Buitenland.
De oorlog in Zuid-Afrika.
Nederland.
andere namen voor de andere scholen genomen hadden.
De heer B 1 n m had liever gezien, dat aan de scholen
namen waren gegeven zooals in andere gemeenten wel
geschiedt. Voor de meisjesschool zon de naam Toussaint-
school b.v. zeer geschikt geweest zijn. Hij zon vreezen,
dat er nu allicht verwarring zal komen. Het amendement
kan hij daarom niet ondersteunen.
De heereu Kraakman en Preijer zouden ook liever den
naam burgerschool behouden.
Het amendement, wordt verworpen met 12 tegen 5
stemmen die der voorstellers.
Het artikel wordt daarna goedgekeurd evenals de drie
volgende artikelen, zoodat aan de orde is
Art. 5, luidende:
»De hooiden der scholen worden bijgestaan door onder
wijzers 1ste, 2de en 3de klasse.
Onderwijzers 1ste klassedie den rang van hoofd
onderwijzer moeten bezitten zijn zij die als zoodanig
door den raad zijn benoemd."
Onderwijzers 2de klasse zijn zij die minstens vier
achtereenvolgende jaren als onderwijzer 3de klasse aan
eene der gemeentescholen zijn werkzaam geweest en ge
durende dien tijd door ijver en geschiktheid hebben
bewezen voor bevordering in aanmerking te komen. De
beslissing hieromtrent wordt aan Burg. en Weth. opge
dragen het hoofd der school de commissie van toe
zicht L. O. en den Arr. Schoolopziener gehoord.
Onderwijzers 3de klasse zijn zij, die als zoodanig nieuw
worden benoemd.
De heeren Boelmans ter Spill c. s. stellen voor
dit artikel te laten vervallen.
De heer Blum zou dit artikel willen aanhouden tot
na de behandeling van concept III. Hij had ook enkele
amendementen willen voorstellen doch slaagde daarin
niet bijtijds. Een daarvan zon zijn geweest dit artikel
te roijeeren. De argumenten van Burg. en Weth. voor
het artikel wegen naar spr. meening niet zoo zwaar dan
die ontwikkeld in de verschillende adressen tegen klassen-
indeeling.
De heer Kraakman verzet zich tegen uitstel. In
de 2de alinea is de uitdrukking»als zoodanig'' hem
niet recht duidelijk. Ter verduidelijking stelt hij voor
die alinea aldns te lezen Onderwijzers 1ste klasse zijn
zijdie als onderwijzer met verplichte hoofdakte door den
Raad zijn benoemd. Aan het slot zou hij verder willen
toevoegen De verdeeling in klassen heeft alleen ten doel de
regeling der traktementen geenszins de onderlinge rangorde
der onderwijzers.
Door deze laatste bepaling gelooft bij de bezwaren
van velen tegen klasse-indeeling te hebben ondervangen,
omdat zij dan niet betreft de onderlinge verhouding der
onderwijzers op de school. De bepaling is dus niets
anders dan een administratief voorschrift.
De Voorzitter zegt dat Burg. en Weth. beide
wijzigingen overnemen. Uit hnnne toelichting tot het
artikel blijkt, dat zij dezelfde meening hadden.
De heer Boelmans ter Spill verwondert er
zich over dat de heer Kraakman zich niet kan vereenigen
met het amendementom dit artikel te schrappen nu
het blijkt, dat de klassen-indeeliug geheel iets administra
tiefs is. Zij zal alleen betreffen de salarisregeling en deze
nu is evengoed te verkrijgen zonder het stelsel van
klassen. Waarom zal men dat dan invoeren er wordt
toegegeven dat er geen verschil in rang door ontstaat,
en alle onderwijzers hebben er bezwaar tegen, 't Is
iets geheel nieuws, wat alleen een administratief gemak
zal opleveren neerkomende op de salarisregeling
De heer de Lange kan zich ook met eene klassen-
indeeling niet vereenigen. Zij zou eenige practische
waarde hebben, als alle onderwijzers, tot dezelfde klasse
behoorende ook hetzelfde traktement zouden genieten.
