van K im No. 62. Honderd en eerste jaargang. VRIJDAG 26 MEI. Inschrijving* Schutterij Nationale Militie. Donderdag, den 8en Juni FEUILLETON. PARIJSCHE BRIEVEN. DINSDAG en DONDERDAG, van 12—2 nre, (DER MAJORATSHERR). ALKilIAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt Dlnsda g-, Donilerd a g- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 8 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0.06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer t 3. Prijs der gewone advertentlen Per regel f 0,13. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Ter gemeente-secretarie te Alkmaar is tegen betaling van twee gulden verkrijgbaar een afdruk van het door Burgemeester en Wethouders aan den Gemeenteraad uit gebrachte verslag omtrent den toestand der ge meente over 1898. in een der lokalen van het Stadhuis, tot en met 31 Hel a.s. Zij, die zich vóór den 1 Juni niet hebben doen inschrij ven zullen ambtshalve worden ingeschreven en zonder loting bij de schutterij worden ingelijfd, indien er tijdens de verzuimde inschrijving geene redenen tot uitsluiting of vrijstelling te hunnen aanzien bestonden. PASPOORTEN. De paspoorten van de miliciens der lichting 1893 kunnen ter gemeente-secretarie worden afgehaald. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar roepen bij deze op, de verlofgangers van de militie te land binnen deze gemeente verblijfhoudende, die vóór den 1 April 1899 in het genot van onbepaald verlof waren gesteld, onverschillig tot welke lichting zy behooren, dus ook zij, die zijn ingedeeld voor de lichting 1893 en 189Aalsmede zij, die zijn ingedeeld voor de lichting 1893 voor zoover zij op den datum voor het onderzoek bepaald niet gepasporteerd zijn, om zich op dezes jaarsdes voormiddags te tien ure, te laten vinden vóór het Raadhuis dier gemeenteom aldaar door of van wege den Militie-Commissaris te worden onderzochtgekleed in uniform en voorzien van al de door hen van het korps medegebrachte kleeding en uitrustingstukken, benevens zakboekje en verlofpas. De verlofgangers worden daarbij herinnerd aan de navolgende bepalingen der Militiewet. Art. 130. Het Crimineel Wetboek en het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande zijn op de manschappen der militie te land, die zich onder de wapenen bevindenvan toepassingen met opzicht tot de verschillende gevallen van desertieop al de bij de militie te land ingelijfden. De manschappen worden geacht onder de wapenen te zijn 1°. zoo lang zij zich bij hun corps bevinden 38) ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Ik wandel in 't duister onder de boomen Ik boor des naclitegaals jubelende smart Ik tel er de sterren, ik loop er te droomen Eén enkele ster vervult gansch mijn hart. Alfred Meikner. Rndesheim was bereikt. In het Hötel .Krone" steeg men al. De kamenier en de knecht zorgden voor de bagage en het kleine gezelschap scheidde zich voor korten tijd om in hunne verschillende kamers wat uit te rusten. Mrs. Luxor was zeer in haar schik toen zij bemerkte dat het Hötel haar uitstekend beviel. Vooral op goede slaapkamers was zij steeds zeer gesteld. Deze moosten groot en luchtig zijn en onderling door een deur met elkaar verbonden. In de eene kamer sliep zij met Fransje, in de andere haar man. Pia had haar kamer aan den anderen kant van de kleine salon, welke de Hótelhouder nog spoedig in orde liet brengen, daar het gezelschap niet aan table d'höte wenschte te soupeeren, en ook verdere maaltijden afzonderlijk zou gebruiken. Fransje had hoegenaamd geen behoefte aan rust en sloot onmiddellijk vriendschap met den hotelier, die met bet grootste genoegen een schietschijf zou laten opstellen, in een, naast het bötel 1 ggeöd, priëel. .Het is nog vroeg in het seizoen, er zijn nog niet veel gasten, dus kunt u zonder gevaar met wat kruit schieten. Ik zal voor alles zorgen en het nonmiddellijk laten weten als alles gereed is. Het bakvischje vond het echter wèl zoo amusant de 2°. gedurende den tijd dien het in art. 138 bedoeld onderzoek duurt 3°. in het algemeenwanneer zij in uniform zijn ge kleed. Art. 140. De verlofganger verschijnt bij hot onder zoek in uniform gekleeden voorzien van de kleeding en uitrustingstukken hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. Art. 141. