No. 127. Honderd en eerste jaargang. 1899. WOENSDAG 25 OCTOBER. Amsterdamsche Brieven. Buitenland. ALKMARSCHE 001 RAAT. Deze Courant wordt Dinsdag-, Donderd ag- en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden voor A l k m a|a r f 0,80 franco door het geheele rijk f 1, 3 Nummers f ©,06. Afzonderlijke nummers 3 ets. Telefoonnummer t 3. Prijs der gewone advertentlen Per regel f 0.15. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven f r a|n c o aan de Uitgevers HERMs. OOSTER en ZOON. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennis dat door ben vergunning is gevraagd door JAN GROET, wonende Amsterdam tot het voortzetten van den verkoop van sterken drank in het klein in het perceel aan de Gedempte Nieuwesloot, wijk B. No. 31, welke vergunning thans ten name staat van W'. H. MATTHIJSEN. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar G. RI P P I N G, Voorzitter. 23 Oct. 1899. C. D. DONATH, Secretaris. XLIV. Hoeveel voordeelen in menig opzicht de hoofdstad aan haar bewoners ook moge aanbieden toch zijn er enkele groepen van menschen die zich daar maar niet thuis gevoelen. Zoo b.v. de officieren, waarvan velen Am sterdam een zoo nare garnizoensplaate vinden dat zij zelfs het kille Naarden aan alle kanten door bolwerken en water omgevendaarboven verkiezen. De oorzaak ligt voor de hand. Amsterdam is te veel koopmansstad dan dat de militairen daar in hoog aanzien kunnen staan, gelijk in den Haag ot kleinere steden het geval is. Ais een hoofdofficier wandelt langs Heeren- of Keizersgracht, dan kijken de bewoners dar soliede koopmanshuizen hem medelijdend aan. Zoo denkt ook het gros der Amsterdam mers, ja toen voor eenige maanden een adellijk luitenant in het huwelijk trad met een dochter van een aanzienlijk koopman vond het conservatieve gracht-element dat vrij wel een mesailliance. Men merkt in Amsterdam zoo weinig van het garni zoen en men leeft daarmee heelemaal niet mee. Er is over het algemeen nog meer respect voor de schutterij die trouwens door kolonel Bvellaard militairement wordt gedrild, dan voor het leger; de schuttery-officieren zijn overal bij en zij zorgen wel dat de couranten van hunne faits et gestes geregeld verslag geven. Zoo is dan ook de vorige week eene plechtigheid op het terrein van de Oranje-Nassau-kazerne vrijwel over de hoofden onzer stadgenooten heengegaan gelukkig was ten minste ditmaal de pers uitgenoodigd waardoor wij in de ge legenheid zijn daarover een en ander mee te deelen. Het gold hier het vervullen van eene oude belofte. Omstreeks twee jaar geleden werd bij de uitreiking der nieuwe vaandels aan de verschillende regimenten infanterie, cava lerie en veld-artillerie toegezegd dat H. M. de Koningin ook aan de overige corpsen der artillerie huldeblijken zou schenken. Over den vorm, waarin dit zou geschieden, adviseerde een commissiebestaande uit den luitenant kolonel C. de Wit, commandant der rijdende ariillerie te Arnhem en den len luitenant der artillerie B. H. Polvliet. Zij stelde aan H. M. voor een monument te laten vervaardigen waaraan de Koningin Hare goed keuring schonk, 't Was dit monumentdat in de afge- loopen week door het 2e regiment artillerie werd aanvaard. De ontwerper daarvan, de beeldhouwer A. Hesselink, heeft daarvan een fraai stuk werk gemaakt. Het bestaat uit een leeuw, staande op een vestingwal en met den krachtig vooruitgestrekten voorpoot rustende op het geschut, terwijl hij het vaandel, dat naast hem wordt geplant, ver dedigt. Aan de voorzjjde is een opschrift aangebracht »Citadel van Antwerpen, 1832," waardoor herinnerd wordt aan een der roemrijkste feiten uit de geschiedenis van de Nederlandsche vesting-artillerie. Bij de onthulling van dit monument waren zeer veel militairen aanwezig, die met instemming de martiale toespraak aanhoorden van den kolonel Westhoff, commandant van het regiment. Aan het slot daarvan wees hij erop, hoe het regiment in oorlogs tijd zon moeten uittrekken om de forten der stelling van Amsterdam te bezetten, zoodat 