Transvaal nog steeds in gevaar.
Ai Dit f IlS Nl Grölt-Mliiië
No. 93. Kerste blad.
Honderd en eerste jaargang.
ISM).
ZONDAG
6 AUGUSTUS
Buitenland.
HOIVARSCHE
Deze Oonrant wordt Dinsdag-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f 0,80 franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f O.OB. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentien s
Per regel fO,15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Telefoonnummer s 3.
Vóór veertien dagen meenden wij, dat de vrede tus-
schen Engeland en de Zuid-Afrikaansche Republiek zoo
goed als verzekerd dat de prijs voor den vrede door
Transvaal betaald was. Dat zouden wij thans, na de
verklaringen der Engelscho regeering iu het Parlement
en de goede ontvangst die zij daar hebben genoten, niet
meer durven zeggen. De wijziging van het oorspronkelijk
kieswet-ontwerp is door de Engelsche regeering wel aan -
vaard als een aanvankelijke tegemoetkoming, als blijk
van een neiging tot toegeven en als een uitgangspunt
voor nadere ouderhandelingen, maar niet als een middel
tot geheele bevrediging, waarna alle gevaar voor het ver
storen van den vrede zou zijn geweken. De Engelsche
regeering heeft geen haast. Zij wenscht niets variger dan
den vrede, zoo maar de Transvaalsche regeering naar haar
goeden raad wil hooien en door een geheel bevredigende
regeling van het kiesrecht zelve den vrede binnen en
bniten de grenzen van haar eigen land wil verzekeren.
Natuurlijk! Zoo wil ieder den vrede. Uit puur genoegen
om te vechten worden door beschaafde staten geen oor
logen gevoerd als de zwakste partij maar altijd toegeeft
aan de wenschen en welwillende raadgevingen van de
sterkste, behoeft men niet voor oorlog te vreezen. Euge-
land dreig t zelfs niet met oorlog. Wel neen, de minis
ters zouden het woord in het Parlement liever niet
willen hooren maar zij maken er toch opmerkzaam op,
dat alle geduld zijn grenzen heeft, en dat, als zedelijke
middelen (vriendschappelijke besprekingen en goede raad)
niet helpenmen wel genoodzaakt is naar andere mid
delen om te zien.
Wat de Transvaalsche regeering tot nog toe op het
punt vau het kiesrecht heeft toegegeven, kan naar de
verklaringen der Engelsche regeering de grondslag zijn
van een bevredigende oplossingmaar of het dit inder
daad zal worden, zal eerst bljjken na een nauwkeurig
onderzoek welken invloed eeu aldus geregeld kiesrecht
aan de uitlanders zou verschaffen. Daarom stelt zij de
benoeming van een gemengde commissie voor, die zal
onderzoeken, of de wet die enkele dagen geleden is tot
stand gekomen, wel aan billijke eischon voldoet on men
behoeft er thans nauwelijks meer aan te twijfelen, dat
met die billijke eischeu bedoeld worden de minimum-
eischen van den Engelschen Hoog6n Commissaris in de
Kaap-koloniekiesrecht voor alle vreemdelingen na een
verblijf van vijf jaren, een voldoend aantal nieuwe zetels
natuurlijk een .voldoend" aantal naar Engelsche
inzichten in de districten waar de uitlanders verre
weg de meerderheid hebben, en de noodige waarborgen,
dat dit nieuwe kiesrecht nu ook eerlijk en vrijgevig zal
worden toegepast en aan de uitlanders geenerlei onaan
gename voorwaarden gesteld, of onwelkome lasten opge
legd zullen worden. Alzoo inmenging in het inwendig
bestuur van den Staat en voortdurend toezicht op de
wijze waarop do wetten worden toegepast De vraag is
nu, of de Transvaalsche regeering tot dit onderzoek door
een gemengde Commissie zal willen medewerken.
