No. 136.
Honderd en eerste jaargang.
1899.
WOENSDAG
15 NOVEMBER.
Amsterdamsche Brieven.
Feuillet on.
W.ktlMIISI IIi; COURANT.
Deze Courant wordt Itlnsda g-, Donderd a g-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaar f O.MO franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f O.Ott, Afzonderlijke nummers 3 ctB.
Telefoonnummer3.
Prijs der gewone advertentlen
Per regel f 0,16. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers 'HERMs. COSTER
en ZOON.
bestuur, dat een paar bankjes van f 25 meende te kunnen
afpingelen van het salaris van den meester, geen sollici
tanten kreeg, zoodat tot hetstandaardloon moest worden
teruggekeerd.
Niet alleen naar buiten heeft echter de vereeniging
gewerkt ook de inwendige organisatie heeft op ver
blijdende uitkomsten te wijzen. Een flinke weerstandkas
is gevormd, die aan zieke onderwijzers de gelden ver
schaft, welke noodig worden geoordeeld voor het ver-
krijgon van herstel; binnen kort zal een sanatorium
verrijzende afdeeling Amsterdam ijvert krachtig voor
een weduwen- en weezenvorzekeringmet verschillende
leveranciers zijn contracten gesloten, waardoor een reductie
op den gewonen verkoopsprijs wordt toegestaan en zoo
is er nog wel meer door samenwerking tot stand gebracht.
Met al wat ons berispelijk voorkomt in de gedragingen
vaïi den Bond erkennen wjj toch gaarne, dat de onder
wijzers zonder hunne vakvereeniging er op het oogenblik
slechter aan toe zouden zjju geweest dan nu het geval
is reden voor feestvieren was er dan derhalve ruim
schoots. Nu nog wat meer zelfbeheersching aan- en zelf
overschatting afgeleerd en wanneer de Amsterdamsche
afdeeling dan weer voor een jubilé staat en zij evenals
ditmaal de autoriteiten uitnoodigt daarbij tegenwoordig
te zijn, dan zullen deze in grooten getale opkomen en
niet, zooals in de afgeloopen week, met slechts enkele
uitzonderingen wegblijven.
En thans de A. N. D. B., die ook een mijlpaal is ge
passeerd, hetgeen voor het Diamantbewerkers-fanfarecorps
»Excelsior" een aanleiding is geweest om een concert te
geven met solisten van den eersten rang. Dat is het
hoofdmoment geweest in de herdenking, want het bestuur
had zich ditmaal op den achtergrond gehouden. Het
programma-boekje van het concert, prijkende met de por
tretten van Dyna Beniner J. Mossel, S. L. Wertheim
en Morello, had achteraan twee pagina's waarop met een
fijn diamant-lettertje alle data stonden vermeld, die in
de geschiedenis der beweging van belang zijn geweest.
Die opsomming is welsprekender dan een mooie feestrede en
wij konden ons zoo goed verplaatsen in het gedrag van som
migen, die tijdens de mooie ■'ziek niet van de chronologie
konden afblijven en in den geest nog eens doorleefden,
wat de organisatie al had moeten doormaken eer zij zoo
hecht is geworden als thans. De Algemeene Diamantbe-
werkersbond mag er zich op beroemen, dat hoewel hij
doortrokken is van een socialistisehen geest, de juweliers
en andere werkgevers hem de eer toekennen, dat zjin
bestaan aan de geheele industrie ten goede komt. Door
het ouderkruip-systeem tegen te gaan en aan alle werk
gevers dezelfde eischen te stellen zijn allen onder dezelfde
omstandigheden geplaatstwaardoor een eerlijke concur
rentie is mogelijk geworden. De Bond staat altijd op zijn
post om te waken tegen geknoei en dit voordeel is zoo
groot, dat 't zeer zeker opweegt tegen de hoogere tarie
ven, welke hij langzamerhand heeft weten te bedingen.
Zonder zijn bemoeiingen zou de eenmaal zoo bloeiende
Amsterdamsche diamant-industrie ten doode zijn opge
schreven geweest, maar nu is zij zooveel kraehtiger ge
worden, dat een crisis, als thans wordt doorgemaakt ten
gevolge van den oorlog in Zuid-Afrika wel zal worden
te boven gekomen. En niet alleen voor het heden maar
ook voor de toekomst zijn flinke maatregelen genomen
de afschaffing van het stelsel van te jeugdige leerlingen
is er daarvan een.
