Najaars-Sclieiveemarkl.
ALKMAARSCHE COURANT;
Hollands Noorderkwartier.
Feuilleton.
Inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder
knnnen veroorzaken.
tengevolge twee ponten van den agenda thans niet zon
den knnnen worden behandeld1°. het aanleggen van
proefvelden met het oog op de keoze van zaai- en poot-
goed bij aardappelen en erwten 2°. de bespreking der
vraag of het wenschelijk is dat de Vereeniging stappen
doet tot bevordering van het stichten van coöperatieve
crediet- en inkoopvereenigingen.
Op uitnoodiging van den heer mr. C. J. Sickesz had
het bestoor advies uitgebracht over de vraag op welke
wijze de werkkring van de pachtcommissiën kan
worden uitgebreid. Het heeft daarin als zijne meening
te kennen gegeven dat steun uit rijkskas tot bestrijding
van de onkosten der commissieleden wenschelijk ware,
zoodat de adviezen kosteloos konden worden gegeven.
Evenzeer dat de regeering op voordracht van Hollands
Noorderkwartier, de benoeming deed van algemeen voor
zitter en secretarisdat op den duur bij uitbreiding
der werkzaamheden het werk der commissiën geldeljjk
worde beloond.
Aan den minister van binnenlandsche zaken werd eene
subsidie van f 150 gevraagd voor den aanleg van aard
appel-proefvelden.
Naar aanleiding van een verzoek van de afd. Tiel der
H. M. v. L. werd besloten, adhaesie te betuigen aan oen
adres dier afdeeling aan den minister van financiën, ten
einde v r ij d o m van a c c ij n s van suiker te verkrjjgen
ten behoeve van de bereiding van jams en vruch
tengeleien.
De Secretaris had in de plaats van den heer Chr.
Oortman Gerlings de Vereeuiging vertegenwoordigd op
het jongste te Breda gehouden Landhuishoudkun-
dig Congres. Hij bracht daarvan een uitvoerig en
zaakrijk rapport uit.
De heer W. Keestra had, in plaats van den heer C.
Nobel, op zich genomen verslag te doen over het werk
der commissie van beoordeeling van de prijsvraag
betreffende de zuivelfabrieken. Daaruit bleek, dat
ingekomen waren 7 antwoorden. Een daarvan moest
worden ter zijde gelogd omdat het onderteekend was.
Geen der zes overigen voldeed aan de gestelde eischen
om te dienen als model voor gebouw en organisatie. Ook
door combinatie van de verschillende antwoorden was
tot geen voldoend resultaat te komen. De jury stelde
mitsdien voorde prijsvraag opnieuw uitteschrijven
doch haar dan te splitsen in twee deelen lo. voor een
model gebouw 2o. voor een model organisatie. Men wil
voorts de capaciteit der fabriek brengen van 5000 op
7000 liter en de kosten van het gebouw stellen op hoog
stens f 16000. In de volgende voorjaarsvergadering neemt
de jury zich voor, daaromtrent nadere voorstellen te doen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Ook voor eene brochure over vee verlos
kunde had de Vereeniging eene prijsvraag uitge
schreven, en het was de heer D. Brander, die namens
de desbetreffende commissie daaromtrent der vergadering
rapport deed. Ingekomen waren 3 antwoorden. Geen
dezer drie mocht, naar de meening der jury, voor bekro
ning in aanmerking komen. Het geval doet zich echter
voordat nog nagekomen is een antwoord, dat bijna
ge-aeel en al de goedkeuring der jury wegdraagt. Omdat
nu dat geschrift niet bekrocnd kan worden, wenscht de
jury aan het bestuur opgedragen te zien, met den schrij
ver daarvan in overleg te treden omtrent de voorwaar
den waarop deze geneigd is zijn geschrift ter publicatie
af te staan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de gevraagde
opdracht verleend.
