Nummeren der gebouwen, De driemaster „Toekomst." ALKMAARSCHE COURANT: Ijk en Herijk. Amsterdamsche Brieven. Feuilleton. Art. 5. Uit het Noorse li. Jonas Ue. No. 131. Honderd en eerste Jaargang. 1899. Woensdag 3 Sfov. 1899. Tweede blatl. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar brengen ter algemeene kennisdat de Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid bij beschikking van 6 October j.l. no. 190 heeft goedgevonden lo. te bepalen, dat het goedkenringsmerk gedurende het jaar 1900 te bezigen, zal zijnbij den ijk en herijk van maten en gewichten de letter K in den gewonen schryfvorm 2o. dat als merk bij eerste stempeling aan het ijkkantoor Alkmaar zal gebezigd worden het cijfer lO. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Alkmaar G. R I P P I N G, Voorzitter. 31 Oct. 1899. 0. D. DONATH, Secretaris. BURGEMEESTER en WETHOUDERS de gemeente Aklmaak, herinneren de ingezetenen aan de bepaling van de artt. 5, 6, 7, 8 en 9 der verordening houdende be palingen omtrent het verdeelen der gemeente in wijkeu en het opmaken van volledige staten der bevolking en harer huiziDg ingevolge art. 140 der gemeentewet, luidende: »Het nummeren der perceelen heeft plaats voor elke .straat of voor eiken weg afzonderlijk in dier voege, als »door Burgemeester en Wethouders zal worden bepaald. Art. 6. .Afzonderlijke bovenwoning of bovenwoningen hebben .hetzelfde nummer als de benedenwoning of het beneden- .lokaal doch worden onderscheiden door bijvoeging .van de letters a b enz. Art. 7. .De nnmmers der perceelen worden in den regel ge- plaatst boven of ter zijde van de deur, die toegang geeft .tot het perceel. Burgemeester en Wethouders kunnen .toelaten dat het nummer op eene andere plaats worde .aangebrachtmits het van den openbaren weg steeds .duidelijk zichtbaar zij. .Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd de nummers »te veranderen in welk goval de nieuwe nummers voor »de eerste maal voor rekening der gemeentej worden .aangebracht. Art. 8. .Met boete van ten hoogste f 3 wordt gestraft de eige- »naar, vruchtgebruiker of beheerder van een perceel »lo. waarop niet een met zwarte verf op lichten grond .geplaatst nummer, ter grootte van minstens 4 cen- timeters, in goed leesbaren staat onderhouden wordt; »2o. waatvaD gedurende den tijd van net verrichten van .werkzaamheden aan het perceel het nummer niet .duidelijk aan den openb. weg leesbaar is aangeduid; »3o. waarop aan den openbaren weg een ander nummer .is aangebracht dan daarvoor door Burgemeester en .Wethouders is bepaald. Art. 9. .Met boete van ten hoogste f 3 wordt gestraft de per- »soon in art. 8 bedoeld die bij opbouw, wederopbouw, .splitsing of vereeniging van perceeleu verzuimt lo. zich binnen 8 dagen na den aanvang van het werk .schriftelijk tot Burgemeester en Wethouders te wen- »den, ten einde deze bepalen welk nummer daarop .moet worden geplaatst »2o. zorg te dragen dat op het perceel binnen 14 dagen .na ontvangst der beschikking, krachtens de voor- .gaande alinea van dit art. genomen het nummer .van het perceel is aangebracht." Zij noodigeu eigenaren, vruchtgebruikers of beheerders van perceelen in deze gemeente nit, om indien één of meer hunner eigendommen niet van het vereischte nnmmer is voorzien aan de bovenstaande bepalingen vóór 15 November a.s. te voldoen, teneinde do straf bij art. 8 eu 9 vastgesteld, te ontgaaD. Inlichtingen omtrent hot juiste wijknnmmer, worden verstrekt aan het bureau van den gemeente-architect. Burgemeester en Wethouders voornoemd Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter. 26 Oct. 1899.C. D. DONATH, Secretaris. XLV. Gebrs. van Lier blijven toch maar altijd de handigste tooneel-directeuren in Amsterdam. Wat was 't b.v. in de afgeloopen week weer goed van hen gezien om een voorstelling van »De Nieuwe Prikkel" te geven ten bate van het Koude Kruis voor de Transvaal en wat is er hartelijk in het .Grand Théfttre" gejuicht, toen eeu aantal coupletten en tafereelen gewijd waren aan de groote gebeurtenis, die bijna alle gedachten in beslag neemt. Goed te doen en zich tegelijkertijd de sympathie van het publiek te verwerven