dat in Frankrijk trouwens wèl, behalve over de volmaaktheid van la grande Nation wat de Dé- roulède-betooging eigenlijk geweest is. De officieels lezing is, dat generaal Roget zich hoogst waardig en kalm ge dragen heeft, en daardoor een geheele zaak deed mis lukken. De .Aurora" echter beweert, dat Roget met het plan bekend was en slechts daarom niet medege werkt heeft, wijl hij bemerkte, dat zijn officieren hem niet volgen wilden. Hij drukte Déroulède zelfs de hand, maar werd door de ondubbelzinnige houding zjjner offi cieren genoopt cm den weg naar de kazerne in te slaan. Daar moet hij wel degeljjk Déroulède's hernieuwde po gingen om de officieren mede te krijgen, hebben laten begaan en zijns ondanks, als door hem gedwongen, hem hebben in hechtenis genomen, in plaats van daar terstond, reeds op straattoe over te gaan. De Regeering, de procureur-generaal en generaal Roget hebben hun best gedaan om den ernst van het voorgevallene te verkleinen. Ook weet men te verhalen, dat des ochtends een goed gekleed heer onder generaal Roget's manschappen wijn en sterken drank had doen uitdeelen. In elk geval is het zeker, en dit wordt zelfs door zijne eigene partijgenooten erkend, dat Déroulède, nu de aanslag mislukt is, een allerdwaast figuur heeft geslagen en de vraag is reeds gesteld, of het niet verstandig zou zijn, hem geheel onmogeljjk te maken, door hem wegens straatschaudaal tot eenige francs boete te veroordeelen 1 Zoowol de Hertog van Orléans als prins Napoleon hebben verklaard, dat zij met den .aanslag'' niets uit te staan hadden. De inbeslaggenomen papieren van den Patriottenbond vullen dertig flinke kisten. Het bestuur van den bond spreekt tegen, dat onder deze papieren brieven van hoofd officieren en generaals zouden zijn, die een oproeping voor een staatsgreep inhielden. Behalve in de bureaus van den Bond zijn nog huis zoekingen gedaan in de woningen van Panl Déronlède en Marcel Habert. Deze schjjnen echter niet veel te hebben opgeleverd. Ten laatste weder eens iets omtrent Dreyfus, de oorzaak van de geheele beweging, en toch, in al dit po litiek gescharrel, bijna vergeten 1 Den 3 Januari, schrijft men uit Cayenne aan de .Po litique Coloniale", heeft de waarnemende voorzitter van 't Hof van Guyana, Darius, zich met de rogatoire com missie van 't Hof van Cassatie naar het Duivelseiland begeven en na Dreyfus het doel zijner komst bekend ge maakt te hebben, stelde bij hem de vragenlijst ter hand, hem vier en twintig uur tijd voor antwoord gevende. Dreyfus uitte een kreet van blijdschap en riep uit .Eindelijk kan ik dan spreken I Eindelijk komt mijn onschuld aan het licht En snikkende voegde hij er bij .Dank, mijnheer." Den volgenden dag ontving de heer Darius het ant woord en keerde terug. VER. 8IATJB1. De regeering der Filipinos vaar digde een besluit uit, waai in voor de .geheele beschaafde wereld' de bedoeling der Filipinos wordt geproclameerd, zich dood te willen vechten tegen het Amerikaansche verraad en het domme geweld. Zelfs de vrouwen zullen, als het noodig blijkt, deel nemen aan den heiligen strijd voor de onafhankelijkheid. De aanvoerder der Cubaansche opstandelingen, Maximo Gomez heelt zijn plechtigen intocht gehouden binnen Havana. De Amerikaansche generaal Ludlow, omringd door zijn staf, vergezelde den Cubaanschen aan voerder. Naast een escorte van 2000 Cubanen te paard, was in den stoet een afdeeling Ameiikaausche cavalerie. De bevolking juichte Gomez met geestdrift toe. 0c Bulgaria. Het telegram van kapitein Schmidtaan de directie dor Hamburg-A merika-lijn is treffend en welsprekend in zijn kernachtige kortheid het luidt .Bulgaria" is zonder vreemde hulp te Ponta Delgada aangekomen. Over het verloop der reis hot volgende In den nacht van 1 op 2 Februari te midden van een hevigen orkaan werd het schip roerloos en draaide voor den wind. Een enorme golf sloeg over het schip en drukte de luiken 1 en 2 in waardoor een groote massa water naar beneden stroomde. Wij peilden dadelijk daarop in ruim 4 16 voeten water. Het schip leunde sterk naar bakboord over. Tengevolge van den geweldigen schok werden de balasttanks geopend en liepen leeg. De pompen van, ruim 4 waren door graan verstopt. 