No. 107. Honderd en eerste jaargang. 1899. V R IJ D A G Zitting van (len Gemeenteraad Feuilleton. Het geheim van de Felwyn- Tunnel. 8 SEPTEMBER. Dinsdag, 5 Sept. 1899, AIKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt l> I n s d a g-, Donder d ag on Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaah f 0,B0 franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prl|s"der gewone advertentten Per regel f 0,15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER en ZOON. Telefoonnummer t 3. (Punt 110 reeds in een deel van de oplaag van ons vorig nummer vermeld.) Voorzitter: de heer A. Goede Dz., tjjdelijk wethouder. Tegenwoordig alle leden. Secretaris: de heer C. D. Donath. De Voorzitter opent de vergaderingwaarna 1. wordt overgegaan tot de beëediging van de herkozen leden van den Gemeenteraad, de heeren Stoel, de Lange, de Wit, de Sonnaville, van den Bosch en van het nieuw benoemde lid, den heer J. H. Blum, tot de toelating van wie in de vergadering van den 16 Aug. 1.1. is besloten. Na door den Secretaris ter vergadering te zijn binnen geleid, legt ieder der heeren achtereenvolgens in handen van den Voorzitter de eeden en belofteu af, voorgeschre ven bij art. 39 der Gemeentewet. De Voorzitter wenscht hen geluk met het vertrou wen, door de kiezers in hen gesteld. De heeren nemen daarna zitting. 2. Daarna worden de notulen der vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Benoemingen. 3. De Raad benoemt tot wethouders a. in de plaats van den heer Bruinvis, den heer A. Goede Dz. met 9 stemmen. De heer Boelmans ter Spill bekwam 7 stemmen terwijl één blanco biljet werd gevonden b. in de plaats van den heer de Sonnavilleden heer J. M. de Sonnaville met 9 stemmen. De heer C. Bos man bekwam 7 stemmenterwijl één biljet van on waarde werd verklaard. De beide benoemden verklaren, onder dankbetuiging voor het in hen gestelde vertrouwen, hunne benoeming aan te nemen. De heer J. M. de Sonnaville neemt daarop het pre sidium van den heer Goede over. 4. Tot ambtenaren van den burgerlijken stand in de plaats van de heeren Bruinvis, de Sonnaville en de Langede beerenJ. de Wit Dz. met 13, J. M. de Sonnaville en J. de Lange C.Jz., ieder met 15 stemmen. 5. Tot lid der commissie voor het ontwerpen van ver ordeningen tegen welker overtreding straf is bedreigdin de plaats van den heer Bruinvisden heer H. J. Vonk, met 9 stemmon. 6. Tot leden der commissie voor belastingzaken en eenige andere onderwerpen van financiëelen aard in de plaats van de heeren Brninvis, de Lange en van den Bosch: de heeren J. de Wit Dz. met 8 J. de Lange C.Jz. en G. T. M. van den Bosch ieder met 15 stommen. Tot voorzitter dezer commissie wordt benoemd de heer J. de Lange C.Jz. met 11 stemmen. 7. Tot lid der commissie van bijstand voor de publieke werken, in de plaats van den heer Stoelden heer W. F. Stoel met 14 stemmen. 8. Tot lid der commissie van bijstand voor de gemeen telijke gasfabriekin de plaats van den heer de Lange den heer J. de Lange C.Jz. met 15 stemmen. 4) iruun L. T. MEADE en ROBERT EUSTACHE. »Het schijnt zoo Lucy beste meid", antwoordde hij. »Maar het gebeurde is zóó verschrikkelijk, dat ik bijna niet weet wat er van te denken." Het was een mooi meisje, met donkere oogen, en onder gewone omstandigheden moeten die oogen de leven dige uitdrukking gehad hebbenwelke zoovelen harer landgenooten eigen is. Maar nu waren zij gezwollen van het huilen en hun uitdrukking was geheel veranderd door den doodsangst, welke zij had uitgestaan. Smeekend zag zij Bainbridge aan, met bevende lippen. Het vol gende