Over A. N. D. B. te spreken en Henri Polak niet te
noemen is een onmogelijkheid. Weinig vereenigingen zijn
er te bedenken, waar zóó de algemeene richting in den
voorzitter is belichaamd. Zijn taak is niet alleen moeilijk,
maar ook erg ondankbaar. Gaat alles voorspoedig dan vallen
zijn vakgenooten hem niet lastig, maar zoodra loopt 't niet
tegen, of allerlei ontevreden gemompel wordt gehoord en
aan insinuaties ontbreekt 't dan al evenmin. In deze
dagen ondervindt hij dat weer dubbel. Nu Kimberley is
afgesloten en het syndicaat het ruwe goed in zijn bezit
slechts bij zeer kleine quantitieten aan de markt brengt
valt er weinig te slijpen en te snijden, zoodat het aantal
werkeloozeu voortdurend toeneemt. Onder die omstandig
heden is 't goed gezien geweest om geen luidruchtig
jubileum-feest te organiseeren en zich te bepalen tot
muziekgenotdat trouwens onder de meerendeels Jood-
sche leden van den Bond hoog staat aangeschreven.
Wanneer 't in Amsterdam den diamantbewerkers
heel oneerbiedig wel eens »het zwarte poeier'' genaamd
slecht gaatdan lijden daaronder honderde ingezete
nen vooral winkeliers want de verdiensten in het vak
zijn betrekkelijk hoog en het »zoo gewonnen zoo ge
ronnen" is bij velen het devies. Voor een deel is 't
echter hieraan toe te schrijven dat het bedrag, hetwelk
in de hoofdstad inkomt voor de Ned. Zaid-Afrikaansche
Vereeniging en het Roode Krnis niet geaeel in overeen
stemming is met de algemeene geestdrift voor de zaak
der Boeren. Veilig mag worden aangenomen, dat iemand,
die iets wil missen 't thans voor dè,t doel uitgeeft.
Daarom te meer wekt 't verbazing dat er nu plotseling
een plan uit de lucht is komen vallen om een stand
beeld van Koning Willem III te plaatsen op het
Haarlemmerplein op de plek die eerlang leeg komt ten
gevolge van de slooping van de Willemspoort, waartoe
door den Raad is besloten. Ongeschikter moment zou
moeilijk te bedenken zjjn geweest. Het initiatief hiertoe
is genomen door den heer van Outersterp, wiens bekend
heid dateert van den dag, waarop bij tot lid der Pro
vinciale Staten van Noordholland is gekozen. Een groot
aantal personen had hij nitgenoodigd in het »Café du
Passage" en de opkomst viel werkelijk niet tegen. Na
een inleiding werd overeengekomen dat een voorloopige
commissie zou worden benoemd cm sympathie voor het
plan te wekken en gold bijeen te brengen. Dat kiezen
der commisie ging nog al vermakelijk. De meeste heeren
kenden mekaar niet noch eikaars qualiteit. Zij kregen
daarom elk een nummer en toen kon het electorale be
drijf een aanvang nemen. De commissie werd dan ook
werkeljjk gevormdmaar of zij steunen mag op het
vertrouwen harer constituenten is een andere vraag. En
met verbazing vroegen wjj ors tijdens de vergadering
afhoe men er toe kon komen om voor een beweging
waarbij ons Vorstenhuis betrokken isleiders te nemen
wier naam aan sommige kiezers eerst bekend werd ge-
mil— -11111mi i-ii i ii ttth iti i iniwwim—mm
XL VII.
Schreven wij de vorige week over de jubilea van het
Leger des Heils de Vrije Vrouwen en de Broeders van
den H. Joannes de Deo ook ditmaal hebben wij onze
aandacht te schenken aan herdenkingsfeesten en wel aan
die van den Bond van IVederlandsclie Onderwij-
eerr en de A. X. B. B. De eerste bestaat 25 en de
tweede 5 jaar voor beiden werden deze periodes ge
kenmerkt door zeer veel strjjd en op menige overwinning
mag door beiden worden teruggezien.
