Nederland. gebeurd en gebeurt nog dagelijks wat onmogelijk scheen. En »vrienden" van Transvaal in Engeland en in de Kaapkolonie, ook de Afrikaander Bond, raden om het zeerst tot toegeven. De eisch om binnen tweemaal 24 uren te antwoorden is teruggenomen alleen wordt aan gedrongen op een antwoord binnen redelijken tijden mocht het antwoord ontkennend of onbeslissend wezen, dan behoudt de Engelsche regeering zien het recht voor om den toestand van meet af aan te overwegen en eigen voorstellen te doen tot finale regeling. Dat was misschien maar het beste. Dan zou de Repu bliek, en met haar de geheele wereld, althans kunnen weten wat Engeland van haar meent te kannen verlangen en waarmee zjj zou kunnen volstaan. Zal nog iemand vrijmoedigheid hebben om te beweren, dat ook tusschen de volken niet de macht, maar het recht begint te regeeren De Transvaalsche kwestie mag met de Dreyfus- zaak in één adem worden genoemd. Ken brlel' aan nevr. Dreyfus. Een Franscho dame, mevr. Valentine Godefroy, heelt aan mevr. Dreyfus een treffenden brief geschreven. Deze luidt vertaald, aldus Mevrouw »In naam van uw g-schonden recht hebben eenige jaren geleden vele Pransche vrouwen geprotesteerd tegen de weigering, welke in volkomen strijd met de menschelijke wet en onverantwoordelijk voor God, gevolgd is op uw aanvrage om het verbljjf te mogen deelen van uw edelen man, kapitein Alfred DreyfuB, in de ellendi e hut, waar hein even barbaarsch als onwettig, nog de afgrijselijkste pijnigingen werden aangedaan. «Thans richt ik niet in naam van de Fransche en christen-vrouwen tot u een eerste woord van veront waardiging en protestik wil tevens de eerste zijn die u den kreet van onuitsprekelijk afgrijzen, verbazing, smart en schande! schande! doet hooren welke van de eene pool tot de andere in de beschaafde wereld is ge slaakt door alle menschenharten, door allen die gevoelen en denkon, bjj het vernemen van het bedrijf, op 9 Sep tember te Rennes begaan door vijf Pransche officieren, die tegen beter weten een onschuldige hebben veroordeeld uit gehoorzaamheid aan het formeel bevel van een oud minister van oorlog, wiens misdadigheid door allen werd erkend en die tot de rechters heeft durven zeggen »Gij moet geen recht doen Gij hebt te kiezen tusschen den man wiens onschnld gij hebt hooren aantoonen, uit den mond en met instemming van allen wier namen in Frank rijk uitblinken en 't hoogst staan op het gebied der wetenschap en niet minder door eerlijkheid en karakter gij hebt te kiezen tusschen dien lichtenden bundel van feitelijke en zedelijke bewijzen en mijn woord, het woord van mij, den falsaris, die reeds het schelmstuk van 1894 heb begaan en die deze schelmerij wil door zetten tegen alle menschelijke en goddelijke wetten in om, niet mijneer, maar mijn lijf te redden. Dit is immers inderdaad de ware zin van generaal Mercier's woorden, waaraan vijf officieren gehoorzaamd hebben. Het bloedige litteeken dat Kaïn's voorhoofd brandmerkte, zal men kunnen lezen op het voorhoofd van die lieden tot hun laatsten snik, en de algemeene minachting zal hun straf zijn. »Maar wij, Mevrouw, wij Fransche mannen en vrouwen, wier gevoel van rouw en schande nog grooter is dan nw rouw, van U de edele, heldhaftige martelares, de vrouw van den held dien allen zoo mogelijk nog meer bewonderen, op ons rust de dure plicht met al onze macht en kracht op te komen tegen een vonnis, waarbij men opzet