Doch dat zal niet zoo zijn.
De heer Vonk wil aan het gesprokene van den heer
ter Spill toevoegen, dat de argumentatie van B. en W.
hem uiterst zwak toeschijnt en ook niet in overeenstem
ming met de bedoeling, die men nu aan die indeeling
wenscht te geven. Zij treden in vergelijkingen met offi
cieren bij het leger. Deze personen echter hebben gezag,
de een over den ander, doch dat is hier de bedoeling
niet, waar het gezag voor allen gelijk zal zijn.
De Voorzitter zegt, oat B. en W. die opmerkiDg
hebben genomen om de leerlingen der school in betrekking
tot hunne onderwijzers te vergelijken met de verhouding
der soldaten tot de officieren. De leerlingen zullen in
hun onderwijzers niet iemand zien van lageren rang, al
is hij van een lagere klasse. Spr. heeft geen enkel argument
gehoord om de klasseu-indeeling te doen vervallen.
De heer Vonk zegt, dat er juist niets vóór is om ze
in het loven te roepen. Voor de salarisregeling is ze
uiterst zwak verdedigbaar. De onderwijzers hebben er
echter dit tegeD, dat bij sollicitatiën een onderwijzer le
klasse zal worden voorgetrokken by een van de 2e kl.
en daarvoor is zeker wel iets te zeggen.
Het komt den heer Kraakman echter voor, dat
een hoofdonderwijzer er zich niet op beroepen zal, dat
hij hier onderwijzer le klasse is. Maar wat hem wei zal
helpen is het feit, dat hij onderwijzer is met verplichte
hoofdakte en als zoodanig bet hoogste salaris geniet.
Het bezwaar voor eene groepeering in klassen ziet hij
niet in. Een onderwijzer zal, omdat hij hier 3e klasse is,
toch niet naar elders behoeven te gaan. Bestaan er al
bezwaren tegen eene klassificatie, het door spr. voorge
stelde amendement ondervangt ze volkomen. Hem dunkt,
dat de onderwijzers daardoor bevredigd kunnen en
moeten zijn.
De heer de Groot zou, overeenkomstig het voorstel-
Blnm, dit artikel willen aanhouden tot bij concept III,
art. 2, waarmede het in het nauwste verband staat.
De heer Blnm meent, dat zijn voorstel, de discussie
bewijst hetstraks terecht is gedaan. Het nu gesprokene
kan als tijdverlies beschouwd worden. Zoolang de wet onder
wijzers kent met verplichte hoofdakte, beteekent klassifi
catie bij sollicitatie niemendal. Wordt eene indeeling in
klassen ingevoerd, zal dan de bedoeling van B. en W. zijn,
om bij wijze van anciënniteit de onderwijzers te doen
opklimmen? Een kleine redactie-wijziging van de 3e alinea
van het onderwerpelijke artikel komt spr. voorts gewenscht
voor n.l. om daarin te doen vervallen dat het hooid
der school gehoord zal worden. Spr. acht dit noodig
in verband met de verhouding, waann het hoold en zijn
onderwijzers tot elkander staan on die hoewel niet in
deze, toch in andere gemeenten soms te wenschen overlaat.
De Voorzitter antwoordtdat het aantal dienst
jaren de rangschikking der onderwijzers regelt. Die weg
wijst dus van zelf. Overigens bestaat er geen bezwaar,
om de door vorige spr. bedoelde woorden uit het artikel
te lichten.
De heer Boelmans ter Spill motiveert, waarom
het amendement van hem en de vier andere heeren niet
toegelicht is. De tijd heeft daartoe ontbroken. Er is
gezegd, dat nog niets gehoord is tegen eene klassificatie.
Spr. vestigt er echter de aandacht opdat zoodanige
regeling hier iets nieuws is. Daarom meenden de voor
stellers van het amendementdat zij moesten hooren
wat vóór een dusdanige indeeling pleit en dat voordeel
heeft spr. nog niet gehoord. Hij zou thans principieel
willen uitmaken of de Raad eene klassenindeeling
der onderwijzers wenscht. De discussie heeft dan althans
oenig resultaat.