Het verband tusschen het gehalte der melk
en de daaruit verkregen kaasopbrengst heeft reeds
geruimen tijd de aandacht dezer Vereeniging gaande ge
houden. En geen wonder eene nauwkeurige kennis
daarvan is voor den landman van het hoogste belang.
De heer dr. K. H. M. van der Zande heeft reeds heel
wat daarvoor gedaan, en ook hij stelde thans de verga
dering op de hoogte van den stand van bet onderzoek.
Wij moeten ons bepalen tot de medodeeling, dat het
voorloopig deed zien, dat tegenover een kilo droge stof
gewoonlijk op 3/4 kilo kaasstof mocht gerekend worden.
De onderzoeker zeide toe, dat de verkregen cijfers nader
door hem zullen worden uitgewerkt en gepubliceerd.
Een zestal punten kwamen daarna in behandeling,
omtrent de meeste waarvan het noodig bleek, het bestuur
diligent te verklaren. Aan de vergadering werd o. a.
medegedeeld, dat de proeven tot onderzoek, welke graad
van r ij p h e i d de gewenschte is bij den oogst van
onze landbouwgewassen reeds belangrijke resul
taten hadden opgeleverd. Als algemeene uitkomst kan
worden medegedeeld, dat haver, tarwe en karwei vooral
niet te vroeg moeten gesneden worden, terwijl gerst, bij
de eerste snede, het blankst mocht heeten. Het bestuur
wenscht dit belangrijke onderzoek een volgend jaar voort
te zetten, doch dan op controle-velden. Op de volgende
bjjeenkomst zal daartoe dan een nieuw voorstel de leden
bereiken. De vergadering vereeuigde zich gaarne daarmede.
Omtrent den aanleg van proefvelden met het
oog op de keuze van zaai- en pootgoed bij aardappelen
en erwten kon niets worden medegedeeld, door afwezig
heid wegens ongesteldheidvan den rapporteurden
heer C. Nobel.
Het belangrjjke punt betreffende het bevorderen van
het bijhouden van melklijsten bleef nog steeds
ernstig de aandacht bezig houden. De heer dr. K. H.
M. van der Zande deelde mede, dat deze zaak op dezelfde
wjjze zal worden voortgezet.
Van niet minder overwegend belang voor deze geheele
streek mag heeten het onderzoek naar de uitkomsten
van de fabriekmatige kaasbereiding, de
inrichting der gebouwen en de organisatie der betreffende
vereenigingen in deze provincie. Omtrent den stand daar
van werd ons door den "heer W. Keestra medegedeeld
dat men zich had gewend tot de gemeentebesturen in
Noordholland met het gevolg dat de opgave van het
bestaan van 65 kaasfabrieken was ingekomen. Aan deze
allen was eene vragenlijst toegezonden en daarvan hadden
85 voldaan aan het verzoek tot invulling. De overigen
meendeD, om meer of minder gegronde redenen, zich van
beantwoording te moeten onthouden. Een belangrijk ma
terieel was zoodoende verzameld en de commissie stelde
zich voordeze gegevens gedurende den winter uit te
werken. Reeds nu meende zij te mogen verzekeren, dat
het uit te brengeD rapport in menig opzicht leerzaam
zou kunnen zijn.
Met proeven met de castratie van melkkoeien
was nog geen aanvang gemaakt. De deskundigen schenen
omtrent de daarvan te verwachten resultaten zeer ver
schillende meeningen te koestereu. Althans ter vergade
ring ontspon zich een breedvoerige discussie over deze
zaak, die niettemiu ten slotte tot resultaat had dat de
proef zal worden aangevangen, zoodra de beesten onge
veer eene maand op stal zijn. Behalve dat de heer Bill
roth de noodige oefening zal trachten te verkrijgen
op koeien die voor de slacht bestemd zijn, zal het be
stuur twee dieren tot zyn beschikking stellen, waarbij
dan de gevolgen der operatie kalm kunnen worden nage
gaan. De heer J. Wester deelde in den loop der discussie
mede, dat van zijne hand een opstel over het nut en de
wenschelijkheid der castratie kan worden tegemoetgezien,
in verband ook met den risico, die er aan verbonden is.