't- zich dan niet verder met, de zorg voor het eereblijk zou kunnen belasten. Voor dat geval verzocht de kolonel aan den Burgemeester, die bij de onthulling tegenwoordig was, om de taak van wachter over te nemen totdat de vrede was hersteld. Bp het antwoord van den heer Vening Meinesz deed zich een verrnakelyk incident voor. Als vader van een koopmansstad is de Burgemeester al evenmin precies op de hoogte van de rangen in het leger als zgn vrienden op de Keizersgracht en zoo gebeurde het, dat hij zich tot den kolonel wendde met het woord .overste". Kolonel Westhoff verroerde zich niet en deed juist alsof hij niet was aangesproken. De vergissing was dadelijk opgemerkt door den vice admiraal Ten Bosch, die zich onmiddeljjk naar den heer Vening Meinesz begaf om hem zijn vergis sing in het oor te fluisteien. Nu hervatte de Burgemeester zgn toespraak, den aangesprokene den titel gerond, waarop hij recht hadzoodat deze een geheel andere houding aannam. De verdere speech liep zonder militaire ketteryen van stapel. Het geheele incident duurde zóó kort, dat alleen zij, die zich vlak naast den spreker bevonden, daar van iets hebben gemerkt. Het geval scheen ons echter te teekenachtig om het voot beeld te volgen van de verslag gevers der bladen, die het vermakelijke intermezzo hebben verzwegen. Er dient hier nog by vermeld, dat da Burge meester zijn font goed maakte zonder ook maar één oogen- blik van zgn stuk te raken, maar of hij in het vervolg veel lust zal hebben om een militaire plechtigheid met rijn tegenwoordigheid op te luisteren schijnt ons miusr genomen zeer twijfelachtig. Niet minder dan de officieren hebben in Amsterdam de studenten te klagen dat zij veel te weinig in tel zijn. In andere academie-steden wordt er terdege met hen rekening gehouden, maar in de hoofdstad gaan zij op in de groote massa. Als er rijjool is wordt het publiek herinnerd aan de studeerende jongelingschap en ook bg het promotie-rijden spreken de voorbijgangers eens een paar minuten over de Academie, maar daarby blijft 't en als factor in de samenleving doen zij nauwelijks mee. De meesten begeeren dat trouwens niet anders, want zeer velen studeeren te Amsterdam, omdat zij daar ge heel vrij zgn en niemand er hen op aankijkt, dat hun beurs niet beter voorzien is. De vorige week hebben zij echter veel van zich doen sproken, ja, 't kwam zoo ver, dat hun daden een plaats kregen in het politie-rapport, dat eiken middag ter beschikking van de pers wordt gesteld. Dat is zóó gekomen. Naast het Studentencorps heeft men den Studentenbond, die met elkaar in felle vijandschap leven. Tot hiertoe bediende men zich meestal van woorden om aan die antagonie uiting te geven, maar de vorige week was 't in den groentijd en dan springt men zoo licht uit den band. Aldus geschiedde 't, dat een aantal leden van het corps hun sociëteit op het Rembrandtplein verlieten en la Jameson een inval deden op het domein van den Bond, de sociëteit, die zich op hetzelfde plein bevindt. De jongelui, die zich daar bevonden, verweerden zich krachtig tegen de overmacht, maar liepen daarby heelwat builen en pijnlijke plekken op. De zaak zou hiermee afgeloopen geweest zijn, wan neer zij niet de politie erbij waren gaan halen, in dit opzicht overeenstemmende met de socialisten, die al even min als de studenten met klabakken dwepen, maar dade lijk erbij zijn om hun bulp in te roepen, als een verga dering van partygenooten en tegenstanders lust toont om tot handtastelijkheden over te gaan. Een eerzaam agent toog mede en diens verschijning had een reusachtig succes druipstaartend gingen de aanvallers heen. Daar mee hadden de Bondsmannen tevreden kunnen zijn, maar zij deden dit niet, doch gaven toe aan de booze begeerte om hun vyanden »erbg te lappen"; aan het politie-bnroau op den Singel gingeu, zij klachten indienen, waarop proces-verbaal volgde, zoodat nu ten slotte de justitie misschien nog in de studenten-querelles zal worden ge moeid. De Corpsleden zgn thans uit den aard