Ooi een klacht over ie parlementaire
onvru
Honderd en eerste jaargang.
1899.
ZONDAG
22 OCTOBER.
Nederland.
iNO. 126* Tweede blad.
ALkllAARSOHE III!RAM.
Deze Courant wordt Blasda g-, Donderdag-
en Katerdagavnnd uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het
geheele rjjk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentlen i
Per regel fO.15. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
Bekend zijn de klachten over den tragen gang van
onzen wetgevenden arbeid en den schralen oogst, dien de
Kamers gedurende hot tweejarig bewind van het tegen
woordige ministerie hebben kunnen binnenbrengen. Aan
den ijver van het ministerie hapert het niet; althans
niemand beweert, dat er niet genoeg wetsontwerpen wor
den ingediend, al doet zich ook thans weer het bekende
verschijnsel voor, dat sommigen juist aan andere onder
werpen de voorkeur zouden geven boven die welke de
regeering aan de orde heeft gesteld. Het ligt aan de
wyze van worken van onze Tweede Kamer, wordt be
weerd en velen zijn geneigd daarmee in te stemmen
maar wat te antwoorden op de opmerkingdat in vroe>
gere jaren de Kamer met bijna geheel dezelfde wijze van
werken binnen korten tijd zooveel tot stand wist te
brengen? Wat er in haar reglement van orde sinds dien
tijd is gewijzigdheeft alleen eenigen meerderen spoed
kunnen bevorderen maar zeker waren destijds de gewis
selde schrifturen heel wat minder uitvoerig, was de mon
delinge beraadslaging beknopter, en werd er belangrijk
minder tijd besteed aan algemeene beschouwingen, motiën
en interpellatiën.
Het is merkwaardig, dat door de partij, waarvan de
woordvoerder bij de behandeling van het adres van
antwoord op de Troonrede in de Tweede Kamer over de
bekende klachten sprak, en haar oorzaken trachtte op te
sporende anti-revolutionairen, onder de leiding van
Dr. Knyper juist op die algemeene beschouwingen,
motiën en interpellatiën zoo hooge prijs wordt gesteld.
Wij zijn verplicht bij elke gelegenheid onze beginselen
uiteen te zetten en voor het volk duidelijk te maken,
meende de heer de Waal Malefjjt. »Te streven naar afdoe
ning van zaken door supprimeering der algemeene be
raadslagingen zeide hij »is de dood voor het
constitutioneele leven omdat het de gelegenheid weg
neemt waarbij de zedeljjke band tusschon Kamer en
volk het krachtigst kon werken''en hij herinnerde er
aan, dat Groen reeds gezegd had »Wij hebben te onder
zoeken of de beginselenwaarop de wetten gebouwd
worden, waar en juist zjjn. Wanneer wij dit beproeven,
is het onaangenaam voor de andere partij, die dit als
tijdverspillen beschouwtbij ons is het tijdbesteding. We
zijn ook dan werkzaam, wanneer wij onderzoeken, of er
op goeden bodem gebouwd wordt
Nu, het mag gezegd, de heeron laten zich niet onbe
tuigd en aan de noodige vrijmoedigheid om telkens
en telkens weer voor den volke van hunne beginselen
te getuigen, ontbreekt het hun niet; de voorzitter zal
allerminst op hunne medewerking kunnen rekenen in
dien hij wil trachten zijn wensch vervuld te zien »dat
de algemeene beraadslagingen waarmee de openbare be
handeling aanvangtzooveel mogeljjk samengedrongen
worden. Maar waaraan zijn dan volgens dezen spreker,
voorstander van telkenB herhaald principiëel debat en van
daarmee samenhangende interpellatiën en motiën van orde)
de trage gang van den wetgevenden arbeid en de schraal
heid van den oogst van afgedaan werk te wijten
De heer de Waal Malefijt heeft de oorzaak genoemd.