Dat het ageeren der onderwijzers ons meermalen be
denkelijk is voorgekomen hebben wij in deze kolommen
nooit onder stoelen of banken gestoken. De middelen
waarvan zij zich in de laatste jaren bedienden om zich
zelf naar voren te brengen en de hoofden, hunne recht-
«treek&ahe superieuren in een zoo hatelijk mogelijk dag
licht te stellenzijn ons meermalen niet in overeenstem
ming toegeschenen met de eischen, welke men aan mannen
van het intellect mag stellen. Onder elkaar mogen zij
zich door het solidariteitsgevoel sterk achten maar bij
de buitenwereld hebben zij door hun optreden hun zaak
bedorven. In plaats van opbouwend te werk te gaan is
in den laatsten tijd elk hnnner uitingen een uitvloeisel
van overkropte ontevredenheid; 't is altijd, ook als weer
pas wat verkregen iseen dwingen om meer en dat op
boe toon die bewijst, dat. zij zich heelemaai niet bewust
zijc vau de plaats, waar zij behooreu te staan. De grieven
vat velen tegen het onenbaar lager onderwijs zijn dan
ook voor een deel teweeggebracht door de handelingen
van sommigen zijner dienaren.
Gas standpunt in dit opzicht is geenszins veranderd
maar daarom honden wij niet het oog gesloten voor hot
vele goede dat de Bond in een kwart-eenw heeft ver
richt. Vergeten de onderwijzers wel eens, wat hun plaats
is tegenover de autoriteiten deze laaisten zijn zich ook
lang niet altijd bewust geweest van de verplichtingen
tegenover hun onderwijzend personeel. Vooral op het
platteland is de meester dikwijls een speelbal geweest
van gemeenteraadsleden en op den feestavond hoorden
wij daarvan staaltjes ook de zaak-Akkerman te Sint
Maarten werd bij deze gelegenheid nog eens gereleveerd
die wjj gaarne zonden oververtellen waaneer de pers
niet was verzocht om daarover te zwijgen en geen oude
wonden weer open te rijten. Thans is dat uit. Als een
onderwijzer onbilijjk wordt behandeld weet hijdat de
Bond gereed staat om zijn partjj op te nemenhet
Hoofd bestaar stelt een onderzoek in en blijkt daaruit
dat de aangevallene het slachtofipr is van een wraak
neming die geheel buiten het onderwijs staatdan be
gint een adresseDstroom hel verlicht door publiciteit in
alle bladenwaardoor het recht zegepraalt. Het lid
maatschap eener vakvereeniging wordt aldns een groote
krachtwanneer men dan maar zijn plicht doet zonder
naar links of rechts om te zien heeft men niemand's
grillen te vreezen. Ook tegen het bederven der markt
is de Bond meermalen met succes opgetredendoor zijn
invloed heeft hij wetes te bewerken, dat-tnenig gemeente-
Voordracht gehouden door Mr. W. C. BOSMAN
op het Natuur- en Letterkundig Genootschap
»Solu8 Nemo Satis Sapit",
5) op 23 en 30 October 1899.
Thans is het noodig den blik te wenden naar de ge
beurtenissen te Bloemfontein.
In Augustus 1848 was het legertje van Pretorins bij
Boomplaats verslagen en namen de Engelschen bezit van
Bloemfontein. Wederom werd Majoor Warden daar met
eene, nn wat sterkere bezetting achtergelaten.
Intu8schen kregen de EDgelschen hunne handen vol
met de inboorlingen, voornamelijk met de Basnto's. Een
hnnner kapiteins, Mo&hesh maakte het erg lastig. Hij
stal telkens vee, en deed daarna sehooue beloften van
beterschapmaar bij beloften bleef het en hij roofde
een volgenden keer steeds meer.
Eindelijk besloot majoor Warden met eene kleine
macht tegen hem opterukkon, wat echter het ongelukkig
resultaat had, dat hij de nederlaag leed. Dit geschiedde
in 1851.
Daarop richtten de emigranten een verzoek aan Pre
torins, om hen te helpen en het beBtunr van het land
op zich te nemen en nauwelijks was dit bekend of een
zeer groot aantal emigranten sloten zich bij dit verzoek
aan. Zelfs Moshesh, die de emigranten voor de sterkste
partij hield en bang was voor de wraak van Engeland,
zond een gelijk verzoek aan Pretorins.
Pretorins schreef daarop een brief aan Majoor Warden,
dat hij bereid was te helpen. Deze schreef aan den Gou
verneur Sir Harry Smith, dat de Souvereiniteit voor
Engeland verloren zon gaan, als men de hulp van Pre
torins niet aannam. Sir Harry Smith moest rekening
houden mot de veranderde politiek in Engeland, waar
Lord Grey minister van Koloniën was geworden, die een
tegenstander was van de expansie politiek.