telijk heeft geweigerd het licht te zien. «Frankrijk ware voor altijd dood indien zijn ware kin deren zich neerlegden bij zulk een aileron wettigst vonnis, en allen die een geweten hebben en eergevoel, allen wien waarheid en recht boven alles gaat, zullen zich nanwer, moediger aaneensluiten, om toch eindelijk ons dierbaar vaderland los te rukken uit de handen der ellendelin gen die het voor altijd willen verlagen en onteeren. »Blyf daarom hopen en moed houden, mevrouw Uw zaak is die van Frankrijk in de eerste plaats, maar ook midden en het eind der kamer stond een fontein van zonderlingen vorm, een bronzen zwaan, met uitgespreide vleugels; het water spoot nit zijn snavel en viel in een rond bassin. Ongeveer twintig voet van deze fontein verwijderd stond het afgodsbeeld met het kleine altaar. Ik bezag het met groote belangstelling. Het voetstuk was ongeveer drie voet hoog het beeld zelf had ongeveer dezelfde hoogte, zoodat ik de vijf koppen zoowat vlak voor mijn oogen zag. Om den hals en aan elk der hoofden hingen de kostbaarste edelgesteentende hand, die den drietand vasthield, was met diamanten ringen beladen. Het is bijna onmogelijk om een beschrijving te geveu van den somberen indruk, dien dit groteske en toch afschuwelijke monster gafen toen Thesiger hot aanstaarde met een blik die het midden hield tusschen eerbied en vrees, toen was ik nagenoeg zeker dat Bagwell gelijk had, en dat de mau werkelijk krankzinnig was in hooge mate. Eensklaps hoorde ik mijn gastheer luid steunenhij sloeg geen blik van mij af. »Ik doorleef een vreeselgken tijd," sprak hij tot mij. »Ik ben het slachtofler van een vreemde, een vreeselijke macht." Hier gingen zijn woorden in een zacht gefluister over. »Toen ik jaren geleden Brahmaan werd en vrijwillig het geloof opgaf waarin ik geboren was, wist ik niet waartoe die stap mij zou lijden. Ik stal den Siva nit het huis van mijn Indischen vriend en nam hem mee naar hier. Van den beginne af heeft dat beeld een onweerstaanbare macht op mij uitgeoefend. Ik heb in Indië een groot fortuin gemaakten toen ik in Engeland terugkeerde kocht ik dit goed, ik vond de zonderlinge galerij zooals zij nu nog is, behalve dat ik haar met marmer bekleed heb, en plaatste Siva daarin. Het bestudeeren van het nieuwe geloof, dat ik had aangenomenhet houden van spiritistische séances en meer van die dingen, nam al mijn tijd in beslag, en zoo werkte ik mij steeds meer in de geheimen van mijn godsdienst in. Met de jaren kreeg ik de overtuiging dat het beeld, hetwelk slechts van hout schijnt te zijn, in werkelijkheid allerlei vreemde hoedanigheden bezat- die van de geheele menschheid Waarlijk, met u lijden en weenen duizenden harten, maar zij kloppen en hopen tevens allen wenden zich tot den rechtvaardigen God die ten slotte de onschnld zal doen zegevieren en de misdaad tuchtigen. Deze gedaohtedat medegevoelen deze algemeene bewondering geve u de kracht waaraan gij nu meer dan ooit behoefte hebt, Mevrouw en welke u zoo vurig toewenscht VALENTINE-FBEDéRIC GODEFROY. Nederland en Dreyfus. Door het bestuur van de afd. Den Haag van den Ned. Metaalbewerkersbondis het volgend schrijven gezonden aan de commissie voor het uitzenden van werklieden naar de tentoonstelling te Parijs: »Beleefd neem ik de vrjjheid UEd. kennis te geven dat de afdeeling Den Haag van den Ned. Metaalbewerkers- bond niet zal medewerken om arbeiders nit te zenden naar Parijs. De