dat verstaan de ervaring rijke directeuren in de Amstelstraat uitmuntend en daarvan was deze voorstelling weer een aardig staaltje. Waarom is nu b.v. .Het Nederlandsch Tooneel" niet eens op dat idee gekomen. De Koninklijke Vereeniging beklaagt zich altijd, dat er zoo weinig menschen naar den schouwburg opgaan, als zij daar serieuse kunst ten tooneele brengt, doch zouden haar zaken uiet veel beter marebeeren, als zij zieh eens onderstond om van haar hoog voetstuk af te dalen en ook eens een gelegenheid aangreep om wat meer populair te worden. Een vader landslievende voorstelling in den Stadsschouwburg met geestdriftige betoogingen ter eero van het kloeke broeder volk zon een evenement zijn, dat later nog zou worden aangehaald als een voorbeeld, hoe Nederland zich aan het einde der 19e eeuw één gevoelde met een natie, die met daden haar nationale hymne waar maaktOns wil zijn vrijdaar blijf ons bij. Na van Lier is gekomen het Amsterdamsch Operette- Gezelschap, zoogenaamd onder directie van Adee&Co., achter welken schuilnaam zich de heer A. D. Loman, de vroegere mede-directeur van de Nederlandsche Opera, verbergt. Het leeuwendeel van de algemeene sympathie voor de Transvalers komt echter de liefhebberij-kunst opeischen een zeer groot aantal voorstellingen is reeds aangekondigd en telkens komen er weer nieuwe bij. Er ligt wel een pijnlijke tegenstrijdigheid in, dat de midde len om het leed op het slagveld te verzachten aldus ver schaft worden door vreugde te bedrijven, maar hier moet men alleen maar op de uitkomst letten en wanneer zulk een voorstelling eenige honderden guldens opbrengt voor het doel der Zuid-Afrikaansohe Vereeniging, moet men maar denken, dat anders dit bedrag niet zou zijn gestort. Overigens moet erkend worden, dat de Amsterdammers in deze dagen zich allerminst van een karigen kant doen kennen. Jammer is 't, dat zich niet een vast bureau heeft gevormd, dat den geheelen dag zitting houdt om giften in ontvangst te nemen en deze daarna met de voorletters der gevers in de couranten publiceert. In die leemte voorzien de lijsten, welke in verschillende winkels en ook aan de dagbiad-bureaux liggen, maar zeer gebrek kig, te meer daar die adressen niet officieel zijn gepu bliceerd. Alleen heeft men nu het voordeel, dat verschil lende kostelijke opmerkingen, die aan één bureau door haar veelheid zouden verloren gaan, bewaard blijven een hoog percentage van hen, die teekenen, doet dat al lucht gevende aan de ergernis over het gemeene gedrag van den Engelschman, die in deze dagen verstandig doet met Holland's hoofdstad te vermijden. Grappig is een zoon van Albion er tusschen genomen bij een tabaks- inschrijving van Frascatidaar kwam iemand op het idee om voor het Roode Kruis te collecteeren eu als overal viel dat ook hier in goede aarde. Onder het zingen van »de Boereu hebben 't gewonnen" omringde men een Engelsch makelaar, wien men te verstaan gaf, dat men zijn naam bovenaan op de lijst wenschte hij was zoo verstandig om toe te geven en met een zuurzoet gezicht f 10 te offeren. De belangstelling in Zuid-Afrika is steeds crescendo en wanneer de loop der zaken eens van dien aard mocht zijn dat er een schitterende overwinning te bulletineeren valtdan zal men een uitbarsting van vreugde zien des te levendiger naarmate er meer angst is opgekropt. En slagen de Boeren erin de overmacht der Engelschen buiten hunne grenzen te houdendan mag Holland zich een klein deel van de eer daarvan toekennen immers, ook zijne zonen hebben hun bloed geplengd voor de zaak der rechtvaardigheid. Moge die wetenschap vaders en moeders echtgenooten en kinderen voorbereiden om hen niet tot wanhoop te doen vervallen wanneer zij ver nemen dat hun zoons hun man of hun vader op het slagveld zijn gedood of in handen van den vijand ge vallen. Blijkens de nadere berichten heeft het Hollandsche corps vereenigd mot de Johannesburgors zich twaalf uur achtereen geweerd tegen den veel talrijker vijand maar ten slotte hebben zij toch hot onderspit moeten delven. Wie weet hoe velen daarbij den dood gevon den hebben Met zekerheid is dit thans helaas reed3 bekend van onzen voormaligon