Ecu stut Transvaalst geschiedenis.
No. 145.
Honderd en eerste jaargang.
1899.
WOENSDAG
6 DECEMBER.
Amsterdamsche Brieven.
Feuilleton.
ALkDIAARSCHE COIIRAVT.
Deze [Courant wordt I» 1 n s d a g-, Donderdag-
en Zaterdagavond uitgegeven. Abonnementsprijs
per 3 maanden voor Alkmaab f 0,80 j franco door het
geheele rijk f 1,
3 Nummers f 0,06. Afzonderlijke nummers 3 ets.
Telefoonnummer 3.
Prijs der gewone advertentien
Per regel f O, IA. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de Uitgevers HERMs. COSTER
ZOON.
L.
't Is een niet te ontkennen feit, dat de moderne
kunstenaars in sterke mate democratische neigingen
vertoonen. Waar vroeger de meest gevierde schrijvers,
dichters en schilders aristocratische allures aannamen en
bun talenten wel aan de volkszaak wilden ten goede
doen komen zonder evenwel van hun voetstuk af te
dalen, zijn de huidige artisten van de nieuwe richting
bijna zonder uitzondering driekwart of heelemaal socialist.
Zij rekenen 't zich tot een eer om voor bet volk te
schrijven of in hunne vergaderingen op te treden daar
meenen zij een veel onbedorvener geest te vinden dan
in de kringen der aanzienlijken en hun arbeid wordt
daar ook verreweg het meest gewaardeerd, 't Is hier niet
de geschikte plaats om naar de oorzaak van dit verschijnsel
een onderzoek te doen als schrijver van Amsterdamsch
nieuws hadden wij 't slechts te constateeren als inleiding
voor een dezer dagen in »d'Geelvinck" gehouden en druk
bezochte vergadering, waarin de heer H. Hejjenbrock
zich als beeldend artist geroepen gevoelde om de vraag
te behandelen, wat teekenaars en schilders kunnen doen
om mee te propageeren voor wat goed is en recht en
om het idealisme te geven, wat daaraan toekomt.
Of de aanwezigen volkomen begrepen hebben, wat de
inleider bedoelde? Zijn denkbeelden zweven erg in hooge
sfeeren en om die te kunnen volgen zouden zij zeker met
gloeiende overtuiging, voor de vuist gesproken, dienen te
zijn voorgedragen. De heer Heijenbrock gaf zich echter
die moeite niet, maar las op wanhopig gelijkvormigen
toon een brochure voormet allen eerbied voor bet volk
en zijne vergaderingen scheen hij 't te kunnen overeen
brengen om deze te gebruiken als oefenschool voor de
vorming van zijn eigen redenaarstalent. Daar deze brochure
ook in de zaal verkrijgbaar was, maakte 't een komischen
indruk vooruit te weten, dat men aan het slot, zonder
dat er misschien ook maar eenigszins aanleiding toe was,
zou te hooren krijgen, hoe deze artist zich angstig en
verlegen te moede gevoelde, wanneer hij had uitgesproken
6D hoe hij zich verbeeldde overal lachende gezichten te
zien vol ironie en spot. Op zijn studeerkamer was dat
programma opgemaakt, doch de werkelijkheid was daarmee
volstrekt niet in overeenstemming. Als er iets te lezen
viel op het gelaat der toehoorders, dan was 't, dat zij
de geprojecteerde teekeningen van tendenz-artisten als
Steinlen, Vaarzoo Morel, Jan de Waardt en andereu
mooier vonden dan het gesproken woord de plaatjes
deden 't beter dan de praatjes.
