No. 128.
Honderd en eerste jaargang.
1899.
V R IJ D A a
27 OCTOBER.
Amsterdamsche Brieven.
l'ARIJSCHE BRIEVEN.
Buitenland.
UklIAAltSCIII! CO; KAM
Deze Courant wordt Blnsda g-, Honderd g-
en Zaterdagavond uitgegeven Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O,SO franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f O.OO. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f O,IA. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
en ZOON.
XLIV. (Slot).
Het meeleven met onze stamverwanten in het zuiden
van het Donkere Werelddeel die naam is dezer dagen
na de misdadige onderneming van Chamberlain's huur
lingen weer meer dan ooit toepasselijk gaat in da
hoofdstad steeds crescendo. De voorloopige opgaven der
giften voor het Koode Kruis vermelden al vele dui
zenden maar zeker zullen dat tienduizenden worden als
alle lijsten zijn teruggekomen. In geen jaren is er een
wereldgebeurtenis geweestdie zoo unaniem dezelfde
gevoelens van verontwaardiging heeft opgewekt en schier
algemeen wordt de gelegenheid aangegrepen om door
geld iets van zich af te wentelen van het pijnlijke gevoel,
dat men zijn persoon niet kan geven om mee te helpen
bestraffen het schandelijke onrecht, dat wordt aangedaan
aan een natie wier grootste ondeugd in Engelsche oogen
is, dat zy zoo vrijheidlievend zijn. Wij hebben menschen
gesproken die anders verre van scheutig zyu maar nu
eensklaps doen alsof zij de waarde van het geld niet
meer kennen en wij weten dat er werklieden zijn die
voor een paar maanden van hun pijpje tabak hebben
afstand gedaan om iets te kunnen bijdragen tot leniging
der namelooze ellende die deze bloedige worsteling na
zich zal slepen. In dat algemeene bijspringen ligt iets
schoons. Men verwijt den Amsterdammer wel eens dat
hij zich zoo blasé kan voordoen deze oorlog bewijst
echter, dat al die voorname onverschilligheid maar vernis
is en daaronder nog een hart klopt, warm voor het steu
nen van hen, die thans de Engelsche politiek van zijn
ignobelste zijde ieeren kennen.
Zoo algemeen worden de gedachten beheerscht door het
Afrikaansche drama, dat alles, wat niet bijzonder urgent
is, voorshands wordt uitgesteld. Wij staan b. v. voor een
gemeenteraadsverkiezing, maar niemand interesseert
zich voor de candidaten Vooruitgang" heeft zelfs nog
geen gelegenheid kunnen vinden om bij iemand daarvoor
aanzoek te doen. Menschen, wier dag anders niet goed
iswanneer zij in een stekelig debat niet iemand oen
half doziju hatelijkheden hebben toegevoegd, denken nu
daaraari niet, maar gaan thuis vlaggetjes op oorlogskaar
ten prikken
Alleen enkele onderwijzers maken op dezen regel
een uitzondering z hebben nog gelegenheid kunneu
vinden om zich boos te maken op B. en W., wien zij
gemis aan het noodige respect ten laste leggen. Dat zit
zóó in elkaar. Bij de aanstaande volkstelling zijn ver
scheidene vertrouwde personen noodig en nu heeft het
Dagelijksch Bestuur de medewerking der klasse-onderwij
zers ingeroepen, zoowei van openbare als bijzondere scho
len, om de kaarten op te halen en bij de invulling daar
van eventueel de behulpzame hand te leenen. Er zullen
daarmee vijf dagen gemoeid zijn, die gedeeltelijk in en
gedeeltelijk buiten de Kerstvacantie vallen voor deze
laatste kunnen de Hoofden der scholen verlof verleenen,
voorzooverre de geregelde gang der school, het toelaat.
Met deze werkzaamheid is ongaveer 20 gulden te ver
dienen een financieel buitenkansje, waarvoor men zon
denken, dat de onderwijzers B. en W. dankbaar zouden
zijn. Sommigen hebben dat ook zoo opgevat en het blad
Be Kath.-School heeft naar aanleiding daarvan geroemd
in den practischen blik van B. en W. Niet alzoo echter
eenige leden van den Bond, die in hun orgaan zijn gaan
klagen over lesé Majesté. Zy spreken daarin over »paeda-
goog-loopjongen," over »een nieuw toegeworpen kluifje,
een antwoord vol fijn gevoel op onzen eisch om lotsver
beteringover »schande dat men den ouderwijzers zoo
iets durft vragen kortomeen groot deel wordt ge
bruikt van de vocabulaire, waarvan deze opvoeders zich
plegen te bedienen wanneer zy het hebben over de
autoriteiten en hunne onmiddellijke chefs, de hoofden.
