JI Jl lp Jl Algemeene Harddraverij-Vereeniging. Telegrafische Berichten. Nederland. Buitenland. Anisterdamsche Brieven. Advertentièn. Een bekwaam Brood- en Beschuitbakkersknecht, Mej. BROUWERlandstra at 2, op de Hofstede OUÜ-ROOSENBUROH (Watergraafsmeer), 15 minuten gaans van Amsterdam GEBOREN. 6 Jnni. Jan, z. van Martinua Kaal en Marijtje Madder. OVERLEDEN. 7 Jnni. Gerrit, z. van Simon de Jongh en Trijntje Smit. 5 j. en 5 m. 's-Gravenhage, 8 Jnni 1899. TWEEDE KAMER. Het ontwerpgericht tegen het plan-Coolen werd bestreden door de heeren de Ras en Jansen en verdedigd door de heeren Lohman en Seretmits de milicien- vrijwilligers niet worden afgeschaft. Hnnne handhaving acht de minister van oorlog practisch onnitvoerbaar, die mededeeltdat het reservekader niet wordt opgeheven zelfs opengesteld ook voor kleine lnyden. Hij belooft nategaan de instelling eener nienwe soort vrijwilligers. TVoordzeckanaal. De Tweede Kamer heeft den 7 besloten dat de voetbrug te Velzen door een stoompontveer zal worden vervangen. Het besluit werd genomen met 88 tegen twee stemmen die der heeren Zijlma n Hennequin. Prof. A. Huet. De Delftsche Hoogleeraar A. Huet is den 5 over leden 63 jaar oud. Sedert 1864 was hij aan de Poly technische school te Delft verbonden eerst als leeraar en sedert 1896 als hoogleeraar in de werktuigbouwkunde. Vooral heeft hij zich verdienstelijk gemaakt door zijn vele geschriften over onze waterwegen o. a. over Am sterdam's waterweg naar zee, voor wolks verandering in een open riviermond hij tot het eind toe heeft gestreden. Amsterdam. 7 Juni. Met groote vreugde is alhier de tijding begroetdat de 2e Kamer het wetsontwerp tot verbetering van het Noordzeekanaal met nagenoeg algemeene stemmen heeft aangenomen. Door klokgelui werd de bljjde tijding verkondigdvele ingezetenen staken de vlag uit. Des avonds vergaderden een aantal belangstellenden (waaronder eenige Kamerleden het Dagelijksch Bestuur de Kamer van Koophandel etc.); er werden geestdriftige speechen gehouden en telegram men van dank en gelukwensching gezonden aan mi nister Lely. Llmmen. De heer C. Vennik Kz. is benoemd tot onderwijzer te Wheere gem. Hoogwoud. FRAMK1JK. De pers der Dreyfusards is al zeer slecht te spreken over het besluit der Kamer, om generaal Mercier niet terstond in staat van beschuldiging te stellen, doch een besluit daaromtrent op te schorten tot n& de uitspraak van den krijgsraad te Rennes Clemenceau zegt naar aanleiding van dat besluit »Er kan niet den minsten twijfel bestaan aan de mis daden van Mercier. Iedereen weet, dat hij Dreyfus heeft doen veroordeelen door het mededeelen van geheime stukken aan de rechters. Iedereen weet, dat hij tegen Dreyfus een valschbeid heeft gebrqikt, expresselijk door den generalen staf vervaardigd. Iedereen weat, dat hij het stuk uit het dossier vernietigd heeft, waaruit zijn misdaad zou kunnen blijken. ff" »Maar dat schijnt niets te beteekenen. De Kamer weigerde hem rekenschap te vragen van zijne daden, onder voorwendsel de vrijheid van den krijgsraad te eer biedigen. «Generaal Mercier is een getuige,zeide men. Dat argument heeft niet de arrestatie van Picquart belet, die onschuldig was. Maar het moet dienen om Mercier, den schuldige, te redden De waarheid is, dat men een tweede veroordeeling van Dreyfus wil verkrijgen, die nog infamer wezen zou dan do eerste, door de rechters te Rennes te plaatsen voor deze redeneering: Dreyfus vrijspreken, is Mercier veroordeelen. Kiest nu tusschen den Jood en uw generaal." »Dat heeft men gedaan, dat heeft men willen doen. Maar ons schrikt het niet af. Wij hebben wel voor audere