Honderd en eerste jaargang. 1899. V RIJ D A G 13 OCTOBER. Zitting van <len Gemeenteraad Woensdag, 11 October 1899, NO. 122. Tweede blad. ALKIHAARSOHË COURANT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderdag en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het geheele rijk f 1,—. 3 Nummers f O.OB. Afzonderlijke nummers 3 ets. Prijs der gewone advertcntlen Per regel fO.lö. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER ZOON. Telefoonnummer 3. VAIjALKHAAR. 's namiddags één uur. Voorzitter: de heer G. Ripping, burgemeester. Tegenwoordig, 15 .leden. Afwezig de heeren G. T. M. van den Bosch en C. Bosman. Secretarisde heer C. D. Donath. De Voorzitter opent de vergadering waarna de notulen der beide vorige vergaderingen gelezen en goed gekeurd worden. 1. Aan de vergadering wordt medegedeeld a. dat is ingekomen: een schrijven d.d. 6 September 1.1. Nr. 6 van de Gedeputeerde Staten ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 16 Augustus 1.1. Nr. 4 tot vaststelling der jaarwedden van de voor den cursus 1899/1900 benoemde tijdelijke leeraren der burgeravond school. Aangenomen voor kennisgeving. b. Idem alsboven d.d. 13 September 1.1. No. 11, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit van 30 Au gustus 1.1. Nr. 15tot verhooging der jaarwedden van twee der voor den cursus 1899/1900 benoemde tijdelijke leeraren aan de burgeravondschool. Alsvoren. c. Idem alsboven d.d. 6 September 1.1. Nr. 52, ton geleide van een uittreksel uit het Kon. besluit van 24 Augustus 1.1. Nr. 17, houdende goedkeuring der bij raads besluit van 7 Juni 1.1. Nr. 17 vastgestelde verordening tot heffing van schoolgeld voor het onderwijs op de bur geravondschool. Alsvoren. d. Idemeen schrijven d.d. 11 September 1.1. van Mevrouw Maclaine Pont, geb. van Pabst Rutgers, daarbij mede namens hare kinderen aanbiedende de beeltenis van haar overleden echtgenoot, in leven Burgemeester dezer gemeente. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten dat geschenk voor de gemeente te aanvaarden en daar voor aan Mevr. Maclaine Pont den dank dezer vergade ring te brengen. e. idem, een schrijven d.d. 13 September 1.1. no. 51 van de Gedeputeerde Staten, ten geleide van twee afwij zende beschikkingen op reclames in beroep tegen aan slagen in den hoofdelijken omslag, dienst 1899. Aangenomen voor kennisgeving. f. idem een adres d.d. 19 September 1.1. van het bestuur der Alkmaarsche Slagersvereening, waarbij ander- maai wordt aangedrongen op verwerping van het voor stel tot oprichting van een abattoir. Wordt besloten dit stuk in handen te stellen van de speciale commissie, om bericht en raad. y. idem, een schrijven d.d. 22 September 1.1. van de heeren M. Koopman en M. Vasbinder, houdende dank betuiging voor de verhooging hunner jaarwedden als tijdelijke leeraren aan de burgeravondschool. Aangenomen voor kennisgeving. h. Idem, een adres d.d. 3 October 1.1. van het depar tement Alkmaar der Maatschappij tot Nut van 't Alge meen, waarbij in overweging wordt gegeven het voorstel van B. en W. inzake salarisregeiing der onderwijzers niet aan te nemen, doch die meer in overeenstemming te brengen met de wenschen der onderwijzers. Wordt besloten, dit stuk in handen te stellen van B. en W., om te voegen bij de overige stukken op deze zaak betrekkelijk. i. Idem, een adres d.d. 27 September 1.1. van P. Kol les en 18 andere ingezetenen, houdende het verzoek om den prijs van het gas, dat tot drjji kracht wordt gebezigd, te verlagen en te brengen op 4ll2 cent per M3. Wordt gesteld in handen van B. en W., om bericht en raad. j. idem, een adres d.d. 25 September 1.1. van de firma D. Bosman on Zoon, houdende het verzoek om de door vaar tswijdte van de brug over do Sandersbuurt pl.m. 40 c.M. te willen vergrooten, desverlangd tegen vergoeding harerzijds voor een deel der daarvoor te maken