»Wat men doet voor zijn brood is geen schande" iets
van dien aard kan men eiken avond hooreu in »De
Nieuwe Prikkel" bij Van Lier, maar een aantal Bonds
mannen blijkt een ander gevoelen te zyu toegedaan. Hun
principe, het zooveel mogelijk veraeffen en hoog-houden
van den onderwijzersstandjuichen ook wij .zeer toe,
maar wij kunnen niet inzien, hoe door den arbeid voor
de volkstelling aan hunne waardigheid zou worden te
kort gedaan. Als B en W. er niet aan gedacht hadden
om ban te vragen, of zij dat financieele extraatje wilden
verdienen, ja, dan was er reden tot klagen geweest, maar
nn de goede bedoeling te miskennen, terwijl men toch
vrij blij 11 om zich voor het emplooi al of niet aan te
geven, is niets anders dan een gevolg van de voortdurende
ontevredenheid, die uit alles het venijn zuigt. Het onge
luk is daarbij naar alle waarschijnlijkheid weer, dat de
goeden voor de kwaden moeten boeten, want of B. en
als zich weer eens iets van dien aard voordoet, zich
opnieuw zullen blootstellen aan allerlei onhensche opmer
kingen, mag met giond betwjjfeld worden.
Laat ons hier een zeer sympathiek onderwijzer her
denken wiens levensdraad in de afgeloopen week nog
betrekkelijk onverwacht werd afgesneden. Wanneer een
vreemdeling iu Amsterdam een vriendelijk oud heertje
op zijn gemak door de straten zag wandelen, dan ver
lokte het aardige gezicht, door zilverwit haar omlijst,
hem steeds tot de vraag, wie dat was, en bijna elk Am
sterdammer wist dan te antwoorden Uouman vau de
kweekschool. Maar nog meer bekend was hij in onder-
wijs-kringen, waar dan ook verslagenheid heerschte, toen
het bericht van zijn verscheiden werd vernomen. Bonman
mag misschien nog een onderwijzer zijn geweest van den
onden stempel maar wij zouden zijn jongere ambtge-
nooten hartelijk feliciteeren als zy wat van zijn qualiteiten
overnamen. Op Zorgvliet werd aan zijne nagedachtenis
holde gebracht door zijn opvolger aan de Kweekschool,
den heer G. Meijer, door den heer den Hertog namens
de Vereeniging voor Paedagogiek, door den heer H. van
Voorthuijsen namens de Levensverzekeriug-Maatschappij
van het N. O. G., door dr. J. H. H. Hlilsmann namens
het schooimnsenm en door he. hoofd der school Jac. P.
Ihijsse als oud-loerling. Wat al verschillende namen en
verschillende richtingen op één punt kwamen deze
echter allen samen de vereering voor den grijsaard, op
wiens graf een monument van dankbare leerlingen be
hoort te verryzen.
XVII.
Parijs, 2l Oct. 1899,
In een vorig schrijven wezen wij er op, dat hier de
sympathie voor Holland over het algemeen vrij groot is.
Dit blijkt ook thans uit alles wat wij te Parijs hooren
en lezen over de Transvaal. Ochtend- en avondbladen
geven de berichten over den oorlog op de eerste blad
zijde en maken daarbij tevens de bemerking, dat bijna
al die bericüten nit engelsche bron komen en men er
dus niet geheel en al geloof aan moet hechten. Wij
hebben nog niet éénon Franschman ontmoet, die het
voor de Engelschen opnaiu, integendeel waar wjj komen,
in huiselijken kring, koffiehuis of waggon, by kapper of
kleermaker, een ieder spreekt vol lof over »ce brave
petit people" en drukt, den wensch uitdat de boörs
den Engelschen een flinke »raclee" (een pak slaag) zullen
geven. De echte Parijzenaar kan den Engelschman niet
uitstaan, hij heelt zelfs niet meer het land aan den
Duitscher, en Datuurlijk ontbreekt het niet aan allerlei
plannen, welke alle ongeveer daarop neerkomen, dat men
maar eens met een flink leger in Engeland moet landen.
Hoe zulk een groot leger daar komen moet, verneemt gij
dau het best van menschen die misschien nog nooit een
oorlogschip gezien hebben.
