Advertentièn.
Boon's Geïllustreerd Magazijn.
35 CJBHTTS.
ƒ1.80
2.40
3.
3.60
2.70
2.70
0.96
6.60
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Boekli. HERMs. COSTER A ZOON.
ÏOO bladzijden. 100 platen.
architect volkomen jnist is »De strijd tegen het slacht
huis gevoerd, staat op onzniveren basis."
Inderdaad, men let daarbij te weinig op de toekomst
op het rapport der Staats-commissie, op de ongetwijfeld
komende Rykskeur.
Rjjkskeur is het universeel geneesmiddel tegen den
verkoop van slecht vleesch.
Abattoirs met gemeentekeuringen zijn en blijven lap
middelen zij beperken den handel door beperkende in-
voerbepalingen zij bevorderen den clandestinen invoer
van ondeugdelijk vleesch de ervaring te Amsterdam en
Rotterdam leert het 1
Mannen als Dr. PijnappelDr. Kapteijn e. a. zijn 't
daarmee eens.
Rotterdam heeft een abattoir, en in weerwil daarvan,
had in 1892 eene worstvergiftiging plaats, zooals misschien
in Nederland nog geen tweede voorkwam.
Met onbevangen blik het vraagstuk beziende, voelt
men dadelijk de toekomst niet vooruit te moeten loopen,
doch voor het oogenblik vrede te moeten hebben met
een zoo noodig verscherpt toezicht op vee en
vleeschwaren en eene behoorlijke inspectie der slachtstal-
len. De Wet van 1875 is hiervoor een krachtig wapen
m de hand der Gemeente.
Aannemende dat t vleesch niet duurder wordt gelijk
de verschillende rapporten beweren dan hebben de
slagers die kosten te dragen, (waarvoor ze thuis niets
uitwinnen zooals adressante reeds vroeger heeft aange
toond) en hebben zij dus jaarlyks niet alleen t 12.600
extra te betalen, doch bovendien de kosten van vleesch
vervoer en de schade van tuberculeus vlewsch.
De commissie moge van gevoelen zjjn, dat de slagers
thans overal overtuigd zijn van het nattige van een abat
toir en het niet zouden willen ontberen(l), adressante is
overtuigd dat dit gevoelen wel zal zijn ontleend aan
ambtelijke rapporten, althans de slagers te Amsterdam en
te Rotterdam (steden, waar sedert jaren abattoirs geves
tigd zijn) zien het nut niet in maar zijn integendeel
van gedachte, dat een abattoir uit een sanitair oogpunt
zeer onvoldoende is, het slagersvak doet achteruitgaan
en den slager groote schade berokkent.
Eindelijk meent adressante te moeten stilstaan bij de
door de Commissie ingediende begrootingwelke van
slagers zulke buitengewoon hooge heffingen vraagt, dat
zij hoe vaak de tariefquaestie reeds besproken is
niet kan en mag zwijgeD.
De vroeger voorgestelde heffingen voor Alkmaar waren
als volgt
voor een rund2.60,
kalf1.20,
paard2.60,
varken1.30,
vergeleken by de tarieven te Amsterdam en Rotterdam
veei te hoog. Daar het z.g.u. slachtgeld niets anders is
dan eene vergoeding voor de ruimte benoodigd voor 't
slachten, dus de huur voor een deel van 't abattoir en
daar zoowel te Amsterdam als te Rotterdam de huur
waarde van onroerend goed hooger is dan te Alkmaar,
had men mogen verwachten, dat de tarieven te Alkmaar
lager zouden zijn dan in beide hoofdsteden. Het tegen
deel was echter waar. De voorgestelde tarieven waren bui
ten alle evenredigheid hooger.
Doch de thans voorgestelde tarieven zijn zoo ongemo
tiveerd hoogdat 't bij adressaute vast staat, dat deze
begrooting de val van 't abattoir zou kunnen zijn.
Ton bewyze de slachtloonen voor runderen, paarden,
(1,2 cent per K. G. levend gewicht) voor varkens (1J/2
cent per K. G. levend gewicht.) Te Alkmaar is het ge
middelde gewicht van levende Runderen 550 K.G.er
zijn beesten die lichter, maar ook heel wat, die zwaarder
zyn. Het gemiddelde wicht kan zonder overdrijving
op 550 K.G. gesteld worden. Dit gewicht berekend
1.2 cent per K. G. bedraagt gemiddeld per rund f6.60,
zegge zes gulden zestig centVroeger was voorgesteld
f 2.60, verschil f 4.Verschil met Amsterdam f 5.
per rund.