reden hiervan is dat niemand onzer wenscht zijn kennis te vermeerderen in oen land, dat op zoo schande lijke wijze alle recht verkrachtende een onschuldige voor de tweede maal veroordeelde zonder minste motief. Wij hopen van harte dat alle vooruitstrevende arbeiders dit voorbeeld zullen volgeo." Een ernstig gevolg van Dreyfus' veroordeeling zal voor Nederland wezen dat het Nederlandsche vee niet te Parijs op de tentoonstelling zal pronken. De toezegging van een gift van f 25,000, speciaal ten doel hebbende om een keur van Nederlandsch vee naar Parijs te zenden, is, naar het »N. v. N." verneemt, ingetrokken. Veehandel In Friesland. Vrij zeker door de gunstiger weersgesteldheid, waar door er meer gras gekomen is, is de handel in kalve- en melkekoeien vlugger. De aanvoer was vrij groot. De meerdere vraag voor Holland en Friesland was de oorzaak, dat de omzet groot was en de prijs merkbaar omhoog ging. Spaansche en Belgische veekoopers kochten beste kalvekoeien. Vette koeien blijven heel goed gevraagd, de aanvoer is niet groot; de prijs is vast. Vette kalveren met minder aanvoer zijn zeer gewiid. De prijs is vrij hoog en vast. Stieren voor de slachtbank heel goed gevraagd, vooral voor Hollandsche rekening. De prijs is hoog, zoodat hij gelijk staat met dien van vette koeien 2e qualiteit. De mindere aanvoer van stieren werkte mede tot zeer vluggen omzet. Graskalveren werden opgewekt verhandeld. Kooplieden uit Holland, Brabant en Gelderland besteedden hooge prijzen. Vette schapen en lammeren in de laatste dagen wel zoo druk, doordat de Londensche markt zich nu en dan fleuriger toont voor dit vleesch. Maar vast is de markt niet; zij schommelt nu en dan vrij erg tengevolge van de hoogere temperatuur. Melkschapen, met behoorlijken handel, zijn vrij vast in prijs lammeren blijven in één doen. In vette varkens, evenals in vette biggen, meer handel. De prijs is hooger, vooral voor eerste qualiteit, die met 18 ct. per '/j kilo betaald wordt. Magere varkens goede handel, in jonge biggen bepaald vlug. De aanvoer was 100 stieren, 70 ossen, vette koeien, 1100 melke- en kalvekoeien, 120 pinken, 360 vette kal veren, 600 graskalveren, 100 nuchtere kalveren, 300 vette schapen en lammeren, 400 melkschapen 600 lammeren, 90 vette varkens, 500 vette biggen, 350 magere varkens en 800 jonge biggen. De prijzen zijn: vette koeien le kwaliteit: 25—27è ct., 2e kwaliteit 2225 ct., vette kalveren 3036 ct., stieren 20 —25 ct., vette schapen 22-26 ct., vette varkens 15-18 ct., Londensche biggen 1415£ ct. per 1/i kilo. Melke- en kalve koeien f 115f 200, pinken t 45 f 65, graskalveren f 27f 48, nucht. kalveren f 0—f melkschapen f 9f 17 a 18, lammeren f 9f 16, magere varkens f 19f32, biggen f 1.a f 1,10 per week. (N. v. d. D.) Ik zal nooit dien verschrikkelijken avond vergeten, toen Siva voor het eerst sprak." »Hoe lang is dat geleden?" vroeg ik. «Daarover zijn nu reeds verscheiden maanden verloo- pen. Ik knielde voor het altaar en sprak als gewoonlijk tot het beeld, toen het mij eensklaps in het Hindostansch antwoordde. Aanvankelijk kon ik mijn ooren niet ge- looven maar spoedig gewendde ik er aan dat Siva met mij wenschte te spreken en eiken avond luisterde ik aandachtig. In den beginne gaf het beeld mij merk waardige bevelen welke ten gevolge hadden dat ik het met allerlei kostbaarheden heb behangen. Ik voelde mij genoodzaakt, om al zijn bevelen op te volgen; maar