mm alkmaarsche courant Gevonden Voorwerpen. Amsterdamsche Brieven. FEUILLETON. 32) (DER MAJ0RATSHERR). No. 56. Honderd en eerste Jaargang. 1899- Woensdag lö Mei 1899. Tweede blad. VKKblKKIKV BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis dat zij, met wijziging van hun vroeger besluit, thans, met het oog op de Israëlitische feestdagen op 1.) on 10 Mei hebben bepaald dat de stemming voor twoe loden van den gemeenteraad in het lo en 3e district, zal plaats hebben op Vrijdag, 13 Mei a.s., en de herstemming, zoo noodig op Vrijdag. 36 Mei d.a.v. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar A. MAOLAINE PONT, Voorz. 4 Mei 1899. C. D. DONATH, Secretaris. Kosteloozc bezichtiging voor onvermogenden op Zondag 14 Mel a.s., nam. van 1—3 uur waar- voor toegangskaarten te verkrijgen zijn ter vergadering der commissie op Vrijdag 's daags na Heaiels i aartsdag, 13 Mei a.s., 's namiddags van 2—3 uur, ten Stadbuize. Aan en voor kinderen beneden 13 jaar worden geene toegangskaarten afgegeven. Te bevragen aan het bureau van politie op werkdagen, des morgens tusschen 9 on 12 uur Een gouden oorbelletjeeen parapluieeen armband een defect gouden oorbelletje; een portemonnaie met 1 U,25 oen zilveren broche; een duimstok; een rozenkrans; drie sleuteltjes een gouden broche een pantoffeleen wiel van een kinderwagentje een bonte boezelaar drie zilveren ringetjes een zak. Aikmaar De Commissaris van Politie voornoemd, 5 Mef 1899.S. M. S. MODDERMAN Jr. XIX. De verslaggevers zijn niet al te best te spreken over de jaarvergadering van den Algemeenei. Diamant bewerhersbond, die hen een volle week dag in dag nit in het getouw heeft gehouden. Zij hebben van s mor gens 9 nur tot 's avonds 6 nor de eindelooze debatten moeten aanhooren die zij tot het uiterste moesten resu- moeren omdat de meeste bladen niet eiken dag kolom men aan deze zaak wilden afstaan en dat in aanmerking genomen valt te verklaren de zucht van verlichting dien zij slaakten toen eindeljjk Zaterdagmiddag de voor zitter tot sluiting den hamer liet vallen. Aan den anderen kant heeft echter deze vergadering een bron van wijs heid opgeleverd voor hen die belangstellen in de gevol gen van een machtige arbeidersorganisatie hier toch heeft men kunnen ervaren, welke vraagstukken een nauwe aaneensluiting vau werklieden doet geboren worden. Wij hebben in den loop der jaren er meermalen op gewezen dat bij weinige werklieden de zin voor een krachtig vereenigingsleven zoo sterk is ontwikkeld als bij de diamantbewerkers. Verschillende oorzaken zijn daarvoor aan to voeren. Een groote factor is zeker, dat zij buna allen te Amsterdam wonen en de provincie maar oen enkelen vakgenoot teltwaardoor het terrein veel meer is afgebakend en derhalve beter is te overzien en te bewaken. Maar niet minder gewicht wordt in de schaal gelegd door het feit, dat aan het hoofd van den Bond mannen van energie staan als een Hemi 1 olak en een Jan van Zntphen die over zeldzame organisatie-talenten beschikken. Zij hebben zeer moeieljjke tijden moeten door leven en ook in de toekomst zal hun pad zeker nog wel eens langs doornen voeren maar alle zwarigheid zijn zij te boven gekomen door het besefdat zonder hunne actie de toestand der diamantbewerkers weder zou wor den een wanhopige chaos met groote schade voor de materiëele welvaart. Met werkstakingen en nog veel krassere middelen waarbij zelfs niet voor het verfoeilijke boycot- en achtervolgings-systeem wordt