Gemiddeld levend gewicht van een paard 500 K.G, a
1.2 ct is f 6.00. Vroeger was voorgesteld f 2.60. Verschil
13.40. Verschil met Amsterdam f5.00 per paard!
Gemiddeld gewicht van een varken Ï20 K.G. a 1.5
cent is f 1.80vroeger was voorgesteld f 1.30. Verschil
f 0.50 verschil met Amsterdam f 0.95 per varken.
De Commissie heeft dan ook geen enkel slachthuis
kunnen vinden, waar de slachtloonen zoo hoog zijn
Zij zelve deelt; mede, dat die heffingen bedragen
te Osnabrtick voor runderen
Bielefeld (max. gew.)
.a.
r
Hörde
Crefeld (max. gew.)
Vierssen
Eschweiler
Ostende
Alkmaar (gemiddeld)
Welsprekende cijfers
Adressante zal niet vragen of bij de uitgaven gerekend
is op een ambtenaar die al het vee levend moet wegen
zij gelooft dat de Raad geenszins zal medewerken tot een
tarief, dat hooger is dan eenig tarief zoowel in ons Va
derland als elders geheven, dat de Commissie niet verde
digt niet kan verdedigen, en waarvan duidelijk blijkt,
dat 't zoo onbillijk mogelijk is.
Redenen waarom adressante onder referte aan vroegere
adressen, bij uwen raad blijft aandringen op verwerping
van het voorstel tot oprichting van een abattoir te
Alkmaar. 't Welk doende,
Alkmaar, Namens het Bestuur
19 Sept. 1899. J. F. VAN DER OORD, Voorzitter.
D. A. LUITING, Secretaris.
II.
Rapport der Commissie.
Naar aanleiding van het adres der Alkmaarsche
Slagersvereeniging hetwelk bij raadsbesluit van 11 Oc
tober 1.1. in handen van onze commissie gesteld werd
diene het volgende
Den langen tijd (24 Juli tot 19 September) in aan
merking nemendewelke er verliep tusschen het ver
schijnen van het aanvullings-rapport der commissie en
de bezwaren der Alkmaarsche Slagersvereeniging daar
tegen ingediend deed bij de commissie het vermoeden
ontstaan, dat zij ditmaal te doen zonde krijgen met eene
bij uitstek principieele bestrijding.
Hierin zag de commissie zich bedrogen gedeeltelijk
bevat het bezwaren reeds in een vorig adres aan den
Raad ontwikkeld en door Burg. en Weth. ontzenuwd
voor het overige een verwyt aan de commissiedat de
door laatstgenoemde in hare exploitatie-rekening ge
noemde slachtloonen te hoog zouden zijn, welk verwijt
echter ten eenenmale ongegrond is.
Alvorens echter tot de beantwoording over te gaan
wenscht de commissiein navolging van adressante
eene enkele opmerking vooraf te doen gaan.
Waar het de vraag van het oprichten van een open
baar slachthuis betreft wordt door adressante steeds
uitsluitend over vleeschkeur gesproken alsof die alleen
aanleiding zonde zijn tot het voorstel.
Maar wyselijk verzwijgt zjj het hoofdmotief, dat is
het verdwijnen van een vijftigtal slagerijen uit deze
gemeentemet al de verontreinigingwelke deze met
zich brengen. Wijselijk, omdat tegenover dit groote
sanitaire voordeel en het opheffen van een voor vele
burgers grooten overlastdie de slagerijen hun veroor
zaken, geen enkel argument is aan te voeren.
Een handig gebruik tracht de Alkmaarsche Slagers
vereeniging in haar adres te maken van hetniet van
haar uitgaandemaar door den heer Kraakman in de
raadszitting van 16 Augustus j.l. geopperd idee om
van gemeentewege te wachten met het oprichten van
openbare slachthuizenwaar vermeerdering van staats
toezicht in de lucht zweeft.
Wie bekend is met de zeer trage wijze waarop het
raderwerk onzer staatsmachine zich beweegtzal met
ons de vrees koesteren, dat die vermeerdering van staats
toezicht nog vele jaren zwevende zal blijven alvorens
vasten vorm aan te nemen. Maar stel al eens dat in
de naaste toekomst de Staat zien werkelijk daarmede
ging bemoeien wat zou daarvan het resultaat zijn
Dat de Staat een leger van rijksambtenaren ging aan
stellen om met die kenr belast te worden
Een leger zeiden wijwant om van grootere plaatsen
niet eens te spreken, zouden wij wel eens de vraag willen
stellen hoeveel keurmeesters er wel noodig zouden zijn
om ter uitoefening eener goede keuring alleen in onze
gemeente het toezicht te houden op circa vijftig slacht
plaatsen waar op elk uur van den dag geslacht kan
worden
De regeering zal zich wel tweemaal bedenken, alvorens
zich in dergelijke beslommeringen te begeven.
