Openbare Voorlichting.
De Erfgenaam van Meel
No. 55. Tweede biad. Honderd en eerste jaargang. 1899.
ZONDAG
7 MEI.
FEUILLETON.
(DER MAJORATSHERR).
ALkMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt Dlnsda g-, Honderd g-
en Katerdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3maanden voor Alkmaar f ®,8©franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f 0.06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentien s
Per regel f©,lft. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan] de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer i 3.
De lezers van de Alkmaarsche Courant hebben in het
nummer van Woensdag 1.1. een uitvoerig vers'ag kunnen
vinden van de openbare vergadering van 30 April, waarin
is gesproken over de verwaarloosde jeugd en de rijksop
voedingsgestichten, inzonderheid over dat in deze gemeente.
Een dankbaar onderwerp, overwaard de belangstelling te
wekken en gelukkig ook meer dan ooit hier te land e
inderdaad de belangstelling wekkend. Erkend wordt vrij
algemeen, dat wat van staatswege en door particulieren
op dit gebied wordt gedaan, ten eenenmale onvoldoende
is. Bij de Staten-Generaal zijn wetsontwerpen in behan -
deling, om aan ouders of voogden, die hun plicht ver
zuimen het ouderlijk gezag of de voogdij te ontnemen,
en een krachtig beroep wordt daarbij gedaan op de hulp
van particulieren, van stichtingen en vereenigingen, om
in dat goede werk den Staat bij te staan, onder toezeg
ging, zoo noodig van geldelijken steun. Naast de
bestaande vereenigingen tot steun van verwaarloosden
en gevallenen worden er opgericht ProJuventut e
»Voor de Jeugd" waarvan de leden zich verbinden
om aan alle jeugdige personen beneden den leeftijd van 18
jaren bijstand en raad te verstrekken bij gerechtelijke ver
volging, om hun stoffelijken en zedelijken steun te ver
kenen en hen ter verzorging en opvoeding te plaatsen
in gezinnen of in particuliere of kerkelijke opvoedings -
gestichtenin het algemeen om hun maatschappelijke
belangen te behartigen en dien steun ook uit te breiden
tot jeugdige verwaarloosden, die zich niet aan de wet
hebben vergrepen.
Die verwacht mocht hebben over het een of ander iets
te vernemen en een warme opwekking te hooren om aan
dat reddingswerk deel te nemen was zeker teleurgesteld.
Trouwens die wist dat de vergadering was uitgegaan
van de Sociaal-democratische Arbeiderspartijen dat het
lid der Tweede Kamer de heer Van Kol er zou spreken,
kon beter weten, kon weten dat er van eenige waardee
ring van hetgeen de Staat of particulieren tot verbete
ring van treurige maatschappelijke toestanden doen, wil
len ondernemen of voorstellen geen sprake zou zijn hij
kon er op voorbereid wezen geen woord te zullen hooren
tot samenwerkingmaar te vernemen dat strijd tegeu
de bourgeoisie een macht vormen tegen de macht van
de bezittende klasse het eenige redmiddel is.
Wij mogen aannemen, dat het verslag in ons blad over het
algemeen juist is en dan moet het in de eerste plaats be
vreemden, dat zelfs een lid der Kamer als de heer Van Kol
een zoo onjuiste voorstelling geeft van de redenen waarom
31)
Wie leest zoo juist en zoo snel in een meisjeshart
als een verstandige, gevoelige vrouw En de gravin was
een fijngevoelige, zeer ontwikkelde vrouw, die een groote
mate van menschenkennis bezat. Zou zij misschien
toch een huwelijk met Wulff Dietrich voor Pia s grootste
geluk houden en trachtte zij op deze wijze invloed uit
te oefenen
Best mogelijk.