108 Paarden werden afgemaaktdoch konden door het aanhoudend slecht weer eerst den derden dag over boord geworpen worden. In den ochtend van 2 Februari terwijl de orkaan opnieuw begon brak het stoom stuurtoestel en later ook het handstuur. Door het zware werken van het roer lieten de bouten der koppeling los en gingen ten slotte verloren. Eerst na dagen langen arbeid gelukte het de koppeling weder te bevestigen en nadat de platen der zijwanden van het stuurhuisje losgemaakt waren kon het schip met boomen die aan het roer bevestigd waren gestuurd worden. Wij waren gedwongen ten einde het schip op te richten een gedeelte van de lading weg te werpen en toen de steeds heviger wordende orkaan een openhouden der luiken niet meer toestondlading te verbranden. Een stortzee brak over het dek nam alle booten van bakboordzijde mee en sloeg het dok in. Alle reelings en trappen gingen verloren. Alle deuren der dekkajuiten werden stukgeslagen. De matroos William König werd over boord gespoeld en kon door het zware weer niet gered worden. Overigens alles wel aan boord. Wacht uwe bevelen Er waren oorspronkelijk h4 passagiers waaronder vrouwen en kinderen en een bemanning van 79 koppen aan boord. Laatste Berichten. 0e Revisie. PARIJS, 27 Febr. De Senaat heeft, in overeenstem ming met de regeering en de commissie van rapporteurs, besloten de discussie over bet ontwerp van de onttrek king der revisiezaken aan het Hof van Cassatie, urgent te verklaren. Bij de voortgezette behandeling van het ontwerp, bestreod de senator Maxime Lecomte breedvoerig het voorstel, dat door den rapporteur Bisseuil werd verdedigd. De heer Bérenger verwonderde zich over de indiening van het ontwerp en viel heftig Quosnay de Beaurepaire aan, die hij als spion brandmerkte. Spreker verwonderde zich ook over de lankmoedigheid der Regeering ten opzichte der militaire justitie. Minister de Freycinet antwoorde op dezen aanval en verdedigde het leger. Morgen voortzetting. A T E II. De Indische correspondent van het »Handelsbl." seint van den 27 »De benden van Oemar zijn door de troepen ter West kust uiteengedreven. Tegenstand werd niet ondervonden. Van alle hoofden werd bericht ontvangen omtrent den dood van Oemar. Luitenant Ockerse is licht gewond." By het departement van koloniën is ontvangen het volgende van 26 dezor gedagteekende telegram van den Gouv.-Gen. van Nod.-Indië, betreffende de krijgsverrich tingen in Atjeh Gouverneur Van Heutsz kwam gisteren te Kota Radja terug. Oemars benden vluchtten. In Tenom werden ergens weerstand geboden Meeste hoofden en een deel der bevolking kwamen zich aanmelden bij den Iman. Colonne van den majoor Schmidt blijft om het binnenland van Tenom op te nemen. Bij de colonne van overste Van der Dussen werd luitenant F. Ockerse onbeduidend gewond. Sneuvelen van Toekoe Oemar wordt algemeen geloofd." Hedenochtend ontving bet »N. v. d. D." het volgende telegram uit Batavia Toekoe Oemar is den 19 te Moego door zijne volge lingen begraven. De gouverneur van Atjeh herstelde den Iman van Tenom in zijn verwoeste landstreek. De kolonne-Van der Dussen keerde den 24 te Boeboen terug en vertrok den 26 naar Boven-Meulaboe waar de hoofdmacht gevestigd is. Tjoet Nja Din (Oemar's weduwe) bevindt zich te Langga." Vee-Invoer In België. Reuter" seint uit Brussel dat te beginnen met 1 Maart tot nader order de invoer van melkkoeien uit Nederland langs Santvliet verboden is. Men schrijft uit Rozendaal aan het Handelsblad" Langs het Belgische grensstation Santvliet werden den 15 Februari 75 koeien ingevoerd en in de quarantaine stallen gebracht. Drie dagen na dien openbaarde zich bij een melkkoe mond- en klauwzeer en thans zijn reeds meer dan 20 stuks door de ziekte aangetast. Bij een enkel zioktegeval zijn de quarantaine-stallen ware brandpunten van besmetting en het is wel te betreuren dat het gezond bevonden vee niet direct inge voerd mag worden