landgenoot Or. H. .1. Coster. Hem in al zijn verdiensten te schetsen ligt niet op den weg van den Amsterdamschen briefschrijver trouwens door anderen is dit reeds op voortreffelijke wijze gedaan. Een kleine persoonlijke herinnering zij mij echter vergund omdat ook ik vele jaron geleden Herman Coster mocht leeren kennen en waardeeren. Dat was op de H. B. School te Alkmaar. Wat waren wij allen altijd bijzonder op zijn gezelschap gesteldZijn levensomstandigheden waren van dien aard, dat bij als vertroeteld zoontje van gefortuneerde familie alle kans liep om in zijn jeugd heel weinig uit te voeren en een eerste viool te spelen onder de Hoogere Burgersdie destijds de Cadettenschool was er nog niet op hun manier heele heeren waren. Cos- ter wist echter altyd aan die verleiding te ontkomen en wat in hem toen al zoo werd geapprecieerd was, dat hy altijd bereid was om zijn makkers te helpen met wat zijn vlugge geest hem eer dan een ander had doen begrijpen. Vele jaren is dat al geleden en de tijd doet elkander uit het oog verliezen. Aan Coster heb ik echter altijd een blijmoedige herinnering behouden en wanneer ik in den loop der jaren bij mijne Zuid-Afrikaansche studiën telkens weer las van de triomfen, door hem in het land der Boeren behaald heb ik mij daarin altijd verheugd en het gezond verstand geprezen van hen die voor zijn talenten en aangename manieren een open oog hadden. Dat was juist weer iets voor hem om vooraan te strijden in de gelederen van hen die den gehaten indringer wilden weren. Rampzalige kogel die aan dit kostbare leven een einde maakte rampzalige huurling die zijn geweer richtte op de borst van dezen intelligenten jongen man die zoo noode zal worden gemist Hoe pjjnlijk is 't toch in deze dagen tot een kleine natie te behooren 1 Wij hebben geen leger en geen vloot om onze stem te mengen in het wereld-concert, ja wij mogen zelfs ons-zelf niet geven om daarginds onze go- vallen landgenooten te wreken. O ik kan verzekeren dat deze week velen de Afrikaner studenten hebben be nijd die hunne academische studiën er aan gegeven hebben om hun plicht te doen voor hun vaderland menigeen zou gaarne met hen zijn meegegaan ook al zal er veol krijgslist noodig zijn om hen hun doel te doen bereiken. De Hollander mag echter zulk een poging niet wagen want ziju j eigen regeering zou hem zelfs moeten desavoueeren. 't Is juist dit gevoel van machteloosheid, dat dubbel gretig elke gelegenheid doet aangrijpen om, binnen de geoorloofde perken, uiting te geven aan de gevoelens, die ook te Amsterdam zoo levendig zijn. Wie Zaterdag tegenwoordig was bij het vertrek der ambulance van „Het Koode Kruist" moet huiswaarts gekeerd zijn met de overtuiging, dat de strijd in Afrika bij de 1 lollanders een revival heeft tot stand gebracht van wat daar nog sluimerde van don kloeken geest onzer voor vaderen. Nog zelden heeft een stoomboot Amsterdam verlaten als de König met haar kostbare vracht van priesters en priesteressen op het gebied van humaniteit. De regen viel den ganschen morgen in stroomen neer, maar bijna niemand was daarvoor thuis gebleven. Hon derden hadden gehoor gegeven aan den drang des harten om door hun persoon en hunne juichkreten kenbaar te maken, hoezeer zij het liefdewerk waardeeren, waarvoor de zeereis wordt aanvaard. Wel-is-waar weet men, dat »Het Roode Kruis" evenzeer de Engelschen zal helpen als de Boeren, maar die gedachte werd op den achtergrond gedrongen de expeditie wordt beschouwd als een bewijs de dichtgesneeuwde roef stond en soms een blik op haar wierp, alsof hij iets stond te overwegen, terwijl hij af en toe een bijl, die naast hem lag, opnam en dan weer neerlegde. 