De gouverneur Smith zond een paar Commissarissen
en trok de beruchte proclamatie in, waarbij Pretorins
vogelvrij was verklaard en een prijs op zijn hoofd was
gesteld.
De plaats van samenkomst tusschen de Britsche Com
missarissen en .Pretorins werd bepaald in de woning
van P. A. Venter aan de Zandrivier, daar waar de Kool-
sprnit zich in die rivier stort.
Hier kwam Pretorins met zjjne Commandanten en een
escorte van 800 man. En hier werd op den 16 Januari
1852 gesloten de
Zaodrfvler Conventie,
waarbij de onafhankelijkheid van de emigranten ten
noorden der Vaalrivior door Engeland werd erkend.
Die Conventie lnidt(zie van Oordt in zijn werk
»Panl Krnger en de opkomst der Zaid-Afrikaansche Re-
»publiek", blz. 829).
Artikel 1. Harer Majesteits Adsistent-Commissarissen
waarborgen in den volsten zin, namens het Britsche
Gouvernement, aan de Emigranten-Boeren over de Vaal-
rivier het recht om hunne eigene zaken te besturen, en
hnn eigen Regeering te hebben, volgens hunne eigene
wetten zonder eenige bemoeienis van den kant van Harer
Majesteits Gouvernementen dat het Grondgebied ten
noorden van de Vaalrivier door het Britsche Gouver
nement niet zal worden overschredenmet de verdere
verzekering dat het de vurigste wensch is van het Britsche
Gonvernement, om vrede, vrijen handel en vriendelijke
verstandhouding te bevorderen met de Emigranten-Boeren,
nn wonende of die later zullen wonen in d-e landstreek
met dien verstande, dat dit stelsel, om elkander niet te
bemoeilijken, verbindend is voor beide partijen.
Art. 2. Mocht er later eenig misverstand ontstaan
over de rechte bedoeling van de woorden »de Vaal
rivier", dan zal de kwestie daaromtrent, voor zoover zij
betrekking heeft op de grensscheiding, van den oorsprong
dier rivier over den Drakensberg, worden beslist en ge
regeld door Commissarissen, van weerszijden te benoemen.
Art. 3. Harer Majesteits Adsistent-Commissarissen
ontkennen bij deze alle verbintenissen, van welken aard
en met wiè ook van de gekleurde natiën, ten noorden
van de Vaal-rivier.
Art. 4. Het is overeengekomen, dat geen slavernij is
of zal worden toegelaten of gedreven in het land ten
noorden van de Vaal-rivier, door de Emigranten-Boeren.
Art. 5. Wederzijd8che vergemakkelijking en vrijheid
zal verschaft worden aan handelaars en reizigers, aan
weerszijden vau de Vaal-rivier met dien verstande, dat
elke wagen, ammunitie en vuurwapenen bevattende, die
aan de zuidzijde der Vaal-rivier komt, een certificaat
zal moeten vertooncn, geteekend door den Britschen Ma
gistraat of ander ambtenaarbehoorlijk geuntoriseerd
om dit te verleenen, en waarbij de boeveelheid van die
artikelen in den bedoelden wagen moet zijn aangegeven,
aan den naastbijwoneDden Magistraat ten noorden van
de Vaal-rivier, die dan handelen zal overeenkomstig de
bepalingen der Emigranten-Boeren.
Art. 6. Het is overeengekomen, dat geen Britsche
overheid de Emigranten-Boeren zal belemmeren in hunne
aankoopen van ammunitie, in eenige der Britsche kolo
niën of bezittingen in Zuid-Alrika en het wordt we
derzijds verstaan, dat alle bandel in ammunitie mot de
inboorlingeu verboden is, zoowel door het Britsche Gou
vernement als door de Emigranten-Boeren, aan beide
zijden van de Vaal-rivier.
Art. 7. Het is overeengekomen, dat zooveel mogelijk
alle misdadigers of andere schuldigen, die zich aan den
arm der wet zonden trachten te onttrekken, aan een der
beide kanten over de Vaal-rivior, wederzijds zullen worden
uitgeleverd, zoo dit geeischt wordt, en dat de Britsche
Hoven, zoowel als die der Emigranten-boeren wederzijds,
geopend znllen zjjn voor alle wettige processen, en dat
dagvaardingen voor getnigen van beide zijden over de