Het zesde punt betrof de proeven inzake schap e n-
fokkerij. Uit de mededeelingen van den heer
Geerligs bleek, dat, als uitvloeisel van het vroegere be
sluit dienaangaande van deze Vereeniging, in deze provin
cie eene Wolvee-vereeniging was opgericht, die zooals
reeds algemeen bekend is belangrijke proeven nam
met de vier engelsche rassenLincoln, Hampshiredown,
Wensleydale en Ootswold. Dat het in de derde plaats
genoemde ras belangrijke voordeelen aanbiedt, mag
na de tot heden gedane ervaringen buiten twijfel
worden geacht. In verband daarmede mag het zeker zeer
aanbevelenswaardig heeten, dat de verschillende eigenaars
de lammeren aanhouden tot het volgende voorjaar eerst
als zij geheel vet zijn, zal definitief kunnen worden ge
oordeeld.
In verband met artikel 20 der Statuten moest een
besluit genomen worden, of de Vereeniging al dan niet
haar bestaan bestendigen zal. Verschil van gevoelen
bestond daarover niet: op voorstel van den voorzitter,
werd besloten den duur weder met 29 jaar te verlengen.
In de pauze hadden de stemmingen plaats, met
het gevolg, dat tot onder-voorzitter werd benoemd de
heer C. VVijdenes Gbz, met het onderzoek der reke
ning zullen worden belast de heeren D. J. Govers, Jb.
No. 137. Honderd en eerste Jaargang. 1899.
Vrijdag 17 Kov. 1S99.
Tweede blad.
BGlOLUIlKii.
KORNELIA JOHANNA BEUK wordt opgeroepen
zich ten spoedigste ter secretarie dezer gemeente te vei-
voegen. De Burgemeester van Alkmaar
G. RIPPING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis
dat heden op de gemeente-secretarie ter visie is gelegd
het aan hen ingediende verzoek met de bijlagen, van
J. HARP, om vergunning tot het oprichten van een eest,
tot het drogen van tabak in het perceel aan de Hekel
straat wijk ONo. 24en dat op Dinsdag, 28 No
vember 1899 's middags te twaalf uren, ten stadhuize
gelegenheid wordt gegeven, om tegen het oprichten van
die inrichting bezwaren in te dienen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
Alkmaar, G. RIPPING Voorzitter.
14 Nov. 1899. O. D. DONATH, Secretaris.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Alkmaar
brengen ter algemeene kennis dat ter gelegenheid van
de Najaars-Schcl veemarkt op Woensdag 22
November a.s. het VEE, dat niet per vaartuig
naar de markt wordt gebracht alléén aangevoerd
mag worden langs den Helderschen weg, over de
Heiloërhrug en over de draaibrug over het Groot
Noordhollandsch Kanaalbij welke plaatsen het
vee door een deskundige moet worden onderzocht.
Aanvoer van vee langs het Zeglis over de Geester-
brng de Vlotbrug de Nieuwlanderbrug en de rustieke
voetbrug is verboden.
Het vee hetwelk per vaartuig aangevoerd wordt
mag niet gelost worden dan onder toezicht van
den daarmede belasten veearts; DIE LOSSING MAG
ALLEEN GESCHIEDEN AAN DE KANAALKADE
op de door den havenmeester aan te wijzen plaats. Die
plaats is voor de marktschuiten en vletten aan
de lage steigers aldaar.
Geen vee mag ter markt geplaatst worden als het niet
vooraf is gekeurd en gestempeld.
Het is voorts aan stalhouders uitdrukkelijk verboden
mest of slroo op de marktplaats neer te leggen
of te strooien.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Alkmaar G. R I P P I N G, Voorzitter.