Toch kan men den heer Heijenbrock niet ontzeggen,
dat hij veel studie heeft gemaakt èn van het beeldend
woord èn van het proletariaat èn van den invloed van
het een op den ander. Wanneer hij in de opwarreling
zijner denkbeelden mettertijd wat meer orde brengt zal
over zijne meeningen stellig zijn te discussieeren. Een
aardig ding zei hij over het kennerscbap om,kunst te
genieten, waarbij hij deed uitkomen, dat 't volstrekt niet
noodig is een schilderij naar waarde te beoordeelen of
een vers te begrijpen in zijn beweging naar het woord
of de uitbeelding van verheven gedachten. Men is hierbij
alleen zichzelf verantwoording schuldig en geen kunst
rechter in de geheele wereld heeft het recht de mooi-
bevinding van den een hooger te schatten, omdat zijn
genot door andere reeds genoten indrukken gecontroleerd
wordt. Waar iemand geniet, d. w. z. geheol opgaat in
het geziene, het gehoorde of gelezene, daar heeft hij voor
zich zelf op dat oogenblik zijn toppunt bereikt en niemand
heeft het recht dat geluk kleiner te schatten omdat zijne
genietingen andere ingewikkelder wegen volgen. In
die woorden ligt een verdraagzaamheid, welke men van
de jongere artisten niet gewoon is. Bij hen is het werk
van bepaalde personen mooi en dat van anderen per se
leelijk en wie dat niet geheel met hen eens is, staat op
een Btandpunt, waarvoor medelijdend de schouders opge
haald worden. Alleen had de heer Heijenbrock hierbij
nog iets verder moeten gaan en zijn hoorders in de praktijk
niet uitsluitend alles van één richting moeten voorzetten
eerst dan had hij kunnen zien, waarvoor zij het meest
ontvankelijk waren. Of was dat niet noodig voor een
auditorium, waarvan hij bij den aanvang had vooronder
steld, dat 't met hem instemde, dat de tegenwoordige
toestanden in de maatschappij niet houdbaar zjjn lo. om
de grenzenlooze onrechtvaardigheid, 2o. om de verdier-
lijking, die in de machtsverhoudingen heerscht
Heijenbrock gaat zijn .voordracht" in verschillende
plaatsen van ons land houden en waarschijnlijk komt
dan ook Alkmaar wel aan de beurt. Ten Uwent zal hij
wel niet zoo exclnsivistisch optreden en vermoedelijk de
zooeven aangehaalde zinsnede schrappen, zoodat ook zij,
die niet zijn forsche sociale stellingen zijn toegedaan,
zich niet behoeven te gevoelen als vreemde schapen in
den stal. Men weet nu zoo eenigszins wat men te hooren
en te zien zal krjjgen't loont allicht de moeite om
aan de details een avond op te offeren.
Dat er ook nog jonge kunstenaars zjjn, die gaarne
hun talent beschikbaar stellen voor de mensehen van het
bezithebben in de afgeloopen week de leden van
St. Lucas bewezen. Zij verklaarden zich bereid mede
te werken om het gouden jubelfeest van de Maatschappij
.Apollo" zoo schitterend mogUijk te doen zijn, en 't
moet gezegd, van al het vele schoone, dat in den Stads
schouwburg is vertoond, hadden hunne tableaux wel het
meeste artistieke succes. Met een gelukkig meesterschap
over lijn en kleur waren .Lente" en .Rebecca bij de
bron" gearrangeerd onwillekeurig moeten zij, die den
Geelvinck-avond bijwoonden, hebben gedacht dat 't een
goed werk zou wezen om ook het volk van dergelijke
niet-tendencieuse voorstellingen te doen genieten. Hoeveel
studie en inspanning moeten zjjn voorafgegaan om iets
dergelijks te produceeren en dat alles voor enkele minu
ten aanschouwings-genot eener halfvolle zaal I Trouwens,
allen die zich moeite hebben gegeven om deze vierdaag
sche feesten te doen slagen, hebben recht op medelijdend
beklag. Maanden lang is voorbereid, almee het beste in
ons land op het gebied van beeldende, vocale, instrn
mentale en rhetorische kunst is overgehaald om voor
het liefdadige doel .Apollo" toch is de steun voor
hulpbehoevende artis'en zich beschikbaar te stellen
en nu eindelijk met heel veel moeite een programma
kon worden aangeboden zooals in ons land een zeldzaam
heid is, bleven de toeschouwers weg. Zelfs op den eersten
avond, toen de première ging van .Tobias Bolderman,"
het nieuwe stuk van don heer de Koo, vertoonde de zaal
bedenkelijke gapingen, wat nog erger zou zijn geweest
als er niet zooveel menschen van de diaconie de tech
nische titulatuur voor het vrijkaartjes-pnbliek aan
wezig waren geweest. Eens te meer is bewezen, dat
de komedie niet meer tot den bon ton behoort. Naar
den Stadsschouwburg gaat men wel voor de dure Wagner-
voorstellingen, die twee avonden achtereen telkens voor
een stampvol huis worden gegeven, dat is chic, maar het
ooneel behoort thuis bij den burgerman. Zoo wordt
tegenwoordig door het uitgaande publiek te Amsterdam
geredeneerd mevrouw gaat naar een concert en ook
nog wel naar de opera, maar de meid gaat naar de
komedie. Voor «bekende solisten worden de deftigste
kringen ontsloten, terwijl men er daar niet aan zou den
ken een tooneelspeler te ontvangen. Tot zekere hoogte
is dat een gril, een mode verschijnsel, maar dat is 't
niet alleen het tooneel te Amsterdam met zijn dienaren
en dienaressen heeft jaren lang willens en wetens alles
gedaan om de aristocratie van den geest van zich te
vervreemden.
