No. 42.
Honderd en eerste jaargang.
1899.
V R IJ D A G
7 APRIL.
Amsterdamsche Brieven.
Zitting van den Gemeenteraad
Woensdag 5 April 1899,
ALklIAARSCHE EOS RAAT.
Deze Courant wordt Blnsda g-, Donderd »(-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f ©,SO 5 franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f ©,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer: 3.
Prijs der gewone adverlentlen
Per regel f ©.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
XIV.
In een stad als Amsterdam met zooveel magazijnhou-
ders en winkeliers die hun kinderen liefst wat meer
onderwijs willen laten geven dan zij zelf genoten heb
ben, is al vele jaren behoefte geweest aan een inriohting,
waar stipt rekening werd gehouden met de eischen van
de praktijk. Een dergelijke opleiding ligt wel-is-waar op
den weg der Hoogere Burgerscholen en die heeft men in
de hoofdstad te kust en te keur, maar het programma
daarvan bevat, naast veel nuttigs, toch ook veel, waaraan
een toekomstig koopman weinig heeft het is te voel
ingericht als voorbereiding voor verdere studie. In zeke
ren zin geldt dit ook van de Handelsschool daar is alles
op één leest geschoeid, alsof elk leerling een groothan
delaar zal worden, die met het buitenland in relatie zal
komen te staan. De heer C. W. de Sauvago Nolting deed
dan ook een goed werk, toen hij ton vorigen jare in den
Raad pleitte voor de inrichting eener H. B. S. met drie
jarigen cursus naar de behoeften van den kleinen han
delsstand eenmaal het denkbeeld uitgesproken zijnde
vond het van verschillende kanten adhaesie. B. en W.
voelden zelf veel daarvoor en hunne sympathie werd
bevestigdtoon zij den gebruikelijken weg volgden en
inlichtingen inwonnen bij de directeuren der verschillende
H. B. S te Amsterdam, bij den inspecteur van het Mid
delbaar Onderwijs en bij andere autoriteiten. Het gevolg
daarvan is geweest de indiening eener voordracht, waarin
B. en W. aan den gemeenteraad machtiging vragen om
met den aanvang van den cursus 1899/1900 de 4e
II. II. 8. met driejarigen cursus in te richten naar een
nieuw leerplan, te beginnen met de eerste klassen.
In bijzonderheden zal dit leerplan uit den aard der
zaak eerst kunnen vastgesteld worden, wanneer de goed
keuring aan de voordracht is geschonken. Nu kan ech
ter reeds worden meegedeeld, dat het theoretische (gram
maticale) onderwijs in de vreemde talen meer op den
achtergrond zal treden en voor de geschiedenis de niouwe
tyd hoofdzaak zal worden. Een niet minder belangrijke
reorganisatie zal het onderwijs in de wiskunde moeten
ondergaan. Meer dan bij het tegenwoordige systeem kan
geschieden zal worden gelet op vlug en nauwkeurig
cijferen. Met het bandelsrekenen kan desnoods in de
twoede klasse worden begonnen en de hoofdzaken der
algebra kannen bij het rekenen worden gedoceerd, ter
wijl eindelijk de meetkunde behoort te worden ingekrom
pen en tot vormleer teruggebracht. Onderwijs in hot
schoonschrijven zou ook op enkele uren in de 2e en 3e
klasse beslag dienen te leggen en den tijd daarvoor
meent men te kunnen vinden door eene beperking van
het teekenonderwijs. Staatsinrichting en staathuishoud
kunde zouden kunnen worden besproken bij het onder-
wjjs in de geschiedenis. Ten slotte zouden voor het lee-
ren van eene eenvoudige methode van boekhouden (des
noods ook van de beginselen van het Italiaansch boek
houden) in de hoogste klasse twee of drie uur moeten
worden uitgetrokken
Dit programma wij moeten 't oprecht bekennen
ziet er zeer verlokkelijk uit en er valt o.i. dan ook nau
welijks aan te twijfelen, of de Raad zal zich daarmee
kunnen vereenigeD. Het eenige gevaar, dat men te duch
ten heeft, is een zoo sterke toestrooming van leerlingen,
dat het begin van hervorming wel eens tot een algeheele
reorganisatie aanleiding zou kunnen geven, doch wan
neer daardoor het Middelbaar Onderwijs eerst recht po
pulair werd, zou men zich wel eenige verandering wil
len getroosten. Dit zijn trouwens slechts vooronderstel
lingen, waarop alleen de toekomst antwoord kan geven
voor het oogenblik staan wij voor het verblijdende feit,
dat de autoriteiten zich niet hebben geplaatst op een zoo
hoog standpunt, dat de onderwijs-wenschen van oen deel
van het publiek haar niet konden bereiken, maar dat
zij integendeel blijk hebben gegeven om ertoe mede te
willen werken, dat de inspanning der leeraren een resul
taat oplevert ten genoegen van de ouders. Al jaren lang
hebben zij die voor den kleinen handelsstand werden
opgeleid, veel ballast moeten meenemen, die later over
boord werd geworpen, maar intusschon evenzeer de her
senen heeft vermoeid nu komt de praktijk aan het
woord en dat is zeker een overwinning, die in de ge
schiedenis van ons Middelbaar Onderwijs dient genoteerd
te worden.