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagente ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrestdoor den militie-commissaris worden opgelegd aan den verlofganger: 1°. die zonder geldige redenen niet bij het onderzoek verschijnt; 2°. die daarbij verschenen zijnde zonder geldige re denen niet voorzien is van de in het voorgaand artikel vermelde voorwerpen 3°. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onder zoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4°. die kleeding- of uitrustingstukkenaan een ander behoorendeals de zijne vertoont. Art. 142. Is de verlofganger, wien, krachtens het voorgaand artikel arrest is opgelegdbij het onder zoek tegenwoordigdan kan hij dadelijk onder ver zekerd geleide in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den militie-commissariste richten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder verzekerd geleide naar de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebracht. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 ver meld, is de verlofganger verplicht, op daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaatsen op de in art. 140 voorgeschreven wijzevoor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit, sub 4°. van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art 143 voor den militie-commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijndein het geval verkeert sub 2°. en 3°. van art. 141 vermeld, wordt in werkelijke dienst geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie maanden gehouden. De duur van deze dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald. Art. 145. De verlofganger der militiedie niet voldoet aan eene oproeping voor de werkelijke dienst, wordt als deserteur behandeld. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar, A. MAOLAINE PONT, Voorz. 25 Mei 1899. O. D. DONATH, Secretaris. toebereidselen persoonlijk na te gaan en dikwjjls gaf een luid gelach van den kellner en den huisknecht duidelijk te kennen, hoe veel plezier men over de op- en aanmer kingen van de jonge Amerikaansche had. Ongeveer een kwartiertje later vernam men onder het raam van Heil- muth's kamer de zoo eigenaardige, grove stem van Fransje. Mijnheer! Mijnheer Hellmuth »Wat is er van uw dienst, juffrouw?" »De schietschijf is klaar! Nu zal 'ter op losgaan!" «Charmant! Ik ben geheel tot uw dienst!" De kleine wreef zich vergenoegd de handen en draafde, in hare zwaar lederen schoenen, zonder hakken, weder naar het priëel terug. De graaf had op zijn gemak in een stoel plaats ge nomen en wachtte den aanvang af. Kellner en huisknecht, zouden als veiligheidswachten dienst doen, even later verscheen Hellmuth en het schieten begon. Vol verbazing keek hij naar zijn orgineele partner, die de wapens hanteerde en laadde, als ware dit haar dagelijksche bezigheid. «Begint u maar zeide zij «ik wilde eerst eens graag zien, wat ik aan u heb Even keek Hellmuth achter zich, maar Miss Lilian was nog niet te zien. Onverschillig hief hij 't geweer op, legde aan en schoot al. «Hm.... een negen.... nu, dat gaat nog al voor de eerste maal!" zeide Fransje op beschermenden toon; toen hief zij haar wapen op, kneep, spottend lachend, het linker oog dicht, mikte kalm en bedaard en ook haar schot knalde. «Let op 1 «Wel, wat heeft de rakkert geraakt?" vroeg de vader, met zichtbaren trots, doch zonder het hoofd om te wen den rustig in zjjn stoel liggen blijvende. De heer Hellmuth kwam haastig van de schijf terug- geloopen «Elf! Het is fabelachtig! Hoed af! Ik maak u mijn compliment, juffrouw I" Fransje draafde naast hemzij keek boos en ont stemd. «Schande Ellendeling Zwijnerij Elf 1 Wat beteekent elf? Hier, geef op mijn geweernu zal je toch 1" Nogmaals schoot zij en vol levendige nieuwsgierigheid snelden beide weder naar de schijf. «Hoera! In het hart!" IX. Parijs 9/22 Mei 1899. Dit jaar komt de zomer hier niet vroeg het is wel niet koud doch ook niet warm en de «primeurs" laten nog op zich wachten. Primeurs" noemen wij de jonge groenten en vruchten dikwijls hadden wij in het begin van Mei reeds overvloed van aardbeziën asperges dop erwten doch thans zien wij die nog weinig op de markt, dus ook niet veel op onze tafels. Te Parijs houdt men zich thans zeer veel bezig met de paarden-wedrennen, de «courses". Het wedden is enkel en alleen geoorloofd op de «Champs de Courses", dus