Van het enorme batig saldo, dat men zich van de
feestvoorstellingen had gedroomd, zal .Apollo's" kas nu
wel niet veel merken. Beter is de heer M. Merens, de
le secretaris van de Vereeniging tot behartiging van
hare belangen, eraf gekomen hij is benoemd tot, ridder
in de orde van Oranje-Nassau. Voor hem was 't een
ware geluksweek eerst gaf hij bij de firma Citroen een
getal op, dat het dichtst kwam bij een door haar gede
poneerd cijfer waarmee bij een kunstvoorwerp van f 100
verdiende, en een paar dagen later kwam de blijde tijding
uit den HaagZijn knoopsgat had trouwens recht op
dit lintje, want als consul en als particulier valt er
bijna iedere maand iets over zijn daden in de krant te
schrijven en daarop wordt vroeger of later altijd een
kroon gezet. Dit is een nieuwe aanmoediging voor ande
ren, die ook wel een wat zonden willen zien voor hun
belangelooze opoffering van hun tijd voor de publieke
zaakals zij maar volhouden en niet ontijdig verslappen
komt ook voor hen de ure, dat zij op hun lauweren
mogen gaan rusten. Geduld behoort echter daarbjj en
menige Koninginne-verjaardag moet passeeren met wan
hoop in het hart, maar eenmaal komt toch wel het
Koninklijk Besluit en dan is het lijden voorbij.
.Apollo's" tegenslag staat niet op zichzelf dit moge
tot troost zijn voor de andere niet-gedecoreerde heeren,
die zich voor haar hebben ingespannen. De oorlog in
Zuid-Afrika doet zich gedacht gevoelen er is een finan
cieels depressie en in geen jaren hebben de winkeliers
zoo weinig geld verdiend als in de nu achter den rug
liggende St. Nicolaas-week. Verleden jaar was ook wel
niet alles couleur de rosemaar toen waren er ten
minste nog wel tevredenen te vinden thans i* ons dit
niet mogen gelukken. Alom wordt geklaagd: de spaar
potten zijn geleegd voor de Zuid-Afrikaansche Vereeni-
Voordracht gehouden door Mr. W. C. BOSMAN
op het Natuur- en Letterkundig Genootschap
.Solus Nemo Satis Sapit",
14) op 23 en 30 O c t o b e r 1899.
Van het gevecht zelf geeft Lion Cachet bl. 546 vg.,
deze beschrijving
Het plan van aanval wordt door hem zeiven, Colley,
met krijgsman-beknoptheid en duidelijkheid beschreven.
Ruim 250 man ter bescherming van zijn kamp achter
latende, had hij te beschikken over 800 man infanterie
van het 58ste en 60ste regiment, 113 dragonders, 72
artilleristen met 6 veldstukken, 63 man van de Natal-
bereden politie, en 84 oorlogsmatrozen met, 3 rocket-
toestellen, gecommandeerd door 56 officieren, waaronder
verscheidene hoofdofficieren de commodore van de
vloot, Richards en de commandant ter zee Romilly
met, de hospitaalbedienden en andere niet-strijders te
zamen, 1214 officieren en minderen.
De stelling der Boeren, aan beide zijden van Langnek
pas, voldoende genaderd zijnde, moest deze van een heu
velrand, ter linkerzijde, met bommen en vuurpijlen be
schoten worden, om hen zoo mogelijk daaruit te verdrij
ven, en den troepen, in drie afdeelingen, gelegenheid te
geven om te stormen. Een sterke positie der Boeren,
rechts van den Nek moest door het 58ste regiment
worden bestormd de ruiterij moest dezen aanval dekken
door een andere stelling nog meer rechts te nemen,
terwijl het 60ste regiment en de oorlogsmatrozen, door
artillerie gedekt, den Nek van de linkerzijde moesten
naderen en bestormen. Van drie zijden tegelijk aange
vallen, en daarenboven uit het grof geschut bestookt,
zouden de Boeren in verwarring geraken en retireeren.