an de Paaschdagen te Amsterdam mag getuigd wor
den, dat zij een ware verademing zjin geweest voor de
menschen, die altijd in het getouw zijn, waarop alleen
een ongelukkige uitzondering werd gemaakt door de jour
nalisten, die hebben moeten zorgen, dat de congressen-
wijsheid ter kennisse kwam van het algemeen. Eerst was
er Dog een klein kansje, dat de bijeenkomst van den
fVederlandschen Internationalen die contradictio
in terminis wijte men niet aan ons Sigarenmakers en
Tabakabewerkersbond huishoudelijk zou zijn, want er
zouden verschillende voorstellen in behandeling komen,
die men liefst niet aan de groote klok hing, doch de
overweging, dat op stuk van zaken een congres al heel
weinig baat, wanneer daarvan niets in de courant komt,
behaalde de overhand. De Bond telt ihans 40 afdeelingen
met ongeveer 2000 leden en groeit ondanks de verdruk
king van de zijde der patroons, tegenover wie hjj zeer
vijandig staat. Na het mislukken der werkstaking te
Amsterdam, een paar jaar geleden, heeft de Bond een
geduchten knak gekregen, maar de behoefte aan organi
satie is door de sigarenmakers op den duur te sterk
gevoeld dan dat hunne vereeniging te gronde zou gaan.
Langzamerhand is herstel gekomen van den ondervonden
schok en al zoudeD de patroons 't niet gaarne openlijk
erkennen, toch is 't een feit, dat de aanwezigheid van
den Bond hen ertoe brengt om bij het invoeren van
nieuwe maatregelen met de rechtvaardigheid rekening
te houden.
De op dit Congres genomen besluiten zijn meeren-
deels van te lokalen aard dan dat wij daarvoor belang
stelling van de lezers van dit blad zouden mogen verwachten
Anders is dat met de jaarvergadering van het Algemeen
IVederlandsch Werkliedenverbond, waarin onder
meer breedvoerig van gedachten is gewisseld over de
qnaestie der Staatspensioneoring. In 1895 sprak het Ver
bond zich uit voor een verplichte verzekering, te betalen
door de patroons met bijdragen van de arbeiders en den
Staat, maar sedert is, vooral van de zijde der socialisten,
zoo krachtig propaganda gemaakt voor de stelling, dat
de lasten uitsluitend behooren te komen van den Slaat,
dat 't alleszins interessant was om te vernemen, in welko
mate de Werkliedenverbonders daardoor waren geïn
fluenceerd. Het bleek, dat zich inderdaad een groep ge
vormd had die den werkman financieel niet in staat
achtte om iets tot het pensioen bij te dragen en ook
honderden kleinen patroons niet voldoende draagkracht
toekende om de verzekerings-premie te betalen. Een zeer
verstandig woord in deze qnaestie werd gesproken door
het Kamer- en Raadslid Piet Nolting die zich in deze
bijeenkomst toch bljjkbaar beter thuis gevoelde dan op
Binnen- en Prinsenhof en onomwonden voor zijn meening
uitkwam. Hij wist wel dat de werklieden niet graag
wat van hun loon afstonden maar als hij nagingdat
de vakorganisaties hooge contributies eischten en deze
toch ook binnenkwamen dan vond hij de bijdragen voor
een staatspensioen zeker niet onoverkomelijk. Die bijdragen
waren zoo wenschelijk omdat men zich daardoor eeniger-
mate het recht op uitkoerine verschafte. Als de arbeiders
niets afzonderden waarom zou dan b.v. een kleine winke
lier die ook zwaar te tobben heeftbuiten het staats
pensioen vallen ja waarom zou eiken burger worden
onthouden wat den arbeider werd geschonken. Bovendien
was 't lang niet zoo eenvoudig om aan het vereischte
geld te komen als sommigen dit wel voorstelden, 't Ging
wel gemakkelijk om te zeggen dat 't uit de erfenissen