Uit een ander deel van Alrika kwam een voor velen
heugelijk bericht namelijk dat luitenant Meynier niet
gesneuveld is. Dat koloniseeren in Afrika schijnt al
zeer vreemd te gaan oen afgevaardigdede heer Paul
igué vertelt daarvan allerlei afschuwelijke feiten, welke
ongeveer lniden dat slavenhandel en moorden daar aan
de orde van den dag zijn. De troep onder leiding van
de officieren Vonlet en Chanoine moet het al bijzonder
erg gemaakt hebben en toen de regeering generaal
Klobb zond om daaraan een einde te maken werd deze
op last van Vonlet vermoord. Volgens de laatste berich
ten was Vonlet de hoofdschuldige, hij had al de andere
europeesche officieren vooruit laten trekken en wachtte
met enkel inlandsche soldaten kolonel Klobb en luitenant
Meynier op. De eerste verloor het leven men meende
den tweeden ook overledenen juist zou voor beiden te
Parijs een lijkdienst gehouden worden toen het bericht
kwam, dat Meynier niet dood is, maar integendeel ge
nezen van zijn wonden dat alle officieren en soldaten
Vonlet afvielen en alleen Chanoine het voor Vonlet op
nam. Een volgend telegram meldt dat beiden, Vonlet en
Chanoine, door hunne eigene inlandsche soldaten werden
doodgeschoten. Vrienden en bloedverwanten van Meynier
zijn overgelukkig, maar voor den vader vau kapitein
Chanoine, generaal en ond-miuister van oorlog, is het
eene zware beproeving.
Zoo gy te Alkmaar gelegenheid hebt Parijsche geïllu
streerde bladen te lezen, dan zult gij in alle eene plaat
gezien hebben, voorstellende een' stier, die midden in het
publiek springt, in plaats van bedaard in het circns te
blijven. Ja, dat eerste stierengevecht van Parijs heeft al
heel wat pennen in beweging gebracht, van hooger hand
scheen men op een middel te peinzen, uoe die wetsover
treding te beletten. Ln ziet, daar begint nauwelijks het
scüouwspel of de stier gaat den verkeerden kant nit,
springt over de heiuig, werpt een dozijn personen omver,
veroorzaakt eene fabelachtige paniek, holt uaar buiten
en wordt door picadores, politie en gendarmes achter
volgd. Men lost een ongelooflijk aautal revolverschoten
op het verbaasde dier, dat eindelijk doud vult, en de
voorstelling wordt uitgesteld tot den volgenden zondag.
Doch thans had meu in hooger sfeeren eene te welkomeno
reden gevonden om de stierengevechten te verbieden en
daarom blijft Parijs voorioopig van dit öpaansch vermaak
verstoken. Die uitslag verheugt ons, want wij zijn be
paald tegen vermaken, waarbij onschuldige dieren uoode-
loos gepijnigd worden; bovendien zonden wij het jammer
vinden, zoo een deel van het geld, door het publiek voor
zijn genoegen uitgegeven outhouden werd aan meer
edele ol tenminste Onschuldige vermaken, om te vloeien
\u de kas van hen, die apeculeeren op de ziekelijke
nieuwsgierigheid en den sluimerenden bloeddorst der
menigte. Aan gelegenheden van ontspanning ontbrtekt
bet hier waarlijk niet; wij hebben een twintigtal schouw
burgen en ongeveer een gelijk aantal «Spectacles et con
certs zonder nog te tellen de groote hoeveelheden café-
chantants in alle wijken der stad. Voegen wij daaibyue
paardenwedrennen, de musenms, de muziek in vele koffie
huizen, de panorama's, diorama's, wielrijders-wedstrijden,
fetes foraines (kermissen) enz., dan kannen wij het gerust
buiten stierengevechten stellen. Vreemdelingen, die niet
goed de fransche taal verstaan, en toch gaarne een mooi
theater bezoeken, zonden wjj het Chatelet aanraden. Daar
geeft, men ons een »Robinson Crusoë", zoo prachtig, het
is tooverspel. De schrijvers hebben er een drama van
gemaakt, waarvan de inhoud geheel van het ware verhaal
afwijkt, maar het is eene opvolging van prachtige deco-
ratiën, costumes en dansen, in één woord gezegd, prachtig.
Op rechtsgebied willen wij niet spreken over het com
plot, doch even wijzen op een vrij kluchtig, echt parijsch,
proces. De schilder Goubot, in 1897 overleden, vermaakte
zjjn vermogen aan de stad Parijs, aan het »Oeuvre de
1 hospitülité de unit" en aap de «Sociétó philantropiqQe"
doch tevens gaf hij een legaat aan elk zjjner zes ge
lieven, zes dames, die eene lijfrente krijgen, elke de
minste van 500 en de boogste van 1200 francs per jaar.