En toch is er zooveel, dat deze vermoedens tegen
spreekt 1
Willibald's haat jegens zijn neef en diens geheele
familie is echt en waar, het is geen comediespel, en
Johanna, wier gansche zijn en denken één is met haren
man, zou nooit zijn vijand, in zulk een gewichtig iets,
de hand leenen. Maar waarom handelen zij dan zoo
vreemd, welke geheime bedoelingen hebben de ouders
zoowel als Fransje
Pia's gedachten zijn voortdurend bezigzonder dat
zij de oplossing van dit raadsel kunnen vinden zij had
trouwens ook geen tyd meerer nog langer over te
peinzen, want Fransje komt reeds weder met dreu
nende stappen aanrennentriomfantelijk uitroepende
»Hoera, we gaan van de boot afGauw, maak je maar
klaarin Geisenheim legt de boot aan
Al de omstanders hebben schik in het wilde, hoekige
meisje, dat nog niets heeft van een jonge dame, en zien
lachende toe, hoe zij ongegeneerd en zonder eenige ijdel-
heid, haar mantel omwerpt en met een geniale >patch''
het vilten jagershoedje zich op het hoofd drukt.
En toen gehoorzaamde de geheele familie alleronder-
de verpleegden inde rijksopvoedingsgestichten worden opge
nomen. Herhaaldelijk sprak hij van deze veroor
deelde kinderen, «veroordeeld" om bagatellen, «ge
straft'' voor nietigheden. Ook enkele dames zeide hij
hadden zich verbaasd, hoe deze kinderen voor beuzelarijen
zoo zwaar werden gestraft. Als die dames er niets meer
van wisten dan hij zelfbehoeft niemand zich over haar
verbazing te verbazen. De waarheid is, dat geen enkele
van al de jongens en meisjes in de rijksopvoedingsge
stichten is veroordeeld of gestraft; ze zijn allen ontslagen
van rechtsvervolging omdat hetgeen door hen bedreven
ishnn wegens hun blijkbaar verwaarloosde opvoeding
niet kon worden toegerekend. En als dan de heer van
Kol met verontwaardiging uitroept: zijn dan die kinde
ren misdadig? dan moet het antwoord zijn wel
neen dat zal zeker niet iemand zeggen die eenigszins
met onze wetten bekend is. Niet om hetgeen zij gedaan
hebbenworden zij in een rijksopvoedingsgesticht ge
plaatst maar omdat daardoor hun verwaarloosde op -
voeding aan den dag is gekomen. Meent de rechter
dat ook na het gebeurde hun opvoeding aan de ouders
ot voogden kan blijven toevertrouwd, dan keeren zij
naar huis terug.
Onder deze verpleegden vallen dikwijls leeljjke dingen
voor onzedelijkheid oneerlijkheid vechtpartijen mis
handeling onwil en verzet tegen de beambten enz. Kan
iemand zich daarover verwondoren «Roerend is het te
lezen zeide de heer van Kol«hoe de omgeving van
die kinderen was van die kinderen die men de pad
destoelen kan noemen op de mesthoopen der maat
schappij. Uit ontaarde ouders geborenkennen zij
geen ouderliefde. Is het wonderdat zij totaal be
derven?'' Krasser kan het moeiljjk gezegd worden.
Maar als dit zoo is, kan het dan iemand bevreemden,
dat er op sommigen van die verpleegden in de rijks
opvoedingsgestichten heel wat is te zoggen Of kan
misschien iemand verwachten, dat al dat kwaad bij allen
zal zijn uitgeroeid, als ze enkele maanden of zelfs jaren
in het gesticht hebben doorgebracht Is er één verstan
dig man, die kan gelooven, dat het mogelijk is, hen
allen te verbeteren, of die er zich over kan verwonderen,
dat er zjjn die na hun ontslag weer in het oude kwaad
terugvallen, en van diefstal, bedrog en bedelarij gaan
leven, vooral ook omdat er na hun terugkeer in de maat
schappij, nog betrekkelijk zoo weinig zjjn, die hen met
welwillendheid ontvangen en hun steun en hulp bieden
op den moeielijken weg? Dankbaar mag men zijn, als
er althans eenigen, hetzij de helft, hetzij meer of minder,
te recht komen. Die zich wil inlaten met verbetering
danigst aan het bevel der kleine tyran en verlaat te
Geisemheim het schip.