der zaak woedender dan ooit en er is heelwat zelfbeheersching noo- dig om hen de handen thuis te doen houden voor hen is dat loopen naar de politie een doorslaand bewijs, dat de lui van .Salve" zoo heet de sociëteit van den Bond, maar in den mond de3 volks hoort men nooit anders dan .Stalvee flauwe jongens zijn, die den moed missen om ouderfinge conflicten zonder inmenging van derden te beslechten. In andere academie-steden, beweren zij, zouden zg daardoor voorgoed dood zijn verklaard. Hoe dan ook zeker is 't, dat het corps zich van vrij wat sympathieker kant heeft doen kennen door zijn ovatie, die het op een der ontgroeningsfeesten heeft geschonken aan de Transvaalsche jongelui, die hier studeeren. In hen werd het kloeke volk gehuldigd, dat znlk een hache- lijken strijd heeft aanvaard waarvan de aanvankelijke uitslag den vrienden der Afrikaners met bange zorg vervult. Zij waren de helden van den avond en door de vele bewijzen van toegenegenheid vergaten Reitz en Pretorius dat zijn hunne namen voor enkele oogen- blikken de angstige spanning die in de laatste weken nnn leven heeft vergald. Men moet afrikaner zijn om te begrijpen wat het zeggen wil hier kalm te zitten terwijl do vijand familieleden vrienden en het dierbare vaderland belaagt. De jongelui konden 't dan ook niet langer in onze stad uithouden hoewel 't vrij zeker is dat de Engelschman of de Portugees hen niet zullen doorlaten hebben zij toch maar besloten om naar Lorenzo Marques te vertrekken en te zien of zij van daar niet het gevechtsterrein kunnen bereiken waar slechts rust voor hun ontroerd gemoed te vinden is. Als het geluk nog altijd met de stoutmoedigen, is zullen zij hun doel zeker bereiken en wee den Engelschman die binnen het bereik van hun geweer komt. Wordt vervolgd. BEEGIE. De gezonddeidscommissie van do Schelde, te Antwerpen zetelende is bijeengeroepenter zake van een pestgevaldat zich aan boord van een der schepen van de lyn MarseilleAntwerpenin de haven van Plymouth heeft voorgedaan. Volgens berichten uit Brussel hebben de troepen van den Congo-staat de handen vol met do oproerige inlandsche stammen aan het Tanganika-meer. In een brief van 20 Juli schrijft een der officieren .Gisteren had een gevecht plaats dat zes uur duurde. Drie honderd dooden bleven op het slagveld en meer dan drie honderd memchen waren gewond. De muiierg duurt nu reeds twee en een half jaar en is nog steeds niet onderdrukt wordt veeleer erger dan minder." EACEIjASf©. De berichten der nederlagen den Boeren toegebracht zijn natuurlijk met gejuich ontvangen, enals ware de oorlog voor goed beslistverdiepen eenige Jingo-bladen zich in de aanstaande constitutie door Engeland aan de nog te veroveren koloniën te geven. Toch geeft de krijgsgeschiedenis en speciaal die van de oorlogen tegen de Boeren voorbeelden te over dat een dergelijk aanvankelijk succes op een taaien en energieken vijand niet de minste reden geeft tot een finale zegen- praal te besluiten en dat het ook hier .kan verkeeren." Het departement van oorlog heeft officieel bericht ge kregen van het sneuvelen van generaal Symonsjuist door de Koningin tot generaal majoor benoemd. Symons, die 51 jaar telde, had een schoone militaire loopbaan achter den rugzoowel in Zuid-Afrika als in Indie. Meermalen werd zgn naam met lof genoemd in officieele depêches en militaire onderscheidingen werden ruim schoots zgn deel. JDe generaal stierf aan het hoofd van de Natalsche strijdmacht die uit de 4de devisie was samengesteld. KBAWIA.BI.I K. Het schijnt dat het verhoor der verdachten aan den aanslag tegen den staat afgeloopen is en de dossiers aan den procureur-generaal ter hand gesteld zijn. Over eenige dagen zal deze zijn requisitoir voordragen en vermoedelijk zal de commissie op 28 October de arresten van verwijzing of van ontslag van rechtsvervolging onderteekenen. Die stukken gaan dan naar den president van den Senaat die na de bestu deering van het dossier het hooggerechtshof zal byeen doen komen, wat waarschijnlijk op 