De Voorzitter zegtdat 's raads gevoelen zal
blijken, als het amend, in stemming komt. B. en W.
hebben echter wel degoljjk argumenten genoemd, die pleiten
voor eene klassificatiedaaraan hebben ze zelfs 2 pag.
gewijd.
Nadat B. en W. verklaren de door de heeren Kraakman
en Blnm gestelde amendementen te hebben overgenomen,
wordt, het aldns gewijz'gde artikel in stemming gebracht.
Het wordt aangenomen met 10 tegen 7 stemmen. Tegen
de heeren de Groot, Vonk, Blnm, de Lange, ter Spill,
Bosman en de Wit.
Wordt vervolgd.
KELGIEl. De zitting der Kamer werd den 14
geopend. De heer Beernaert werd als voorzitter van de
Kamer van afgevaardigden herkozen.
Paul de Cassagnac riep uit: »De gratie van Dreyfus
is een kaakslag aan het leger. Pas op, dat hij het leger
niet van de Republiek scheidt
De afgevaardigde Viviani zeide der regeering den steun
der socialisten toe.
Emile Zola heeft namens de vereenigde arbeiders
te Parijs die voor dat doel eene inschrijving hielden
een beeld »De zegepraal der waarheid" ten geschenke
ontvangen, als blijk van holde voor zijn optreden ten
gunste van Dreyfus.
Overste Picquart richtte een schrijven tot den Minister-
President, waarin hij om recht vraagt en voor eene
eventueele .amnestie" (waarvan ook Generaal Mercier
zou profiteeren bij voorbaat bedankt.
ZUID AFRIKA. Berichten van Ladysmith melden,
dat een hevige beschieting begonnen is den 14 bij het
aanbreken van den dag. Enkele commando's zijn nog slechts
1500 yards van de Ëritsche loopgraven. De beschieting
is geëindigd, en het geweervuur is begonnen.
Te Mafeking en Kimberley is alles rustig.
De .Frankfurter Generalanzeiger" ontvangt uit het
hoofdkwartier van generaal Jouberteen particuliersehrijven,
gedagteekend 21 October, over den strijd bij Glencoe,
Volgens dezen brief werden 20 October bij Glencoe aan
de zijde der Boeren onder bevel van Lucas Meyer 10 man
gedood en 27 gewond. De Engelschen verloren 39 dooden
en 171 gewonden, terwijl bovendien 100 huzaren werden
gevangen genomen. Het gevocht duurde acht uur. De
Boeren namen met 1000 man en een batterij, de Engel
schen met 4000 man en twee batterijen aan het gevecht
deel. Toen de tweede Boerenafdeeling onder Erasmus
aanrukte, trokken de Engelschen op Dundee terug.
Laatste Berichten.
OUlTSCHIiAAM. Het bezoek van den Keizer aan
Engeland zal geen officieel karakter dragen. Voor een
welkomst-adres te Portsmouth heeft Z. M. bedankt en
ook afgezien van het voorgenomen bezoek aan de city.
KMUSKIjAAM. Do berichten van het oorlogsterrein
behelzen weinig belangrijk nieuws. De behouden aan
komst van eenige transportschepen te Kaapstad doen in
Engeland de hoop herleven, dat het mogelijk zal zijn Ge
neraal White te hulp te komen en Ladysmith te ontzetten.
De berekening dat de Basoeto's in opstand zouden
komen in den Vrijstaat, en dat daardoor de Vrijslaters
genoodzaakt zouden worden een deel hunner troepenmacht
achter te laten om de Basoeto's te bewaken of te bestrij
den, is niet vervuld. In enkele telegrammen wordt zelfs
melding gemaakt van Basoetohoofden op Engelsch gebied,
die aan de Boeren hun hulp hebben aangeboden zooals
de hoofden Joel en Metteko. De Boeren hebben voor die
aangeboden hulp bedankt en de Basoeto's naar hunne
woonplaatsen terug gestuurd.