Mocht er derhalve een wet tot stand komen waarbij
een rijkskeur in het leven geroepen wordt dan zal de
uitvoering daarvan wel aan de gemeentebesturen opge
dragen worden en zoude het ons geenszins verwonderen
als die wetin navolging van Duitschlandeenvoudig
aan gemeenten boven een bepaald aantal zielende
verplichting oplegde een openbaar slachthuis te doen
boQwen en daar te kenrenterwijl kleinere gemeenten
zich kunnen combineeren.
En nu moge de Alkmaarsche Slagersvereeniging met
veel ophef zeggen
»Rjjkskeur is het universeel geneesmiddel togen den
verkoop van slecht vleesch.
«Abattoirs met gemeentekeuringen zijn en blijven
lapmiddelen."
Zoolang de vereeniging vergeet in haar adres betere
gronden aan te voerenzijn dat holklinkende zinnen
die niets beteekenen.
In lijnrechten strijd met elkander zijn de bewering
dat te Alkmaar in hoofdzaak lste qualiteit vleesch ver
kocht wordtgelijk in den Raad is erkend en de
vrees, dat de schade voor atkeurmg wegens tuberculose
aau de slagers alhier groote schade zal berokkenen.
Want indien het meerendeel van het vleesch werkelijk
van prima kwaliteit iswaar moet dan die groote
schade vandaau komen
Wat de Alkmaarsche Slagersvereeniging aanvoert om
trent het al of niet gewettigde der af keuring van vleesch
wegens tuberculose zoo 1 gt het zeker niet op den weg
der commissie, daaromtrent met haar in debat te treden;
het op de begrooting brengen van een post om daaruit
eventueel den slagers eene vergoeding te betalen in geval
hun vleesch werd afgekeurdzoude vermoedelijk niet de
volle sympathie van Heeren Gedeputeerde Staten weg
dragen.
In het laatste gedeelte van haar adresrichtte
adressante meer een indirecten aanval op de commissie
die, naar het oordeel der Alkmaarsche Slagersvereeniging,
met ongemotiveerd hooge tarieven voor den dag ge
komen is.
En inderdaadbehendig als die cijfers door de Alk
maarsche Slagersvereeniging zijn opgesteld kan de com
missie zich voorstellendat menigeen bij het lezen
daarvan de schrik om het hart geslagen is.
Wanneer echter de Alkmaarsche Slagersvereeniging in
het begin van haar adres zich er op beroeptsteeds op
ernstige en waardige wijze het abattoir-vraagstuk be
sproken te hebben dan is zij van dien ernst en die
waardigheid hier toch een oogenblik afgeweken. Want
wanneer men ernstig en waardig verschillende tarieven
met elkander wii vergelijken, dan moeten die ook onder
gelijke omstandigheden met elkander vergeleken worden
en dat is hier niet geschied.
In de eerste plaats wenscht de commissie de Alkmaar
sche Slagersvereeniging te herinneren aan hare eigen
woorden, voorkomende in een vroeger aan den Raad ge
richt adres, waar zij zeide, geene buitenlandsche met
binnenlandsche toestanden te moeten vergelijken.
En wanneer dit ooit gelden kan, dan zeker in dit
geval, daar, bij eene vergeljjkiug tusschen de Duitsche
tarieven en het door de commissie voorgestelde, in aan
merking had behooren genomen te worden, dat het ge
wicht van het Duitsche en Hollandsche vee aanmerkelijk
verschilt en hut levend gewicht van het eerste zeker
niet hooger gesteld mag worden dan gemiddeld 800 KG.,
vermoedelijk echter veel lager.
Wilde men dns Dmtsche en Hollandsche tarieven ver
gelijken, dan had men voor het Hollandsche hoogstens
3U0 X 1.2 cent f 3.60 in rekening behooren te brengen
en niet f 6.60.
Dat de Alkmaarsche Slagersvereeniging het tarief van
een si uk vee van 550 KG. levend gewicht vergeleek met
dat van een van hoogstens 300 K.G. was in haar voor
deel wel erg handig van haar bedacht, maar daarom
nog niet juist.
Juist het verschil in gewicht tusschen verschillende
diereu, was de reden waarom het der commissie onbillijk
voorkwam een nniform-tarief te hebben en het boven
aangevoerde voorbeeld is er het beste bewijs voor, dat
eene heffing per KG. levend gewicht het meest billijk is.
Wat verder de vergelijking met de vroeger voorgestelde
heffingen en die met andere binnenlandsche steden be
treft, zoo schijnt de Alkmaarsche Slagersvereeniging
over het hoofd gezien te hebben, dat nevens die slacht
loonen afzonderlijk nog weegloonen en keurloonen be-
rokend werden, zoodat ook die vergeljjking niet opgaat.