8, uiterlijk 10 Novem ber zal geschieden. Man denkt dat 12 of 14 der be schuldigden zullen moeten terecht staan. Een der laatsten die voor de commissie verschenen zgn was Jules Guérin. Men had in de Rue Chabrol een kogel gevonden welke als bewijs zou dienen dat uit het fort op de politie en troepen geschoten was, het geen natuurlijk de zaak van Jules Guérin zou verzwaren. De beschuldigde heeft een expertise gevraagd daar volgens hem de kogel van een ander kaliber is dan die uit de geweron die zich in het fort bevondon terwyl bovei.dien een kogel nooit uit het fort afkomstig kon zijn daar door de belegerden niet anders dan met los kruit is geschoten. KUID-AFKIiA.%. Al doet men voorzichtig de be richten over de beide nederlagen der Boeren in Natal niet zonder eenig wantrouwen aan te nemen, daar zg natuurlijk eenigzins Eogelsch-geklonrd zgn, zoo blijkt toch dat de Boeren tot nog toe verre van gelukkig geweest zgn. Tot i.wee maal toe, eens bg Glencoe, eens bij Elandslaagte is niet slechts hun aanval afgeslagen, maar werden zij, met groot verlies aan dooden, en krijgsgevangenen uit hun posities verdreven. Deze beide overwinningen hebben de Engelschen, volgens de telegrammen, voornamelijk te danken, aan de uitstekende leiding en bediening bnnner artillerie. De .Standard" ontving den 21 uit het kamp bij GleDCoe het volgend telegram Toon de fuseliers en de Royal Rifles op ongeveer 1000 yards van den vijand gekomen waren, waren de batte rijen der Boereu volkomen tot zwijgen gebracht. De En- gelsche kanonnen hadden de artillerie der Boeren op 2500 yards met steeds toenemend eflect geschoten. Midderwijl virig van de zijde der Boeren een hevig ge weervuur aan, dat in de gelederen der Engelschen groote verliezen deed ontstaan. Tegen negen uur in den morgen hadden de fuseliers en de Royal Rifles zich en tirailleur opgelost over den heuvel en giugen de Boeren aan den haal. In dien tijd waren het 18e regiment huzaren, alle koloniale en Eogel- sche afdeelingen bereden infanterie en het Leicester regi ment noordelijk en oostelijk opgemarcheerd, zoodat dus de Boeren feiteh k waren afgesneden van hun terugtochtsweg. De vijand zat tusschen twee vuren en leed, op het oogen- blik, zware verliezen. De officieele lijst der verliezen door den Engelschen in dit gevecht geleden doet zien, dat ook zij het hard te verantwoorden hadden. Generaal Symons is doodelijk gewondelf officieren zijn gedood, namelijk twee kolonels, een majoor, drie kapi teins en vijf luitenants. Drie officieren zijn zwaar gewond, namelgk een kolonel, een majoor en een kapitein. Zeven tien officieren zgn gewond, namelijk twee maj iors, vijf kapiteins en tien luitenants. Het verlies aan soldaten wordt op 200 geraamd. Spoedig daarop volgde de aanval bg Elandslaugte waaromtrent officieele telegrammen van den 22 het vol gende melden .Het werkelijke gevecht begon te halfvier in den middag. De Boeren hadden een buitengewoon sterke stelling bezet op rotsachtige heuvels. Onze kanonnen namen stelling op een torreinrug op 4100 yards van den vijand, die onmid- delijk het vuur opende. Zijn schoten waren vrij goed ge richt, wel wat te hoog, de granaten sprongen goed. Na het artillerie gevechtdat eindigde met het tot zwijgen brengen der Bóeren-artillerie, rukte de infanterie tot den aanval op met het Devonshire-regiment in front, terwijl de Devonshire Gordons den linkervleugel omtrokken. De kanonnen der Boeren die herhaaldelijk tot zwijgen werden gebracht, heropenden bij de minste gelegenheid het vuur. Zg werden met grooten moed bediend. Na een hevig gevecüt nam de infanterie te halfzeven de stelling der Boeren in, die tot bet laatst met grooten moed en volharding aan de kanonnen hieven. De lanciers en de dragonders chargeerden driemaal in het duister op de terugtrekkende Boeren en richtten een aanzienlijke slach ting aan. Wy namen twee kanonnen en het geheele kamp. De verliezen der Boeren zijn aanzienlijk. De door de Boeren

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 1