De correspondent van de .Times" te Mafeking seint,
van 31 October over Magalopy, dat de beschieting der
stad door de Boeren voortduurde. Generaal Cronjé protes
teerde tegen het groote aantal vlaggen van het Roode
Kruis in de stad, tegen het gebruik maken van dyna-
mietmijneu, en tegen het te velde brengen van inboor
lingen tegen de Boeren. Kolonel Baden-Powell antwoordde
dat de Roode Kruis-vlag alleen geplaatst is op het kloos
ter, het vruuwenlaager en het hospitaal; dat Pretoria ook
beschermd wordt door dynamiet.mijnen, en dat de inboor
lingen alleen strijden om hun leven en hunne bezittingen
te verdedigen tegen de invallen der Boeren. Mafeking is
nog veilig, seinde de correspondent verder.
In Engeland zelf wordt de houding van de admirali
teit, wat betrett het transport der troepen, ernstig veroor
deeld. Het blijkt toch meer en meerdat niettegen
staande de regeering geen sommen spaarde om goede
schepen te huren en voor uitstekend voedsel te zorgen
alles toch veel te wenschen overlaat. De Londensche
correspondent van de Parijsche .Herald" voorspelt ern
stige militaire schandalen en zegt o.a.
.Men begint hier te voorspellen dat er door sommige
ondergeschikte marine-officieren en de eigenaars van
schepen handelingen zijn gepleegd, die aanleiding geven
tot meer dan bloote vermoedens, dat er schepen, die om hun
hoedanigheid nooit gehumd hadden moeten worden
om het op z'n zachtst uit te drukken .om der wille
van het „smeer" toch gehuurd zijn.
Voorloopig zijn dit nog maar onbewezen beschuldigin
gen; de correspondent beweert echter, dat er een onderzoek
ingesteld zal worden.
UGYPTU. In de meening dat de Khalief van Soedan
geheel overwonnen was, was er reeds spiake van, lord
Kitchener naar Kaïro terng te roepen om hem naar
Londen te ontbieden, waar men hem wilde raadplegen
over den Zuidafrikaanschen oorlog. Doch er zijn plotse
ling ongunstige berichten te Kaïro ontvangen: De Khalief
zou zich weer vertoond hebben en hij zou zich de hulp
hebben verzekerd van verschillende stammen, die hjj tegen
Engeland op het krijgspad gebracht zou hebben. Lord
Kitchener is dadelijk naar bet Zuiden teruggekeerd.
FRAYKH1JK. De kamerzitting werd den 14geopend
onder presidium van den heer Deschanel.
De afgevaardigde Zévaes vroeg der Regeering welke
maatregelen zij denkt te nemen om een eind te maken
aan de kuiperijen van clericalen en militaristen. Hij
eischte de afschaffing van de voorrechten van de geeste
lijkheid, de scheiding van kerk en Staat, de verwereld
lijking van de hospitalen, de nationalisatie van de goederen
in de doode hand en de vervanging van het tegenwoor
dige leger door een militie.
De heer Lazies vroeg aan generaal de Galliffet ophel
deringen over de verplaatsing van verschillendo officieren.
Hij noemde de tegenwoordige regeering onwaardig; met
zulk een regeering is het schenden der krijgstucht een
plicht voor bet leger.
Over dezen afgevaardigde werd de censuur uitgesproken.
Generaal de Galliffet zeide: »Ik alleen heb deze maat
regelen genomen en als ik het nog eens moest doen, zon
ik niet aarzelen."
Generaal de Galliffet verklaarde verder dat hij niets
te maken heeft met wat een iegelijk in het leger in den
grond van zijn hart denkt.
PARIJS, 15 Nov. Uit Londen wordt aan de .Temps"
geseind
Het departement van oorlog is er achter gekomen,
dat de Boeren over de Limpopo munitis en wapens ont
vingen deze werden uit Hamburg verzonden en op zee
overgeladen in kleine kustvaartuigen. De Engelsche oor
logsschepen hebben bevel gekregen, hiertegen te waken.
Uit Bnenos-Ayres wordt aan de .Temps" geseind: Een
stoomboot is van hier naar de Kaap vertrokken met 680
paarden, maïs en geconserveerd vleesch.