kosten. Alsvoren. k. idem, het proces-verbaal van verificatie der gemeen tekas op 30 September 1.1. Aan kas was f 4719,57. Aangenomen voor kennisgeving. I. idem, de memorie van antwoord dezerzijds in zake het rechtsgeding contra D. Poll en de Maatschappij van zekerheidstelling voor ambtenaren en beambten te Am sterdam. Heeft ter visie gelegen en blijft beschikbaar ter lezing van de leden. De Voorzitter zegt, dat B. en W. zullen trachten ook de memorie van grieven van de wederpartij te ver kregen en als die in hun bezit is zal zij ter visie gelegd worden. De heer Kraakman antwoordt, dat het hem hoogst aangenaam zal zijn daarvan kennis te nemen en als zij is ingekomen zon hij B. en W. in overweging willen geven den heer ter SpPl en hem te hunner vergadering uit te noodigenom gezamenlijk eene conferentie te houden. De Voorzitter zegt, dien wensch bij B. en W. te zullen overbrengen. m. idem, een adres d.d. 8 October 1.1. van de politieke vereeniging Vooruitgang strekkende tot ondersteuning van het adres van onderwijzers inzake herziening der verordeningenbetrekking hebbende op het openbaar lager onderwijs. Wordt gesteld in handen van B. en W., om te voegen bij de overige stukken ter zake. n. idem, een adres dd. heden van J. W. Wicherink en 26 andere ingezetenen, houdende het verzoek om de Kooltuingracht te doen dempen en rioleeren. Wordt gesteld in handen van B. en W., om bericht en raad. o. idem, een verzoek van W. Blaauw c.s. om een on derzoek te doen instellen naar den toestand van den wa terafvoer in de Heerenstraat. Wordt besloten dit adres, dat meer eigenaardig aan B. en W. had moeten worden gericht, ter zijde te leggen als op ongezegeld papier geschreven. B. en W. zullen den adressanten een wenk geven zich tot hun college te richten. Gemeentelijke normaallessen. 2. Sinds 1895 bestaan in deze gemeente gemeentelijke normaallessen ter opleiding van onderwijzers en onder wijzeressen. Toen de Raad daartoe den 27 Maart 1895 beslootbepaalde hij tevens dat de kosten daarvan voor de gemeente de som van f 200 niet te boven mochten gaan. Wat onder »kosten" moest worden verstaan bleef onbeslistdoch werd tot heden in dezen zin op gevat dat boven eene toelage van J 200, de ontvangen schoolgelden on een verwarmd en verlicht schoollokaal voor de leeraren ter beschikking werd gesteld. Men bsschonwde tot heden dus onder de uitdrukking kosten voor de gemeente", dat uit de gemeentekas voor deze lessen geene hoogero uitgaaf mocht vloeien dan f 200. Burg. en Weth. zijn thans echter van oordeel dat dit de bedoeling van het raadsbesluit van 1895 niet terug geeft en nu de verordening op de heffing en invordering van schoolgeld voor deze lessen met 1 Januari a. s. van rechtswege vervalt en op haar behoud prijs wordt ge steld zoodat zij opnieuw zullen moeten worden vast gesteld meenen zjj deze gelegenheid te baat te moeten nemen, om al de verordeningen op deze lessen betrekkeljjk te herzien en daarbij die punter, welke tot nu toe niet duidelijk waren omschreven, te preciseeren. In verband daarmede stellen zij o. m. voordat de leeraren geene belooning uit de gemeentekas zullen ontvangen doch dat zij voor hunne diensten schadeloos zullen worden gesteld door eene evenredige verdeeling der rijks bijdrage, die aan de gemeente wordt uitgekeerd voor eiken leerling, die de akte L. O. verwerft. De leeraren der genoemde lessen hadden tegen deze bepaling bezwaar. Zij zouden gaarne in het genot blij ven gesteld van de bijdrage van f 200 en de ontvangen schoolgelden. B. en W. wijzen er echter opdat het geheel onregelmatig en zelfs in strijd met de Wet is om de opbrengst eener belasting aan de vrije beschikking der leeraren over te laten eener belasting die geheven wordt ten behoeve der gemeenteter tegemoetkoming in de kosten dezer lessen, die voor hare rekening komen. Het moet evenwel erkend