Met welk recht mengt zich Engeland in de zaken van
Transvaal Dat blijft altijd het groote vraagpunt. Goede
gronden voor zijn recht het is herhaaldelijk, tot ver
velens toe aangetoond kan het niet bijbrengen. Het
laatste traetaat pleit niet voor, maar tegen zijn beweringen;
Engeland grondt zijn aanspraken op zeker ongeschreven
recht, op woorden van onzekeren klank en begrippen van
dubbelzinnige beteekenis Engeland is in Zuid-Afrika de
»overheerscheude macht'' en het oefent suzereiniteits-
rechten uit over Transvaal. Uit de omstandigheid dat de
zeltstandigheid van de Republiek in het laatste traetaat op
één punt niet is hersteld, dat namely k voor de geldigheid
harer overeenkomsten met andere mogondheden, behalve
den Oranje-rijstaat, de goedkeuring van Engeland vereischt
wordt, wil men een soort van algemeene ondergeschiktheid
aan Engeland afleiden. Men zegt: uit deze bepaling van het
traetaat bly kt, dat de soevereiniteit der Republiek niet volko
men en dat Engeland haar suzerein is. Het antwoord ligt na
tuurlijk voorde hand: wat de buitenlandsche betrekkingen be
treft, hebt ge gelijk maar juist omdat omtrent dit punt, en
omtrent dit punt alleeneen uitdrukkelijk beding is
gemaakt, is de Zuid-Afrikaansche Republiek in alle andere
opzichten souverein. Engelsche hersenen zijn echter nu
eenmaal voor deze redeneering ontoegankelijk. Daar rede
neert men eenvoudig aldusEngeland is in Zuid-Afrika
de overheerschende macht (paramount power)en als
zoodanig moet het zich doeu eerbiedigen. Het gaat niet
aan dat een onbeduidend staatje als de Transvaal zioh
tegen de wenschen en den goeden raad van Engeland
verzet. Werd dat toegelaten, dan zou men aan de Kaap
den indruk ontvangen dat deze Bóeren-republiek daar
de machtigste was; het gezag van Engeland zou schade
lijden. Eenmaal op dat standpunt staande, viudt men
de zaak allereenvoudigsten wordt het bespottelijk, dat
de Boeren zich durven aanmatigen het groote, machtige,
de zeeën beheerschende Engeland te weerstreven. Avon
turiers als Jameson en zijn bentgenooten worden heidon,
en Rhodes wordt een gevierde persoonlijkheid. Zjj streden
en ijverden voor Engelands aanzien en Engelands macht.
Hon nederlaag en vooral die vroegere, de nederlaag op
den Majnba-henvel, moeton gewroken worden.
Maar, geheel afgescheiden van de vraag, ol Engeland
recht heeft om zich in de binnenlaudsche aangelegen
heden van Transvaal te mengen, kan de vraag gesteld
worden, of een regeling van het kiesrecht, als onlaugs
is aangenomen, op zich zelf verdedigbaar is, of zij in
onzen tijd bestaanbaar, en met de algemeen geldende
begrippen omtrent de rechten der ingezetenen vereenig-
baar is. Waarom toch niet het kiesrecht gelijkelijk ver
leend aan alle blanke ingezetenen zonder verschil van
landaard, zonder den eisch te stellen van een ingezeten
schap van negen, zooals aanvankelijk, of van zeven jaren,
ïooals thans is bepaald Voor hem die niet wil letten
op de geschiedenis en op de bijzondere omstandigheden
waarin de Republiek verkeert, wordt die vraag voor
haar lastig; maar juist cp die geschiedenis en die bij
zondere omstandigheden moet gelet worden. Het geheele
doel der stichting van deze republiek was geen andor
dan om vrij en onafhankeliik, met name onafhankelijk
van Engeland, te kunnen leven, om vry te zijn in eigen
huis. Daarom behoeft de deur voor vreemdelingen niet
te worden gesloten, behoeven hun geen gelijke burger
lijke lechten ontzegd en de toegang tot de verkrijging
van staatkundige rechten niet te moeilijk gemaakt te
worden. Maar na de ontdekking der goudvelden is een
deel van het land overstroomd door een drom van vreem
delingen, stellig niet g komen om daar eeu nieuw vader
land te zoeken en gezamenlijk mot de oude bewoners
zoowel voor de algemeene ontwikkeling en den voorspoed
van land en volk als voor eigen welvaart te arbeiden.
De liefde die hen naar dit land dreef, geldt alleen het
goud dat in zijn bodem schuilt. Is het niet te begrijpen,
dat de oude bewoners uiet bereid zijn het bestuur van b et
land, met veel leed en bloed gekocht en met geduld, taaie
volharding en hard werken tot eigen erf ingericht, aan
die vreemdelingen over te leveren En is hun verzet
tegen die wettelijke overheersching niet even recht
matig als verzet tegen overheersching door wapengeweld
Wij Nederlanders, verwant aan U door een gemeen-
schappelijken oorsprong door overeenkomst in geschie
denis en traditiën door gelijksoortige zeden en staats
instellingen ontleenen aan deze verwantschap, waarop
wij trotsch zijn de vrijmoedigheid om uitdrukking te
geven aan den onweérstaanbaren aandrang van ons hart
en de diepe overtuiging van ons verstand, dat er bij velen
uwer een sterke neiging bestaat een schromelijk onrecht
te begaan jegens het volk der Znid-Alrikaansche Repu
bliek eeue loot van onzen gemeenschappelijken Germaan-
schen stam een volk zwak in aantal maar sterk door
de deugden welke door die Augelsaksers op den hoog-
sten prijs worden gesteld: moed, onafhankelijkheidszin
zelf bewustheid en godsdienstzin.
Wij doen een beroep op uw dieper besef van recht
vaardigheid en edelmoedigheid, wanneet wij U toeroepen
Laat af van de pogingen door sommigen nwer geld
mannen en staatslieden beproefd, om dit volk te belem
meren in de geleidelijke ontwikkeling van eigen aard en
aanleg en te onderwerpen aan uwen wil.
Laat af van het zoeken en aangrijpen van aanleidingen en
voorwendsels om U te mengen iu zijne aangelegenheden,
omdat het deze op andere wijze regelt, dan U redelijk
en wenBchelijk schijnt.