en heeter vuren gestaan. Wij zijn bereid den strijd voort te zetten, zoolang het noodig zul blijken." De Senaat heeft den 6 met 258 tegen 20 stemmen aangenomen een motie van afkeuring, voor de niet te rechtvaardigen betooging te Auteuil, nadat de Regeering zich met deze motie had voieenigd. Do Regeering keurde vervolgens de onmiddellijke be handeling goed van de interpellatie over de maatregelen tegen magistraten genomen. Nadat minister Lebret de genomen maatregelen had verdedigd, werd de eenvoudige orde van den dag, voorgesteld door de linkerzijde, met 252 tegen 1 stem aangenomen. Den 5 is aan Zola het vonnis van bet Hof van Assisen beteekend. De veroordeelde heeft vijf dagen tijd om tegen dit bij verstek gewezen vonnis verzet aan te teekenen. ®UIB-AFK1I4.A. Men seint uit Bloemfontein. Den 5 werd de slotzitting van de bijeenkomst gehouden. Kru- ger vertrekt vanavond, Milner morgen vroeg. Beiden kwamen overeen om den uitslag der conferentie niet vóör woensdag bekend te maken. LONDEN, 7 Juni. Volgens eene verklaring van lord Selbonrne, ondev-staats-secretaris van koloniën, door de avondbladen openbaar gemaakt, is de conferentie te Bloem fontein een fiasco geweest en is het resultaat in het ge heel niet bevredigend. Minister Balfour zeide in een redevoering aan het jaarlijksch feestmaal van de National Union of Conser vative Associations, dat het mislukken der onderhande lingen tusschen sir Alfred Milner en president Kruger een bron van groot leedwezen voor de regeering was, maar het was haar plicht te zorgen, dat de rechten der Engelschen niet geminacht worden. Spreker geloofde echter niet, dat de geschilpunten met de Zuid-Afrikaan sche Republiek niet voor oplossing vatbaar waren. XXIV. Onze Amsterdamsche correspondent schrijft ons van Dinsdagavond Met zeer groote belangstelling heb ik van het „Ingezonden Stuk" van ds. N. J. C. Schermerhorn in dit blad konnis genomen. Ik behoor werkelijk niet tot degenendie hardnekkig weigeren om van ongelijk overtuigd te worden al zoovele jaren ben ik in de journalistiek, dat ik wel geleerd heb om uitspraken te wijzigen en meeningen op grond van vollediger inlich tingen te vervormen. In dit geval heb ik echter, eerst na het pleidooi van ds. Glasz en nu na dat van ds. Schermerhorngeen enkel motief kunnen vinden om zachter te oordeelen over het optreden van den Nieuwe Niedorper predikant dan van den aanvang door mij is gedaan. Moet ik uu nog eens herhalen, wat ik in vorige nummers schreef? Moet ik er nu nog eens op wijzen, dat het vernuftigljjk onderscheiden van overtuigen en overreden mij niet anders kan toeschijnen dan eene poging om zich te onttrekken aan de verantwoordelijkheid wanneer de woorden het zaad doen ontkiemen tot een strafbare daad althans tot een daad, die onder onze huidige militaire rechtspleging gestraft wordt Ik vrees, dat mijn lezers daarover weinig gesticht zouden zijn. Maar toch kan ik niet volstaan met ds. Schermerhorn naar mijn vorige opmerkingen te verwijzen. Ik wil nogmaals trachten, hem duidelijk te doen worden, dat zijn met gloed uitgesproken rede in het Paleis voor Volksvlijt bij een publiek, als daar was samengekomen, niet in de eerste plaats gericht was op overtuigen, maar wel degelijk op een overhalen om ook het zoo verheer lijkte martelaarschap te verwerven. Dat is te zeggen, zuo was de geest van het betoog de letter werd angstvallig daarvan vrijgehouden en op die inconse quentie ben ik gestuit. De menscheu, die daar neerzaten en gretig de woorden van den spreker opvingen moesten komen onder de bekoring der diepgevoelde overtuigingzij moesten heengaan met