ternggedeinsd hebben zjj de industrie gezond leven ingeblazen de looneu zijn hoog in vergelijking met andere vakkenaan de ongezonde concurrentie door jonge on onbekwame leer lingen is oen einde gemaaktaan tal van andere mis bruiken die den loonstaudaard bediervenis de kop ingedrukt en wat nog bet mooist is de werkge vers over het algemeen profiteeren zelf van de organisatie, die allen onder gelijke condities plaatsten t zijn er maar zeer enkelen die zouden juichen als de Bond eens werd omvergeworpen. Wanneer eens do een of ander gekastjjd wordtomdat hij do tarieven ontduiktis dat niet alleen in het belang van do werkliedenmaar zeker evenveel in dat der andore werkgevers. Men krijgt eeuig begrip van de macht van den Bond, als men weet dat b. v. de eontributios voor het volgende vereenigingsjaar geraamd worden op minstens f 180.000. In het afgeloopen jaar werd uitgegeven aau salarissen van 19 in dienst vau den Bond zijnde personen i 18627,66, aan stakers en slachtoffers zooals deze afdeeling beet f 7904,67$ en aan zieken f 17286,50. Het kapitaal be droeg op 1 Januari in het geheel f 121,818,17, waarvan f 84,000 bij verschillende banken is gedeponeerd. De Bondsdrukkerjj staat voor f 10,000 te boek en de grond voor een eigen gebouw voor f 27,613,47j. Dat zijn cijfers, die voor een werkliedon-vereeuiging nogal zoo iets willen zeggen en de weergade daarvan vindt men te Amster dam niet. Wat de Bond vermag blijkt ook uit de opgaven be treffende de bestrijding van het leerlingstelselwaarvan wij zoo even met een enkel woord sprakon. Op het jongste internationale Diamantbewerkers congres, te Ant werpen gehouden, werd besloten het vak voor leerlingen te sluiten en bij de doorvoering daarvan moest krachtig worden opgetreden. Leerlingen ouder do 12 jaar werden onverbiddelijk nit het vak verwijderd in het geheel werden 700 jongeus van de fabrieken weggezondou, ter wijl er 813 van eeu diploma werdon voorzien. Op die wijze is niet alleou de positie van den huidigon diamant bewerker verbeterd maar krijgt men ook in de toekomst mannen, die behoorlijk zijn onderlegd. Om dat alles te ontwerpen en met krachtige hand tot uitvoering te brengen moeten aan het hoofd dor bewe ging leiders staan mot ongewoon veldheerstalent. Men kan met vrij groote stelligheid zeggen, dat als er geen Henri Polak was geweest de Bond niet zon zijn, wat hij nu is. Elke vakorganisatie moet, om tot bloei te geraken, een dergelijken Napoleon hebben en hier komt de schaduwzijde zjj moet zich aan diens heerscbzucht onderwerpen. Machtige organisators ontkomen niet aan het fatnm, dat zij in ruil voor de door heD bewezen diensten ge hoorzaamheid vragen en onderworpenheid aan hunne wenschen. Wanneer hun pogen is geslaagd bljjven zij niet langer gewoon medewerker, maar gebieder. Zij wil len 't nog wel doen voorkomen alsof zij werkman zijn gebleven, juist als toen de strijd werd aangebonden, maar inderdaad gevoelen zy zich hooger en het niet onbillijke verlangen ontstaat, dat ook hun arbeid beter beloond zal worden dan dien van een gewoon vakgenoot. Dat kannen zij doordrijven zoo ver zij willen, want de leden, die door hunne agitatie in betere omstandigheden zijn geko men, kunnen hen niet loslaten en moeten in alles toe geven nit vrees, dat anders het met zooveel moeite opge richte gebouw ineen zal storten. Dat alles heeft ook de jaarvergadering van den A.N.D.B. te aanschouwen gegeven. Reeds den eersten dag kwam in behandeling een voor stel om het salaris der leden van het Dageljjksch Bestuur te brengon van f30.