Er werd besloten, dat de dames een kleine wande
ling door het stadje zouden doen, terwijl de graaf in dien
tusschentijd voor logies en diner in het hotel zou zorgen.
Fransjedie zich op de boot volstrekt niet had te
beklagen dat haar geen vrijheid van beweging gegund
werd stelde zich thans aan alsof zij dagen lang aan
een korten ijzeren ketting had gelegen.
Zij schermt met hare lange armen in de luchtspringt
over steenen en greppels zoodat de rokken haar tegen
de beenen slieren en fluit er zoo vroolijk op losdat
alle toeschouwers hun lachen niet kunnen bedwingen
op het zien van zulk een kluchtige origineele verschijning.
Pia werd er haast verlegen onder de verblinde ouders
echter schenen zich kostelijk over de uitgelatenheid van
hun lieveling te amuseeren. Willibald fluisterde Johanna
iets in het oor en Johanna had de grootste moeite niet
in luid gelach uit te proesten.
«Fransje Fransje gedraag je nu toch eens een beetje
bedaarderzooals een jonge dame past I" zeide freule
von Nordlingen verwijtend toen het kleine gravinnetje
op haar toesprongen haar arm in dien van Pia wilde
leggen. «Als ik me zoo over je schamen moetdan wil
ik heel niet met je loopen
Fransje kijkt ais verslagen. «Gedraag ik me dan zóó
dwaas Jalieve hemelhoe kan i k ook weten hoe
een jonge dame zich moet gedragen 1 Maar wachtik
zal je precies nadoendan zal je zeker wel over me
tevreden zijn
En gedurende geruimen tijd had 't er waarlijk alles
van, als wilde het bakvischje zich nu verder bedaard en
kalm gedragen. Zij liep naast Pia aan den oever der
rivier, bewonderde in uitgezochte bewoordingen de
breedte van het kalme watervlak, de hier en daar ver
spreid liggende, met schoon geboomte begroeide eiland
jes, die als smaragd op een kristallen grond schitterden
en den scherp geteekenden fraaien omtrek van den
Johannesberg, dat: «Bacchus-altaar" zooals zij zich zeer
orgineel uitdrukte.
van maatschappelijke toestanden, moet in vele gevallen
op teleurstelling en op bittere teleurstelling bedacht
wezen; en die dat niet wil of daardoor afgeschrikt wordt,
zal goed doen zich eenvoudig te onthouden.
Maar die rijksopvoedingsgestichten, zei de heer van
Kol, zijn «ware spelonken van martelarij en ontucht."
Die ontzettende woorden zijn spoedig uitgesproken maar
op welke gronden steunen zij Er wordt, zegt men, in
die gestichten honger en ellende, onverdraaglijke kou
en dorst geleden, er wordt door de bewaarders gevloekt
en geranseld en mishandeld
Wie zegt dat Om dat alles te staven, werd één ge
tuige aangevoerd, de oud-verpleegde In der Maner, die
in 1892 werd ontslagen. Alles wat er na dien tjjd was
veranderd en verbeterd, kwam niet in aanmerking. Maar
wat de hoofdzaak betreft, waar werd ooit iets als bewezen
aangenomen op de verklaring van een enkelen getuige,
dien men niet kent, van wien men niet weet of men op
zijn verhalen kan vertrouwen Van de geloofwaardigheid
van dezen vroegeren verpleegde weten wij nietswij
kunnen er evenmin iets gunstigs als iets ongunstigs van
zeggen maar dat is onze groote grief tegen den heer
van Kol, dat hij aan zijn hoorders nietB mededeelde van
hetgeen hem in de Tweede Kamer was geantwoord, toen
hij daar met dezelfde grieven voor den dag kwam. Die
zijn gehoor trouw wil inlichten, is verplicht de gunstige
verklaringen tegenover de ongunstige te stellén en dat
feeft de heer van Kol niet gedaan, ofschoon hij ze kende.