worden dat de leeraren wordt hun de bijdrage van 200 onthouden voor eene moeilijkheid komen te staan. Zij toch hebben den leeraar in de natuurkunde enz., den heer A. H. Bijleveld, een jaarlijkseh inkomen als zoodanig van 200 verzekerd te betalen uit de tot dusver genoten bijdragevoor het geval zijn aandeel in de Rijksbijdrage minder dan deze som mocht bydragen. Deze moeilijkheid kan worden opgelost als de gemeente de jegens dezen leeraar aange gane verplichting voor een zeker aantal jaren overneemt, waartegen niet te veel bezwaar bestaat, omdat het niet waarschijnlijk isdat in de eerste jaren zijn aandeel minder dan j 200 bedragen zal. Met enkele andere door de leeraren voorgedragen wijzigingen kunnen Borg. en Weth. zich vereonigen. Mitsdien stellen zij voor te besluiten de ontwerp-verordeningen 1°. tot regeling der gemeen telijke normaallessen2°. tot heffing van schoolgelden voor het bijwonen dier lessen (de schoolgelden te blijven bepalen op 6 per leerling en per jaar) en 3°. tot invordering dier schoolgeldente willen vaststellen eerstgenoemde zooals die in den door de leeraren aan gegeven zin is gewijzigd en voorts aan den heer A. H. Bijleveld voorshands voor de jaren 1901 tot en met 1903een inkomen te verzekeren van minstens 200met dien verstandedat voor het geval zijn aandeel in de Rijks-uitkeering over eenig jaar minder dan die som moeht bedragen bet ontbrekende uit de gemeentekas zal worden gevonden. De algemeene strekking over dit voorstel wordt aan de orde gesteld. De heer Kraakman geeft de geschiedenis der ge meentelijke normaallessen van 1895 tot heden, waarvan hij de mededeeling noodig achtom met juiste kennis de artikelen der verordening sub. 1° te kunnen beoordeelen. De heer Blum wenscht eenige opmerkingen te maken. Als Arr. Schoolopziener heeft hy ieder jaar aangedrongen op herstel der rijks-normaallessendie naar zijn oordeel nimmer opgeheven hadden moeten worden in een ge meente als Alkmaar. Toen het laatste jaar eenige leer lingen met goed gevolg slaagden voor onderwijzer heeft hjj opnieuw over dat herstel gesproken met den Inspec teur in de 2e inspectie. Daaruit is hem echter gebleken, dat er in de eerste jaren op dat herstel wel niet behoeft te worden gehoopt, daar het de bedoeling is eerder de rijksnormaallessen te beperken dan uit te breiden. Het zal daarom van belang zijn de regeling dor gemeentelijke normaallessen zoo goed mogelijk te maken. De herziening der bestaande verordeningen is niet een gevolg van een zekeren aandrang van de leeraren der lossen, noch van den Raad, maar is uitgegaan van het Dagelijksch be stuur. In verband daarmede heeft hij gemeend, dat de bij de herziening voor te dragen wijzigingen alleen van redactioneelen aard mochten zijn. Die meening hebben B. en W., echter niet. In bijlage 111 zijn niettemin alle bo- zwaren die de leeraren tegen de eerste ontwerpen hadden, zoo goed als opgeheven maar een fundamenteel bezwaar is blijven bestaan. Burg. en weth. zijn van meening dat de normaallessen zijn gemeentelijke en niet particu liere. Theoretisch is dat standpunt juist maar prac- tisch is het juist omgekeerd. Ieder onzer kont art. 3 der wet L. O. en weet mitsdien wat onder openbaar wat onder bijzonder onderwijs moet worden verstaan. Men zal echter ook weten, dat art. 3 eerst een anderen vorm had en dat de gewijzigde vorm zooals het wel meer gaatminder duidelijk is geworden dan de oor spronkelijke. Mogen nu de gemeenteljjke normaallessen alhier gerangschikt worden onder openbaar lager onder wijs in het wezen der zaak staan ze vrijwel gelijk met particuliere lessen en mitsdien met bijzonder ou derwijs. Immers, zullen het inderdaad gemeenteljjke lessen zijn dan zal de gemeente ook de leeruren moeten bezoldigen. Doch dit doet zij niet. Zij leent aan de inrich ting alleen haar naam en ondersteunt haar een weinig, doch laat