oogenblik barstte zij weer in tranen uit. »Kom hier, Lucy," sprak een vtouw, die. haar nit het huisje gevolgd was. »Foei! Schaam je wat. Val die heeren toch niet lastigkom in huis en wees kalm." »Ik kan niet, moeder, ik kan niet," kreet het onge lukkige meisje. »Als ze hem gaan ophangen ga ik me ook van kant maken. Och, mijnheer Bainbridge, zeg toch dat dit tweede geval hem vrijpleit." »Ik heb alle hoop dat dit het geval zal zijn, Lucy," antwoordde Bainbridge »maar hond oub nu niet langer opga nu weer als een brave meid in huis. Deze mijn heer is van Londen gekomen om de zaak nauwkeurig te onderzoeken. Ik hoop, dat ik morgenochtend goed nieuws voor je heb." Het meisje sloeg haar oogen tot mij op met een on uitsprekelijk smeekenden blik. »0 ik ben wreed en dwaas geweest, en ik verdien zooveel goedheid niet", snikte zij»maar, mijnheer, bij de goedertierenheid des hemels tracht zijn onschuld te bewijzen." Ik beloofde dat ik mijn best zou doen. 9. De Voorzitter stelt voor thans over te gaan tot de benoeming van een lid der commissie voor de plant soenen. De heer Goede is lid van die commissie en door zijn benoeming tot wethouder zal hij zeker door Burg. en Weth. benoemd worden tot voorzitter dier commissie, zoodat zijne plaats zal komen open te vallen. De heeren Vonk en Boelmans ter Spill meenendat voor deze benooming geen enkele aanlei ding bestaat. Er is immers geene vacature. De Voorzitter zegt, dat dan de benoeming in de volgende vergadering zal moeten plaats hebben. Vervol gens geeft hij in overweging over te gaan tot de benoe ming van een tijdelijk wethouder, noodzakelijk geworden door de benoeming van den hoer Goede tot definitief wethouder. De heer Kraakman gelooft niet dat deze benoe ming noodig is. In ieder geval zou hjj daartoe thans mot willen overgaan, omdat dit punt niet op de agenda voor komt. B. en w. zullen daartoe in eene volgende verga dering een voordracht kunnen doen. De Voorzitter zegt, dat het onderwerp niet op de agenda kon voorkomen, omdat men niet wist of de heer Goede tot wethouder benoemd zou worden. Bij de benoeming is haast, met het oog op het opmaken der gemeente-begrooting voor 1900. De heer Bosman ziet geen enkel bezwaar om nu de benoeming te doen geschieden, welke meening meer dere leden ondersteunen. De heer Kraakman meent toch, dat B. en W. het voorstel behooren te doen en als de Raad zich dan met eene benoeming in deze vergadering kan vereenigen, zal spr. daarin berusten. De Voorzitter zegt, dat B. en W. het voorstel tot benoeming van een tijdelijk wethouder bij deze doen, waarna de Raad besluit tot de benoeming over te gaan. Bij eerste vrije stemming verkrijgen de heeren Jansen 5, Kraakman 4, de Lange 3, Boelmans ter Spill 2 stem men en ieder der heeren Preijer, Bosman en de Wit 1st. Overgaande tot eene tweede vrije stemming wordt benoemd met 9 stemmen de heer C. Janssen Cz. De heer Kraakman verkreeg 4, de heer Boelmans ter Spill 3 stemmen en de heer de Lange 1 stem. Terbetering toestand ftfaarsenmakersgraciit. 10. Heeft opnieuw eene stemming plaats over het voorstel van den heer de Groot, om het uitbaggeren van de Kaarsenmakersgracht, het maken van een ophaalbrug ter verbinding van den Dijk met de Peperstraathet wijzigen van de schoorstijlen der Bokkebrug en het ver anderen van de voetingen der poortstijlen dier brug, aan te houden en te behandelen bij de gemeente-begrootingdienst 1900. (Over dit voorstel staakten in de vorige vergade ring de stemmen met 8 tegen 8.) De uitslag is, dat het voorstel thans wordt aangenomen met, 11 tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Boelmans ter Spill, Goede, Kraakman, Bosman, de Wit en de Lange. Rloleerlng van den Uijk. 11. Wordt in behandeling genomen het ia de vorige vergadering aangehouden voorstel van burg. en weth., Bainbridge raakte het paard even met de zweep aan het dier snelde weg en Lucy verdween met haar moeder in het huisje. Eenige oogenblikken later bevonden wij ons voor de herberg, waar de inspecteur reeds op ons wachtte, en kort daarna waren wij op weg naar de tunnel. Het was een koude stille namiddag de lucht was helderwant een scherpe vorst had het land gedurende de laatste dagen in haar macht gehad. De zon scheen juist weer op de heuvels, in het Westen, toen het rijtuig aankwam op de hoogte van den wissel. Wij sprongen fluks op den grond en namen afscheid van Bainbridge. Hij zeidat het hem speet den nacht niet bij ons te knnnen doorbrengen en gaf ons de verzekering dat er dezen nacht bjj hem geen sprake zou zijn van slapen en dat hij des morgens vroeg bij ons zou terug zijn toen werd het hoefgetrappel al flauwer en flauwer tot wij het niet meer hoorden. De inspecteur en ik gingen langd het smalie paadje dat naar het kleine deurtje in de omaei- ning geleiddemet onze voeten op den harden grond stampende om onzen bloedsomloop te herstellen na zulk een konden rit. Het volgende oogenblik konden wij een blik werpen op het tooneel dezer geheimzinnige sterf gevallen. Het was een eenzaam somber plokje. De tun nel bevond zich aan het eene eind van een afgezonderd liggende rotswelker zijden schuin naar boven liepen over een afstand van ongeveer honderd en vijftig voet. Boven den mond van de tunnel scheen de eene rots op de andere gestapeld. Men zon zich moeielijk een som berder plaats kunnen voorstellen. Uit een klein groepje pijnboomen kringelde een smalle streep blauwe rook de lucht in. Zij kwam uit den schoorsteen van het seinhuisje. Terwijl wij het steile pad afdaalden, liet de inspec teur een luid »Hallo" hooren. De man, die den dienst had in het huisje, antwoordde onmiddellijk. Zijn stem werd door de rotsen weerkaatst; het volgende oogenblik verscheen hij aan de deur van het huisje. Hij zei dat hjj oogenblikkeljjk bij ons zou komen, doch wij riepen hem toedat hij moest blijven waar hij was, en kort daarna traden de inspecteur en ik het huisje binnen. »Wij moeten eerst bericht langs de lijn zenden, dat om hen uit te noodigen zoo spoedig mogelijk verbetering te doen brengen in den toestand der afwatering van den Dijk, door het leggen van ongeveer 45 M. rioolbuis, ter wijdte van 20 cM., aansluitende op het riool in den Achterdam. De Voorzitter zegtdat het voorstel de vorige zitting is aangehouden om nadere informatiën te ver strekken. Spr. heeft zich daarmede bezig gehouden en de architect heeft hem medegedeeld dat het riool in den Achterdam bestaat uit 25 cM. buizen'twelk uit mondt in den Kooltuin. Naar diens meening bestaat er geen bezwaar om de uitvoeriug te doen geschieden, daar verstoppingen niet zullen voorkomen. De aanleg zal beginnen bij het café »de Posthoorn". De heer .J a n s s e n zegt, dat bij er wel voor is daar verbetering aan te brengen. De heer Boelmans ter Spill wenscht eene alge- meene opmerking te makenten aanzien der richting van de rioleering is het streven van den laatsten tijd om den afvoer te doen plaats hebben naar het Kanaal. Spr. meentdat dit doel met het te leggen riool niet bereikt zal worden. De richting daarvan is van het Kanaal af. Spr. wil thans geen ander voorstel doen doch hij hoopt, dat als de Dijk geheel gerioleerd