— op £35.— per week. Er was daartegen veel oppositie en verschillende afgevaardigden betoogdendat het bestaande salaris voor de gewone arbeiders heel mooi was, zoodat een bestuurder niet meer behoefde te hebben. Voor den heer Polak was't een alles behalve aangename bezigheid om voor zijn eigen beurs eu die zijner collega's te gaan pleiten, maar niettemin deed hij 't, er op wijzende, dat door de coöperatie die men zal gaan beginnen de arbeid zich nog zal uitbreiden, dat de bestuurders lid of donateur moeten zjjn van allerlei vereenigingen, teekenen op een massa ondersteuningslys- ten, borgstaan voor allerlei personen, leenen aan allerlei menscbon, zonder dat men daarvan vaak iets terugzag, dat in Engeland de voorzitter van de mijnwerkersveree- niging wel f 120 's woeks had, terwijl de werklieden maar f 13 verdienden enz. enz. Al die redeneoringen mochten echter niet baton want aau het slot der vergadering werd de salaris-verhooging afgestemd met 48 tegen 20 stemmen eu 5 blanco. Een conflict alzoo, dat voor menig bestuur aanleiding zou wezen om af te treden 1 Iu hoe verre daarvan ook hier sprake is geweest, is niet bekend geworden, maar een feit is, dat toen men dsn volgenden dag do behandoling der begrooting zou voortzetten, do discussies werden heropend, waarvan het resultaat was, dat nu met 72 tegen 2 stemmen het hoogere salaris werd toegestaan. Nog iets dergelijks deed zich een dag later voor. loen kwam in behandeling een voorstel van het Hoofdbestuur om, indien een lid van het Dagelijksch Bestuur bij een periodieke verkiezing niet herkozen wordt of indien bij tusschentjjds aftreedt en hot ontslag oervol is verleend hem een toelage te verstrekken in verhouding tot het aantal dienstjaren en wel na één jaar f 150, na twoo f 250, na drie f 400, na vier f 600, na vijf f 800 on na tien jaar f1000. Ook hierbjj eerst weer hot verzet van hen, die niet kannen inzien, dat een bestuurder iu hetero condities moet verkoelen dan een gewoon werkman. Henri Polak stond echter op zjjn stuk. lig haalde zich zelf als voorbeeld aan en wees er op, dat wanneer hjj eens aftrad zijn toekomst verre van rooskleurig zou zijn aangenomen al eens, dat een goedgezinde juwelier hem werk wilde verschaffen dan zou hg maar een schraal loon kunnen maken omdat hg in al de jaron, dat hij niet in de praktgk. was geweest, veol vau zjjn vaardig heid zon hebben verloren. Op stuk van zaken zon hg dan, na oerst zijn besten levenstijd te hebben gegevon om do zaken voor alle anderen in orde te brengen zelf er het slechtst aan toe zijn. Wilde men dat, dan hadden hij en zijn mede-bestnnrders besloten om dadelijk heen te gaan, want nu waren zij nog bedreven genoeg om met han denarbeid in hun levensonderhoud te voorzien wat na eenige jaren niet meer het geval zal zijn. In hun hart waren de afgovaardigdeu wel tegen deze bevoorrochting, maar wat moesten zjj doenzonder dagoljjksch bestuur zou de heele organisatie uaar den kelder gaan. Toegeven was ook hier weer de boodschap en aangenomen werd een motie, waarin de vergadoriug zich in principe ver klaarde voor de vergoeding aan de bestuursleden eu dezo zaak in handen stelde van een oommissie die op do vol gende jaarlijksche bijeenkomst oen voorstel betreffendo het bedrag der uitkeering zal indienen. De heeren Polak c.s. waren hiermee tevreden en zij gunden den aanwezigen daarna het genoegen