het levendig besef, dat dienstweigering een kloeke, nobele daad was; zoo het geval zich kort daarna voordeed zouden zij, nog onder den indruk van Ds. Schermerhorn's verma ningen, het voorbeeld der miliciens De Bruijn en Wendt volgen en zij zouden daarbij zich rechtvaardigen door te zeggen, dat een predikant hen er toe had aange spoord Om dat laatste te verhoedendaarvoor scheen de gewraakte slottirade bestemd. Ds. Schermerhorn spreekt van overtuigen en doet ietwat schuw voor overreden. Maar ik illusies hebben, dat men in een dubbeltjes-vergadering in een half uur de meening der menschen tot in al hare onderdeelen bewerkt en zorgvuldig zuivert van jaren-oude dwalingen In zulk een kort tijdsbestek kan men jongemannen als in het Palcis waren vereenigd alleen overreden een geweldig redenaar zou daar de hartstochten zoo kunnen aan wakkeren, dat hij zijn gehoor blindelings zou kunnen leiden op de paden door hem aangegeven, maar tot een kalm overtuigen, waarbij telkens weer alle geop perde bezwaren zouden moeten worden weerlegd en met groot geduld de bestaande gevoelens naar de nieuwe inzicht n moeten worden gekneed zou hij niet in staat zijn. Mijn geachte tegenstander schijnt maar niet te kunnen begrijpen het verschil tusschen een getuigen in een vergadering, waarvan een groot deel uit volge lingen van Domela Nieuwenhuis bestond en het pleiten in een bijeenkomst van mannen wier geestesontwik keling zoo hoog staat, dat zij geen theorie tot de hunne maken zonder daarover eerst te hebben nagedacht en zonder deze aan hun verstand te hebben getoetst. Het volk wil nu eenmaal na een inleiding een conclusie de inleiding was een verheerlijking van de dienstweigering en de aanwezigen hadden voor zich zelf al de slotsom getrokken doe 't, als het oogenblik ervoor gekomen is. Op dat oogenblik trok de spreker zich echter terug hij schetste de onwillige miliciens wel als helden wier moed was te benijden, maar te doen als zij neen, daartoe wilde hij niet aansporen. Dat maakte den in druk van het ophitsen van een hond tegen een politie agentwien men verzekert, als hij een beet te pak ken heeftdat men den hond wel heeft kwaad gemaakt, maar niet het bijten heeft gecommandeerd. Ik vlei mij natuurlijk geen oogenblik, dat ik met dit verweer ds. Schermerhorn zal hebben overtuigd of ook maar overreedom voortaan of zich geheel van propaganda voor dienstweigering te onthoudenof wanneer hij in zich den aandrang gevoelt om a te zeggen, daarop ook de b te lacen volgen. Doch wel voorspel ik hem. wanneer hij weder te Amsterdam op treedt voor menschen, die in hoofdzaak zijn opgeko men op den reuk van Domela Nieuwenhuis en Sebas- tien Faure, hjj evenals de eerste maal een trek van ergernis zal kunnen ontdekken op het gelaat der meer ontwikkelden wanneer hij plotseling aan het slot weer rechtsomkeert gaat maken. Al meent hij 't nog zoo goed en al valt zijne houding met eenig sophisme wel van verdenking te zuiveren de tegenstelling is te groot dan dat men in zich een gevoel van wrevel zou kunnen onderdrukken. zich voor als vraag kan 360ste Staatsloterij. 5e klasse, 15e lijst, 7 Juni. Ns. 3116 4500, 8629 12210, 14277, 16214, 18254 en 20633 f 1000Nr. 1009 f 400 Ns. 3031 3808 4869 en 8172 f 200; Ns. 1726, 5441, 7264,7594,8031, 9008, 10550, 11044, 11533, 14763, 15183, 15501,16102, 17490 en 20236 t 100. 