»De Kamer" zoo sprak de woordvoerder der Kuyper-
partij »èn met èn door haar de Regeering lijdt nog
steeds aan de gevolgen van den vervalschten stembus
strijd van 1897. Toen heeft men samengekoppeld wat
niet saam behoordeen daardoor wel verkregen een
meerderheid op het papier, maar niet een krachtig aan
eengesloten geheelwaarmede te werken valt en daar
van plukt men na de vruchten. De christelijk-historische
partij, wolke de liberale als welkome bondgenoote aan
vaardde was van meet aan meer bedacht op het naja
gen van kerkelijke doeleinden dan op het tot stand
brengen van sociale hervormingen. Eu het gevolg van
het bondgenootschap is geweest, niet dat dr. Bronsvelds
vrienden marcheeren op radicaal-liberaal commando, maar
dat de vooruitstrevenden verplicht zijn bij hun opmursch
hun tred te richten naar het tempo aangegeven door de
Utrechtsche trom."
Over dit thema kan men zeer lange «algemeene be
schouwingen' houdenzonder elkander te overtuigen.
W ij willen ons daarvan onthouden maar alleen de vraag
stellen of nu inderdaad gebleken is, dat hierin de oorzaak
te vinden is van den tegenspoed waarover men klaagt.
Wij willen de feiten laten spreken en dan vinden wij
dat de regeeringsvoordrachten, welker afdoening de meeste
vertraging ondervindt zijn de wetsontwerpen tot invoe
ring van leerplicht en tot verzekering van werklieden
tegen de gevolgen van ongelukken. Nu zouden wij willen
vragen indien dat «bondgenootschap'' tusschen liboralen
en christelijk-historischen niet bestond indien de Kamer
samengesteld was overeenkomstig den wensch van den
heer Malefijt zonder christelijk-historischen en met een
klein getal zoogenaamde oud-liberalenmaar met een
talrijk leger Kuyperianen zouden dan die beide wetten
vlugger van stapel zijn geloopen Wij meenden tot nog
toe dat de remmende kracht zoowel tegen de wet tot
invoering van leerplicht als tegen die tot invoering der
wettelijke verzekering van werklieden niet het minst bij
de geestverwanten van den heer Malefijt was te zoeken.
Hoe het nu met het onderzoek en het afdoen van die
ontwerpen vlugger en voorspoediger zon zyn gegaan, als
die geestverwanten talrijker vertegenwoordigden de
christelijk-historischen afwezig waren, is ons een raadsel.
Vermoedelijk is deze bedenking ook bij den spreker
zeiven opgerezen. Hij ging althans onmiddellijk »een
ander puntbesprekennamelijk »de wijze waarop de
Regeering de sociale hervormingen opvat." In plaats
van den leerplichtdie op zoo grooten tegenstand moest
stuiten had zij onverwijld de pensionneering van den
ouden werkman moeten ter hand nemen die nog altjjd
»in studie is. Maar nu blijkt ook duidelijk waar de
schoen wringt. De grief van den spreker was niet, dat
het werk in de Kamer zoo weinig opschietmaar dat
er ontwerpen werden ingediend die niet in den smaak
vallen. Dat dit geheel iets anders is springt in het
oogen dat de heer Malefijt van leerplicht niet wil
weten begrijpen wij maar waarom dan betreurd, »dat
de bereikte resultaten in omgekeerde verhouding stonden
tot den velen en vaak zwaren arbeid door de Kamer
verricht" Voor die klacht bestond toch bij hem
geen grond. Veeleer had hij reden om zich daarover te
verheugen. Ons komt het voordat hij had kunnen
zeggendat het werk der Kamer zoo weinig vordert, is
hoofdzakelijk aan ons te danken en daarin stellen wij
onze eer; wij achten het onzen plicht, zoo mogelijk te
belettenalthans zoo lang mogelijk tegen te werken
wat met onze beginselen strijdt.
Veehandel In Friesland.
In melke- en kalvekoeien, met vrij wat grooter
aanvoer dan in de jongste weken, gewilde handel, met
grooter omzet en stijgende prijzen. Zoowel door Brabant-
sche als Hollandsche kooplieden worden inkoopen gedaan.