11 ij zag, dat zij stervende was. Ondertusschen was op het voorschip nog eeu derde persoon bezig, geheel in beslag genomen door zijn werk. Dat was een man, die deu middelbaren leeltijd reeds ge passeerd was een zee-fin, afkomstig van het afgelegen liggende kleine Lóvó, wiens eenige bewoner hij was. Hg had een zeil, een bootshaak, en koperen ketel en nog een massa andere dingen, die hp op dek ge vonden had, opgestapeld tegen het laatste overblijfsel van de reeling en juist verscheen hij op hot achter dek bp de kajuit toen de jonge man de portefeuille aan den andere overreikte. Eeu trek van hebzucht vloog over het gelaat van den Pindoch direct daarop vertrok zich zpn gelaat en een uitdrukking van ontzetting was er op te lezen, zpn blik was gevallen op de jonge vrouw, die daar met haar kind op de kajuitstrap zat. Tei wijl de twee anderen zich in het ruim begaven en aanstalten maakten om een gat in den bodem van het schip te slaun, stelde de zee-fin op het dek zich wonderlpk aan. Telkens keerde hp terug, wanneer hp zich naar de roef op het achterschip wilde begeven doch steeds vaker en vaker liep hp er heen. Hp was een poosje bezig om zpn opgestapelde voor worpen in de boot te laden maar dat was spoedig gedaan Al naardat hp kon nagaan, dat het gat vorderde, werd zpn gang meer onzeker (en zpne wendingen al korter, bpna trippelend. Dat bleef zoo één uur, mis schien anderhalf uur aanhouden met korte pauzen doch toen de bplslagen ten laatste minder werden was het eenigszius oudachtig gelaat van den Fin geel bleek en parelend van het zweet. In dien tpd had hp misschien harder gewerkt, dan die twee in het ruim. Nu begaf hp zich na een rasch besluit naar de roef op het achterdek. VAN HOOFDSTUK I. Het wrak. Het was na een der verschrikkelpkste November stormen in 1807die bp menig zeeman in levendige herinnering is gebleven, dat de driemaster .Toekomst" als een masteloos wrak ronddreef aan de kust van Finmarken. De verschansing was ingedrukt en het schip lag nu, half vol water, naar éóne zpde overgeheld. Het schip behoorde aan een der Kopenhageusche maatschapppeu die nog factorpen aan de Varanger- fjord in bezit had en was bestemd naar Köllefjord. Op de hoogte van Throndjem was het overvallen door een storm die het landwaarts dreef, zoodat men genood zaakt was volle zee te kiezen en verscheiden etmalen achtereen was de driemaster omringd geweest door bergen schuim en golven, die tot aan de zaling reikten. Soms bevond het schip zich tusschen vier muren gevormd door de groene golven en een stukje van den grauwen hemel boven zich als dak, totdat de golfrug het zoo hoog deed rpzen, dat men een blik kon slaan op den troosteloozen toestand, waarin men zich bevond. De kapitein was 's nachts getroffen door den gaffel hp lag bewusteloos en worstelde met den dood en het vaartuig weerloos en zonder stuur, zooals het daar ronddreef op de baren krakende in alle span ten, was op verscheiden plaatsen lek gesprongen. Óen vierden dag was het weer een beetje bedaard eu meende men land in zicht te hebben. Óe bemanning, die begreepdat zp het schip toch niet langer met pompen boven water kou houden besloot het lijf te bergen in de groote boot en te trachten ergens do kust te bereikeD. Den zieken schipper had men reeds in de boot ge bracht en aan boord waren nu nog slechts zpne vrouw met het kleine kind. Zy had haar angst nog niet kunnen overwinnen voor die gevaarlpke afzakking, toen een dreigende slagzee de menschen in de boot dwong om af te stooten. Een oogenblik later zag zp de boot voor hare oogen in de diepte verdwpnen. Het was den dag nadat de groote boot verongelukt was, dat het wrak, zooals steeds werd verteld, in een dikken sneeuwjacht ronddreef aan die woeste noor- delpke kust. Na den storm was de deining ook minder geworden. Op de kajuitstrap onder de roef zat een dooasbieeke, lichtblonde vrouw met een kind op haar schoot, dat zp in eene half bewustelooze verdooving instinctmatig heen en weer bewoog en af en toe met een zenuw- achtigen ruk krampachtig tegen haar borst drukte. Zij was blond en moest mooi geweest zpn, vóói dat de dood ziju stempel op haar gedrukt had tenminste bewezen dit de grootediepe oogen die zp met een overblpfsel van levenskracht mat vragende opsloeg naar een jongmenschdat haar juist op de trap voorbpdrongmet een bruin-roode portefeuille in de handen. Daarin was geld, het eigendom van haar man en van de reederp, waarmee hij handel zou drijven in Köllefjord. Een oogenblik te voren had zp gedroomd, dat een leelpkeoudachtigo man in dikke kleeren boven aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1899 | | pagina 5