Groote Najaarsveemarkt.
De driemaster „Toekomst."
Honderd en eerste jaargang,
1899.
ZONDAG
29 OCTOBER.
Feuilleton.
Uit het Noorse h.
Jonas I vio.
NO. 129. Derde blad.
ALkll tiescili: COURANT.
Deze Courant wordt ülnsda g-, Honderd a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f ©,8© franco door het
rijk f 1,
3 Nummers f ©,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel fO.lft. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
en ZOON.
Telefoonnummer i
kunnen maar al te licht den poot bezeeren en wordt deze
vooral des winters, bij sterk bovroren straten, spoedig
opengetrokken ook het zouten water, waarmede men in
groote steden de sneeuw van de straten doet verdwijnen
dringt in het vleesch en veroorzaakt het dier ondragelijke
pjjnen. De beenderon van den hond zijn in verhouding
teer, hij kan loopen, springen, maar het trekken voor een
wagen is geheel tegen zjjne natuur. Daardoor komt het
ook, dat de meeste trekhonden spoedig zeere pooten hebben.
Het ruggemerg van den hond is zwak en bewegelijk, juist
het tegendeel van het trekdier, hetwelk vast en sterk is,
zijn loop is niet rechtlijnig, maar zgdwaarts, hij kan zich
alzoo niet flink in het touw zetten. Daarbij komt nog
dat de hond van oorsprong een roofdier is, bewegelijk,
ving, zijn temperament is levendig en is het geheel tegen
zijne natuur in denzelfden tred te loopen, hij begint dan
gewoonlijk met grooten spoed te trekken en wordt zeer
ras moede. Het ademen valt het dier, door de drukking
van het tuig en het ongeschikte werk, bij groote hitte
ondragelijk zwaar »ieder onverstandig gebruik maken
van een dier, hetgeen tegen zijne natuur is zooals
dr. Sondermann op het IX internationale congres der
dierenbescherming zegt is misbruik maken, dieren-
plagerij." De mensch heeft het voorrecht de dieren naar
hunne krachten en lichaamsbouw tot verschillende doel
einden te gebruiken, hij zal den os niet voor de jacht
dresseeren, het paard niet ais wachter zetten en den hond
niet als trekdier gebruiken. En toch is zoo menigmaal,
inzonderheid in het noorden van Duitschland, de hond
nog altijd het trekdier van »den kleinen man." Maar
dit moet en zal anders wordenhetgeen in Engeland
kon geschiedenwaar reeds sedert het jaar 1839 het
gebruik van den hond als trek- en lastdier by eene boete
van 40 tot 100 Mark verboden is moet ook in Duitsch
land mogeiyk zgn.
Engeland heelt zyne kleine ezelwagens, die men overal
op straat ziet staan.
Na schgnt de aankoop van een hond minder kostbaar
dan van een ezel, maar dit is in werkelgkheid niet zoo,
men kan van den ezel twintig jaren nut hebben, terwgl
de hond slechts zes jaren dienst kan doen daarbg kan
men van den ezel wel driemaal zooveel vergen als
vau den hond koude en hitte kan de hond ook min
der weerstaan. Wel moet de ezel beslagen worden
maar daarvoor is hij ook niet zoo dikwerf voor den dienst
ongeschikt als de arme met zeere pooten behepte hond.
Daarbij moet men nog in het oog houden, dat de laatste,
indien hp voor den dienst ongeschikt geworden is, zgne
waarde geheel verliest, terwijl de ezel bij den vérkoop
nog altgd zgne 15 tot 30 Mark kan opbrengen.
Nu is de stalling wei een bezwaar, vooral in groote
steden, de hond woont dikwijls met zgn baas op dezelfde
kamer, terwgl de ezel een aparte plaats noodig heeft
Maar deze moeilgkheid ware met den tgd ook te over
winnen, daar de ezel niet veeleischend is en met eene
kleine plaats in een keldermits dezelve maar goed
droog is, zich tevreden stelt. Op het platte land is al
licht een plaatsje daarvoor te vinden.