Laat overigens dit volk zich natuurlijk ontwikkelen,
zelf den geest des tijds ondergaan, die onvermijdelijk
voortdrijft op den weg van vooruitgang in stoffelijk en
geestelijk opzicht eu elke geweldaddige stoornis veroordeelt,
omdat zij de geleidelijke ontwikkeling veeleer vertraagt
dan bevordert.
W|j vragen n dit dringend, niet omdat eene andere
politiek leiden moet tot geweid, bloedstorting, broeder
moord; maar ook omdat daardoor het recht gesehonden,
de naam van Britsche rechtvaardigheid geschandvlekt,
van Britsche scherpzinnigheid ondermjjud en die van
Britsche grootmoedigheid tot een spotternij gemaakt wordt.
Wjj ontvangen van de Nederl. Zuid.-Afrik. "Ver-
eeniging, dit manifest aan het engelsche volk, iu zake
de noodlottige spanning in Zuid-Afrika eu het oorlogs
gevaar dat de Zuid-Afrikaansche Republiek en de stam
verwante Hollundsche Afrikaners door de houding van
een deel van het vjjandig gezinde engelsch ministerie
bedreigt.
Eene opwekking om door teekening van dit adres
daaraan kracht bytezetten, zal wel schier onn'oodig z|jn.
Waar de genoemde Vereeniging daartoe aanbiedt znlk
een warm gevoeld en kernachtig woord, zal raon w|j
twijfelen er niet aan er ala van zelf toe gedroDgen
wotden.
Er bestaat tot. teekening gelegenheid op tweeërlei wjjzen
óf men kan zich aan ons bnrean vervoegen, óf men kan
bovenstaand adres nitknippen en na onderteekening op
de opengelaten witte ruimte aan ons opzenden. Wij
zorgen, dat vóór 13 Augustus alle handteekeningen
komen in bet bezit van de Zuid-Afrikaansche Vereeniging.
BHliUIK. Het lijdt geen twjjfel of de nieuwe minis
ter-president, de heer de Smet de Naeyer zal evenredige
vertegenwoordiging voorstellen. Op zichzelve zal het begin
sel zeker een meerderheid verwerven, maar de groote moei
lijkheid zit in de verdeeling der kiesdistricten, waardoor
men hut beginsel der evenredige vertegenwoordiging
streng handhavende, de verkiezingen in iedere richting,
die men wil, kan dwingen door bjj do vaststelling der
grenzen met de gezindheid der bevolking rekening te
houden.
Aan de »Voss. Ztg.'' wordt gemeld dat de heer De
Smet de Naeyer en z|jn vrienden bij de toepassing van
de evenredige vertegenwoordiging ook hnn voorwaarden
zullen stellen, m. a. w. ook niet te groote kiesdistricten
zullen invoeren. Dat schijnen de socialisten te vroezen.
Ten minste reeds thans vindt men te Brussel papieren
aangeplaktvan hen afkomstig waarop de arbeiders
gewaarschuwd worden dat men in hot parlement snel
maar slecht een kieswet wil samenstellen, zonder dat het
volk is geraadpleegd. »Het referendum of Kamerontbin
ding'', ie de lens en daarop volgt de beschuldiging, dat
de clericalen die alle hervormingen voor den arbeider
verminkt hebben, ook de evenredige vet tegen woordiging
willen verminken.
De aftredende minister-president Van den Peere
boom wordt, ook in liberale bladen, hnlde gebracht door
zijn eerlijkheid en flinkheid van karakter.
Door den minister van financiën is een suppletoir
krediet van twee eu een halt miliioen frs. aaugevraagd,
dat bestemd is voor de werken aan de zeehaven van
Brugge.
OUITSCHIjAWM. Zelfs in Dnitschland begint men
in te zien, dat men ook op militair gebied >van het
goede te veel kan hebbeu'' volgens officiëele ejjfers gaat het
officierskorp3 in de laatste vjjf jaren langzaam in aantal
achteruit. Van 1 April 1898 tot 31 Maart 1899 werden
er in het geheel 889 benoemd, tegen 930 in 1897/98,
1012 in 1896/97, 1064 in 1895/96 en 1096 in 1894/95.
Bij de cavalerie is dat aantal in dat tjjdperk van 137
tot 91 gedaald en bjj de veld-artillerie van 224 op 70.
Dit is echter niet doordat er minder jongelieden zijn
dan vroeger die last hebben om tot officier te worden
opgeleid, maar doordat er vroeger tal van officieren
overcomp:eet waren eu men aan dien toestand lang
zamerhand een einde heeft willen maken.
EUYPTK. Te Alexandrië zijn deze week nog zes
nieuwe gevallen van pest geconstateerd, zoodat het totaal
der aangetaste personen thans 84 bedraagt. Van deze
zijn in den loop der epidemie 37 gestorven en 43 gene
zen. Eeu twintigtal geneesheereu met e-n overgroot aan
tal helpers zijn voortdurend bezig met de behandeling
der zieken en het. ontsmetten der dichtst bevolkte wjjken
van de stad.