Vette koeien zijn goed gevraagd de prijs is wel zoo
hoog, vooral van de inferieure soorten. De eerste soort
heeft sedert verscheidene weken in prijs weinig verande
ring ondergaan.
Stieren voor de slachtbank, waarvan de aanvoer nog
steeds groot bljjft zeer gewildde prijs is hooger en
sedert een paar dagen zeer vast. Zooals gewoonlijk ging
de prijs van dit vee op en neer met dien van de min
dere soorten vette koeien. In verhouding worden de stie
ren duurder betaald dan het vette vee er worden stie
ren verkocht tegen 251/a cent per kilo.
Vette kalveren met vlaggen handel en behoorlijken
aanvoer, duurder.
Vette schapen en lammeren goed gewild. Ofschoon de
Engelsche markt voor schaapsvleesch niet bijzonder gun
stig gestemd is door den grooten aanvoer, vooral uit
Australiëmaakt het Hollandsche vleesch daarop eene
uitzondering en wordt goed betaald.
Melkschapen goed gevraagd, lammeren behoorlijk.
V ette varkens, met niet grooten aanvoer zeer gewild
en geregelden omzet. Ook vette biggen goed gevraagd.
Magere varkens willig jonge biggen zeer gevraagd.
De aanvoer was 160 stieren 120 ossen, 90 vette koeien,
2000 melke- en kalvekoeien, 180 pinken, 350 vette kal
veren, 1400 graskalveren, 2100 vette schapen en lamme
ren, 400 melkschapen, 10O vette varkens400 vette
biggen, 500 magere varkens en 600 kleine biggen
De prjjzen zijn: vette koeien le kwaliteit: 24—27 ct.,
2e kwaliteit 2224 ct., stieren 22-25$ ct., vette kalveren
3037 ct., vette schapen 23 —26 ct., vette varkens
1517$ ct. en Londensche biggen 1516 ct. per lL Kg.
Ossen t 160190, melke- en kalve koeien f 100—f 205
f pinken t 451 70, graskalveren f 30f 60, nuch
tere kalveren f 8—f 11, melkschapen f 10—f 18,50, lam
meren f 10f 17.magere varkens f 18f46 en jonge
biggen f 1.f 1.10 per week. (N. v. d. D.)
Ciraft. De raad der gemeente heeft tot onder
wijzeres aan de openbare lagere school alhier benoemd
mej. A. Eijken te Hoorn.
Tentoonstelling te Parijs.
De bijzondere commissie voor groep VII (Landbouw)
ter Wereldtentoonstelling te Parjjs in 1900 heeft bepaald,
dat Nederland door inzending van fokvee zal deelnemen.
Uit het programma blijkt, dat voor ons land twee
soorten van wedstrijden open staan, nl. voor fokvee
en voor verzamelingen of groepen melkvee.
Beide afdeelingen zjjn gesplitst, nl. voor het zware
Nederlandsche vee en voor het vee uit de polders der Noord
zee, waaronder het meer lichtere en het IJselvee kan
worden gerangschikt.
De inzending ait Nederland denkt men samen te stellen
als volgt:
18 stuks vee (Noord-Hollandsch veeslag (waarvan 6
stuks samen te brengen door de Vereeniging tot ontwikke
ling van den Landbouw in Holland's Noorderkwartier en
12 stuks door veehouders uit de verschillende provinciën,
12 stuks (Friesch veeslag) samen te brengen door de
vereeniging »Het Friesche Rundvee-Stamboek" in samen
werking met de Friesche Maatschappij van Landbouw
12 stuks (Groninger Veeslag) (zwarte witkoppen), bijeen
te brengen uit de provincie Groningen en Zuid-Holland
6 stuks IJselvee, roodbonte, aan te wijzen door de afdee-
ling Ovorijsel van het Nederlandsche Rundvee-Stamboek
en Landbouwvereenigingen.