De voedering van den ezel is ook veel gemakke
lijker en voordeeliger dan van den hondomdat de
ezel woinig behoefte heefthg eet ook aardappel
schillen afval van groentenoud brood enz. Maar
vooral is reinheid in voeding en drinkwater zeer aan te
bevelen en moet hg minstens twee a driemaal per week
gereinigd worden, maar ook voor den hond is zulks be
hoefte. De ezel is eenvoudiger en gemakkelgker te behan
delen dan de hond. Ook die tot een spreekwoord geworden
»domheid des ezels is door de wetenschap bestreden
Hachet Soupiet stelt de intelligentie van den ezel zelfs
hooger dan van het paard, bg goede behandeling is hg
gewillig en zacht, alleen bg ruwe behandeling toont bg
zijne koppigheid. Ook is nog in het oog te houden dat
de afval van den ezel nog eenige waarde heeft en
ezelinnemelk nog 3 4 Mark per liter opbrengt. Moge
dit schrgven een goed doel ook in Nederland bereiken
waar nog maar al te vaak dikwgla onwetend tegen
mishandelingen der armo honden, onze trouwe vrienden,
gezondigd wordt. (N. v. d. D.)
Winterslaap.
Mag men sommige Russische bladen geloovon dan
zijn in het gouvernement Psowk geheele dorpen Vvaar
de bewoners een langen winterslaap houden als middel
tegen honger 1 Misgewas is er bgna altgd en daarom zgn
de boeren gewoon het eten uit te sparen door te slapen.
Het geheele gezin ligt op de gemetselde kachel. Een
maal daags komen zg overeind om een stuk hard brood,
dat in den herfst gebakken is, te eten en een slok water
te nemen en gaan dan weer liggen om verder te snurken.
Een elk op zgne beurt staat op om voor het vuur
in de kachel te zorgen en doet dat zoo langzaam
mogelgk om geen grooteren honger te krggen. Zoo leven
zg maanden achtereen en men hoort in die dorpen geen
ander geluid dan snorken 1
Wp welken leeftijd Is men het sterkste 1
Do spierenalsook alle organen van het lichaam,
hebben hunne peroden van ontwikkeling en achteruit
gang onze lichaamskracht neemt tot op een zekeren
leeftgd toe en naderhand weer af. Nu heeft men met
duizenden personen door middel van een dynameter (kracht
meter) proefnemingen gedaan en deze hebben de volgende
resultaten opgeleverd. De tilkracht van een jongen van
17 jaren bedraagt 127 Ko., op twintigjarigen leeftijd is
zg tot 145 gestegen en bereikt het maximum op 31- of
32-jarigen leeftijd met 160 Kgr. Aan het einde van het
31ste levensjaar begint de lichaamskracht, aanvankelgk
W01 waar langzaam, te verminderen. Op 40-jarigen
leeftgd is zg 1.8 Kg. verminderd en deze vermindering
neemt tot het 50e levensjaar toe, op welken leeftgd een
gezond man nog 145 Kg. kan tillen. Na dit tijdstip ver
mindert de kracht snel, totdat de zwakte van den hoo-
gen ouderdom bereikt wordt. Opgaven omtrent de
krachtsvermindering na het 50e levensjaar kunnen niet
verstrekt worden daar deze juist bg verschillende per
sonen opmerkelgk verschillend is.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis dat ter gelegenheid van
de Órootr Najaarsveemarkt op Maandag 6 IV o-
v e b e r a.s. het vee dat niet per vaartuig
naar de markt wordt gebracht alléén aangevoerd
mag worden langs den Heldersehen wegover de
Helloërbrug en over de draaibrug over het tiroot
TVoordliollandseh kanaalbij welke plaatsen het
vee door een deskundige moet worden onderzocht.
Aanvoer van vee langs het Zeglis over de Geester-
brugde Vlotbrug de Nienwlanderbrug en de rustieke
voetbrug is verboden.