moest worden gehaald of uit de afschaffing van het leger,
maar in de werkelijkheid stuitte men bij de uitvoering
van al dergelijke plannen op bergen van bezwaren. In
denzelfden geest sprak ook de voorzitter de heer Holdt,
daarbij 0. a. wijzende op Dnitschland tegen al die
argumenten waren de voorstanders van het alles betalen
door den Staat niet bestand. Met 30 tegen 15 stemmen
werd aangenomen een conclusie van het Centraal Bestuur,
waarin de algemeeue vergadering kennis genomen
hebbende van het rapport der Staatscommissie en van de
door die Commissie aangenomen voorloopige grondslagen,
ofschoon van oordeel dat volgens die grondslagen de
geldelijke lasten vooral voor de werklieden maar ook
voor vele patroons zeer bezwarend zullen worden en de
pensioens-bedragen vooral gedurende de eerste jareu dat
de verzekering zou werken zeer laag zullen blijven
zich nochtans verklaart vóór het tot stand komen
eener verplichte invaliditeits- en ouderdomsverzekering
overeenkomstig de beginselen dier voorloopige grond
slagen. Voorts werd in deze resolutia te kennen
gegeven, dat volgens hot oordeel der vergadering een
bijdrage van 8 a 9 millioen gulden per jaar niet zóó be
langrijk is, dat zij van verzekering tegen ouderdom en
invaliditeit mag afschrikken en dat daarbij in aanmer
king mag worden genomen, dat minstens de helft der
door het Rijk te betalen gelden zal worden bespaard op
armenzorg.
In één opzicht waren alle aanwezigen 't eens er moet
haast gezet worden achter het werk en nog vóór de
algemeene verkiezingen in 1901 moest een desbetreffend
wetsontwerp worden afgedaan. Dat ongeduld is volkomen
te begrijpen na de vele woorden, die over de zaak zijn
gewisseld
De verzekerings-quue8tie maakte dit jaar de vergadering
van het Werkliedenverbond belangwekkender dan zij in
langen tijd geweest is. Vroeger toen de revolutionnaire
socialisten een hoogen toon voerden, waren Heldt c.s.
zoo iets als een bolwerk tegen de partij van wanorde,
maar tegenwoordig, nu de parlementaire socialisten voort
durend veldwinnen, is er veel minder aanleiding voor
een dergelijke rol. Da afstand tusschen deze beide groepen
van werklieden is grooter in schijn dan in wezen en wan
neer de tegenwoordige leiders van het Werkliedenverbond
eens de teugels uit handen geven zou er maar weinig
geplooid behoeven te worden om beiden gemeenschappelijk
te doen optrekken tot heil van den werkman.
Het flaneerende menschdom heeft op Paschen naar
hartelust kunnen genieten. Het weer liep nogal mee en
daardoor was 't op straatmaar vooral in het Vondel
park bijzonder druk. Op dergelijke feestdagen is 't een
ware volksverhuizing als de Amsterdammer even kan
gaat hij er tusschen uit"terwijl van buiten honderden
naar de hoofdstad stroomen. Dit is zoo sterk dat de
schuivelende wandelaars van Kalverstraat en Nieuwendijk
in de Paaschdagen er heel anders uitzagen dan op een
gewonen Zondag het zeldzame aantal blozende gezichten
viel op aan allen die aan de stad getrouw waren gebleven.
V AA ALKMAAR,
's namiddags één uur.
Voorzitter de heer A. Maclaiue Pont, burgemeester
Tegenwoordig alle leden.
Eene vacature.
Secretaris de heer C. D. Donath.
De Voorzitter opent de vergadering waarna de
notulen van de vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
1. Aan de vergadering wordt medegedeeld
a. dat door B. en W. is opgemaakt het primitief kohier
van den hoofdelijken omslag, dienst 1899, 't welk bij
deze don Raad ter vaststelling wordt aangeboden.