De Engelsche troepen zouden dan den Nek kunnen bezet
ten en meer bepaald een platten berg, oostelijk van
Langnek, 3000 voet lang en 600 voet hoog.de sleutel
tot de geheele stelling". Uit deze positie zou het
hoofdleger van Joubert dat tusschen Drakensberg en
Oudhoutnek opgeslagen was, gemakkelijk, met grof geschut
kunnen worden aangevallen, en het gezag van Ko
ningin Victoria over Transvaal zou hersteld zijn. Het
was dus om het bezetten of behouden van één enkelen
bergpas te doen.
Dit werd echter door Joubert nog beter ingezien dan
door Colley, en hij was op zjjne hoede. De stelling was
te ongelegen, om op den duur door eene groote macht
bezet te worden waarom hij zijn legerkamp op eenige
mijlen afstands van Langnek had opgeslagen, doch op en
nabij den Nek waren sterke wachten geplaatst. Door
dezen werden kort na zonsopgang, de bewegingen der
Engelscben gadegeslagen, zonder dat, men dadelijk begreep
wat ermede bedoeld werd. Dit werd echter spoedig dui
delijk waarop Joubert, van de nadering des vijands on
derricht, de kleine macht van even 40 Boeren, onder den
jeugdigen commandant Lodewijk Fourie, met nog zooveel
man liet versterken. Tachtig Boeren, gedeeltelyk jonge
menschen, zonder geschut, hadden nu den toegang tot de
Transvaal te verdedigen, tegenover 1400 Engelsche sol
daten, door voorname officieren aangevoerd en van 9
stukken geschut voorzien.
Met ingehouden adem zag men, van Drakensberg, hen
naderenca'alerie, infanterie de artillerie met het ge
schut, oorlogsmatrozen met hun rockets dan weer mfan
terie en ruiterij met de bereden politie en de ambulances
in de achterhoedezag men, hoe het Britsche lege
zich in slagorde stelde op een platten bergrug, bijna
recht tegenover den Nek doch buiten bereik van het
verst dragend geweer hoe de artillerie een stelling
innam, naojj de woning van Laing, en de infanterie met
de ruiterij zich tot den aanval gereed maakte. Iedere
Boer haastte zich nu naar zijn post. Een dertig man zou
den bergrug, oostelijk van den Nek, hebben te houden
tegen den vereenigden aanval van de cavalerie en infan
terie, die aan het naderen waseen andere handvol
moest trachten het artillerievuur, dat inmiddels geopend
was, tot zwijgen te brengenen de overigen moesten,
van achter de steenen borstweringen, die inderhaast op
geworpen waren, of uit de bergkloven, die den weg over
den Nek behee. schten, den vijand tot stand trachten te
brengen. Zonder hoera'smaar ook zonder zweem van
vrees, maakten de Boeren zich nu weer tot den Moedi
gen kamp gereed.
Om halt tien begonnen de Engelschen de stelling der
Boeren te beschieten, en na oen 30 bommen en een aan
tal vuurpijlen op en achter den Nek geworpen te hebben,
begon de storm. Tegenover het artillerievuur waren de
Boeren, bij gebrek aan geschut, machteloos, doch toen de
bestormers binnen het bereik der geweren kwamen von
den zij in iederen Boer, jong of oud, hun man. De En
gelsche cavalerie maakte een .prachtige" charge, doch
die werd door de Boeren teruggeslagen. Onder luid hoera
liep intusschen het 58ste regiment storm, en voor een
oogenblik scheen of de Boeren, op de punt van de bajo
net, tot wijken zouden worden gebracht. Doch man tegen
man strijdende vielen de Engelsche soldaten, voor de
juiste scnoten der Boeren als korenhalmen voor de
scherpe zeis, en ook deze aanval werd afgeslagen. Overal
stootten de aanvallers het hoofd straks zweeg ook het
grof geschut, en begonnen de Engelschen af te trekken.
Om half elf in den morgen was de strijd reeds beslist
en hadden de Boeren hun positie in den Nek op schit
terende wijze gehandhaafd.
Niet evenwel zonder, voor hen, zwaar verlies. Een 30
dappere strijders waren gewond en 14 gesneuveld, waar
onder enkele jongelingen. Het verlies der Engelschen
was echter veel grooter 2 officieren en 109 minderen
werden gewond en 7 officieren, waaronder een majoor
en een kolonei en 76 man sneuvelden. Daar de Engel
schen tot wijken gebiacht werden zonder hunne gewon
den te kunnen medevoeren, was Colley verplicht, toen het
kanonvuur zweeg, een parlementair met de witte vlag te
zenden tot den .aanvoerder der rebellen", Joubert, maar