om een voorstel tot nitkeoring aan de weduwen en weezon van bestuurs leden tot eeu bedrag, gelgkstaande met hetgeen dezo genoten zouden hebben indien zjj waren afgetreden, te verwerpen. Een volgend jaar kan dit er wel doorgehaald worden. Overigens moet erkend, dat de huidige bestnur- deren volstrekt geeu misbruik hebben gemaukt van hun macht, want zjj hebben nn eenmaal het roer in handen, zjjn bjjna niet te vervangen en konden dus het schip der organisatie wenden en keeren, waarheen zjj wilden. Dat zjj zich zulk een invloed hebben weten te verwerven is wel het beste bewijs van hunne superioriteit bovon de andere leden en niet meer dan billjjk is t, dat zjj daarvan ook eenig financieel voorde. 1 genieten. Toch kan den werk lieden niet ontgaan het gevoel, dat, «vaar zij onalhanke- ljjker zjjn geworden van den patroon, hun vrije wil aan den anderon kant sterk is gemuilband door de leiders der beweging, ten opzichte van wie zij iets automatisch in hun doen hebben gekregen. Dat is wel een zeer interessant feit, dat de jaarvergadering van den A. N. D. B. heelt aau het licht gebracht. We zouden gaarne nog meer daarovor schrjjveu, want de stof is nog niet voor de helft uitgeput, maar verande ring van spijs doet eten en een briefschrijver behoort zooveel mogelijk voor afwisseling te zorgen. Daartoe mogen ditmaal dioneu de gemeente-ambtenaren in wior vreedzaam milieu een voorschrift van B. en is komen vallen, dat daar het effect had van een jachthond in een hoenderstal. Onlangs is namelijk in verband met de aan stelling van twee manneljjke gemeente-artsen en één vrou- VIJFTIENDE HOOFDSTUK. Wat rijdt gij eenzaam door het woud Het woud is groot I Gij zijt alleen Gij schoone bruid, ik voer u heen Eichendorff. Toen het appelschimmeltje er zoo onverwachts van door ging dacht Pia dat zjj met een van die ezels te doen had, die gewoonljjk er altjjd eerst znlk een extra promenade op na houden, eer zjj zich geduldig'en bezadigd naar den gang hunner kalmere kameraden schikken en daar het dier hoegenaamd geen neiging toonde tot verdere buitensporigheden, niet schopte noch zijsprongen naar de rivier, of naar de bergen maakte, wilde Pia hem dit on schuldig genoegen gaarne gunnen. Zij lachte reeds bjj de gedachtehoeveel eerder zij op dezo wijze te Rndesheim aan zou komen dan de andereu. Zij hield zich, zoo goed zij kon, in den zadel, trok den hoed, die telkens wilde afwaaien van het hoofd en hield dien, samen met do tengels, stevig in de hand. De blonde krulletjes zwierden om haar voorhoofd, het als met een stralenkrans omringend, en de groote dikke haarwrong tegen het achterhoofd, die op zulk een wedren niet gerekend had, zakte hoe langer hoe meer in den hals, tot de groote schildpadden haarspelden er nit vlogen en het haar, als een gonden mantel, haar over den rug hing. Het jonge meisje kon dit niet verhinderen. De handen waren haar gebonden, en om in zulk een tempo toilet te maken, ging toch ook niet. Een paar arbeiders, nit de wijnbergen, die haar tegenkwamen, bleven stilstaan en keken met wjjd opengesperde oogen, deze zeldzame verschjjning na. Daar de berjjdster echter niet om hulp riep, en evenmin een angstig gezicht zette, voelden zij zich niet geroepen, die wilde jacht tegen te gaan. Ook een paar rjjtuigen kwamen haar tegen. De koetsier, en die er in zaten, wondden verrast de hoofden om en keken eveneens de amazono na, die als een lichtbeeld, uit een of ander sprookje, hun voorbij