5e klasso16e lijst8 Juni. Ns. 14639 f 1000 en premie f 30000 No. 17395 f 1000 Ns. 199, 8792, 11338, 19334 f 400 No. 345, 5226, 10386, 10423 f 200; Ns. 1151, 4724, 7820,8325, 9506, 15631, 16591, 17264 en 17623 f 1000. Hoorn, 8 Juni. Kleine kaas f27,commissie f 23, Middelbare f 21,Aangevoerd 859 stapelswegende 116212 Kg. Schagen, 8 Juni. Aangevoerd 3 paarden f 100 250, 0 ossen f 0— a f 02 stieren f 80 a 170 a 20 Geldekoeien f 110 a 140, 20 vette kooien f 170 a 240,50 kalfkoeien f 120 a 205, vaarzen f a graskalven f a 025 nuchtere kalveren f 6 a 18, 0— rammen f a 25,—, 200 schapen over- honders f 17 a 24.—, 1150 lammeren f 7a 14, 45 magere varkens f 8 a 12,35 vette varkens f 0,30 a 0,32 p. P., 95 biggen f 3.a 7,1400 kop boter, per P. 425 a 47s ct., 10000 kipeieren f 2,50 a 3.—, 4500 eenden dito f 3.a 0.p. 100. 100 magere schapen f 12 a 18, 150 vette schapen f 22 a 25. AMSTERDAM. 7 Juni. 8 Juni. pCt. Cert. Nederland, N. W. Schuld.... 2) ditodito3 dito, Oblig3 Italië, Inschrijving 1862/815 OostenrijkObl. in pap. fl. 1000 Mei-Nov. 5 dito, dito Febr.-Aug. 5 dito, zilver Jan.-Juli.5 ditodito April-Oct.5 Portugal Obl. Buit. 1853/84 met ticket.... 3 dito, 1888/89, a frs. 500 met id4) Rusland, Binnenlandsche 18944 dito, 1880 gecons. Z. R. 125-62513 Jlei-Nov. 4 dito, 1889 le&2eser.l Jan. 1 Apr. 1 Juli lOct. 4 dito, 1894, Donetz-Spoorw4 dito, 1867/69 20-100 Mei-Nov4 dito, 18893 dito, in goud, 1884, 13 Jan. 13 Juli5 Spanje, Obl. Buit. Perpetuele4 Turkije, gepriv. Conv. leening4 dito, Douane Obl5 dito, Geconverteerde Serie D Egypte Obl. leening 18764 Mexico, Obl. Binn. Sch. aflosb. oblig5 dito, Buit. Geconv. 18906 Venezuela Obligatiën 18814 N. V. Noord-Holl. Grond-Crediet. Pandbr.. 3! N. W. Pac. Hyp. Pdbr Nederland, Cult. Maatsch. d. Vorstel. Aand. dito, Koloniale Bank Aandeelen dito, Ned. Ind. Handelsb. Aand dito, Kon. Ned Mij. t. expl. petr. br.A. dito, Petr. Mij. Sumatra-Palembang A. dito, Aand. Ned. Ind.Expl.Mij dito, Expl. St. Spw. Aand dito, Ned. Centr. Spoorw. Aand. f 250 dito, dito, gestemp. Obligatiën f 250... dito, Ned.-Zuid-Afr 18894 dito, N.-Brab. Boxtel.W. Aand. 1875/80 gest. Italië, Spoorwegleening 1887/893 dito, Zuid-Ital. Spoorweg-Obl3 Polen, Wars.-Weenen Aandeel Rusland, Gr. Sp.-Maatsch. Oblig4 dito, id. a R 1253 dito, Iwang. Dombr. Oblig4) dito, Transcaus. Spoorweg-Oblig3 dito, Wladik. a Z. R. 625 Oblig4 dito, Zuid-W. Sp. Oblig. a R 6254 Amerika, Atchison Topeka Cert. v. Aand... dito, Alg. Hyp. Obl4 dito, Central Pacific Aand dito, Denv. Rio Grande dito dito, Florida C. Pen. C. v. gew. A. dito, Illinois Cert. v. Aand dito, Louisv. en Nashv. Cert. v. Aand... dito, St. Louis San Francisco gew. A dito, Miss. Kans. Texas Adn. ex 2e Hyp. dito, dito, le Hyp4 dito, Oregon Calif, goud le hyp dito, Wabash St. L. en Pac. Ct. v. Aand. dito, Western N. Y. Pens. C. v. gew. A Nederland, Stad Amsterdam f 1003 Hongarije, Theiss Loten4 Oostenrijk Staatsl. 18605 ditodito 1864 Rusland, Staatsleening 1864 Loten 5 dito dito 1866. Dito5 Turkije, Spoorwegleening 84-fh 96rs 95f 90i% 84* 83* 83# 83-Hf 264 37A 64 98| 97! 94J 101! 81! 103! 61! 92| 94# 23A 105! 43! 102# 36 A 98 70 64 46 87 208 85| 115 114| 35 91# ïoo! 95 56! 59fi 170 99fs 84! 99) 86! 99! 97 ts 18! 101A 51 22A 14| 113! 66! 10! 121% 93! 101A 20! 16A 111 116A 117! 161 182 163 31A 84# 95| 96# 90 S4A 834 36# 97| 98A 95# 102A 103 60f 95 42! 102# 99 190 85 35! 59# 99 98! 18# 101A 51! 10# 12! 93! 101# 21 16! 111! 115! 31# Heden overleed onze bediende JACOBUS POST, die ongeveer 28 jaren met de meeste ijver en toewijding in onze zaak is werkzaam geweest. Firma A. Keuter Rz. Alkmaar, 6 Juni 1899. Direct gevraagd P. G.. bg G. S. GROENEWOUD, Payglop. vraagt voor direct een net en lllnk MEISJE, tot assistentie op een Atelier van Wames- en Kinder-Costumes, dat netjes kan werken. iU (tram HIN1WAEUSSTRAAT).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 4