De boekjes zullen dezer dagen aan de leden worden
gezonden. Wordt besloten het kohier in eene volgende
vergadering te behandelen.
b. dat alsnog aan don Raad zijn verzonden afdrukken
van een voorstel tot het doen van uilgaven tot een
bedrag van f 763,16 uit den post voor onvoorziene
uitgaven op de begrooting, dienst 1898 en tot vast
stelling eene suppletoire begrooting over genoemd
dienstjaar, sluitende in ontvang en uitgaaf op f 22000.
De Voorzitter stelt voor deze stukken met het oog
op de regeling van den dienst dadelijk te behandelen.
Hiertoe wordt overgegaan en de voorstellen onver
anderd goedgekeurd.
c. dat is ingekomen het proces-verbaal van verificatie
dor gemeente kas op 27 Maart 11. Aan kas was f 17075,65.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. idemeene missive d.d. 22 Maart 1.1. No. 58 van
Heoren Gedeputeerde Staten, ton geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit d.d. 8 Maart 1.1. No. 4, in zake
verkoop en ruiling van grond aan en met P. Brands.
Alsvoren.
e. idem, een adres dd. 4 April 11. van P. Brands, hou
dende bericht dat hij, ouder dankbetuiging voor de
genomen moeite, voorshands geen gebruik wenscht te
maken van het te zijnen gunste genomen besluit, dd.
8 Maart 11. no. 4.
Alsvoren.
f. idemeene missive d.d. 22 Maart 1.1. No. 56 van
heeren Gedeputeerde Staten, ten geleide van het goed
gekeurde raadsbesluit d.d. 1 Maart 1.1. No. 3 be
treffende het aangaan van een geldleening, groot f 69.000.
Alsvoren.
g. idem een adres d.d. 27 Maart 1.1. van A. Plaat en
andere onde-wijzers en onderwijzeressen waarbij op
nieuw wordt aangedrongen op de herziening van de
verordening regelende hunne jaarwedden.
Alsvoren.
h. idem een schrijven d.d. 31 Maart 1.1. No. 48/4 van
den Arrondissemonts-Schoolopziener, ter ondersteuning
van het bovenbedoelde adres van de onderwijzers.
Alsvoren.
t'. idem, een adres d.d. 24 Maart 1.1., onderteekend »C. Put-
tenaar en andere nachtwachts", om aan hen een pensioen
toe te kennenevenals aan oude eervol ontslagen
nachtwachts.
Zal worden behandeld bij punt 2 der agenda.
i. idem, oen adres dd. 4 April 11. van P. Rolie en andere
bewoners van den Westerweg, houdende het verzoek
om het Westerhofje van twee gaslantaarns te doen
voorzien.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth. ter
beschikking.
Politie.
2. Wordt voortgezet de behandeling van het voorstel
van B. en W. tot reorganisatio van het politiekorps. In
de vorige zitting werden zooals men zich herinneren
zal, tengevolge van staken van stemmen in eene vol
tallige vergadering, verworpen het amendement-de Groot,
om in plaats van een inspecteur een hoofd-agent aan te
stellen en dat van den heer Canters om in stede van
9 agenten van politie 3e klasse te benoemen 10 dier
agenten.
Alvorens de openbare beraadslaging wordt geopend,
gaat de vergadering op voorstel van den heer de Wit,
't welk voldoende ondersteund werd, over in eene zitting
met gesloten deuren.
Na heropening der deuren komt art. 1 der voorgedra
gen verordening in discussie.
De heer K raakman herinnert aan het verwerpen
der amendementen in de vorige vorgadering. Er is toen
echter gebleken, dat er eene meerderheid van den Raad
was óf voor het eene óf voor het andere. Spr. zou de
stemming over art. 1 willen regelen zoodanig, dat het
art. verworpen wordt. B. en W. zullen dan eene nadere
voordracht kannen doen.
Den heer Bosman komt het voordat 's Raads
stemming bij den vorigen keer vergeleken eenigszins is
gewijzigd, 't Schijnt hem toe, dat er thans eene meerder
heid zou zjju voor een inspecteur. Met de verwerping
van het artikel zooals vorige spr. wil zullen we niet