De schilder verklaart in zijn testament, dat hij zoovele
dames koos, omdat hij zoo gaarne een' erfgenaam wenschte,
dat geene enkele mevrouw of juffrouw lief genoeg geweest
was om haar tot zijne vrouw te maken, maar daar hij
toch eene goede herinnering aan haar allen wilde achter
laten, zoo zette hjj de dames in zjjn testament. Eene
harer krijgt eene lijfrente van 500 francs, maar zonder
dat zij aan het kapitaal kan raken, omdat, zoo staat er
geschreven, zij te dom is, om het te knnnen bewaren.
De stad Parijs en de beide genoemde vereenigingen van
liefdadigheid vragen de nietigverklaring dier legaten, op
grond van immoraliteit. Vandaar dit proceshetwelk
hier velen vroolijk maakt. J. M. T.
DUIT&ClHIiAND. Uit Berlijn wordt geseind, dat
de Staatssecretaris van marine Tirpiti, gelijktijdig met
die voor bnitenlandsche zaken vou Balow den 24 naar
Potsdam ziin ontboden, voor een gemeenschappelijk on
derhond met den Keizer. Admiraal Tirpitz begaf zich
daarop den 25 naar Baden-Baden om aldaar den rijks
kanselier prins Hoheniohe te spreken. Enkele bladen
brengen deze conferenties in verband met den Engelsch-
Transvaalschen oorlog.
fclNttELAlVI». De verwachting in ons laatste
nummer uitgesproken, dat de berichten der «glansrijke
overwinningen" wel wat te Engelsch-gekleurd zonden
zijn, is niet beschaamdwel verre van overwinningen op
de hoofdmacht der Boeren, waren het voorpostgevechten,
waarin de Boereu wel is waar hnnne stellingen moesten
verlaten voor de groote overmacht van vijanden, doch
niet, dan na dezen vele verliezen aan officieren en man
schappen te hebben berokkend. Verdeu de verliezen der
Boeren door de Engelschen als zoo groot opgegeven,
volgens een telegram uit Pretoria bedroegen zij niet
meer dan 10 dooden en ongeveer 25 gesneuvelden. Ligt
ook hier de waarheid in 't midden, dan is het verlies
der Boeren toch niet grooter geweest dan bij een der
gelijk langdurig artillerie gevecht te verwachten was en
zeker met aanzienlijker dan dat van de tegenpartij. En
dat de Engelsche Kegeeriog zelve over de resultaten
met zeer tevreden is, blijkt wel het beste nit het feit,
dat zij nóch telegrammen publiceert, nóch toelaat dat de
bladen telegrafische berichten ontvangen, doch zich be
paalt tot het doen mededeelen van resumé s, door ge
neraal Wolseley opgemaakt, waarin in vage termen een
en ander omtrent de krijgsoperaties wordt medegedeeld.
De bladen maken zich daarover niet slechts zeer ongerust,
doen zijn bovendien verontwaardigd, dat de Regeering
hun de gelegenheid beneemt hnn lezers voor te lichten.
oor de Engelsche pers, die geen middelen ontziet om
bare repotatie van de best en snelst ingelichte te hand
haven, is deze positie te ondraaglijker, nn zoo menig
Eugelsch huisgezin met angstige spanning naar berichten
hunkert.
Een door hot departement van marine uitgevaardigd
bevel zegt, dat alle kruisers van dereserve der vloot te
I ortsmouth zich gereed moeten honden, om kort nadat
daartoe order gegeven is, uit te zeilen.
£I'lD-AFlIiKA. Volgons de laatste berichtan zon
het generaal Vole gelakt zyn, Glencoe en Dundee ver
laten hebbende, zich by Ladysmith met generaal White's
troepen te vereeuigen. De strijd bij Eiandslaagte, waarin
White de Boeren, die aldaar de spoorwegverbindingen be
streken, door een groote overmacht uit hnn vooruitge
schoven stelling terugdreef, zon tot doel gehad hebben
deze vereeniging mogelijk te maken Hoezeer dat doel
bereikt is, blijkt uit het verlaten der stelling Glencob—
Dundee, dat de Engelsche generaals bnnne positie hachelijk
achtten, eu concentratie hunner macht noodzakelijk. De
beslissende slag zal das vermoedelijk zeer spoedig bij Lady
smith geleverd worden.
Uit het westen wordt gemeld, dat generaal Cronjé,
Mafeking ingesloten boudend, voornemens is een krach-
tigen aanval op Kimberiey, te doen, werwaarts hij met
een deel zyner troepen vertrokken is.
Len telegram van 23 Oct. nit Colesberg (ten zuiden
van Oranje-Vrijstaat) aan de »Times" meldt, dat de toe
stand daar ernstig is. De Boeren, ter sterkte van 350 man,
werden versterkt door een macht van Driekop, op drio