wordt er op zal worden gelet, dat de afvoer den anderen kant uitgaat. De Voorzitter zegt dat een rioleeringsplan voor de geheele gemeente in bewerking is. In de toekomst zal er zeer waarschijnlijk een tweede hoofdriool gelegd worden naar het Kanaal door Boterstraat en Houttil. Het water van den Kooltuin staat echter met het Kanaal in onmiddellijke verbinding. De heer de Wit zegtdat de toestand door den voorgestelden aanleg niet meer zal vervuilen. De heer de Groot ondersteunt het denkbeeld van den heer Boelmans ter Spill. In den Dijk moet mettertjjd een flink riool gemaakt worden afwaterende in het Ka naal. De heer Bosman, het riool in don Achterdam besprekendezegtdat het dwarsriool ligt in particu lieren grond. Dat maakt een zonderlingen toestand. Overigens is het van voldoende capaciteit en voert het snel af. Doch hij vreest het bezwaar van overstroomingen bij hevige stortregens als de thans bestaande open goot voor een riool plaats maakt. Het water zal niet te verzwelgen zijn en loopen in het hoekhuis. Hjj geeft aan B. en W. in overweging dit eerst nog eens na te gaan alvorens het plan uit te voeren. Nadat de Voorzitter verklaartdat zij dit be zwaar onder de oogen zullen zien wordt het voorstel zonder stemming aangenomen. De heer de Groot vraagt, waarom de baggermachine in de Singelgracht reeds een week stil ligt. Aangezien de oplevering 1 October a.s. moet geschieden, vreest hij dat de aannemer boete zal beloopen. De Voorzitter zegt, dat de aannemer geen plaats had voor zijne specie, maar dat hjj die nu mag brengen op het land van mevr. Molenaar. De uitdieping zal nu weer met kracht worden voortgezet. De vergadering wordt gesloten. wij gearriveerd zijn," sprak Henderson, de inspecteur. Hij deed zulks en eenige minuten later kwam eeu goederentrein door den wissel kruipen. Nadat wjj hem gesignaleerd hadden, dat hjj kon doorgaan, daalden wjj de houten treden der trap afdie van het seinhuisje naar de Ijjn leidde en liepen langs de rails naar de tunnel tot wij op de plaats kwamen, waar de arme Davidson des morgens dood was gevonden. Ik onder zocht den grond en de omgeving zoo nauwkeurig mo gelijk. Alles kwam volkomen overeen met de besehrjj- ving, welke men er mjj van gegeven had. Er bestond geen andere mogelijkheid om deze plaats te bereiken, dan langs de ljjn want de rots was niet te beklimmen. »Het is een zonderlinge historie, mijnheer," sprak de wisselwachter. >Davidson had geen enkel teeken aan zich daar lag hij morsdood en koud geen kneuzing, geen wonde niets. Maar Pritchard had een ernstige wonde aan het achterhoofd. Er werd gezegd, dat hjj die gekregen had bij het beklimmen der rotsen hier kan n de teekens zelf zien, mijnheer. Maar is het wel denkbaar, dat Pritchard getracht zou hebben zulke steile rotsen op te klauteren »Zeker niet," antwoordde ik. »Hoe verklaart u dan die wonde, mjjnheer vroeg de man angstig. »Dat kan ik u op dit oogenblik niet zeggen," ant woordde ik. Willen u en inspecteur Henderson vannacht in het seinhuis bljjven Ja 1" Een uitdrukking van schrik vloog over het gelaat van den wisselwachter. >God bescherme u beiden," zei hij. »Ik zou het niet willen doen, voor geau vjjftig poud. Het is niet de eer.-te maal dat gezegd wordt, dat het spookt in de Felwyn-tunnel. Ik zal er maar niets meer van zoggen het is eeu gekke historie en heeft ons al genoeg last bezorgd. Daar neb jo nu weer die arme Wynnealsof die Pritchard vermoord zou hebben maar nu wordt er gezegd, dat hjj door den dood van Davidson vrij zal

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 1