overigens de risico geheel voor rekening der leeraren. En nu wil men de reeds geringe toelage van f 200 nog ver kleinen en het te heffen schoolgeld niet meer aan de leer aren uitkeeren maar storten in do gemeentekas. Voor de leeraren is dat eene teleurstelling geweest. Dat er dit jaar 4 hunner leerlingen zijn geslaagd mag voor B. en W. geen motief zjjn, om te verklaren, dat er in de toe komst wellicht geen risico meer te dragen zal zjjn. Spr. herinnert hierbjj aan de bijzondere R.K. normaalinrichting, die voor twee jaar verschillende harer leerlingen zag slagen, het vorig jaar echter geen enkele, terwjjl dit jaar slechts één leerling met gunstig gevolg examen aflegde. Spr. zou in overweging willen geven, aan de wenschen der leeraren zooveel mogelijk tegemoet te komen. Vooral de waarborg, die B. en W. wenschen dat de gemeente op zich zal nemen ten aanzien van een der leeraren acht spr. zeer gevaarlijk. Het komt hem voor, dat dit beter aan de leeraren zelf kan worden overgelaten. Zoo ook met de aanschaffing van leermiddelen. Daarover zou spr. aan hen de vrije beschikking willen laten in de praktijk is dat beter vooral waar het betreft de aanschaffing van gebruikte instrumenten, kaarten enz. Zooals spr. reeds op merkte, zijn de normaallessen alhier feiteljjk bijzondere lessen met het gemeentebestuur tot hoofd. Hij ondersteunt de wenschen der leeraren meenende dat die volkomen gerechtvaardigd zijn. De Voorzitter wenscht den heer Blum er op te wijzen dat in het voorstel van burg. en weth. staat, dat dit college ten aanzien der voorgedragen ontwerpen met den heer Schoolopziener in overleg is getreden en dat die zich daarmede geheel kan vereenigen. Voorts is er wel degelijk een aandrangdie de herziening der verorde ningen noodzakelijk maakten.l. art. 14 der wet van 24 Mei 1897 (Staatsblad No. 156), welk artikel bepaalt dat de bestaande verordeningen met 1 Januari a. s. van rechtwege vervallen. Waar dus de schoolgeldheffing aan de orde moest komen, daar mag het de plicht van den Raad heeten, om leemten, die in de verordening tot rege ling der lessen bostonden, weg te nemon. Vorige spr. noemt voorts de verzekering van de f 200 aan een der leeraren, door de gemeente op zich te nemen, een gevaar lijk antecedent. Spr. is het hiermede niet eens. Hij ziet hieriu voor de gemeente niet het minste bezwaar. Als de leeraar Bijleveld zijne plichten niet meer waarneemt, is de gemeente van hare verplichting ontslagen. In hijlage 111 zijn B. en W. in alle wenschen dor leeraren meege gaan, alleen in één opzicht niet. Hij stelt voor, thans tot de behandeling der artikelen over te gaan. De heer Blum meent er op te moeten wjjzen, dat het alle schijn heeft, na de mededeeling van den Voorzitter dat de ontwerpen in overleg met den arr.-schoolopz. zijn vastgesteld als zou hij inconsequent zijn. In zeker opzicht is het waardat bij over de ontwerpen is geraadpleegd. Ten stadhuize heeft hij met den secre taris eene conferentie gehaddoch toen heeft hij al leen gesproken als Arr.-schoolopziener, m. a. w. over de financieele zaak waar het thans op aan komt heeft hij ^toen zijne meening niet gezegd. Doch als lid dezer vergadering is hij bevoegd daarover thans te kun nen medespreken. Indertijd heeft bij, als hij zich goed herinnert, wel de opmerking gemaakt, dat hjj zich niet kon begrijpen, dat de leeraren met alle voorgestelde wijzigingen ingenomen waren, doch hij kreeg toen den indruk, dat zij zich daartegen niet verzetten. Dit nu is gebleken wel het geval te zijn. Voorts drang van buiten is er niet geweest om tot de herziening over te gaan. Hij begrijpt echter zeer goed dat de schoolgeldverordening opnieuw zou moeten worden vastgesteld. De Voorzitter zegt dat de secretaris hem heeft medegedeeld dat hij bij de vaststelling der ontwerpen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 5