Aan de Woordgrens.
TULI, 3 Nov. Kapitein Glynn rapporteert, dat er een
ongewone bedrijvigheid heerscht in het Boerenkamp en
de telephoonlijn gisteren is doorgesneden. Een verkennings
patrouille hoorde een hevig vuren in de verte en keerde
terug naar kolonel Spreckley's kamp, hetwelk des middags
door den vijand, die met een groote macht oprukte, met
granaten werd beschoten, waardoor alle paarden en muil
ezels op hol gingen maar niemand gewond werd. De
vijandelijke macht werd op 400 man geschat.
Een andere troep werd door Boeren omsingeld en keerde
na een hardnekkig gevecht, naar Tuli terug, één officier
en vijf soldaten werden vermist.
Uit Mafeking.
LONDEN, 15 Nov. De Timescorrespondent te Mafe
king geeft d.d. 28 October een beschrijving van den
bajonetaanval door een escadron van het Protectoraat
regiment. „Toen onze mannen de borstwering van de
verschansingen des vijands bereikten, vnnrden zij salvo's
op de Boerengelederen en deden een charge met het blanke
staal op hun front gesteund door flankvuur van het
kanon der Cape Police. De Boeren deden een wanhopige
poging om de aanvallers terug te drijven en openden
uit de verschansingen in de achterhoede een verschrik
kelijk vuur. Het geflikker van het geweervuur verlichtte
de geheele stelling. Na het front van den vijand en de
linie der verschansingen te zijn omgetrokken trok het
escadron af onder bescherming van het flankvuur der
Cape Police. De Engelschen hadden zes dooden en vele
gewonden het verlies der Boeren werd op 100 dooden
en gewonden geraamd.
LONDEN, 15 Nov. Een niet-gedagteekend bericht,
door een Kafferlooper uit Mafeking te Magalapye gebracht,
meldt, dat de vijand een 94 ponder houwitser gebruikte
met zeven andere kanonnen van verschillende afmetingen
van zeven- tot veertienponders toe. Het gevecht werd
geheel op beschaafde wijze gevoerd. Commandant Oronjé
gaf steeds behoorlijk kenniB van het beginnen van het
bombardement en Zaterdag stond hij twee uur aan een
ambulance-afdeeling toeten einde de lijken van zes
Engelschen weg te nemen die den vorigen dag gedood
waren bij de Boerenverschansingen. Jan Botha, de Boe-
rencommandant, vertelde aan de mannon van de ambu
lance-afdeeling dat de verliezen der Boeren zeer zwaar
waren geweest en dat hij daar zeer bedroefd over was.
Het hoogverrraadproces.
PARIJS, 15 Nov. Het hooggerechtshof heeft de con-
clnsiën van een der advocaten tot wrakiDg der rechters,
die vrijmetselaars ziju, verworpen.
Ken slachtoffer der pest.
LISSABON, 15 Nov. Doctor Pestana is aan de pest
gestorven.
Provinciale Staten.
Furmerend. Tot candidaten voor het lidmaat
schap van de provinciale staten (vacature S. Appel) wer
den gesteld de heeren W. Boes, Zuid- en Noordschermer;
I. Holtz, Beemster K. Kaaskooper, Oosthnizen L Vis
ser, Beemster J. Wildschut, Jisp J. Windhouwer Pz.,
Zaandam en Jb. Zuurbier, Beemster.
Harlngcarspcl. De alhier gevestigde afdeeiing
van de Noordhollandsche Vereeniging »Het Witte Kruis"
hield den 14 in de herberg van P. Klos te Dirkshorn
eene vergadering ter behandeling van den beschrijvings
brief voor de aanstaande algemeene vergadering. Den
afgevaardigden werd opgedragen te stemmen vóór het
daar te behandelen voorstel van de afdeeiing Scbagen
tot wijziging van het reglement op de subsidiëu. Tot
afgevaardigden werden gekozeu de heereü K. IJff en J.
Dam en tot plaatsvervanger den heer E. Mejjer Drees.
De vergadering werd door slechts 13 leden bezocht.