onlangs heeft hij mij bevolen heeft hij mij bevolen." De oude man begon te rillen en te beven. Gedurende den tijd dat hij tot mij sprakhad hij voortdurend het beeld aangestaard nu deed hij eenige passen achterwaarts eu keerde het den rug toe. «Vroeg of laat moet ik het toch gehoorzamen", zei hij met zwakke stem; »doch dat ding maakt mij gek gek!" Waarom", vroeg ik; zeg mij toch, ik smeek het u waarom »Dat kan ik nietHet is te verschrikkelijk het raakt iemand, die ik meer dan alles ter wereld lief heb. De opoffering zou te verschrikkelijk zijn en toch word ik er toe gedwongen, ik word vreeselijk gedwongen door een bovenmenschelijke kracht. Vraag mij niet meer, mjinheer Rell, ik zie aan uw gelaat, dat u mede lijden met mij hebt." »U hebt gelijk", antwoordde ik. Ik had nauwelijks deze woorden gesprokenof de deur werd geopend en mejuffrouw ThesigerBagwell en dokter Laurier binnen kwamen. Mejuffrouw Thesiger ging recht op haar oom toe en legde hem de hand op den schouder. «Moet u hier nu nog langer blijven vroeg zij vriendelijk. »Ik heb u den vorigen nacht weer steeds heen en weer zien loopenu hebt in 't geheel niet geslapen. Ga nu naar bedn ziet er zoo vermoeid uit. Deze heeren zullen u zeker excuseeren", voegde zij er bij met een blik op Laurier en mij. Hofberichten. Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin- Moeder zullen den 18den September in de residentie terugkeeren. Uit Apeldoorn wordt bericht Toen H. M. de Koningin den 12 in eene door H. M. bestuurde victoria uitreed, kwam een hollend paard met gebroken lemoen de laan inrennen, H. M. tegemoet. De heeren I. en W. v. d. B., beiden oeconoom, tijdelijk te Apeldoorn, zagen het gevaar. De heer I. ging met uitge strekte armen op den weg staan, ten einde het paard in de richting van zijn broeder te doen uitwijken, waarbij het dezen gelukte, het paard in de teugels te grijpen en tot staan te brengen, dicht bij het rijtuig der Koninginnen, zoodat H. M. kon doorrijden. (U. D.) Reclame. In Friesland hebben verschillende hoofden van scholen franco per post een pakje reclamekaarten voor de pillen en de zalf van Holloway ontvangen, om die aan de kinderen uit te reiken. In een bygevoegd schrjjven werd nog een schilderij aangeboden, groot 91 bij 63 cM., voor stellende het koninklijk college Holloway en het portret van Holloway. Of de uitreiking plaats had wordt niet gemeld. De heer mr. E. Fokker, lid der Tweede Kamer, uit het district Alkmaar, heeft dezer dagen een bezoek gebracht aan liangedijk, teneinde zich op de" hoogte te stellen van de plannen voor eene verbindingslijn met de lijn van den Hollandschen Spoorweg in het belang van de groentenverzending, aan welke verbindingslijn de Langedijker bouwers en handelaars steeds meer eD meer behoefte gevoelen. (N. v. d. D.) Haarlem. De 20-jarige dienstbode, Johanna Meure, lapte een dezer dagen de ramen op de derde verdieping van het perceel Groote Markt no. 6. Terwijl het meisje nu een der ramen lapte, sloeg dit naar buiten open, waardoor zij het evenwicht verloor. Ze wist nog evenwel het raam te grijpen en hing daar ongeveer 7 meter van den beganen grond. De politie-agenten van Pel en Metselaar, die dit zagen, wilden naar boven loopen om haar te redden, doch de deur was gesloten. Het meisje kou zich evenwel niet langer vasthouden en liet zich vallen. Beide agenten vingen haar opzij kwam terecht op het hoofd van van Pel, die daardoor een buil bekwam en sloeg daarop achterover op het trottoir, waarbij zij zich zoodanig aan de enkels bezeerde, dat zij niet kon loopen. Ook aan den rug was zij geblesseerd, zoodat zij op last van dr. van Praag naar het Gasthuis is getransporteerd. Aardappelen. Op het eiland Voorne en Putten (Z.