Indien het beweren der Alkmaarsche Slagersvereeniging
juist is, dat het gemiddeld levend gewicht der hier ge
slachte runderen 550 KG. en der paarden 500 KG. be
draagt, dan zal het totale levend gewicht van 464100
KG., hetwelk als basis aangenomen is, belangryk ver
meerderd worden en stijgen tot 750850 KG., daar bij de
berekening van het totale levend gewicht, voor runderen
slechts 300 KG. aangenomen is.
Dientengevolge zal reeds terstond het bedrag van 1.2
cent per KG. verminderd kunnen worden tot op 0.9 per KG.
Ten slotte is de vraag, hoeveel slachtloon van een stuk
vee van een bepaald gewicht geheven wordt, onjuist.
De consument koopt zijn vleesch per »/2 KG. en wil
men dus een juist oordeel vellen over de slachtloonen
dan zoude de eerste vraag deze behooren te zijn
Welk bedrag is er per eenheidsgewicht noodig om de
totale kosten van een openbaar slachthuis te dekken?
Het antwoord hierop is, 0.6 cent per 1/1 KG. van het
levend gewicht der dieren.
De tweede vraag zoude moeten luidon
Wegen de te verkrijgen voordeelen op tegen het gelde
lijk geöischte offer
En nu mogen de denkbeelden daaromtrent verschillen,
de commissie meent, dat dit ruimschoots het geval is,
in aanmerking nemende het groote sanitaire voordeel en
de lasten waarvan zoo menig burger oniheven wordt,
door het brengen der slachtplaatsen buiten de stad.
Als derde vraag zoude ten slotte gesteld kunnen wor
den, deze
Wie zal die onkosten dragen, de slager of de consument
Die vraag is eene zuiver economische, die reeds in zoo
menig ander bedrijf beantwoord werd, dat het antwoord
daarop niet moeilijk kaD vallen.
In zoo menig bedrijf wordt men wel eens genoodzaakt
onkosten te maken, waarmede men vroeger geene rekening
te houden had.
Bij de beoordeeling van de vraag of de ondernemer
die meerdere onkosten zelf voor zijne rekening zal nemen
of op den consument verhalen, komt het uitsluitend
hierop neer, of die onkosten een klein, dan wel een groot
gedeelte van zijne winst uitmaken.
In het eerste geval zal hij gewoonlijk die onkosten
zelf dragen of zich met eene eenigszins kleinere winst
tevreden stellen, of trachten door een grooter debiet tot
zijn vroeger winstcijfer te geraken, in het tweede geval
zal hij de onkosten op den consument verhalen.
De beantwoording van het laatste gedeelte dezer vraag
meent de commissie aan de bescheidenheid der Alkmaar
sche Slagersvereeniging zelf te mogen overlaten.
Nog zeer veel zoude de commissie aan het bovenstaande
kunnen toevoegen.
Na echter aangetoond te hebben dat het beweren der
Alkmaarsche Slagorsvereeniging onjuist is, omdat hare
becijfering en vergelyking op valschen grondslag berustte,
komt haar eene verdere bespreking over slachtloonen
enz. overbodig voor, zoolang de vraag of de gemeente een
slachthuis oprichten zal, in beginsel nog niet is uitgemaakt.
Zij meent dan ook hiermede aan de haar gegeven
opdracht voldaan te hebben en haar reeds vroeger aan
Uwen Raad gedaan voorstel te moeten blijven handhaven.
De commissie,
G. DE GROOT Jz.
H. J. VONK, Rapporteur.
Aan dit rapport is toegevoegd een staatjewaaruit
blijktdat van 20 gemeenten ,in Noordholland er 12
zijn waar de percentage van uit nood geslachte dieren
minder is dan in Alkmaar derhalve de toestand gun
stiger.
Berekend naar het gewichten dit omgeslagen over
het aantal zielenbedraagt het verbruikte vleesch van
uit nood geslachte dieren, per inwoner, als volgt:
Alkmaar 18000 zielen in 1897 2.72 K.G.
Alkmaar 18000 1898 2.93
Haarlem 60000 1897 0.83
Zaandam 19000 1897 0.97
den Helder 25000 1897 0.156
Hoorn 10000 1897 1.122
Hilversum 18000 1897 1.126
Departement ALKMAAR.
VERGADERING met Dames op Woensdag
22 November 1899des avonds ten 7,/J uur, op
de bovenzaal van het «Café Central".
Spreker de heer W. C. tiOTK!.l\6 VI VMS
van 's tlravenhage.
ONDERWERP:
Voor de pauze: Severo Torelli, van Coppée.
Na de pauze De schipbreukelingen, van Coppée.
De man die niet fluiten kon, van Adenis.
Namens het Bestuur,
A. P. H. DE LANGE, Secretaris.
VOOBHAKUKN;
Transïaal-Nummer
VAN
I