daardoor zou grootere besmetting voorkomen worden. Zola In Amsterdam. Onderstaand schetsje uit het N. v. d. D. is te ver makelijk, dan dat wij het niet in zijn geheel zouden overnemen Daar ging een geheimzinnig gerucht door de waggons die den 24, 's morgens, de reizigers uit Engeland naar Amsterdam vervoerden. De zwijgzamen werden spraak zaam. De conducteurs hadden iets gewichtigs over zich. Is 't waar, conducteur ZekerM'nheer zit in de volgende coupé. Aan het station te Amsterdam was 't eerste zeggen van hen, die het eerst uit den trein kwamen, bet geheim zinnige »Nu is hij er toch. Hij moet uit die coupé komen." Electrisch snel wisten allen op het perron, dat de lang verwachte komen zou. Allen snelden naar het zelfde rijtuig, vormden een haag bij het portier en rekten de halzen uit, om naar binnen te zien. Is hij 't Ik geloof 't wel. Die met het koffertje Neen, met het gele boek. Dan is hij 't Ziet u hem Ja, Lijkt hij Zóó .La, Een heer, niet te groot, niet te oud, met zwareu, zwarten baard komt uit den trein. Eerbiedige stilte. De hoeden gaan afallen buigen. De vreemdeling met den zwaren zwarten baard beant woordt vriendelijk de vele groeten. •Een beleefd volk, die Hollanders!" denkt hij. Een jonkman met hoogen hoed, een vurig journalist komt hijgensmoede op hem af, drie potlooden in de hand en een smal boekje. Hij maakt een allerhoffelijkste reverentie en wil gaan spreken. Cher maitre L'honneur Als je blieft, m'nheer, doorloopen geen reizigers lastig vallen zegt iemand, lijkend op oen verkloeden politieagentPas op dat het niet weer gebeurt als U weet de gevolgen. De jonkman van de krant, onthutseld en bewogen, laat hoed, boekje en potlooden vallen. De reiziger met den zwaren, zwarten baard is doorge stapt en komt waar do heeren commissionnairs der hotels staan. Een Wagneriaansch sterk geluid van allen Amstel-hotel, Doelen-hotel, Bijbel-hotel, Hötel-Amsterdam. Hotel l'Europe. De reiziger geeft geen teeken, al buigen al deze heeren dieper gaat voor ditmaal de pet met gouden galon van bet hoofd. Verward staart hij rondhij begrijpt er niets van. Op eens hoort hij den uitroep: Victoria-hotel". Hij gaat op den commissionnair af, geeft zwjjgend wat hij bij zich heeft, en in triomf gaat de niet groote com missionnair met hem naar het hötel tegenover het station Hij heeft den grooten man. Zijne collegas zien hem jaloersch na. Op de trappen van het station, in de gangen, op straat, voor het hotel, blijven de menschen staan zeggend en wijzend »Dat is hijDaar is bij 1" De borst van den commissionnair zwelt. Met hem begint de victorie van het Victoria-hotel. De directeur, de oberkellner, de kellner, allen staan in het hotel den grooten man op te wachten. Onberis pelijk zijn hunne buigingen tot den grond toe vouwen zij zich saam. Verdekt opgesteld staan de kamermeisjes en koks, ge heimzinnig fluisterend. Geen mooie man zegt een der kamermeisje. Mooier dan ik dacht Heeft die nou dat boek geschreven, dat... Ik heb 't nooit gelezen. Mijn vrijer heeft het me afgenomen Inmiddels zijn naar de dagbladen vrijwillige zend boden gedraafd. De een volgde den ander op. Buiten adem, gejaagd als komend uit den oorlog. Allen begeerig naar bodenloon. M'nheer Hij is er In 't Victoria-hotel zoo pas afgestapt. Niet waar onmogelijk. Wellis, m'nheer. 'k Zou er toch niet om liegen. Ik heb m'n pet zelf voor 'm afgenomen hij heeft 'n zwarten baard. Goedkom morgen maar terug. Als 't waar is krijg JIJ kwartje. Menschen van de krant gaan naar het Victoria-hotel en ontmoeten er andere menschen van de krant. Van alle kranten zjjn ze er. Zóó vlug, dat zij den grooteu mau zien binnenkomen en op z'n »hotels" huldigen. Het groote oogenblik komt. De directeur geleidt den grooten man in het kantoor, de oberkellner neemt een pon doopt die in de inkt en biedt die gracelijk den grooten leiziger aan. Rechtopen een loensch oog op het boek, staan zij nevens hem. De reiziger gaat schrijven. Angstig en doodelijke stilte. De directeur leest met luider stem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 2