Zooveel doenljjk wenscht men elk 12-tal te doen bestaan
uit 2 stieren van 1 tot 1$ jaar, 2 stieren van 2 jaren of
ouder, hokkelingeD van 1$ jaar, en verder volwassen
koeien van verschillenden leeftijd, terwijl ieder 6-tal van
elke soort één of meer stuks zoude kunnen bevatten.
De bekroningen komen ten bate der eigenhars, ten
wiens name de inzending geschiedt.
De aangiften van inzending staan voor een
ieder open, maar behooren uiterlijk vóórl
Februari 1900 te worden ingezonden.
De commissie behoudt zich echter voor de aangegeven
fokdieren vooraf door eene keurings-commissie te doen
opnemen, ten einde eenheid van type zooveel mogelijk
te verzekeren.
Do dieren worden, voor rekening der commissieop
een der Nederlandsche stations van de spoorwegen samen
gebracht en van daar onder geleide naar Parijs verzonden.
De commissie zal trachten een vertrouwd persoon, die
met den veehandel in Frankrijk bekend is, te vinden,
aan wien de eigenaren van het ingezonden vee die zelf
niet te I' a r ij s aanwezig zullen zijn kunnen opdragen
hun vee aldaar te verkoopen op voorwaarden die later
aan de inzenders zullen worden medegedeeld.
Ofschoon het plan tot uitvoering komtzullen toch
de bijdragen der Maatschappijen en Vereenigingen die
nog geen toezegging hebben gedaan worden ingewacht.
De voorzitter der bijzondere commissie voor groep
VII is mr C. J. Sickesz, lid der centrale commissie en
de bjjzondere commissie uit groep VII, belast met
de uitvoering der vee-inzending bestaat uit de heeren
J. Lreebaart Kz., Winkel; L. MagnéeHorn, D. van
KonijnenburgLeeuwarden.
"en Maag. Een negenjarig meisje alhier werd
bij het uitgaan van de school op straat aangesproken
door een mandie haar wilde overhalen om met hem
mee te gaan dan zou hij voor haar een zakje koekjes
kooper. Het meisje dat reeds vroeger door haren
vader was gewaarschuwd om nooit met een vreemde mee
te gaan weigerde. De mau had toen aldus heeft
zij later aan naren vader verteld haar opgenomen 6n
op zijn wagen gezeten is toen met haar weggereden.
Daar zij angstig schreeuwde heeft hij haar echter kort
daarna weer op straat gezet.
Het meisje en twee harer kameraadjes verzekeren dat
zij den man nog wel zouden herkennen.
De politie doet onderzoek.
Tentoonstelling van Voedingsmiddelen te
Antwerpen.
Deze tentoonstelling heeft plaats op 9—19 De
cember a.s. en^ is ontworpen door de Vereeniging van
Hotelhouders, Koffiehuiseigenaars, enz. Het is eene vak-
tentoonstelling in den aard van die, welke het vorige
jaar te 's-Gravenbage plaats had. Voor inlichtingen
wende men zich tot den heer P. C. Nicola, 14 Liede-
kerkestraat, Brussel.
Moorsche weefkunst.
In het Museum van kunstnijverheid te Haarlem
zullen belangstellenden, gedurende de eerste helft der
volgende maand, in de gelegenheid worden gesteld de
technische behandeling der Noorsche weefkunst te
loeren kennen. Do heer Arild Madsen heeft zich daartoe
welwillend ter beschikking gesteld en zal gedurende
eenige dagen in het Museum werkzaam zijn en betref
fende dezen tak van huisindustrie, die in het noorden
met zooveel vracht beoefend wordt, de gewenschte in
lichtingen geven. Op het oogenblik worden door ver
schillende regeeringen van Midden-Europa pogingen in
het werk gesteld ook aldaar dezen tak van nijverheid
onder de bevolking te verspreiden. De weefsels, die de
heer Madsen vervaardigt, dragen het Noorsche karakter
en verdienen waardeering daar ze zoowel aan artistieke
als technische eischen voldoen. De dagen, waarop de
heer Madsen in het Museum werkzaam zal zijn, zullen
nader worden bekend gemaakt.