vloog. Nu zag Piavlak vóór zich, een ander ezeltje, dat langzaam en geduldig, met wat kleinere bagage beladen, voorstapteeu waarvan de eigenaar zeker die slanke, groote mjjnheer was, die te voet stevig er naast voortliep. Een aankomende jongen, de ezeldrjjver, drentolde er achter aan zich amnseerende met de eorste Meikevers langs de staart van het ezeltje op en afwaarts te laten kuieren, terwjjl hij er lnst;g een liedje hij floot en eerst nieuwsgierig omkeek, toen hjj de snelle kletterende hoef slagen vlak achter zich hoorde. Hoeradaar heb je Hans 1 riep hij, schaterend van het lachen uit, en de heer, die voor hem nit liep, wendde nu eveneens verrast het hoofd om. Reeds was Pia vlak bjj. Tot haar groote verbazing ronde het dier nn echter niet ook dit drietal in razende vaart voorbjj maar bleef plotseling stok stijf staan, uitte toen een door dringende, triomfeerende vreugdekreet, en drukte zich het volgend oogenblik zoo innig tegen zijn langoorige kameraad aan, dat Piadie bij dien plotselingen stilstand toch reeds het evenwicht verloren had, zeker uit het zadel geworpen zou zijn, indien de vreemde heer niet met één sprong aan haar zijde was geweest en haar in zijn armen had opgevangen. Deze onverwachte ontknooping van hot kluchtspel was Pia veel onaangenamer dan de snelle rit. Een oogenblik was het haar, alsof alles rondom haar in het rond draaide, uaar adem snakkende drukte zjj een oogenblik de handen tegen de slapen en haar hoofdje viel zwaar op den schouder van den vreemdeling. De duizeling duurde echter slechts enkele seconden, eensklaps richtte zij zich op en koek, allerliefst verlegen, haar beschermer aan. Zjj zagon elkaar vlak in de oogen en het was, als lag er een onzichtbare, geheimzinnige macht in dezen blik, als hadden deze beide elkaar totaal vreemden, plotseling in elkander eene verwante ziel govpndeu. Pia werd vuurrood on stamelde verlegen oen paar woorden van dank, de vreemde nam glimlachofld en zeer beleefd den hoed af. »Ik beschouw het als een zoer groot voorrecht, me juffrouw, dat ik u van dienst heb kunnen zjjn U hebt het ongeluk gehad oui een zoer eerzuchtigen »volblood" te bestijgen, die geen anderen collega vóór z ch nit kon dulden 1 Wat spijt het mij dat ik, of liever mijn pakjes drager hier, de onschuldige oorzaak van uw zoo gejaagden rit is geweest Pia streek zich altjjd nog min of meer versult de haren glad. »Zoonn begrijp ik eerst de oorzaak van dezen wedren en ik vrees, dat het heel wat moeite zal kosten om den ezel tot terugkeeren over te halen, zoolang hjj hier in zijn kameraad een mededinger ziet. »Zjjn uwe medereizigers achtergebleven »Ja, zelfs helaas zóó ver, dat men ze haast niet zien kan! Ik had nooit gedacht, dat een ezel zoo fabelachtig hard rennen kon I" »En nu is hij de gepersonifieerde zachtmoedigheid en luiheid Kjjk mo nu dat »stilleven" eens aan Ik geloof dat we hier met twee vrienden a la Castor eu Pollux te doen hebben." De vreemde wees, dit zeggende, met lachend gezicht, naar de heide ozels, die vlak tegen elkaar aan, kop tegen kop, onbeweegljjk stil stonden. Zekermeneer 1 die twee die hooren bij elkaar!" lachte de ezeldrjjver, zoo vroolijk dat zijn witte tandeu glinstordeu»Hans en Greta staau iu oen stal, vlak naast elkaar en gaan meest altjjd samon nit 1 Als ze gescheidon worden, dan zijn ze direct wanhopend, en het is al eeu paar keer gebeurd, dat Hans, nadat we al een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 5