Het vee hetwelk per vaartuig aangevoerd wordt
mag niet gelost worden dan onder toezicht van
den daarmede belasten veearts die lossing maguitge
zonderd voor de gewone marktschuiten en vletten
welke aan de Haarsenmakersgraeht moeten lossen,
alléén geschieden aan de Kanaalkadc, op de door den
havenmeester aan te wgzen plaats.
Geen vee mag ter markt geplaatst worden als het niet
vooraf is gekeurd en gestempeld.
Het is voorts aan stalhouders uitdrukkelijk verboden
■nest of stroo op de marktplaats neer te leggen
of te strooien.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, G. RIPPING, Voorzitter.
21 Oct. 1899. O. D. DONATHSecretaris.
W©OAiFLAATI-VEBjl1VDERlIG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
herinneren de ingezetenen dezer gemeente aan hunne
verplichting, om bg het betrekken eener ander# woning,
of bjj het zich vestigen uit eene andere in deze ge
meente, daarvan binnen eene maand nadat die verhuizing
of vestiging heeft plaats gehad, kennis te geven of een
verhuisbiljet inteleveren ter secretarie dezer gemeente.
Verzuim van een of ander wordt gestraft zooals bg Ko-
ninklgk besluit of bg gemeentelgke politieverordening is
bepaald.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar G. R I P P I N G, Voorzitter.
23 Oct. 1899. 0. D. DONATH, Secretaris.
Trekezels geen trekhonden.
Een woord ter dierenbescherming.
Naar h e t H o o g d u i t s c h.
Het is eene dierenplagerg den hond als trekdier te
gebruiken daar zijn lichaamsbouw en zijn temperament
tot zulk een arbeid niet geschikt zgn. Het trekdier moet
een stevigen, harden poot hebben, waarmede het op moeilgk
te begane wegen zonder hindernissen kan loopen, en ook
nog flink beslagen kan worden. De poot van den hond
daarentegen is week, tusschen de teenen slechts door een
zeer dun vel gedekt en uiterst gevoelig. Bg al te sterke
drukking gaan de teenen uit elkaar, glasscherven enspgkers
TAN
1)
INLEIDING.
In Noordland en Pinmarken zgn er geen families, zoo
als bgv. op den Farör, van den naam »Havraaxter"
(Hav Zeersexter drgfhout)welke naam alzoo
beteekent aangespoeld of aangedreven door de zee. Die
naam behoort echter van nature thuis in die noordelgke
streken plaatsnamen als »Reekvig" 1) »Tommervig" 1)
en meer andere getuigen dit.
Eigenlgk is het een gemeenschappelgk eigendom van
het heele Noorden in wiens historisch leven het menig
diepe trek van het noodlot vormt van af de duistere
sagen van Koning Skjolddie in een zeef naar Dene
marken zeilde, Kraaka, die naar Spangereid kwam en
Leifdie de pooten van zgn troon naar IJsland liet
dry ven, tot nu toe, nu de zee Noorwegen met zgne dui-
zende schepen een massa hedendaagsche ideeën van alle
landen toevoert.
Toen Leif de pooten van zgn troon over boord wierp,
geschiedde dit bopaald niet uitsluitend uit oen godsdien
stig oogpunt.
Met de bedachtzaamheid van een landontdekker wilde
bg nagaan welken weg het drgfhout nam dat onont-
baai; rak drgfhout; tómmer scheeps
timmerhout.
beerlgk was voor brandhout en timmerhout en waar hg
zich, met het oog hierop op de kust van IJsland moest
vestigen. En deze plaats werd »Reikjavik."
Evenals de warme golfstroom wrakken van schepen
en drijfhout noordwaarts zendt, evenzoo hebben de toe
standen in de maatsGhappg in de laatste eeuwen ver
scheiden menschelgke wrakken naar de kusten van
Noordland en Finmarken gedreven, die te gronde gegaan
zijn in het leven in de zuidelyker streken.