-H.) is de opbrengst der aardappelen dit jaar vrij goed te noemen. Alen delft er ongeveer 100 a 125 H. L. per gemet van Kralen en Tuinparels. De handel in deze soorten is vrij levendig grootere en kleinere partijen worden af en toe naar Rotterdam of 's-Gravenhage verscheept, tegen f 1.50 a f2 per H.L. De prijzen zijn stijgende. In Jammen is veel het zoogenaamde »doorwas", waar door deze aardappel veel van zijne goede eigenschappen zal verliezen. In de omstreken van Montfoort worden in de aard appelvelden weer larven van den doodshoofdvlinder ge vonden doch zij schijnen veel zeldzamer te zijn dan in 1896. Door den heer J. P. Oosterman, te Oosthuizen overleden, is aan de diaconie der Ned. herv. gem. aldaar f 5000 vermaakt. IJmuiden. De stoomboot «Gallia" liep den 13 door het weigeren der machine tegen een der ebdeuron van de nieuwe schutsluis aan. De schade werd begroot op ongeveer f 5000, waarvoor cautie gesteld moest wor den, voordat de boot vertrekken mocht. Een tachtigtal leden van het Koninkljjk Instituut voor Ingenieurs was tijdens de aanvaring juist op de sluis aanwezig zij waren hier om de sluis- en havenwerken te bezichtigen. Ken brug. Wij vernemen een typisch staaltje van hetgeen bij manoeuvres een troep al overkomen kan. Bij de oefeningen, welke op deVeluwe gehouden werden, stond «Zeker", antwoordde Laurier. «Ik zou zelfs zeggen dat mijnheer Thesiger dit onmiddellijk moest doen hij ziet er veel te vermoeid uit." »Ik zal gaan direct direct zei Thesiger eenigszins kort. »Laat ons alleen, Hélène je bent een best kindga nu heen lieveling »Ga nu, Hélène; windt hem toch niet op", hoorde ik Bagwell zeggen. Zij wierp een wanhopigen blik van den een naar den anderdaarna wendde zij zich om en verliet het vertrek. »En zou u mij het genoegen willen doen mijnheer Thesiger een séance te geven vroeg ik. Mjjnbeer Thesiger bleef eenige oogenblikken zwijgen toen sprak hjj «Door uw macht als medium zult u de stem kunnen hooren en daardoor dokter Laurier overtuigen.' Daarna begon hij weer eenige zonderlinge teekenen te maken knielde neer voor het altaar en sprak eenige woordon in het Hindostansch. Ik heb geloof ik nooit zonderlinger tooneel bijge woond; maar ofschoon ik bijna tegen zijn elleboog stond, kon ik geen ander geluid hooren dan het fluisteren van zijn stem. «Siva wil van avond niet spreken'zei hjj»er moet hier iemand zijn die haar kracht tegenwerkt; ik kan haar niet hooren. Zonderling Hij zag er verlegen uit; eigenlijk veel opgeruimder dan te voren. »U moet nu naar bed gaan mijnheer", zei Bagwell. »U ziet er werkelijk afgemat uit." »Dat ben ik ook", antwoordde hij. »Ik zal mijn vrienden maar aan u overlaten, Jasper. Gij zult er wel zorg voor dragen dat hun niets ontbreekt." Hij wensehte ons beleefd goeden nacht, knikte zijn neef toe en ver liet het vertrek. »Dat is de zonderlingste geest verstoringwaarvan ik ooit gehoord heb", riep ik uit. »Als u het goed vihdtmijnbeer Bagwell zou ik dat beeld wel eens nader willen onderzoeken." »Ga uw gang", zei by maar de toon van zijn stem was niet bijzonder vriendeljjk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 6