Daarom was hij een onbetrouwbare gids. Hij riep uit,
dat hij het betreurde, dat er tegenover de verhalen van
In der Mauer niemand was die verklaarde dat alles
lengen wasmaar hij wist dat er waren en niet weini
gen ook, al hadden zjj geen gelegenheid of om begrijpe
lijke redenen geen lust om naar Alkmaar te komen en
daar te spreken. Hij wist, dat veel van hetgeen In der
Mauer verhaalt, «beslist onwaar" is genoemd, onwaar dat
de voeding veel te wenschen heeft overgelaten, en dat
daartegen het ambachtsonderwijs voortreffeljjk mag ge
noemd worden. Hij zweeg van dat «stapeltje brieven"
van vroegere verpleegden, die hem in de Kamer getoond
zijn, een of twee maanden vroeger geschreven waarvan
de Minister verklaarde, dat zjj aandoenlijk waren om te
lezen, overvloeiende van dankbaarheid voor de opvoeding
die zij te Alkmaar hadden genoten brieven van vroegere
verpleegden die hebben getoond te willen werken, die
tegenwoordig een goed bestaan hebben, en die tegen de
verklaringen van In der Mauer protesteeren.
Dat had de heer van Kol niet mogen verzwijgen.
Willen wij nu beweren, dat alles in de rijksopvoedings-
Pia drukte in haar vreugde over de volgzaamheid en
gedweeheid der kleine wildzang, haar arm teeder tegen
zich aan, wat bij Fransje een ware roes van gelukzalig
heid teu gevolge had.
Zij werd vuurrood van pleizier en bedwong met alle
moeite een luchtsprong.
Tante Johanna bemerkte met schrikdat het hoog
tjjd werd om terug te gaan wilde men het eten niet
koud geworden vinden. Zij haastten zich dus naar het
hotel te gaan waar de Heer von Niedeck hen reeds
met ongeduld wachtte.
Iu de zonnige nog niet begroeide «Laube" die naast
het Hotel, geljjkloopend met den Rijnoever, was uitge
bouwd, stond do tafel gedekt.
Allen brachten een uitstekende eetlust mede, do buiten
lucht en de wandeling hadden hongerig gemaakt, het
door den graaf bestelde diueetjo liet niets te wenschen over
en hoe meer de gouden Rjjnwjjn in de glazen fonkelde,
des te geanimeerder werd de stemming van het kleine
gezelschap. Fransje's overmoed kende paal noch perken,
slechts de ernstige, verbaasdo blik uit Pia's violetkleurige
oogen dempte nog eenigszins de al te hevige uitbarstin
gen en verstikte menige dwaasheid bij de geboorte.
«Er is juist heden een bijzonder groote navraag naar
ezels geweesthad de hotelhoudor meesmuilend gezegd,
«meer dan drie stuks, twee ezels en een muildier, kan
ik u tot mijn spijt niet verschaffen. Algemeen werd nu
goedgevonden dat de gravin met de bedienden en de
handbagage in het rijtuig achterna zou komen, terwijl
Willibald het muilpaard en de jonge meisjes de ezels
namen.
Onder groot gejuich zette de kleine karavaan zich in
beweging. Kort te voren was een heer, evenoens op een
ezel gezoten, denzellden weg ingeslagen en Fransje zotte
allen, vol ongeduld, tot spoed aan. De wijde regenmantels
werden kunstig als rijkleed gedrapeerd, de ezeldrijvers
hielpen de beide dames vergenoegd in het zadel, de
graaf besteeg eveneens zijn geduldigen «Volbloed" en met
Johanna's toestemming begaven zij zich vast op weg
de equipage zon wat later vertrekken, maar zij zou de