Deze districten waren een tgdlang het verbannings
oord van den noorsch-deenschen staathet noorsche
Siberië voor allerlei misdadigers.
In dien tijd was het eene goede staatseconomie om de
bevolking op zulk eene wyze te vermeerderen.
Daar deze streken vrijgesteld zgn van de loting voor
de militie, zgn ze tot nu toe nog een vryplaats voor die
jongelieden uit het zuiden des lands, die zich willen
onttrekken aan de zware militieplichten.
Een minder bekwaam theologisch kandidaat kon geen
slechtere aanteekening bg zgn examen krggen, dan wan-
neer hg geschiut verklaard werd voor eene kleine predi
kantsplaats in Noordland.
V anneer iemand, die in betrekking was, zich op de
eene oi andere wijze in het Zuiden des lands onmogelgk
gemaakt had, dan gebeurde het dikwgls, dat hg door
den drang der omstandigheden naar het Noorden ver
zeilde, waar hg dan huisleeraar werd bg den landrechter,
den dominee of bg een handelsman en menig begaafd
man heett ongetwyfeld op die afgelegen, eenzame plaat
sen van Noordland in vergetelheid de laatste jaren van
een geknakt leven doorgebracht.
Verscheidene hunner waren rare, wonderlgke typen
en meestal aan den drank verslaafd. Zooals gewoonlgk
was hun vroeger leven onbekend of alleen het onder
werp van vermoedens.
Tengevolge van dezen toevloed van menschen, slechte
predikanten, bediendeD, wegens tekort aan kas met de
noorderzon vertrokken, of menschen van »nette familie,"
die eene valsche handteekening hadden gezet en gevlucht
waren om de gevangenis te ontloopen vreeemde avon
turiers, waaronder fransche emigranten vanaf de tjjden
der Hugenoten, schipbreukelingen, gestrande zeelieden
van verschillende nationaliteiten, waarbg soms ook vrou
wen, vindt men bg de bevolking van de noordelgke
gemeenten vele vreemde gelaats-typen en namen, die
soms een wonderlyk vreemde klank hebben.
Dikwijls trouwden zij zich in de boerenfamilies en hunne
kinderen verzonken spoedig in de algemeene vergetelheid.
Op een der buitenste scheren van Helgeland wonen
nog een paar arme menschen, die het zegel dragen van
de oude adelijke familie Benkestok. Zij zgn de laatsten
van hun geslacht en in verscheiden families worden nog
de tradities bewaard eener avontuurlijke herkomst.
Wanneer men in die streken reist kan men daarvan
romantische vertellingen hooren ook nog van deze eeuw.
ole van deze verdwenen namen kwamen later weer
te voorschijn, sommige zelfs als groote handelsfirma's
in Noordland en Finmarken.
Vele dezer vreemdklinkende firma's zgn nog afkomstig
uit den tyd, toen de handel eene verhuizing naar die
streken noodzakelijk maakte en wel voornamelgk de
handel van Bergen en Denemarken op Finmarken.
Zoowel in den tijd, toen de Bergensers het monopolie
hadden van den handel op Finmarken, als in de latere
jaren na 1750, toen men trachtte, op grond van gebleken
misbruiken, dezen handel te doen drijven onder Deensch
priviligie, was voornamelgk Köllefjord aan den Noord-
kyn een bloeiende handelsplaats.
Als stapelplaats van de Finmarkscho producten die
eerst door de Bergenser en later door de Deensche sche
pen da&r vandaan gehaald werden als haven voor de
russische vaartuigen die daar langs de kusten ruilhan
del dreven en als noodhaven voor de vreemde schepen
die op Archangel voeren heerschte daar altgd veel
leven en bedrgvigheid.
Toen stond Köllefjord als handelsplaats verre boven
Vardó en het opkomende Vadsó.
Ofschoon gestadig achteruitgaande bleef het plaatsje
toch nog niet van belang ontbloot in de periode die