15 Nov. 1899. C. D. DONATH, Secretaris.
Te half elf, op woensdag, den 15 opende de voor
zitter, de heer K. Breebaart Jz., te Hoorn in eene
zaal van den heer L. de Goede de najaarsvergadering
van de Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw
in Hollands Noorderkwartier.
Er waren in deze 60e bijeenkomst, tegenwoordig 69
leden en 8 gasten.
De voorzitter wees er in zijne openingsrede op,
hoe aan de Vereeniging nog eene breede schoone taak
is weggelegd en haar vreedzame strijd tot het maken
van veroveringen op practiseh landbouwgebied de toewij
ding en inspanning van allen noodzakelijk maakt.
Na voorlezing der n o t u 1 e n door den heer W. Teengs,
wiens arbeid onder levendig applaus der vergadering
werd goedgekeurd werden eenige mededeelingen
gedaan waarvan wij aanstippen dat het ledental 178
bedroeg en 2 zoons van leden dat de heer C. Nobel zich
verhinderd zagdeze vergadering bij te wonen en dien-
Voordracht gehouden door Mr. W. G. BOSMAN
op het Natuur- en Letterkundig Genootschap
.Solus Nemo Satis Sapit",
6) op 23 en 30 O c t o b e r 1899.
Zoekt men naar de redenen die de Engelsche politiek
noopte aftelaten van haar prooide boeren en het land
over de Vaaldan zijn die te vinden in den algemeenen
toestand waarin destijds de Kaapkolonie verkeerde. En
geland had te veelhet was te hard vooruitgegaan het
was bevreesd voor een catastrophe.
Ds. Lion Cachetbladz. 282 zegt hiervan
.Schoon het nu eenigszins voorgesteld werd alsof de
Koningin uit pure belangloosheid en vrije gunst de Boeren
over de Vaal-rivier met rust zon laten wist de Engel
sche Regeering zelve zeer goed dat zij tot de voorge
stelde schikking gedwongen werd. Van edelmoedigheid
was geen sprake. De Engelschen hadden hunne handen
te vol met hunne beschermelingen Moshesh Sikonejella,
Molitsani, Kok en hunne bondgenooten of onderdanen
Magomo, Sandelli en andere Kafferhoofden de Kolonie
had te veel geledeD door oorlogen droogte en sprink
hanen de gemoederen aan de Kaap werden te heftig
bewogen door den politieken strijd om zelfstandig bestuur,
onder de Engelsche vlag, in plaats van het ministerieele
despotisme waarvan men gedurig de wrange vruchten
plukte de belastingbetalers in Engeland begonnen zoo
luide te roepen over de millioenen die zij moesten op
brengen en in Z.-Afrika verspild werdenhet gevaar
van eenen algemeenen opstand der inboorlingen tegen
de Engelsche Regeering was te dreigend om daarbij nog
een poging te wagen, de Boeren ook over de Vaal-rivier
te dwingen voor de Engelsche macht te bukken. Tot nu
toe hadden dezen elke aanbieding van de zijde der Kaffers,
om met hen tegen de Engelschen te strijden, afgeslagen.
Verbonden zij zich echter met de Kaffers dan werd de
toestand voor de Engelschen in Z.«Afrika geheel onhoud
baar. Om deze en andere redenen was het Gouvernement
meer dan blijde dat Pretorius er andermaal op aandrong,
(gelijk hij kort na den slag aan Boomplaats gedaan had)
een tractaat van vrede en vriendschap te sluiten en
kregen de Assistent-Commissarissen in lastdeze zaak
zoo spoedig mogelijk in orde te brengen."