zou men denkendat zij die door hunne bezigheden vorhinderd zijn de wedronnen bij te wonendan ook niet medespelen. Doch hoewel het streng verboden is voor rekening van derden te wedden zoo wordt dit verbod toch op alle mogeljjke wijzen overtreden. Dit spel is dan wel buitengewoon verleidelijk een aantal personen leven van niets anders als van de «courses." Te en om Parijs heeft men er eiken dag heden waren ze te Saint-Ouen morgen hebben wij Colombes overmorgen Parjjs Vrij dag. Maison-Laifitte Zaterdag Neuilly-Levallois, Zondag Parijs en zoo steeds door tot het eind van den zomer. En na den zomer krijgen wjj de herfstwedrennen. In den vroegen ochtend koopen vele een sport-courant bijvoor beeld «Les Courses", een rosekleurig blaadje dit wordt dan bestudeerd men kiest één of meer paarden waagt daarop één of meer vijffrankstukken en 's avonds tegen 5 a 6 uur hoort men de camelots op straat schreeuwen «Auteuil" of «Paris-Sport" «het volledig verslag der wed rennen" en natuurlijk koopt de speler die courant ook, om te weten of hij gewonnen of verloren heeft. Wel zal de lezer vragen hoe en waar speelt gij daD zoo gij tijd noch gelegenheid hebt die wedrennen bij te wonen Och, dit is nog al gemakkeljjk, inen speelt doodeenvoudig in een kolfiehuia. Men behoeft slechts eenige malen met een' vriend geregeld hetzelfde café te bezoeken en over wod- rennen te praten en 's avonds den «garyon" of jan het «resultaat" der courses te vragen dan hebt gij groote kans, dat die garyon u verteltdat zoo gij geen tijd hebt er zelf heen te gaan gij hem gerust uwe wedden schappen kunt toevertrouwen. Let wel op, dat dit ten strengste verboden is, doch het gaat meer zoo, een ver bod schijnt hier vooral gemaakt om overtreden te worden. V erder gaat alles zeer eenvoudig, gij gaat na het dejeuner even dit koffiehuis binnenop een papiertje hebt gjj de namen der paarden geschreven met de som welke gij op elk paard zetten wilt, gij geeft dit stukje papier met uw goede geld aan den garyon en zoo gij zietdat gij gewonnen hebtdan gaat ge vroolijk den volgenden morgen het «café" binnen en de jan betaalt u hetgeen u toekomt. En het is geen wonder, dat die garyon gaarne «Het is verbazend zooveel zekerheid en vastheid van hand als u hebt, Miss Francis Ik ben geheel verbluft Het bakvischje trok onverschillig de schouders op, toch glinsterden hare oogen van genot. «Nu opgepastnu komt u weer aan de bonrt Een zekere zenuwachtigheid had zich van Hellmuth meester gemaakt zijn jagersbloed kwam in beweging. Dit keer zag hij niet eerst achter zich maar bepaalde zich geheel bij het spel. Een zacht schot, een klein blauw, opkrullend wolkjeen weder rende Fransje met hare onbevallige bewegingen over het kiezelzand, terwijl Hell muth haar haastig volgde. De kleine stond hem reeds op te wachten zij bracht op militaire wijze groetend, de hand aan de slapen en stond stok stijf. «Goed gebruld hoor leeuw «In 't hart?" «Midden in! Fameus!" De jager genootals gold 't een meesterschot om een koningsprijshij had het verschrikkelijk gevonden als hij voor dit meisje hier had moeten onderdoen. Fransje veegde zich ongegeneerd de handen aan het elegant lakensche kleedje af en riep «En nu gaan wij opteekenenWie in twaalf schoten de meeste ringen heeftdie is koning «Respectievelijk koningin «Lon; daar ligt een kroon diep in den Rijn ge- tooverd uit goud en edelsteen zong zij en schreed met groote stappen terug. «Hij heeft nu ook centrum, papa! Nu wordt 't een eerezaak nu beginnen wij om de meeste schoten Een onverstaanbaar gemompel en gegrinnik van den psoudo Mr. Luxor was het eenige antwoord. Hjj knikte goed geluimd met het hoofd en rookte stilzwijgend voort. Fransje's hartstocht was aanstekelijk er ontstond een heete strijd. Beide Bchoten goed zeer goed zelfs en bij elk goed gelukt schot nam hun ijver toe. Hellmuth had nog nooit een dame zoo goed zien schieten hij zelf gold voor een uitstekend schutter, maar naast Francis Luxor had hij alle moeite zich als zoodanig staande te houden. «Hebt ge uwe studiën met kruit en kogels ook in de steppen en oerwouden genomen vroeg hij en het bak vischje maakte achter het zoo juist door haar geloste schot, een beweging, als een kegelspeler, die den bal nog «par distance" verder voort wil helpen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 1