Kreeg de Transvaal hare onaf hankelijkheid door En
geland erkend da Vrijstaat zou spoedig haar voorbeeld
volgen. Lion Cachet bladz. 287 meldt daaromtrent
»Op de erkenning van de onafhankelijkheid der Trans-
valeiB volgde de onafhankelijkverklaring der Vrijstaters,
door de Britsche Regeering. Nu de politieke gedragslijn
van het ministerie, met betrekking tot de Kaffers, ver
anderd was, moest het hiertoe ook komen. En nu er op
den Kafferoorlog van 1852 een andere met de Basutos,
onder Moshesh, gevolgd was, en de Gouverneur der Kaap
kolonie openlijk verklaarde, den Vrijstaat niet voor Enge
land in bezit te kunnen houden en de .Britsche onder
danen" aldaar te kunnen beschermen, gelijk het behoorde,
zonder een vaste bezetting van 2000 man en een jaar-
ljjksch crediet van 200.000 te zijner beschikking, begon
men in Engeland moede te worden van de souvereiniteit
en in te zien, dat de bescherming der inboorlingen tegen
de Boereu, een even nuttelooze als geld verslindende liefheb
berij was. Er werd dus besloten het land aan de Boeren
over te laten. In Augustus 1853 ontmoette Sir George
Clerk, H. M. Speciale Commissaris, de afgevaardigden
der Vrijstaters aan Bloemspruit, om de voorwaarden der
overdracht met hen te regelen doch even vurig als de
Transvalere op hun vrijheid hadden aangedrongen, hiel
den deze afgevaardigden er op aan om toch Britsche
onderdanen te mogen blijven. Het ging nu alles zoo goed,
en wat zou er van wordenals het land aan de Boeren
werd afgestaan.'" Daar de Gouverneur echter niet gekomen
was, om de zaak te bespreken, maar om de souvereini
teit aan de Boeren over te dragen, kon hij met zulke
afgevaardigden niets uitrichten, en riep hg anderen op,
die bereid zouden zijn om het land over te nemen.
De Engelsch gezinden zonden toen nog een deputatie
(dr. Frazer en ds. Andreas Murray Jr.) naar Engeland,
om het ministerie te bewegen de souvereiniteit niet op
te geven, doch de Engelsche Regeering wilde van de
kostbare verantwoordelijkheid, aan haar bezit van den Vrij
staat verbonden, ontslagen zijn, en de gedeputeerden keerden
onverrichter zake huiswaarts. Op den 23 Februari 1854
werd eindelijk de conventie geteekend, waarbij de Oranje
rivier souvereiniteit, namens H. M., door sir George Clerk
aan de V rijstaters werd overgedragen. Het provisioneel
Gouvernement, dat onmiddellijk daarop gevormd werd,
gaf hiervan per circulaire aan het Volk bericht, o.a. in
deze bewoordingen .Dank zij der Edele grootmoedigheid
.van Hare Britsche Majesteit, gisteren nog onze geëer-
.biedigde Koningin, hebben wij ongevraagd verkregen,
»wat wij geworden zijn. En waar andere natiën jaren
strijds en stroomen bloeds geofferd hebben voor dezen
.kostbaren prjjs (onafhankelijkheid), verkregen wij dien
.door eenvoudig aau te nemen wat ons werd aangeboden".
Waarom men de zaken in den Vrijstaat dus voorstelde
is niet zeer duidelijk, daar Engeland zelf er geen geheim
van maakte, dat de souvereiniteit werd opgeheven, al
leen in het belang van Engeland en niet om de Boeren
te believen."
Ik zal de geschiedenis van de Transvaal thans niet
vervolgen, maar een grooten sprong doen naar de tijden
van de inlijving, van den opstand en van den vrijheidsoorlog.
Eenige korte mededeelingen zullen volstaan, om hetgeen
later volgt, begrijpelijk te maken.
Allereerst moet vermeld worden de dood van de groote
aanvoerders Potgieter en Pretorius. In hunne plaats
werden hunne zonen gekozen.
De jonge Pretorius had Jacobus Stuart tot raadsman.
Deze ontwierp het plan om eene vereeniging tot stand te
brengen tusschen de boeren in den Vrijstaat en in de
Transvaal en om eene gemeenschappelijke constitutie op
te maken voor beide Staten.